|
Heel de dag motregen, zodat we na drie musea reeds om 15 hr terug in ons hotel zijn. En dus tijd voor een tekst hebben. Geen erg, de komende vijf dagen zullen we bakken en braden in de hete zon van Armenië, dat weten we nu al. Ofschoon wegens Corona (nog maar 25% vaccinatiegraad hier) elke vorm van openbaar vervoer in Tbilissi stil ligt (geen bussen, metro, kabelbaan of funicular dus), zijn de meeste musea wel geopend - behalve de National Gallery, maar iconen en kerkfrescos zullen we nog genoeg tegen komen onderweg.
Het Museum of Georgia is een goede start. Niet voor het aardewerk of de munten, maar interessant hier iets te vernemen over de archeologische opgravingen in Dmanisi, 85 Km van Tbilissi. Lach ze niet uit, die Georgiërs, de hier gevonden hominiden zijn 1,8 miljoen jaar oud en leren antropologen veel over de oorsprong van Homo Sapiens. Wel ja, de afgebeelde ouderlingen hebben iets weg van onze eigen grootouders. We verwijlen hier echter vooral op de 4de verdieping, waar in een grillige ruimte de moeilijke geschiedenis tussen Rusland en Georgië in beeld wordt gebracht. Ja, Stalin, jij mag ons wel toewuiven, maar de meeste Georgiërs kunnen het allang niet meer met jou vinden. En ook niet met Poetin, die Abchazië en Zuid-Ossetie inpalmde (de rode vlekken op de foto) - geen sprake van dat het huidige Georgie die gebieden zal terugkrijgen, en de Georgiërs zijn te beducht voor de macht van Rusland om er een staatszaken van te maken. Een mooi, ontroerend beeldje hier is dat van die geknielde man. Van een Georgisch beeldhouwer die weigerde zich neer te leggen bij het juichende sociaal-realisme. Hij werd er in 1936 met een executie voor beloond, en hij was zeker niet de enige Georgiër die aan de zuiveringen ten prooi viel.
Het fraaiste gebouw aan de grote avenue Rustaveli is sinds 2018 zeker het nieuwe Museum of Fine Arts, zowel van buiten als binnen een meesterstukje. Alle, werkelijk alle moderne Georgische schilders hebben er een eigen zaal. Natuurlijk zijn daar veel afkijkers van Westerse stijlen bij, maar nauwelijks onderdeurtjes, dat valt best mee. Ons podium:
1. Temo Japaridze (1937-2012). Eerder een schrijver, niet eens een opgeleide schilder, maar wij eren onze non-conformistische topper met drie fotos. De eerste verbeeldt Odysseus op een brommer getrokken door een slak, vreemd. De tweede installatie (links op de foto) heet komisch Unable to escape, thinking of a woman en de derde foto stelt een Neighbourhood philosopher voor. Zou het een zelfportret zijn?
2. Edmond Gabriel Katadatze. De twee kleurrijke fotos hieronder. Op zijn zelfportret lijkt hij op een hooligan van RC Antwerp, maar de man was vast een begaafd colorist/fauvist.
3. Dimitri Eustavi, die wel iets van satire afwist. Of afweet, want deze nu negentigjarige leeft nog. De Georgische Ensor? De tweede foto stelt Poor Georgia voor, het doek dateert uit 2002. Dat was een jaar voor de Roze Revolutie, die een einde maakte aan de duistere jaren 90 van Georgië. Gedaan met je klauwen te zetten in moedertje Georgia (die op een van de heuvels boven Tbilissi staat te blinken).
Tevens eervolle vermeldingen voor modernist David Gabashvili, Koki Makharadze (knappe visie op Tbilissis Old Town!) en Oleg Timchenko, een avant-gardist die o.a. uitpakt met een serie van bekende wagens. Met daarop de bekendste uitspraken van de eermalige bezitters: links Hitler, in het midden Stalin, rechts Al Capone. En nog de moeite: de gelaagde landschappen van olieverfspecialist Iraki Sutidze.
De laatste foto geeft een beeldje van de synagoge van Tbilissi in 1904. Die bestaat niet meer en het eerste Joodse museum van de stad werd in 1951 gesloten door de toen erg antisemitische Sovjets, maar sinds 1992 is er een nieuw en wij passeerden er toevallig. Veel soeps is er niet te zien, maar wel een aantal interessante teksten. Over Georgische Oskar Schindlers, maar vooral over de eeuwenoude Joodse diaspora in Mtskheta, de oude hoofdstad van Georgië. Volgens de overlevering waren zij er welkom omdat voormalige Georgische koningen meenden af te stammen van de koningen David en Salomo. En als u dat niet gelooft, maken ze u iets anders wijs want Georgiërs zijn behoorlijke verhalenvertellers, daar komen we vast nog op terug in onze langere tekst eind september.

















|