Wist je dat in de jaren 1610, drie Lisseweegse personen van ketterij werden aangeklaagd voor de "Deurgaende Waerhede"(= Burgerlijke Rechtbank) " Tanneken Dannoot, de echtgenote van Jacob van Zuut, was zeer hardnekkig in haar ketterij. Zij had onlangs nog aan de pastoor verklaard dat zij niet verlangde haar godsdienst af te zweren. Ze ontstichtte iedereen door haar argumenten, waarvoor ze al in Brugge opgesloten werd. Zij zei o.m. dat de katholieken afgodenvereerders waren, die houten en stenen beelden aanbaden. Op hoog- en feestdagen ging ze naar Sluis of naar Zeeland. Toen ze voor de heren van de "Waerhede" verscheen, verklaarde ze openlijk een aanhangster van de sekte van Jan Calvijn te wesen. Zij wilde ook de geboden van de katholieke kerk niet onderhouden.
Clement Ogier, ook een ketter, had heiligschennis gepleegd, toen de processie van O.L.V. in Lissewege uitging : " De mensen moeten haar , die h..., dragen, waarom laat zij de mensen niet gaan?" Hij weigerde ook de eed van getrouwheid aan het Roomse geloof af te leggen. Wel wilde hij trouw zweren aan de aartshertogen.
Kleermaker Jan vanden Brande was ook zeer hardnekkig ketters. Hij was al ontboden geweest in het geestelijk hof (= de kerkelijke rechtbank). Over de pastoor had hij openlijk onder het volk geroepen: " Wy moeten dyen pape wat afsmeeren!" . Toen één van zijn geburen ziek was en men de pastoor wilde halen, zei hij : "Lat de paster mor gerust, je kat ie em toch nie gezoend moaken".
18-07-2008 om 23:19 geschreven door tlissewegenartje 
|