Vlaams auteur Piet Teigeler is een voormalig journalist. Na 30 jaar journalistiek is Teigeler op fictie overgeschakeld. Hij woont in Spanje.
Teigeler lanceerde in 1995 het speurdersduo Carpentier en De Wit. De misdaden spelen zich af in Antwerpen, met veel oog voor couleur locale. De zwarte dood, het zesde deel in deze serie misdaadromans, werd bekroond met de Hercule Poirot-prijs 2000: de prijs voor de beste Vlaamse misdaadroman.
Paniek in de Antwerpse metro. Een harde knal, iedereen vlucht, een lijk blijft achter. De speurders Carpentier en Dewit krijgen het onderzoek toegewezen. Of wordt het hun in de maag gesplitst? De identiteit van de dode, een extreem rechtse advocaat, suggereert namelijk een politieke moord. De media ruiken een nieuw schandaal, de magistratuur is bang zich de vingers te branden en uiterst rechts marcheert en zwaait met vendels, ook binnen het politiekorps. Via Félicien Tshilembe, voormalig lid van Mobutu's geheime dienst, vinden de speurders de weg naar achtereenvolgens de diamantmijnen van Kasaï en de grootste diamantroof aller tijden, door de nazi's gepleegd in Antwerpen. Als ook Tshilembe op een gewelddadige manier de dood vindt, met in zijn hand een spuitbuis vol pestbacillen, ziet Carpentier België al in de verstikkende greep van de Zwarte Dood.
Commissaris Carpentier vindt een lijk in een stille straat. Als hij eindelijk thuiskomt draait zijn vrouw hem de rug toe. Dat is helaas niet zijn enige zorg, want zijn trouwe assistent Leo Dewit is naar de nieuwe Federale Recherche vertrokken en diens opvolger, de verwaande ex-rijkswachter Napoleon, doet alles om de commissaris in diskrediet te brengen. Wat deed hij in het holst van de nacht in die bepaalde straat? Carpentier en Dewit raken betrokken bij de onwelriekende achterkant van de politiek en ervaren hoe er, nu ook bij ons, mensen doodvallen van de stress. Tot nu toe hadden alleen overwerkte Japanners een naam voor deze doodsoorzaak: karoshi
Frans Laarmans ging niet recht naar huis, zoals hij ons wil doen geloven op het eind van Het dwaallicht, de roman van Willem Elsschot. Hij ging naar de Lange Ridderstraat.
In Het dwaalspoor keert Piet Teigeler terug naar het Antwerpen van 1938 om uit te zoeken wat de bedenkelijke Laarmans echt heeft uitgehaald in die ellendige novembernacht, aan de vooravond van de tweede grote wereldbrand.
Laarmans heeft Het Wereldtijdschrift van Boorman overgenomen en de redactie naar Antwerpen overgeplaatst. Het gaat hem voor de wind en nu hij Karel als assistent heeft kan hij er zijn gemak van nemen. Maar op die noodlottige novemberavond ontmoet hij de Afghanen, die op zoek zijn naar zakkennaaister Maria Van Dam. Hij gaat met de drie zeelui aan de rol en daar zal hij spijt van krijgen, want Maria is op gruwelijke wijze vermoord en Laarmans blundert recht naar de plaats van het delict. Hij stuurt zijn assistent op onderzoek uit, want die is privé-detective geweest. Maar is dat beetje ervaring genoeg om Laarmans uit het slop te halen? Of duwt hij hem juist dieper in het moeras?
Commissaris Carpentier doet wat gepensioneerden verondersteld worden te doen: in alle rust een eindje kuieren, onder meer met zijn vriend Maurice Mendelsohn en met zijn hondje, Watson. Uitgerekend tijdens zo'n wandeling in het Antwerpse begrafenispark Schoonselhof komt zijn terriër aandraven met iets griezeligs in zijn muil. 'Auris externa,' zegt dokter Mendelsohn, 'voor de lager opgeleiden: een mensenoor!'
Commissaris Leo Dewit, die in allerijl is opgebeld door zijn vroegere baas, staat even later voor een onbekend lijk. In tegenstelling tot de tienduizenden die hier fatsoenlijk begraven liggen, is deze half vergane heer slorig neergekwakt op de marmeren vloer van een vervallen grafkapel. De zakken van het lijk zijn leeg; het enige spoor is een aangebroken pakje Marlboro met een boekje lucifers waarop de opdruk van een caféin Bosnië-Herzegovina staat. Dat is geen toeval, want wetsdokter Tomara Joos ontdekt dat de kogel in de lever zonder meer uit een Joegoslavisch geweer komt.
'Verdomme,' bromt commissaris Dewit. 'Joegoslavië, groot banditisme, federale parketten... kunnen we nu eens nooit een gewone domme moord op ons bordje krijgen!'
"Mijn gedacht": Op de achterkant van het boek kan je lezen dat Teigeler meermaals genomineerd is voor de gouden strop dus ik begon vol verwachting aan dit boek (voor mij het eerste van deze schrijver). Ligt het nu aan mijn grote verwachting? Ik weet het niet maar ik vond er niet veel aan! Het klassieke speurdersduo, een gepensioneerde commisaris en zijn opvolger, een moord en verder een paar privé problemen, een zwangerschap, een dode parkiet en heel veel moeilijke servische namen. Er zat wel ergens een verhaal in dit boek maar ik vond het heel moeilijk om bij de les te blijven en het heeft dan ook een hele tijd geduurd eer dit boek uit was. Misschien zijn de andere boeken van Piet Teigeler beter maar dit is het zoveelste (flauw) afkooksel van de thrillers waar we de laatste tijd mee overspoeld worden. Het mindere broertje van Deflo, Geeraerts e.a.!
Commissaris John Carpentier is gepensioneerd, maar de misdaad wil hem niet loslaten. Zijn vriend, voormalig wetsdokter Maurice Mendelsohn, heeft zich laten inhuren door de flamboyante televisieproducente Lena Mampaey. Mendelsohns reputatie wordt beschadigd als er echte lijken in haar realitysoap worden gebruikt, en hij raakt helemaal in nauwe schoentjes als één van die lijken Lena Mampaey zelf is. Had de dokter een verhouding met haar?
"Mijn gedacht": Na Dodenakker is Dodentocht het tweede boek dat ik lees van deze auteur en ook ditmaal komt het boek voor mij maar middelmatig over. Een flauw verhaal, oninteressante hoofdpersonages en redelijk flauwe dialogen. De schrijver probeert in het begin nog de verdenking op één van de personages te leggen maar het is overduidelijk dat dit een verkeerd spoor is. Het is ook redelijk ongeloofwaardig dat een inspecteur op rust overal toegang krijgt en de moorden weet op te lossen (zeker als dit dan ook nog moet gebeuren met behulp van zijn gepensioneerde echtgenote). Flauw verhaal en dit is dan nog volgens Crimezone zijn beste boek. Ik hou mijn hart vast voor de rest!