Het Engelse echtpaar Sean French en Nicci Gerrard vormen samen het succesvolle schrijverskoppel Nicci French.
Sean werd geboren op 28 mei 1959 en is opgegroeid in een wijk in Noord-Londen. De middelbare school deed hij in de buurt en daarna volgde hij de studie Engelse literatuur aan de Christ Church in Oxford. Na zijn diploma behaald te hebben is hij aan een doctoraal studie begonnen en begon zich tegelijkertijd ook te verdiepen in de journalistiek. Dit kwam doordat hij een wedstrijd had gewonnen tijdens zijn studie. De prijs was een baan bij het tijdschrift Vogue. Daarna kreeg hij allerlei baantjes. Van theater recensent tot redacteur van verschillende andere bladen. In 1987 kreeg hij zijn eerste column. Voor de New Statesman schreef hij jaren columns tot het eind van het jaar 2000. Sean had altijd de ambitie boeken te willen schrijven, maar het lukte hem nooit om er eentje af te maken. Tot hij Nicci en haar kinderen ontmoette en hij eigenlijk nooit meer tijd had. Het resultaat is bekend.
Nicci werd geboren in 1958 in Worcestershire (in het midden van Engeland). Ze studeerde in Oxford maar is Sean daar nooit tegen gekomen. Na haar diploma is zij in Sheffield gaan wonen en heeft daar een tijd gewerkt met moeilijk opvoedbare kinderen. Nicci ging nog verder studeren en verhuisde naar Londen. Daar deed ze van alles en nog wat. Werkte als freelancer, gaf volwassenen onderwijs en begon een tijdschrift. Tussendoor trouwde ze en kreeg twee kinderen. Toen ze Sean ontmoette was ze niet meer getrouwd en werkte op dat moment als redacteur voor de New Statesman (waar Sean wekelijks een column voor schreef). Maar ze kreeg een andere baan bij The Observer. Elf jaar en twee kinderen verder schrijft ze nog steeds voor The Observer. Omdat ze mag schrijven over wat ze leuk vindt kan ze zowel journalist zijn als één helft van Nicci French.
Nicci en Sean zijn in oktober 1990 getrouwd. Samen hebben ze nog twee dochters gekregen die in 1991 en 1993 zijn geboren. In 1999 zijn ze naar Suffolk verhuisd; een dorpje net iets meer dan 100 kilometer ten noorden van London. Daar wonen ze nu met de kinderen, katten een hele dierenkolonie.
Op een koude herfstmorgen wordt in de tuin van een landhuis in Shropshire, Engeland, het lichaam opgegraven van een zestien jaar oud meisje. Het stoffelijk overschot is dat van Natalie Martello, die in de gouden zomer van 1969 spoorloos verdween en al meer dan vijfentwintig jaar wordt vermist.
Voor de familie maakt de vondst van Natalie Martello een einde aan vage dromen en sluimerende hoop en brengt tegelijkertijd een gruwelijk, lang verborgen misdaad aan het licht. Natalie blijkt te zijn vermoord. Maar wie zou zo'n mooi en briljant meisje hebben omgebracht? En hoe heeft die onvoorstelbare misdaad zich voltrokken?
Alice Loudon is een jonge vrouw die alles heeft: een hechte vriendschapskring, een lieve vriend en een succesvolle carrière. Op een dag ontmoet ze een vreemdeling. Zonder een moment van aarzeling geeft ze haar veilige bestaan op voor een hartstochtelijke, ongeremde liefdesrelatie met deze man.
Het voert haar naar bedrog en verwaarlozing van haar vroegere leven, en naar een duistere, verborgen ervaringswereld die haar aantrekt maar tegelijkertijd verontrust. Haar nieuwsgierigheid wordt een obsessie die alles in gevaar brengt: haar relatie, haar welzijn en ten slotte haar leven.
"Mijn gedacht": Dit is mijn tweede Nicci French dat ik lees, ik vind het boek niet slecht maar na De verborgen glimlach vond ik dit toch iets minder! Het begint zeer goed maar daarna wordt het verhaal mij iets te lang uitgemolken. Geen slecht boek maar toch had ik iets meer verwacht (misschien door TE grote verwachtingen?)
Vrouwen. In de zomer bespied ik hen, ik ruik hen en ik hou hen in gedachten. Ze kijken naar hun spiegelbeeld in winkelruiten, terwijl ze hun buik intrekken en rechtop gaan staan, en ik kijk naar hen. Ik kijk hoe ze naar zichzelf kijken. Ik zie hen wanneer ze denken dat ze niet te zien zijn.
Drie vrouwen krijgen een anonieme brief met daarin de aankondiging van hun dood. Enige overeenkomst tussen de drie lijkt er niet te zijn: ze wonen niet in dezelfde buurt, zijn niet even oud, mooi of rijk. Ze kennen elkaar niet eens. Deze gebeurtenis zet de wereld van Zoe, Jennifer en Nadia volledig op zijn kop. De politie, op zoek naar aanwijzingen, keert het leven van de drie vrouwen binnenstebuiten. Zorgvuldig gekoesterde geheimen en diep weggestopte angsten worden openbaar, relaties komen in de knel of stranden. De afzender houdt de vrouwen dag en nacht in de gaten en wacht, zo blijkt uit de brieven die volgen, geduldig af tot het juiste ogenblik is aangebroken.
Onderhuids is het intrigerende verhaal over wat we het meest vrezen: dat je helemaal op jezelf bent aangewezen en niemand je meer kan beschermen. Onderhuids is ook het verhaal over bedreiging en begeerte, verraad en vertrouwen, de drang tot doden en de wil om te overleven. En over de kracht om terug te slaan.
Speciaal voor de Maand van het Spannende Boek schreef het duo Verlies. Het is het verhaal van een echtpaar dat hun vijfjarige zoon verliest bij een ongeluk. Moeder, vader en hun tienjarige zoon hebben ieder een eigen manier waarop zij hun verlies verwerken. Maar al gauw merkt de lezer dat er binnen het gezin over en weer verdenkingen zijn. Weet een van de gezinsleden meer van het ongeluk?
Verlies is een intrigerende literaire thriller over families en hun verborgen geschiedenissen en over het niet willen erkennen van de waarheid
De verborgen glimlach, over onbeantwoorde liefde, obsessie en wraak, is de adembenemendste thriller van Nicci French tot nu toe. Als Miranda van haar werk thuiskomt treft ze haar nieuwe liefde Brendan lezend in haar dagboek aan op de bank. Wat als een ongemakkelijke situatie begint, wordt al snel een kwelling - en uiteindelijk zelfs nog angstaanjagender dan haar ergste nachtmerrie
"Mijn gedacht": Ik had al veel gehoord dat de boeken van Nicci French heel spannend zijn en intrigerend dus was het voor mij geen moeilijke keuze om een boek van deze schrijver uit te kiezen. Ik had al meteen door dat dit een hele goede keuze was want al vanaf het begin is dit boek uitermate spannend. Wat mij ook erg aanspreekt aan dit boek is dat er niet veel beschrijvingen zijn want dit vind ik meestal vervelend om te lezen en dat maakt het voor mij nogal langdradig. Het boek is prachtig omdat je je echt kunt inleven in het verhaal, je wil voortdurend weten wat er achter komt en hoe het zal aflopen met Miranda. Wat ik dan weer wel tof vond, is dat er veel wendingen zijn in het gevaar, het lijkt maar niet te stoppen. Over het algemeen kan ik wel zeggen dat ik van het boek genoten heb. Mijn eerste leeservaring met Nicci French is dus héél goed meegevallen.
In De mensen die weggingen ontmoeten we Joey, een meisje van acht, die ons meeneemt in haar fantasierijke belevingswereld. Met haar onschuldige blik op de wereld laat ze ons kennismaken met haar familie en hun bezigheden: haar vader die veel tijd in zijn schuurtje doorbrengt, haar moeder die meestal ziek op bed ligt, haar oudere broer die er bijna nooit is, haar zus die stiekem rookt en zich vaak in haar slaapkamer terugtrekt en natuurlijk haar kat Pippin die haar de meeste tijd gezelschap houdt.
Het begint erop te lijken dat steeds meer mensen uit Joey's omgeving weggaan zonder gedag te zeggen en op haar eigen kinderlijke wijze probeert ze daarmee om te gaan. Totdat op een dag zelfs haar zus verdwijnt zonder afscheid te nemen
Holly Krauss leidt een opwindend leven, is jong en succesvol en heeft alles privé goed voor elkaar. Ze wordt aanbeden en bewonderd door iedereen die ze tegenkomt.
Maar dat is één kant van Holly. De andere Holly is losbandig en wild, zoekt regelmatig de verkeerde mensen op en belandt vaak in riskante situaties. Wanneer de roekeloze uitspattingen steeds sneller op elkaar volgen en haar wilde kant de overhand neemt, dreigt ze de controle over haar leven te verliezen. Ze vermoedt dat ze gestalkt wordt en ze wordt bedreigd door iemand die eist dat ze haar schulden aflost. Op elke hoek van de straat dreigt gevaar en het geduld van Holly's geliefde en vrienden begint op te raken.
Is het Holly's eigen schuld? Is zij paranoïde of zijn haar angsten reëel? En als ze niet meer op haar eigen intuïtie kan vertrouwen, wie is er dan om haar op te vangen als ze valt?
Nina Landry woont met haar twee kinderen op Sandling Island, een kleine gemeenschap die wordt omringd door troosteloze vlakten en de Noordzee. Nina viert haar veertigste verjaardag en haar tienerdochter, Charlie, heeft een surprise party georganiseerd. Iedereen is aanwezig, behalve Charlie zelf. Niemand lijkt te weten waar zij is. Nina gaat naar haar op zoek en bezorgdheid maakt al snel plaats voor de ergste nachtmerrie van elke ouder. Is Charlie weggelopen? Of is er iets rampzaligs gebeurd? En waarom neemt niemand haar verdwijning serieus? Terwijl de seconden van deze decemberdag voorbijtikken, komt Nina in een wanhopige strijd terecht die haar in conflict brengt met vrienden, buren, de politie en zelfs met haar eigen gezond verstand. Tijdens deze angstaanjagende uren beseft Nina hoe weinig ze weet van haar dochters leven en moet ze haar eigen grenzen overschrijden om Charlie te vinden.
Bonnie staat in een appartement, tussen omvergegooide meubels en kapotgesmeten spullen. Ze heeft kneuzingen in haar hals en op de grond ligt het levenloze lichaam van een man. Bonnie kan het niet laten: ze knielt bij hem neer en raakt hem nog één keer aan voor ze het appartement verlaat. Zij heeft hem liefgehad. Even later belt ze vanuit een telefooncel een vriendin op, die ze vraagt haar te helpen de sporen uit te wissen en het lichaam te laten verdwijnen.
Wat is er aan dit schokkende tafereel voorafgegaan? Wat is er in het appartement gebeurd en wie was erbij betrokken? Aanvankelijk lijkt het duidelijk, maar gaandeweg blijken de grenzen tussen schuld, onschuld en medeplichtigheid uiterst dun te zijn.
Mijn gedacht: Origineel is het eerste wat bij me opkomt na het lezen van dit boek. Het boek eindigt..............op het moment waar het 319 bladzijde ervoor begonnen is. Het verhaal wisselt af tussen de gebeurtenissen VOOR de moord en de gebeurtenissen NA de moord. Op deze manier verteld het schrijversechtpaar Nicci French een spannend verhaal zoals we van hen gewoon zijn. Gewoon een zeer degelijke maar vooral originele thriller.
Wat is het je waard om de waarheid te kennen? Ellies leven neemt een dramatische wending als haar grote liefde Greg omkomt bij een auto-ongeluk. Een vrouw die bij hem in de auto zat, heeft het ongeluk evenmin overleefd. Zij wordt geïdentificeerd als Milena Livingstone, maar voor Ellie en haar omgeving is zij een onbekende. Alles wijst er echter op dat Greg en Milena een verhouding hadden. Hoe moet je verder als je erachter komt dat je de liefde van je leven niet echt blijkt te kennen? Als zelfs je intuïtie niet klopt - Ellie wil de waarheid weten - wie was Milena en wat is er op die noodlottige dag precies gebeurd? Haar zoektocht wordt een obsessie en hoe dichter Ellie bij de schokkende feiten komt, hoe minder mensen haar geloven, en hoe dringender de vraag wordt wat het waard is de waarheid te kennen. Wat te doen als iemand sterft gaat over loyaliteit, vriendschap en vertrouwen, over moed en over de noodzaak van het achterhalen van de waarheid - hoe pijnlijk die ook is - om te kunnen loslaten.
Stan Lauryssens woont in Londen en werkt in Antwerpen. Hij is de auteur van Dali en ik en Mijn heerlijke nieuwe wereld - Leven en liefdes van Maria Nys Huxley, die allebei worden verfilmd. Hij debuteerde als misdaadschrijver met Zwarte Sneeuw, waarmee hij de Hercule Poirot-prijs 2002 won.
Wie Stan Lauryssens wil lezen, moet een sterke maag hebben. En oog voor het doorlopende verhaal dat zo nu en dan overspoeld lijkt te worden door een chaos van gebeurtenissen, details, zijpaden. Kortom, de lezer moet tegen de ruwe, ongepolijste stijl van de Belg kunnen.
Roos de Moor verdient haar brood met het imiteren van renaissanceschilderijen. Op een dag wordt haar verminkte lijk aangetroffen in haar atelier. Ze werd met een antieke slagershaak bevestigd aan een replica van het beroemde schilderij Venus en Adonis. Even later wordt op een kunstbeurs in Miami een ander vrouwenlichaam aangetroffen in gelijkaardige omstandigheden.
Is dit het begin van een ijzingwekkend spel dat een seriemoordenaar speelt met de politie of gaat het om een afrekening in het kunstenaarswereldje? En wat met het lijk van een travestiet dat uit het Lobroekdok werd opgevist?
Met Zwarte sneeuw won Stan Lauryssens de Belgische Hercules Poirot prijs 2002.
Het meisje lag aan de rand van de vijver, met haar gelaat in de modder. Nergens een spoor van bloed. Wie deze weg gebruikt, doet het uitsluitend op eigen risico stond op een bord tussen de bomen. Een dode in het lijkenhuis kreeg een erectie en de koning van de mafioski werd omvergeknald in een zijstraat van de Keyserlei, met drie schoten. Erg was dat niet, hij liep toch met de dood in zijn schoenen. Een verkrachter neuriede Kili kili watch watch in de voetgangerstunnel terwijl Fatima twee straten verder aan een lantaarnpaal bengelde, met de knoop van de Wurger van Boston om haar hals. Alle ramen in het stadhuis waren verlicht. Uit een staalgrijze hemel viel koude regen. De commissaris luisterde naar de meeuwen, die miauwden als jonge katjes. De beroemde lichtjes van de Schelde kreeg hij er gratis en voor niks bij.
Rode rozen is de derde thriller van een misdaadtrilogie waarin keiharde actie, bloedstollende scènes en humoristische dialogen elkaar flitsend afwisselen in de stad aan de stroom, waar de regen natter is dan regen van de vorige dagen en de speurders van de Antwerpse moordbrigade bij nacht en ontij het ene raadsel na het andere oplossen.
Het begon zachtjes te sneeuwen. De sluipschutter keek over de loop van zijn geweer naar zijn slachtoffers aan de overzijde van de straat. Een gele tweedekker cirkelde boven het sprookjeskasteel van de Nationale Bank. In de kluis lag zoveel geld, dat het pijn deed aan de ogen. Geld stinkt, zeggen de mensen. Geld is het slijk der aarde. Tweemaal flauwekul. Alle klokken bimbambeierden tegelijk en een vuurpijl met een staart van fonkelende sterren verlichtte de nachtelijke hemel. Bam-bambam. De kogels zinderden door de koude winterlucht en feestvierders strompelden door de sneeuw, druipend van het bloed, met hun darmen als spaghetti tussen hun vingers. Golfjes kletsen tegen het staketsel en in de bocht van de Schelde spoelde eenlijk aan. Middernacht. De doodsklok luidde over de stad. Het was misdadig mooi.
In Doder dan dood vallen de speurders van de moordbrigade de commissaris, Sofie Simoens met haar cowboylaarsjes van slangenleer, Peeters, Tony Bambino, Desmet en al die anderen van de ene verbazing in de andere in de stad aan de stroom, waar de sneeuw natter, kouder en witter is dan elders in het land.
"Mijn gedacht": Een redelijk verhaal dat TE lang uitgesponen wordt. Een paar criminelen die elkaar kennen uit de gevangenis beramen een overval op de nationale bank. Om de politie op een dwaalspoor te brengen zetten ze de ganse stad in rep en roer en veroorzaken ze een chaos zodanig dat de politie zich geen raad meer weet. Tot zover een goed verhaal maar om dit nu uit te spinnen over 267 blz was niet echt nodig. Een volledig boek over de voorbereiding van een overval begint soms wel eens te vervelen. Daar kunnen de soms flauwe dialogen, lullige en schuine moppen en rauwe,vettige en grove uitspraken van de personages weinig aan veranderen. Ik hoop dat het vervolg, Bloter dan bloot meer vaart heeft want anders zou dit een gemiste kans zijn voor Lauryssens om een boek te schrijven met een goed verhaal en goeie plot. Of dit dan in 2 delen moest? Ik heb mijn twijfels.
The Stones knalden uit de boxen. Met een klap ontplofte de bestelwagen en uit de gloeiende vuurbal kantelde een verkoold lichaam met een hoofd als een gebraden kip. Get your kicks bam bam on Route bam bam 66. Zo'n lawaai. Een mens zou er horendol van worden. Overal lagen bankbiljetten. Duitse marken, Zwitserse francs, guldens, dollars, ponden en Belgische franken. De telefoon rinkelde. "Een lijk op je nuchtere maag?" riep Marie-Therise vanuit de badkamer. Genoeg bloedvergieten, genoeg doden in de sneeuw. Een hoertje knipperde met haar katachtige ogen. Niet dringen, niet duwen, achteraan aanschuiven, iedereen komt aan de beurt. Vlakbij loeide een sirene. Er viel een fijne, melancholische sneeuw, die op zilveren confetti leek. Geen weer om een hond door te jagen. Erg was dat niet, honden gaan toch niet naar de hoeren.
Bloter dan bloot is na Doder dan dood de tweede bloedspannende thriller over een spectaculaire overval op de Nationale Bank. Dieven zijn ervandoor met twee palletten baar geld. Wat nu? Plaats van actie is de stad aan de stroom, waar de speurders van de Antwerpse moordbrigade "de commissaris, Sofie Simoens met haar cowboylaarsjes van slangenleer, Deridder, Tony Bambino en Vindevogel met zijn jarenzeventigbril" van de ene verbazing in de andere vervallen.
"Mijn gedacht": Stan Lauryssens is het buitenbeentje in de vlaamse thriller wereld. Als ex-gevangene kent hij als geen ander de wereld op de straat en in de gevangenis. Dat is dan ook duidelijk af te leiden uit de dialogen van de personages in zijn boeken. Flauwe moppen, grove taal, schetenseks en af en toe wat racistische praat zijn veelvuldig aanwezig. In het begin wel eens leuk om lezen maar er is meer nodig om een goed boek te schrijven. Bloter dan bloot is het vervolg op Doder dan dood en is gewoon NOG meer van hetzelfde. De overval op de nationale bank, de sluipschutter op de suikerrui enz... �Wederom een goed verhaal maar na een tijdje begint ook dit redelijk te vervelen gewoon omdat er te weinig vaart in zit. Het einde is dan ook nog ongeloofwaardig en een tegenvaller. Van een verhaal verspreid over twee boeken mag je toch iets meer verwachten!
Drie schoten, drie kogels, kort en droog als de klappen van een zweep en netjes naast elkaar, tussen de vijfde en de zesde rib, precies op de plaats van het hart. Zijn borstkas kraakte open, bloed spatte naar alle kanten en een helse pijn zoemde door zijn lichaam. De telefoon rinkelde. Hallo? Hallo? Hijgen en zuchten aan de andere kant van de lijn. Verkeerd verbonden, zei de commissaris. Koffie voor de mannen? vroeg Flora. Koffie met een koekje! antwoordde Tony Bambino. Een koekje uit je broekje, zei Vindevogel. Vuile snoepers! lachte Flora. In het verduisterde aquarium van de Zoo werd een onbekend lijk door piranhas aan stukken gescheurd. WIJ ETEN OM 3 UUR STIPT flikkerde in rode neonletters boven het bassin. Onder een kapotte straatlamp wachtten zij hem op. Zij droegen rode badmutsen. WHÁMMM! De eerste slag kwam totaal onverwacht, in zijn maag, en zonder pijn. De commissaris sloeg dubbel en zakte kokhalzend door zijn knieën.
Geen tijd voor tranen is de zesde bloedstollende thriller van Stan Lauryssens, die lezers en critici van de ene verbazing in de andere doet vallen. In de stad aan de stroom Antwerpen krijgen de speurders het zwaar te verduren. Drie lijken op één dag is zelfs voor de gerechtelijke politie te veel van het goede.
"Mijn gedacht": Stan Lauryssens weet als ex-gedetineerde perfect de sfeer te scheppen die in een rechtzaal, gevangenis of politiekantoor heerst. In al zijn boeken zijn de flauwe moppen en de sexistische uitspraken talrijk aanwezig. Bij het eerste boek is dit goed, leuk en grappig. Bij de volgende boeken verflauwt dit en na een aantal boeken heb je het wel gehad, zeker als het verhaal zelf weinig om het lijf heeft. Geen tijd voor tranen bestaat voor een groot deel uit opsommingen, beschrijvingen, flauwe mopen en racistische uitspraken. Het verhaal zelf is een opvolging van gebeurtenissen waar na een tijdje niemand nog wijs uitraakt omdat geen van deze zaken deftig worden uitgespit! Het boek raast voort zonder ook maar enige diepgang. Het racisme is soms zo duidelijk aanwezig dat zelfs het feit dat het verhaal zich in Antwerpen afspeelt maar een flauw excuus is. Tegenvaller!
Leven is drie keer sterven. Van genot, van angst, van pijn. Ze richtte haar pistool en vlamde tweemaal vanuit de heup, van vlakbij en zonder mikken. Het wapen schokte en schudde en de kogels maakten een snijdend, fluitend geluid. Takkk pfffieuwww bmmm! Luchtbellen met de kleur van frambozen borrelden uit zijn mond en gleden als schuim langs zijn kin. Dat was andere pat dan smeerpat. Sneeuw dwarrelde uit de bomen. Lentesneeuw, dacht de commissaris. Hij slikte een Perdolan en twee Alka-Selzer-tabletten met een glas water. Hij had er genoeg van. In die poppenkast wilde hij niet meespelen. Hij trok de buitenboordmotor van een opblaasbare rubberboot op gang en de Zodiac schoot naar het midden van de plas. Twee kikvorsmannen lieten zich splsh achterwaarts in het water vallen. De dienstauto walste over de linkerrijstrook en schraapte langs de betonboord. Koppeling indrukken, schakelen, gas geven. Sofie Simoens greep haar dienstpistolen, die verborgen zaten in haar cowboylaarsjes van slangenleer. Afblokken, die breedsmoelkikkers! riep zij en Vindevogel rock-n-rolde hardop mee. BNGGG! De eerste kogel blies een gat in de wolken.
John Grisham creëerde een geheel nieuw genre: de legal thriller. Met Advocaat van de duivel (The Firm, 1991), werd hij in één klap een bestsellerauteur. John Grisham mag zich inmiddels de meest succesvolle en bestverkochte auteur ter wereld noemen.
De jury, het eerste boek van John Grisham, verscheen in 1989, hij heeft drie jaar aan het boek gewerkt. Op 29-jarige leeftijd begint Grisham met schrijven. Hij is een beginnend advocaat, die regelmatig rechtszittingen bijwoont om ervaren advocaten aan het werk te zien. Tijdens een van deze bezoeken hoort hij het verhaal van een jong meisje dat een jury moet overtuigen dat ze op een gruwelijke wijze verkracht is. Grisham probeert zich in te leven in wat het meisje en haar familie beleeft hebben. Plotseling schiet er door zijn hoofd: Als ik haar vader was, schoot ik de verkrachter dood: dat zou rechtvaardig zijn. Op deze geschiedenis baseert Grisham zijn eerste boek De jury. Wanneer in 1987 zijn manuscript klaar is, raakt hij het niet kwijt. Hij stuurt het naar verschillende Amerikaanse uitgevers en agenten, maar geen van hen is geïnteresseerd. Uiteindelijk komt het manuscript onder ogen van de agent Jay Garon, die het wel op inhoud kan waarderen. Bij de kleine uitgeverij Wyngood Press worden uiteindelijk vijfduizend exemplaren gedrukt. Dat het succes John Grisham, de geestesvader van de succesvolle en veel geïmiteerde Legal Thriller, niet is komen aanwaaien, mag blijken uit het feit dat ook zijn tweede boek Advocaat van de duivel (The Firm) bij veel uitgevers geweigerd wordt. Pas nadat een illegale kopie terecht komt op het bureau van een Hollywood-producer, die vervolgens 600.000 dollar biedt voor de filmrechten, worden de uitgevers wakker. De Grisham-manie is geboren en er worden enorme bedragen betaald voor de rechten. In 1991 verschijnt Advocaat van de duivel, dat een groot succes wordt. Vervolgens schrijft Grisham elk jaar een boek. Verder zijn Grishams boeken in nog 31 andere landen vertaald en zijn er wereldwijd tientallen miljoenen exemplaren verkocht. De naam John Grisham is bij velen ook bekend vanwege de films die naar zijn boeken gemaakt zijn. In 1993 kwam de film The Firm (Advocaat van de duivel) uit gevolgd, in dat zelfde jaar, door The Pelican Brief (Achter gesloten deuren). Inmiddels zijn De jury (A Time to Kill), Het vonnis (The Chamber), De rainmaker (The Rainmaker) en De cliënt (The Client) verfilmd. Grisham schreef ook het scenario voor de film The Gingerbread Man.
Ondanks al dit succes is John Grisham een gewone familieman gebleven. Hij schrijft elke ochtend gemiddeld 10 paginas, haalt s middags zijn twee kinderen van school, leest wat, kijkt televisie en herleest zijn werk van die dag. Daarnaast traint hij de Little League-honkballertjes in zijn woonplaats. Hij had zelf honkbalprof willen worden, maar had te weinig talent.
Zonder het te weten wordt Mitchell McDeere, briljant rechtenstudent van arme ouders, al geruime tijd in de gaten gehouden. Zodra hij afstudeert, biedt het prestigieuze juristenkantoor Bendini, Lambert & Locke hem niet alleen een zeer aantrekkelijke baan aan, maar het overlaadt de net getrouwde Mitchell ook nog eens met een vorstelijk salaris, een schitterende auto, een prachtig huis met een zeer lage hypotheek en talrijke bonussen. Niets laat het kantoor onbeproefd om het de uitverkoren nieuwe werknemer naar de zin te maken. Er moet natuurlijk wel wat tegenover staan: absolute loyaliteit, een negentigurige werkweek en haast onhaalbare resultaten. Na verloop van tijd begint Mitchell zich ongemakkelijk te voelen in het strakke keurslijf van zijn werkgever. Wat gaat er schuil achter de respectabele fa?ade van het kantoor en wat speelt zich af op de ontoegankelijke bovenste verdieping? Als Mitchell dan ook nog ontdekt dat geen enkele medewerker ooit de zaak verlaten heeft - tenzij horizontaal -, zien Mitchell en zijn inmiddels wanhopige vrouw Abby maar ZZn manier om hun vrijheid terug te krijgen...