'Ontfanck ende uijtgeeff' door de kerk 1769-1772, P. D. Van Elder.

Ontvangsten:

- 1200-0-0, van de Commanderije van Pitzenborg voor hun provisioneel derde paert in de restauratie der kercke

- 1033-7-0, van de Abdije van Vrouwperck, idem
- 1166-7-1, gelicht van den heer Jacobus Versluijzen als momboir over de minderjarige kinderen van wijlen Jan Baptist De Groeff ende van wijlen Anna Maria Vleminckx, staende alsnu ten behoeve van Cornelis Matthijs, croiserende a rathe van drije gl thien st par cento (akte 20/12/1769, not. Leclerq)
- 583-6-2, ontvangen van Jacobus Versluijzen x A. M. Carolina Jacobs, croiserende a rathe van 3 gl 10 st par cento (akte 20/12/1769)
- 816-13-1, gelicht van den heer Jacobus Versluijzen als momboir over de minderjarige kinderen van wijlen Jan Baptist De Groeff ende van wijlen Anna Maria Vleminckx, staende alsnu ten behoeve van Cornelis Matthijs, croiserende a rathe van drije gl thien st par cento (akte 28/04/1770)
- 200-0-0, ontvangen van Peeter Govaerts, smed Wespelaer, in extinctie ende quijtinge van gelijcke cappitale rente als dese kercke was hebbende tot laste van Nicolaus Vandermeiren (09/08/1771)
- 58-6-2, ontvangen van Joannes Boschmans (29/03/1772), fondatie jaargetijde: 'gemaeckt door wijlen Jouff: Francisca Limbosch beggijntien op den Beggijnhove binnen Loven (testament bij Not. Van Vossem, 13/12/1750)
- 253-12-2, ontvangen van Hendrik Van Leemputten, voortsgecomen van d' hellicht van een bunder en een half dagmael landts gelegen op het Groot Esken ende bijden voors(chreven) Hend. Van Leemputte tegens dese kercke vernaedert den 25 januarij 1753
- 171-3-0, wesende het juist paert ende deel der goederen de kercke gecompeteert hebbende ende geincorporeert in de vaert door die stad Loven
- 64-0-0, ontvangen van Jan Jansens uijt een meerdere somme van 250 gl waer inne den armen alhier is competerende 186 gl
- 942-1-3, ontvangen van Peeter Vandenbosch over tgene den selven bij sloth van rekeninge gedaen den 27 November 1770 aldaer schuldigh ende ten achteren was
- 487-16-0, afkomstig van verkoop hout (volgens notities Peeter Vandenbosch, rentmeester der kerck)
- 106-0-0, verkoop van 'cassaije dese kerck gecompeteert hebbende', aen den heer Versluijzen ende Aert Rassaerts
- 181-5-2, over leijcken ende offer
- 532-8-2, ontvangen van Peeter Vandenbosch, rentmeester der kercke, 'sijnde dese penningen voortsgecomen der innecomen van de voors(chreven) kercke ende gedient tot restauratie der selve kercke'
Totaal: 7796-13-3

Uitgaven:

- 269-11-2, aen den procureur Malo, m.b.t. proces in den Souvereinen Raede van Brabant tegen de 'thiende heffers'
- 36-15, aen G. B. Brunaux, over eenige  vacatiens ende teekeningen bij den selve voor de kercke gedaen
- 21-0, aen de drij experten, over het besichtigen ende viziteren der kercke ende toren
- 84-0, aen Joannes De Coninck meijer, over eenighe boomen bij den rendant voor dese kercke gecoght vanden heere Grave van Lalaing
- 31-10, over eenen wagen calck bij denselven voor dese kercke gelevert
- 109-15, aen Adriaen Keulemans meester metser, over gedaene daghueren
- 3-0, aen den schipper Jacobus Deval, over vracht bijden selven gedaen int aenbrengen van den blauwen steen
- 583-10, aen Franciscus De Neeff, over geleverde schailen ende calck voor dese kercke (22/12/1769)
- 19-1, aen Peeter Van Rijmenans, over gelevert haijr
- 148-4, aen Sieur Franciscus Piot, 140 steene blauwplaveijzel met den steen van de tombe
- 9-1, aen Jouffr(auw)e V(euv)e Corthoudt, ses busselen enkel panne latten
- 65-3, aen J. B. Crans meester schaliedecker, over gedaene daghueren aen de kercke (12-8, aen Peeter Vanden Bosch over gelevert bier voor de werck luijden)
- 80-6, wed(uwe) voors(chreven) Crans, over gedaene daghueren
- 293-5, aen Joannes De Coninck meijer, over eijser gelvert door S(ieu)r Laucquet
- 289-19, aen Joannes Vrebosch meester steencapper, over gedaene daghueren (40-17 aen Peeter Vanden Bosch over gelevert bier)
- 120-3, aen Sieur Van Rijmenanp, over geleverden marberen steen
- 45-0, aen Joannes Schots, in voldoeninge van gelevert berdt ende eijckeboomen
- 104-0, aen Sieur Vanderheijden gelaesemaecker, over gelaesen gestelt te hebben in de vensters der kercke
- 31-10, aen Jacobus Delvaux slohtmaecker, over gemaeckt te hebben eenige slothen ten dienste deser kercke
- 80-17, aen S(ieu)r Gaillij, over gelevert te hebben eene blauwe steene ende poorte
- 53-12, aen Gabriel De bruijn, in voldoeninge van geleverden calck
- 492-1, …., 75.700 careel gelevert te hebben ten dienste deser kercke (volgens billet)
- 8-14-2, aen Peeter Van Rijmenanp, over gelevert haijr
- 11-0, aen Hendrick Vandenbosch, coster tot Bueken
- 10-0, aen Franciscus Josephus Lemeine, over verscheijde vrachten gedaen te hebben
- 20-8, aen Joannes Vrebosch steenhouder, gedaene daghueren
- 150-0, aen Sieur Vanderheijden, 25.000 careel gelevert ten dienste deser kercke
- 17-10, aen Sieur Versluijzen, over een jaer rente eender cappitael van 500 gl (20/12/1770)
- 35-0, aen Sieur Versluijzen, over een jaer rente eender cappitael van 1000 gl (20/12/1770)
- 7-10, aen Notaris Leclerq, passeren van drij differente actens van rent
- 1-12-8, aen Sieur Legrand, twee schuppen gelevert
- 313-0, aen den heere Van Beeze, Procurator in t' Bethleen, gecoght houdt gedient hebbende voor de voors(chreven) kercke
- 24-10, aen den heere Versluijzen momboir over d' erfgen(enamen) J. B. De Groeff, 1 jaer interest eender cappitael van 700 gl (24/04/1771)
- 20-15, aen d' heer Marneff, rentmeester van Vrouwperck, over het gene den selven hadde betaelt aen Peeter Poijer voor het cappen der boomen, maecken van wishouden
- 766-10, aen den voors(chreven) Marneff, in voldoeninge van geleverde boomen gedient hebbende voor de kerck
- 28-9-1, aen Jaspar Gordts, over gelevert eijser ten dienste deser kercke
- 398-8, aen de wed(uwe) Crans, over geleverde schalien ende daghueren
- 13-0, aen Petrus Sevenbergh, over schoon gemaeckt te hebben differente schilderijen in de kercke
- 5-6, aen Sieur Verhuijck, over geleverden Doornickxschen calck
- 84-0, aen Sieur De Raijemaecker, over gelevert te hebben eenige blauwen steen
- 16-0, aen Jouff(rauw)e Quertemont, procuratersse der Witte Vrouwen, over eenigen geleverden witten barberen (?, jg) steen
- 12-5, aen den heer Prior van Bethleem, over gelevert te hebben veerthien marbere plavaijsteenen
- 86-4, aen Sieur Lauquet, over gelevert eijser
- 91-10, aen Joannes Vrebosch, bij moderatie ende in voldoeninge van gedaen daghueren ende geleverden steen
- 57-12-3, aen Sieur Kint, over gelevert te hebben eenen nieuwen haen, appel, etc…
- 181-13-2, aen Michiel Dujardin, over gemaeckt te hebben het cruijs op de kercke
- 31-5, aen Josephus Thibaut, voor nieuwe gelaesen in den zeijbeuck mede alsnoch thien guldens voor het repareren ende schoonmaecken van andere gelaesen
- 44-15, aen Theodorus Lepagie, over gelevert eijzer en 8 veijzen tot de kerckdeure a drij stuijvers par pondt
- 215-18, aen Joannes De Coninck, in voldoeninge ende bij moderatie van daghueren, eijzerwerck etc. volgens twee distincte specificateurs ende quittantiens
- 127-0, aen Sieur Thijs, in voldoeninge van vijff coopen boomen
- 78-8, aen Adriaen Ceulemans, over geplavaijt te hebben de kercke
- 51-8, aen den selven Ceulemans, over als voreen
- 5-13-3, aen Jaspar Gordts, over eenige reparatie van eijserwerck
- 38-5, aen Sieur Dujardin, over gelevert te hebben vier duijsent vijf hondert plafon latten
- 35-0, aen Cornelis Matthijs, over 1 jaer rente op 4000 gl (20/12/1771)
- 17-10, aen d' heer Versluijzen, over 1 jaer rente op 500 gl (20/12/1771)
- 43-0, van den rendant gecoght, 600 voet bert a 3 gl/100 mede alnoch 25 gl over twee coopen boomen
- 40-4, aen den Eerw(eerde) heere Bischop president van t Baije Collegie, 6700 careel gelevert
- 5-4, aen de vrouwe van Guilliam Muls, 800 careel
- 103-1, aen de heer Bovesse, over ende in voldoeninge van sijne devoiren ende vacatiens gedaen ten dienste deser kercke
- 71-4, aen Peeter Vandenbosch, over gelevert bier ten dienste der werckluijde aen de kercke
- 15-6, aen de Wed(uwe) Crans, over geleverde schalien
- 5-10, aen den rendant, betaelt te hebben aen daghueren etc. volgens billet
- 534-14-1, aen Peeter Vandenbosch, eenige daghueren soo van zaegen als andere werckluijden, geleverde bieren, als aenhaelen van materiaelen, van den jaere 1769 tot den jaere 1770
- 1-19-2, aen denselven, over die olie, seruijs ende swartsel gelevert door S(ieur) Lints
- 19-5, aen Peeter Vandenbosch, vier coopen eesters
- 65-16, aen den Notaris Durij, eenige coopen boomen
- 31-18, aen d' heer Gilbert, rentmeester van den h: geest van Loven, over den vierden coop
- 143-10-2, aen Jacobus Vanwinckel, int voldoeninge vant plafonneeren van de coor ende sacristije
- 2-10, aen Guill: Vandenbosch, over geleverden peck etc.
- 130-11-1, aen Sieur Lion, over geleverde nagelen
- 12-7, aen Isaac Vanbetz, over het bruggelt ende verteir ten zijnen huijze gedaen
- 210-0, aen Joannes Schodts, over gedaene daghueren als timmerman
- 3-10, aen Jan De Wit, over het haelen van twee voeders eijcke boomen ten dienste als voren
- 8-0, aen Peeter Schueremans, over twee daegs boomen gehaelt te hebben ten dienste als voren
- 537-14, aen Peeter Vandenbosch, over gedaene daghueren ende gelevert bier
- 176-3, aen Jacobus Van Winkel, over t' plafonneren der kercke
- 30-0, aen Frans De Neeff, in voldoenighe van vijfthien vaeten calck
- 6-0, aen Isaac Tirjonet, over gedaene vrachten van schalien
- 10-10, aen de Mesmaire de Houdenove, dertigh geleverde kepers
- 36-0, aen d' heer Naveau, in voldoeninge vanden 7 coop der witteboomen voor de kercke
- 7-0, aen Isaac Van Betz, over gedaene vertier ende bruggelt
- 380-17-2, aen Joannes Gordts, in voldoenige van geleverde daghueren ende geleverde nagelen
- 4-7, aen Guilliam Vandenbosch, over geleverde nagelen, seep, geruerde keirssen ende olie
- 156-4-2, aen Peeter Vandenbosch, over gedaene daghueren ende gelevert bier
- 73-13, aen Joannes Gordts, over geleverde daghueren
- 28-16, aen Francis De Neeff, over geleverden calck
- 7-0, aen Francis Delvaux, over een nacht sloth gemaeckt te hebben ten behoeve deser kercke
- 85-15-1, aen Sieur Jacobus Piot, over gelevert teijck loos (?, jg)
- 100-4-1, aen Sieur Lion, over geleverde nagelen
- 4-10, aen Sieur Corthout, over drij busselen geleverde plafonneirlatten
- 113-1-2, volgens notitie bij den rendant gehouden, aen gelevert plantsoen als andersints
- 200-0, aen de Wed(uwe) Vanden Abbeele, eene rente van twee hondert guldens courant, welcke penningen sijn voort gecomen van eene meerdere rente van 253-17-2 gequeten door Van Leemputten ende hier vorens in ontfanck gebracht
- 50-0, van de voors(chreven) cappitaele somme van 253-17-2 alsnoch uijtgedaen aen Jan Gordts 50 gl in eene meerdere rente van 300 gl
- 171-0, aen Guillielmus Van Eijcken, voor het maecken van eene thore orologie
- 2-16, aen Sieur Engelbeen over gelevert te hebben twee stucken blauwen steen
- 1-1, aen Arnoldus Melses, over het beslag van twee steene gewichten
- 14-0, compt den secretaris voor het opstellen deser rekening
- 0-12, zegel
- 14-0, copije authenticq
- 0-8, zegel
- 6-0, compt den selven voor het appostileren, calculeren
- 6-0, aen den heere Land deken
- 6-0, aen den heere Pastoor
- 6-0, aen die wethouderen
Totaal: 9660-10-2

Meer uijtgeeff dan ontfanck: 1863-16-3.

Alsus gedaen ende gesloten desen 30 april 1772 coram ondergeteekende, onderteeckent J. B. Zegers Landdeken, P. D. Van Elder Pastor in Thildonck, J. D. Coninck meijer, Hendrick Gordts, Peeter Schuremans, Joannes Janssens, Pr. Vandenbosch kerckmeester.