Ik ben Guy, en gebruik soms ook wel de schuilnaam de belleman.
Ik ben een man en woon in Izegem (België) en mijn beroep is Bediende.
Ik ben geboren op 04/06/1955 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Belleman, Snorrenclub en reuzen.
Sinds enkele jaren ben ik alle Belgische, Noord-Franse en Nederlandse stadsreuzen aan te inventariseren.
Een reuzenstoet met gigantische heliumballonnen trok zondagmiddag 12 sept. boven onze hoofdstad. Het idee komt uit New York, waar ze al sinds 1924 een ballonnenparade hebben.
De Reus kan er dit jaar op de mede naar hem genoemde stoet niet bijzijn. Hij geraakte bij de voorbereidingen gekwetst. Nar Neel Gazet neemt het van hem over.
De vier reuzen werden afgelopen zaterdag ter voorbereiding van de Reuzenstoet uit de Borgerhoutse schatkamer gehaald. Daarbij kwam een van de reuzen, de Reus zelf, ten val.
Zijn rechteroog en -wang werden daarbij weggedrukt, zijn neus ingeduwd en zijn gezicht geraakte op verschillende plekken gescheurd. Een specialist van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten maakte een eerste evaluatie van de schade en volgens hem is het onmogelijk om de Reus mee te laten lopen in de stoet.
Hij voerde wel enkele ingrepen uit die verdere schade moeten voorkomen. Het districtsbestuur zal alles in het werk stellen om de Reus volwaardig te laten restaureren.
Comeback
De Reuzenstoet trekt hoe dan op 19 september door Borgerhout. Met als hoogtepunt het dansen van de vier Reuzen, iets waar elke rechtgeaarde Borgerhoutenaar naar uitkijkt. Gelukkig wist de dansmeester een bijzondere gast te strikken, die voor één keer de plaats van de Reus zal innemen. De Borgerhoutse nar Neel Gazet zal samen met de drie andere reuzen, Reuzin, Kinnebaba en Dolfijn, de reuzendans uitvoeren. Neel Gazet is geen onbekende. Tijdens de jubelstoet in Brussel, naar aanleiding van het Belgische Eeuwfeest (1930), vertolkte deze Borgerhoutse reus de rol van nar. Nu maakt hij dus een onverwachte comeback in eigen omgeving.
Route
Al de 297ste stoet en nog zijn de Reuskens niet moe. Samen met 18 groepen uit binnen- en buitenland nemen ze deel aan de Reuzenommegang. Die heeft dit jaar een nieuwe route.
De start wordt gegeven op 19 september om 14.30u in de Bikschotelaan en passeert dan de Gitschotellei, De Leescorfstraat, Herman Van den Reeckstraat, Berchemlei, Te Boelaarlei, Morckhovelei, Kerkendijk, Collegelaan, Stenenbrug, Turnhoutsebaan, Helmstraat, Groenstraat en eindigt op het Laar voor de schouwing om 17u.
Reuzen houden op 18 sept hun ommegang door Borgerhout
Reuzen houden hun ommegang door Borgerhout
Op zaterdag 18 september startte om 10 uur deze Borgerhoutse feestdag met de braderij op de Turnhoutsebaan. De Reuskens dansten met een heel bijzondere vervanger en vier showkorpsen maakten de stoet volledig.
Bezoekers konden een plaatsje zoeken langs het traject of zich installeren op één van de gratis tribunes op het Laar. Ook s avonds werd er gefeest. De vier showkorpsen brachten een wervelende show op het Laar, die men ook kon bekijken vanop de tribunes. Daarna volgde het Reuskensbal in De Roma, waar Günther Neefs en discobar 'A Moede'r de dag afsloten met een volksdansfeest.
Braderij op de Turnhoutsebaan van 10 tot 18 uur
Op de Turnhoutsebaan konden bezoekers gezellig kuieren tussen de kraampjes en winkels. Winkeliersvereniging Voorstad organiseerde er opnieuw een braderij met animatie.
Ook de Reuskens waren van de partij. Reus was nog gekwetst, maar er werd een passende vervanger gevonden. De Reuskens dansten dus opnieuw, samen met 24 groepen uit binnen- en buitenland. De stoet vertrok om 14.30 uur aan de Bikschotelaan en volgde dan de Gitschotellei, De Leescorfstraat, Herman Van den Reeckstraat, Berchemlei, Te Boelaarlei, Morckhovenlei, Kerkendijk, Collegelaan, Stenenbrug, Turnhoutsebaan, Helmstraat, Groenstraat en eindigde op het Laar voor de schouwing rond 17 uur.
Taptoe op het Laar om 20 uur
Op zaterdag 18 september was er ook weer een taptoe met internationale en indrukwekkende showbands, Euroband, Drum Spirit, Damiateband en St. Joris. Na de Reuzenstoet kreeg iedereen de kans om deze vier showbands aan het werk te zien op het Laar.
Het feest van de Reuskens eindigde met een volksdansfeest in De Roma. Günther Neefs bracht feestelijke versies van Ill Be There, Aint No Mountain (High Enough) en I Heard It Trough The Grapevine. Mister Soul en zijn 4Band zetten aan tot dansen. Buiten stond een frietkraam om de avondlijke honger te stillen. De Schele en Ras van Discobar 'A Moeder' zorgden voor een gepaste afsluiting van de avond. De inkom bedroeg 6 euro, pak friet inbegrepen.
Met de braderij op de Turnhoutsebaan vanaf 10 uur start deze Borgerhoutse feestdag. De Reuskens dansen met een heel bijzondere vervanger en vier showkorpsen maken de stoet volledig. Zoek een mooie plek langs het traject of installeer u op één van de gratis tribunes op het Laar en geniet van deze gevarieerde stoet. Ook s avonds feesten we verder. De vier showkorpsen brengen een wervelende show op het Laar, opnieuw te bekijken van op de tribunes. Daarna kan u nog naar het Reuskensbal in De Roma, waar Günther Neefs en discobar A Moeder de dag afsluiten met een heus volksdansfeest.
Braderij op de Turnhoutsebaan van 10 tot 18 uur Op de Turnhoutsebaan kan u weer gezellig kuieren tussen de kraampjes en winkels. Winkeliersvereniging Voorstad organiseert er opnieuw een braderij met animatie.
Reuzenstoet door Borgerhout van 14.30 tot 17 uur Het was even spannend, maar de Reuskens zijn erbij. Reus is nog gekwetst, maar er werd een passende vervanger gevonden. De Reuskens dansen dus opnieuw, samen met vierentwintig groepen uit binnenen buitenland. De stoet vertrekt om 14.30 uur aan de Bikschotelaan en volgt dan de Gitschotellei, De Leescorfstraat, Herman Van den Reeckstraat, Berchemlei, Te Boelaarlei, Morckhovenlei, Kerkendijk, Collegelaan, Stenenbrug, Turnhoutsebaan, Helmstraat, Groenstraat en eindigt op het Laar voor de schouwing rond 17 uur.
De deelnemers aan de Reuzenstoet 2010 Euroband, De Reuzen van Nevele, de Borgerhoutse Walvis, Donatus Kwik uit Bornem-Hingene, Drum Spirit, de Reus van Tielrode, de Reuzen uit Belsele, de Borgerhoutse Maagdenwagen, De Roffel, Damiateband, de Reuzen van Overmeire, de Reus Marjaas uit Buggenhout-Opstal, de Reuzen van Deurne, de Reuzen Langoustian en Anneke Mossel uit St. Joris, de Reuzen uit Jabbeke, de Borgerhoutse Zwaan, Koninklijke Orde van t Klaverblad uit Hasselt, Schrijverskermis uit Sint Gillis Waas, Noord-Brabantse reuzen, Keizer Luc uit Sint Gillis Waas, De Reuzen uit Kieldrecht, Hannes van Askapel uit Eggewaartskapelle, en tenslotte de Reuzenwagen met de Borgerhoutse Reuskens.
Taptoe op het Laar om 20 uur Opnieuw een taptoe met internationale en indrukwekkende showbands, Euroband, Drum Spirit, Damiateband en St. Joris. Na de Reuzenstoet krijgt u de kans om deze vier showbands aan het werk te zien op het Laar.
De Damiate Band Haarlem (Nederland), opgericht in 1948, is een corpsstyle marchingband die muziek en show met veel lef weet te combineren. Het repertoire is zeer gevarieerd en bestaat onder andere uit fi lm- en popmuziek maar ook een traditionele mars staan op het programma.
Al sinds 1966 presenteert Show- en Drumfanfare St. Joris uit Hoogeloon (Nederland) haar eigen stijl en geluid op uiteenlopende evenementen in België, Frankrijk, Polen, Groot-Britanië, Duitsland, Luxemburg, Oostenrijk en Slovenië. De muzikanten leiden het publiek door de kleurrijke wereld van show en muziek.
DrumSpirit uit Dadizele biedt jonge percussiekunstenaars een muzikale en expressieve uitlaatklep en is het voorbije decennium uitgegroeid tot een excentriekeling in zijn soort. Hun prestaties werden al beloond met Europese Awards voor Best Percussion, Best Music, Best Visual, Best Auxiliary en Best Effect.
Het Rotterdamse Tamboer- en Trompetterkorps Euroband (Nederland) is uitgegroeid tot een mars- en showorkest met een goede naam in Europa en ver daarbuiten. Binnen een paar jaar tijd heeft het orkest ook diverse promoties gemaakt, van de Eerste- naar de Championsdivisie in de sectie Mars.
Reuskensbal met Günther Neefs vanaf 20.30 uur Het feest van de Reuskens kan niet eindigen zonder een heus volks dansfeest in De Roma. De warmste stem van Vlaanderen Günther Neefs brengt feestelijke versies van Ill Be There, Aint No Mountain (High Enough) en I Heard It Trough The Grapevine. Mister Soul en zijn 4Band zullen uw heupen niet onberoerd laten. Buiten staat een frietkraam op u te wachten om de avondlijke honger te stillen. De Schele en Ras van Discobar A Moeder zorgen voor een gepaste afsluiting van de avond.
Info: De Roma, Turnhoutsebaan 286, 2140 Borgerhout, 03 292 97 40 inkom: 6 euro, gratis pak friet inbegrepen, www.deroma.be
Heerlense stadsreus Lucius voorop tijdens internationale reuzenparade Oisterwijk
Heerlense Lucius voorop tijdens internationale reuzenparade Oisterwijk
De Heerlense stadsreus Lucius is de eer te beurt gevallen om als eerste reus voorop te mogen gaan tijdens de internationale reuzenparade in het toeristenstadje Oisterwijk (Noord-Brabant). Maarliefst 40 reuzen nemen deel aan deze gekende internationale parade waarbij stadsreus Lucius als voorop lopende reus (van ruim 5 meter lengte!) prominent aanwezig is.
De 5-jaarlijkse Oisterwijkse reuzenparade, die gratis toegankelijk is, is een spektakel van reuzen, geschiedenis, muziek en veel vermaak. Het festijn kent bovendien meerdere Limburgse deelnemers: ook de stadreuzen van Maastricht (Gigantius) en Roermond (Sjtuf, St.Christoffel) nemen deel waardoor ook onze provincie haar beste beentje voor zet.
Heerlen kent sinds de viering van 2000 jaar Heerlen (1997/98) haar eigen stadsreus Lucius. De Heerlense kunstenaar Hubert Bour: schepper, maker en bedenker van stadsreus Lucius heeft inmiddels, behalve Lucius, reeds meerdere reuzen op zijn naam staan en is ook vandaar geen onbekende in Reuzenland.
Zondag aanstaande reist een delegatie uit Heerlen af naar Oisterwijk om daar, samen met hun grote vriend stadsreus Lucius, deel te nemen aan de parade en Heerlen te vertegenwoordigen. Net zoals de reuzenstoet in Maastricht, die enkele maanden geleden plaatsvond, belooft het ook in Oisterwijk weer een hele belevenis en plezierige dag te worden.
Een reuzenstoet bekijken en bijwonen is een belevenis, vandaar: hebt u zin en tijd kom dan gerust kijken. Meer informatie vind u op : www.reuzengilde.nl
Het Baafmiskermiscomité van Hamme maakt zich op om de vijftigste verjaardag van reus Bavo te vieren met een mooi feestprogramma.
Daarin worden het doopsel van reus Sjieksken, de gemeentelijke hulde aan jubilaris Bavo en een indrukwekkende reuzenommegang door de Moerzeekse straten de trekpleisters.
Zaterdag 2 oktober begint de Baafmiskermis om 14uur met een volksspelentocht langs de herbergen in de wijk. Het kaatstornooi Grote Prijs Baarmiskermis en loopwedstrijden van de Hamse atletiekclub vormen de sportieve noot in het programma.
Zondag 3 oktober doopt pastoor André De Rechter in de Sint-Martinuskerk reus Sjieksken tijdens de eucharistieviering van 9.30uur. Een uur later ontvangt het Hamse gemeentebestuur de genodigden voor een receptie om de vijftigste verjaardag van reus Bavo te vieren.
Om 14uur gaat de pompoenwedstrijd met tentoonstelling op het Molenplein van start. De reuzen Bavo, Nele en Sjieksken zijn vanaf 14.30uur de gastheren voor een reuzenommegang, waaraan 25 reuzen uit Vlaanderen deelnemen, samen met een aantal muziek- en zangverenigingen. Na de stoet vindt de lucratieve en traditierijke Gouden Notenworp plaats op het Molenplein.
Maandag 4 oktober om 14uur sluit een grote kaarting in de wijkcafés de Baafmiskermis af. Inschrijven voor de kaarting kan in café Reinaert in de Molenstraat.
Het Baafmiskermiscomité van Hamme maakt zich op om het 50-jarig bestaan van reus Bavo te vieren.
Het programma ziet er als volgt uit
Zaterdag 2 Oktober 2010: 14.00 uur: Volkspelen aan de cafés van de wijk Jeugdkaatstornooi: GROTE PRIJS BAAFMISKERMIS Loopwedstrijden georganiseerd door Atletiekclub Hamme en Verzekeringen De Nil
Zondag 3 Oktober 2010: 09.30 uur: Doop van reus Sjieksken in de Sint-Martinuskerk Moerzeke 14.00 uur: Pompoenwedstrijd en Pompoententoonstelling op het Molenplein 14.30 uur: Reuzenomgegang met Reuzen Bavo - Nele en Sjiksken met viering 50 jaar Bavo, vergezeld van Reuzen uit Vlaanderen en muziek- en Zangmaatschappijen Na de stoet GOUDEN NOTENWORP op het Molenplein
Meer dan zeventig giganten waren er opgekomen voor de reuzenstoet van de vzw Koveken uit Antwerpen die uitging op zondag 26 september. Andere activiteiten van Kovekenskermis waren een quiz, rommelmarkt, volksspelen en nog veel meer. De bewoners van de Heirbrugstraat versierden de gevels met poppen of zoals ze het in de wijk zelf zeggen: "een koven steken." Een traditie die zijn wortels heeft in de 19de eeuw. De reuzenstoet vertrok om 15u aan de Sint-Annakerk.
In het volksleven worden dankbaar gekende figuren uitgebeeld, om te gebruiken als verheerlijking. Ze worden gedragen in stoeten en processies. Dit is een zeer oude traditie. In Europa zijn een duizenden reuzen, het merendeel in Spanje, Noord-Frankrijk en Vlaanderen.
Geschiedenis
Reuzen bestaan al sinds eeuwen, en hun aantal stijgt nog steeds. de oorspronkelijke reuzen verbeelden religieuze figuren en stapten mee in processies, waar ze een dramatische functie hadden. Een bekend figuur is Goliath, de reus die werd geveld door David. Door de eeuwen heen veranderde dit gebruik; de katholieke kerk verloor haar greep op deze processies en de reuzen werden meer gebruikt als profaan symbool, sommige reuzen werden verbonden aan een gilde of beeldden een lokale legende uit. Al in de 13e eeuw zou de Spaanse stad Pamplona drie stadsreuzen hebben gehad: Pero Suciales, Mari Suciales en Jucef Lacurari. Ook de Portugese stad Alenquer zou rond die tijd al stadsreuzen hebben gehad. In 1398 verschenen de eerste stadsreuzen in Antwerpen, in 1424 te Barcelona, in 1447 te Bergen op Zoom, in 1461 te Leicester en in 1462 te Aat (Le Cheval Bayard in de Ducasse van Aat). Tijdens de Franse revolutie werden veel reuzen vernietigd, pas later keerden ze weer maar met een andere ideologie. Vanaf dan kennen reuzen meer een folklore-taak en beelden uitsluitend verhalen en figuren uit de streek uit. Legendes en historische figuren zijn zeer populair, en de reuzen worden lokale symbolen. Sommige steden hebben verschillende reuzenfamilies, een reus voor elke wijk, enz. In Vlaanderen kent men nog steeds veel oude reuzen; toen in de 17de eeuw een deel verfranste, verloor Vlaanderen een paar bekende reuzen. Recent ziet men ook reuzen als symbool van een enkele vereniging, zo bv. reus Djon van de Snorrenclub Antwerpen.
Locatie
In Vlaanderen alleen zijn meer dan 1700 reuzen. Veel steden hebben hun reuzen die de stad vertegenwoordigen. In november 2005 heeft UNESCO de reuzenoptochten van Brussel, Mechelen, Dendermonde, Aat en Bergen (zie ook Ducasse van Bergen) erkend als Immaterieel Werelderfgoed.
Nederland kende tijdens het folklorejaar 2005 17 stadsreuzen. Nederland loopt achter, en heeft deze tak van de folklore nog maar pas ontdekt; de meeste reuzen zijn nog zeer jong.( Gemeenten met eigen reuzen zijn o.a. Bergen op zoom, Maastricht, Venlo, Losser, Roermond, Oisterwijk (3 reuzen) en Boxtel. De gemeente Tilburg heeft sinds 2006 ook drie stadsreuzen. Ook Rotterdam is voor iedere deelgemeente karakteristieke reuzen aan het ontwikkelen.
Het leven van de reus
Een reus is niet zomaar een pop, het is vaak de weerspiegeling van een gemeente of stad. Een reus wordt dan ook als echte inwoner van de stad beschouwd. Reuzen worden niet gemaakt maar geboren, ze krijgen een doopakte of een plaats in het volksregister. Vervolgens worden ze feestelijk gedoopt en krijgen een peter en een meter. Reuzen kunnen ook onderscheidingen krijgen, zo draagt Ferdinand (zie foto) verscheidene eremedailles en draagt Sinterklaas een gulden medaille aan zijn koorkap. Andere reuzen krijgen dan een grootlint met de kleuren van het wapenschild van de stad. Later kunnen ze ook trouwen met een andere reus en kinderen krijgen zodat een reuzenfamilie ontstaat. Deze gebeurtenissen gaan gepaard met een groot volksfeest, en iedereen wordt door de peter en de meter uitgenodigd. Normaal gezien sterven reuzen niet, ze gaan eeuwig mee (tenzij door verval) en kunnen na verloop zelfs herdoopt worden. Sommige steden zijn al eeuwenlang in het bezit van stadsreuzen en hun lot is vaak aan elkaar verbonden, vaak krijgen ze ook de functie als vertegenwoordiger van de stad mee, een soort mascotte.
Constructie
Een reus wordt rondgedragen door een gilde, die zich inzet voor de reuzen te promoten en te onderhouden. Uiteraard moeten ze worden aangepast om draagbaar te kunnen zijn. De constructie bestaat uit een lichaam dat is gevlochten uit riet/rotan zodat de drager er in kan stappen. Het hoofd kan uit hout zijn of papier-maché. Vervolgens worden ze aangekleed in stof, sommige reuzen hebben verschillende prachtige kostuums zodat ze kunnen afwisselen. De grootte van de reus varieert, de grootste is zelfs groter dan 10 meter: Jan Turpijn uit Nieuwpoort. Hij werd op 31 januari 1925 te Brugge vervaardigd door Charles Brondel. Later werd hij bijgeschilderd door Staf Buffel (1939).
Dansende reuzen
In de reus zijn altijd systemen gebouwd om hem te kunnen dragen, meestal op de schouders. Er zijn echter verschillende draagwijzen. Het dragen van de reus is zwaar en vergt veel ervaring, sommigen kunnen zelfs dansen. Tegenwoordig worden veel reuzen niet meer gedragen, en gaat deze oude waardevolle traditie verloren. Veel mensen plaatsen wieletjes onder hun reuzen, om het zaakje gemakkelijker te laten bollen. Een reus die niet gedragen wordt maar staat/rolt is ten dode opgeschreven, hij kan niet meer dansen. Uiteraard behoeft een drager de nodige training en oefening. De moeilijkheid bestaat erin om de juiste balans te houden tijdens het dansen, maar dit leert men vanzelf na ervaring. Het weer is altijd belangrijk, immers een plotse windstoot zal zelfs de meest ervaren drager op de proef stellen. Het dragen van reuzen is een mannenzaak, die je niet alleen kan. Het Dendermondse Ros Beiaard wordt gedragen door 12 pijnders, die worden afgewisseld in ploegen. De Reuskens van Borgerhout bevinden zich op een Triomf- of Reuzenwagen, voortgetrokken door trekpaarden. Tijdens de optocht voeren zij geregeld een menuetdans uit.
Stadsreuzen in België
Volgens de traditie mogen echte stadsreuzen nooit hun stad verlaten. Dit is onder meer het geval voor de reuzen van Aat, Borgerhout, Geraardsbergen, Sint-Niklaas en Mechelen. Ook het Ros Beiaard van Dendermonde verlaat de stad niet. Andere Gildereuzen daarentegen verlaten hun stad wel. Tegen betaling bezoeken zij ook andere steden. Dit is een voorbeeld van financieel reuzen te laten opdraven als attractie. Hierdoor krijgen sommige reuzen veel kritiek, omdat zij eigenlijk aan hun stad gebonden zijn en nooit hun "territorium" mogen verlaten. Vroeger waren ze slechts een keer per jaar te bezichtigen, nu reizen de meeste reuzen het hele land af. Vrijwilligers kunnen hier een flinke stuiver aan verdienen, omdat reuzen erkenning herwinnen. Naargelang de bekendheid van de reus dient men een vergoeding te vragen, ook de traditionele waarde is belangrijk. Helaas worden sommige reuzen zo financieel uitgebuit.
De Royer Reuzen Zjang den Heimeier en Bet van in den Duvelsrijth Dit zijn de weerspiegelingen van de werkmensen die in Roy leefden en hun bestaan verzekerden door het ontginnen van de woeste heidegronden, door deze om te vormen tot vruchtbare landbouwgrond. De reuzen zijn fictieve figuren. De historische reus Hendrik van Wassenaer Hendrik van Wassenaer werd geboren in het Nederlandse Wassenaer en is behartiger van de belangen van de Duitse Ridderorde. Hij was Commandeur te Gruitrode van 1667 tot 1683 en Landcommandeur te Alden Biesen van 1690 tot 1709. Daarnaast was hij een integer persoon en diplomaat. Maar ook een onderlegd bouwheer en tuinaanlegger.
Geschiedenis van de Royse Reuzen Winter '80: Gruitrode: Groei en geboorte van Zjang den Heimeier 14/11/81: Gruitrode: geboorte van Bet en huwelijksinzegening met volksfeest in het parochiehuis 29/01/88: Royer Reuzen comité wordt Royer Reuzengilde 08/06/92: Petit Enghien: 10de Pentecote de Cesaruzengilde Vanaf nu tot aan de Royse feesten van 2007 ligt de Royer Reuzengilde stil. Geboorte van de reus Hendrik van Wassenaer Deelname Royse feesten op 26-08-2007 Inauguratie Hendrik van Wassenaer op 11-09-2009
Geboorte-oorkonde Zjang den Heimeier
Overzicht van de activiteiten van het Royer reuzencomité met Zjang den Heimeier en Bet van in den Duvelsrijth Winter '80: Gruitrode: Groei en geboorte van Zjang 12/07/81: Gruitrode: Zjang verschijnt op de 10de Limburgse Witte Feesten 16/07/81: Meeuwen: ten gemeentehuize aangifte van Zjang en inschrijving in de bevolkingsregister 14/11/81: Gruitrode: geboorte van Bet en huwelijksinzegening met volksfeest in het parochiehuis (getuigen: Hier van Geringe en Dame van Nuwstad) 02/09/84: Hasselt: deelname Heksenstoet 02/09/84: Deelname Reuzenommegang 05/08/85: Hechtel: deelname Limburgse reuzenstoet 08/09/85: Beringen: aanwezig bij het huwelijk van Berix en Vrouwe Berthilia 12/07/86: Gruitrode: Limburgse reuzenstoet - eigen organisatie 05/10/86: Bolderberg: deelname reuzenoptocht Heusden - Zolder 07/03/87: Bolderberg: Intronisatie van de gilde Orde van de Kluizenaar - meterschap door Gruitrode
28/06/87: Bolderberg: Doop van reus Kluizenaar, Lambert Hoelen - deelname reuzenoptocht 16/08/87: Bree: deelname Limburgse Reuzenstoet 30/08/87: Amsterdam: deelname Vlaamse reuzenstoet - uitmarkt Vlaams cultureel centrum De Brakke Grond 17/10/87: Gruitrode: Roy kermis - samen met fanfare Onder Ons Serenade aan ieder café 29/01/88: Gruitrode: Ichtere in Roy - eigen organisatie Royer Reuzen comité wordt Royer Reuzengilde 22/05/88: Lanklaar: deelname Meiboomstoet 100 jaar Meiboomplanting 23/08/88: Wenduine: deelname Reuzenommegang
25/09/88: Heusden-Zolder: deelname Limburgse Reuzenstoet 10/04/88: Bree: aanwezig bij de intronisatie van de Gilde Den Hier van Gerdingen 25/06/89: Beringen: deelname historische en folkloristische stoet 750-jaar Beringen-stad 29/07/90: Hechtel: deelname Limburgse Reuzenstoet 22/09/91: Ottignies: Reuzenfestival Louvain-La-Neuve 28/09/91: Kortessem: Intronisatie Cortus, Fruitreus van Haspengouw 08/06/92: Petit Enghien: 10de Pentecote de Cesar
Activiteiten van de Royer Reuzengilde met Hendrik van Wassenaer: Geboorte van de reus Hendrik van Wassenaer Deelname Royse feesten op 26-08-2007 Inauguratie Hendrik van Wassenaer op 11-09-2009 Ichteroavendop 14-12-2009
Toekomst: Jaarlijks minimaal 2 maal een reuzenstoet meepikken in het land, meestal gekoppeld aan een culturele uitstap. Deelname aan activiteiten in de gemeente Meeuwen-Gruitrode(Royse Feesten, dorpsfeest, ) of in de buurgemeenten. Instandhouden van het culturele erfgoed van de Royse Reuzentraditie. Herintrede van Zjang en Beth?
Contactgegevens: Jan Van Broekhoven (gildendeken) Bremstraat 27 3670 Gruitrode 089-85.48.67 http://www.royerreuzengilde.be
Gisteren dinsdag 28 september 2010 om 20u30 vond in het Gemeenschapscentrum De Route in Sint-Gillis-Waas het Derde Groot Waas Reuzenoverleg plaats.
Met dit Derde Groot Waas Reuzenoverleg wilde men aan de Wase reuzenverenigingen een aangename ontmoetingsavond bieden. Waar niet enkel in overleg voorzien werd, maar waar ook inspiratie kon worden opgedaan. Jo Bocklandt, reuzenmaker uit Hamme, verzorgde het inspiratiemoment.
Programma : Derde Waas Reuzenoverleg op 28 september 2010 om 20u00 in Sint Gillis-Waas in het Gemeenschapscentrum de Route, Stationsstraat 201 in Sint-Gillis-Waas
AGENDA
Onthaal met koffie.
Inspiratiemoment met Jo Bocklandt, reuzenmaker uit Hamme, Jo zal voor velen onder u geen onbekende zijn, want hij werkte mee aan het maken of herstellen van verschillende Wase reuzen. Jo leidde ons in in de technieken die hij gebruikt om de kop, romp of rok van een reus te maken.
SINT-NIKLAAS - Enkele Sint-Niklase reuzen trekken naar Moeskroen. 'We zijn er best trots op', zegt voorzitter Carl Claes van de Reuzengilde Sint-Nicolaas.
De Reuzengilde bestaat nog maar enkele jaren maar heeft in korte tijdspanne al letterlijk hoge ogen gegooid. Bij recepties en stoeten zijn ze geregeld van de partij om de show te stelen op grotere hoogte.
Op 3 oktober nemen ze nu deel aan het Hurlusfeest, een traditie in Moeskroen. 'Balthasar, Melchior en Gaspard doen mee', vertelt Claes. 'Er zullen ook dertig andere reuzen aanwezig zijn.'
Janneken en Mieken zouden aanvankelijk de Sint-Niklase eer verdedigen. 'Maar door een fout in de nieuwe kledij ging dat feestje niet door', legt Claes uit. 'Het grote publiek zal ze een tijdje niet te zien krijgen.'
In Wallonië doet de Reuzengilde Sint-Nicolaas beroep op 11 mensen waarvan 6 dragers om de 35kg zware reuzen te torsen in Moeskroen.
Eeuwenlang was het landschap van Drenthe één groot heideveld met hier en daar moerassen en zandverstuivingen, waardoor het reizen er gevaarlijk was. Ook rovers maakten het afgelegen Drenthe dikwijls onveilig. Het meest berucht, in Drenthe en daarbuiten, waren Ellert en Brammert, twee reuzen, een vader en een zoon. Zij woonden in een donker hol, dat midden op het Grote Veld bijna onvindbaar was tussen moerassen en zandverstuivingen. Via een half weggerot veenbruggetje van planken en boomstammen moesten zij hun deuropening bereiken. Vensters hadden zij niet nodig en een schoorsteen of zelfs maar een luchtgat evenmin. Bij het flakkerend schijnsel van rossige fakkels inspecteerden zij van tijd tot tijd hun buitgemaakte voorraad: oorijzers, armbanden, halskettingen en geld, veel geld - het lag daar allemaal maar zo, bij hele hopen tegelijk. Maar ondanks alle rijkdom leidden zij een armzalig holenbestaan, minder nog dan de eerste de beste dagloner. Zij lagen en sliepen op legersteden van graszoden, schamel bedekt met stinkende schapenvachten, die vuil waren en aangevreten door luizen.
Hun grootste genoegen vormde het fantastische waarschuwingsmechaniek dat ze zelf hadden uitgedacht: zwarte, ijzersterke draden die vanuit hun hol over de heide werden gespannen. Ze kruisten karrensporen op meerdere plaatsen en vormden een monsterachtig spinnenweb. Als iemand aan zo'n draad bleef haken, dan luidde er in het hol een waarschuwende bel - een oude schapenbel die boven de slaapplaats van Brammert hing. Dan trokken zij er onverschrokken op uit, midden in de nacht, weer of geen weer, en steevast behaalden zij een rijke buit.
Ook stuurden zij wel eens "brandbrieven" rond: leg honderd daalders in die en die holle boom, anders steken wij uw huis en hof in de brand. En veel mensen lieten zich daardoor overbluffen, vooral wanneer de oogst binnen was en de schuren vol zaten met droog en o zo brandbaar koren.
Maar op den duur begon de eenzaamheid hun allebei danig dwars te zitten, ondanks alle spanning van nachtelijke avonturen. Vooral Brammert, de zoon, miste het vrouwelijke element in hun ongezellige woning. Vader Ellert kon hierin tot op zekere hoogte met zoon Brammert meegaan, al was het hem eerder om een huishoudster begonnen, die kon eten koken en sokken stoppen.
Op een zachte zoele voorjaarsdag - de vogels zongen en de berkentakken kregen al een groen waas - trokken zij er eens niet op uit om geld en goed te vergaren. Het was hun dit keer om een verzorgster te doen, een jong en fris meisje, dat tevens hun beider sponde zou moeten delen. Daarom waagden zij zich tegen hun gewoonte dichtbij Orvelte, nog wel midden op de dag. Tot hun vreugde bespeurden zij weldra een meisje dat helemaal in haar eentje was. Ze heette Jaantien Buning en zat treurig bij een boom uit te kijken over de wijde, troosteloze heide. Als welgestelde boerendochter mocht zij onder geen beding trouwen met de flinke Harm Wever, een eenvoudige daglonerszoon. En daarom dwaalde zij ver van de bewoonde wereld en moederziel alleen, om met zichzelf in het reine te komen - ondanks de waarschuwingen van haar dorpsgenoten om in deze onzekere tijden niet te ver van huis te gaan en altijd te zorgen voor gezelschap.
Het kostte vader en zoon maar weinig moeite de jammerende Jaantien mee te voeren naar hun afgelegen woonhol. Zij bood trouwens weldra weinig tegenstand meer, aangezien het leven in de mensengemeenschap voor haar een kwelling was geworden, nu ze niet met Harm Wever mocht trouwen. Morrend schikte zij zich, niet zonder vrouwelijke nieuwsgierigheid, in haar bizarre lot.
Ondanks alles hield Jaantien goede moed. Intuïtief besefte zij, bij alle ellende, dat zij eenmaal over beide reuzen zou zegevieren! En zij hield daarbij steeds - naast Harm Wever, in wie zij een onbegrensd vertrouwen had - wijlen haar grootmoeder voor ogen, naar wie zij vernoemd was. Een klein vrouwtje, net als zij, wier levensdevies luidde: Beter klein en kregel, dan een lompe vlegel!
De rovers namen Jaantien, omdat zij haar gevoelens op handige wijze wist te maskeren, meer en meer in vertrouwen. Ook maakte zij handig gebruik van de onvrede en de bijna dagelijkse ruzies tussen vader en zoon. De vader was hevig jaloers op de zoon, omdat die meer vermocht bij Jaantien dan hijzelf. En de zoon verzette zich steeds hardnekkiger tegen de kleinzielige argwaan van de vader, die er amper meer op uit wilde en dat aan zijn leeftijd toeschreef.
Vooral de nog vrij jeugdige Brammert werd door de invloed van Jaantien althans uiterlijk een beetje een ander iemand, al bleef hij zijn streken en zijn kwaadaardigheid behouden. Zelfs liet hij zijn wapperend hoofdhaar en zijn ruige baard door Jaantiens vlijtige vingers van tijd tot tijd fatsoeneren, zodat hij er weldra meer als een heer uitzag dan zijn vader. Maar dit gebeurde niet uit ijdelheid, zo suste hij zijn vader. Hij moest eindelijk eens zijn gezicht veranderen, want anders zouden de mensen hem bij zijn verkenningstochten op den duur in de gaten krijgen! Hij maakte zelfs een heel spelletje van het zich telkens weer anders voordoen: het ene seizoen droeg hij een dikke bos haar, een zware baard en een grote snor; het andere seizoen vertoonde hij zich helemaal kaalgeschoren, maar met een ruige muts. Nu eens had hij een bril op, dan weer keek hij zonder bril de wereld in.
Op een drukkend warme dag in de zomer, bijna zeven jaar na haar gedwongen komst in het rovershol, zag Jaantien eindelijk haar kans schoon. De oude Ellert was er kwaad vandoor gegaan (ze hadden weer eens woorden om haar). Brammert was vrolijker dan ooit tevoren, mede onder invloed van een vaatje zojuist buitgemaakte brandewijn, waarvan hij met volle teugen had genoten. Hij wist van gekkigheid niet meer wat hij moest doen. Hij ging op de houten bank voor het hol zitten, in de felle zon: hij wilde op stel en sprong geschoren worden, zo glad als een jonge kerel die nog niet eens de baard in de keel heeft! Jaantien pruttelde eerst wat tegen, maar ging niettemin aan het werk. Door drank, warmte en slaap overmand gleed Brammert langzaam opzij - weldra sliep hij als een marmot en snurkte hij dat het een aard had. Jaantien greep als de weerlicht het scheermes en sneed hem de keel af. Zo werd zij moordenares uit zelfbehoud, waardoor zij tevens haar medemensen verloste van een altijd dreigend kwaad.
Zo snel ze kon rende zij over de heide, richting Orvelte. Maar kort na de moord vond vader Ellert zijn dode zoon, badend in het bloed. Hij begreep wat er was gebeurd en welke richting Jaantien was opgegaan. Met zijn reuzenstappen zou hij de jonge vrouw makkelijk kunnen inhalen. Snel pakte hij een kolossale bijl, wel drie ellen lang. Maar Jaantien bevond zich al onder de eiken van het dorp, dichtbij de boerderij van haar ouders. Doch ditmaal waagde hij zich, in zijn uitzinnige woede, bij klaarlichte dag luidkeels brullend tussen de woningen van de mensen. Al kon hij haar niet meer in handen krijgen, hij had nog steeds zijn bijl. Die kon hij haar achterna gooien en dan zou hij haar zeker raken, want in het werpen van bijlen was hij onovertroffen!
Maar ook dit lukte hem niet: "Er zit te veel dak op het huis; in huis zijn boze geesten machteloos." Toch smeet hij zijn bijl maar die bleef trillend steken in de grote schuurdeur. Zo kwam Jaantien veilig thuis: hijgend, dodelijk vermoeid, maar zielsgelukkig.
Vader Ellert stortte neer en stierf ter plaatse - deze nederlaag kon zijn oude hart niet meer verkroppen! Maar de snede, veroorzaakt door Ellerts moordbijl, bleef nog jarenlang zichtbaar. Na de zeven lange en bange jaren bleek Harm zijn Jaantien nog helemaal trouw gebleven. Drie weken na haar thuiskomst vierden zij een klinkende bruiloft, met wel duizend gasten uit heel de wijde omtrek.
Het Grote Veld had nu meteen een meer bijzondere naam gekregen: Ellertsveld.
Bron: "Volksverhalen uit kleurrijk Nederland. Draken en andere vreemde wezens. Verhalen uit de Chinese, Joodse, Nederlandse, Indiase, Turkse, Surinaamse, Marokkaanse en Indonesische verteltraditie" uitgegeven door Lemniscaat, Rotterdam, 1991.
De drie Sint-Niklase reuzenkoningen Balthasar, Melchior en Gaspard nemen zondag deel aan het jaarlijkse Hurlusfeest in Moeskroen. De reuzengilde Sint-Nicolaas stuurt 11 mensen naar Moeskroen, waarvan er bijna de helft nodig zijn om de 35 kilogram zware reuzen te laten dansen.
Oorspronkelijk zou het reuzenpaar Janneken en Mieke naar Moeskroen gaan maar door een fout met de kledij moeten zij een tijdlang binnenblijven en moeten de drie koningen de eer redden. Naast de Wase reuzen lopen in de Moeskroense stoet nog 30 andere reuzen mee. Onder hen is de pasgedoopte Sébastien de Tramasure, bevrijder van Lessines.
Het is de eerste keer in de geschiedenis dat de Sint-Niklase stadsreuzen te zien zullen zijn in Wallonië en daar is de reuzengilde best trots op.
Over de oorsprong van de Poperingse reus Cyrus, een Perzische vorst, tast men in het duister. Reuzen waren steeds onbevreesde, mysterieuze - en vandaar wellicht oosters geïnspireerde - figuren, vergezeld van een begeleidingsgroep. De vroegste vermelding omtrent Cyrus dateert uit en handelt over herstellingen. Een groep "hallebardiers" begeleidde "dien kloucken helt" die ook opstapte in de religieus-historische Maria-Ommegang tot de bisschop van Ieper dit in 1715 verbood.
De nieuwe reus maakte zijn eerste rondgang op 15 juni 1947 tijdens de "groote historische stoet". In 1947 was het precies 800 jaar geleden dat Diederik van den Elzas aan Poperinge de eerste keure gaf en op 15 juni werd burgemeester Deschodt officieel in zijn ambt bevestigd.
De vernieuwde begeleidingsgroep trad voor het eerst op in de Reuzenstoet in Gistel op 18 augustus 1991. 15 narrenfiguurtjes (leeftijd 9 - 11 jaar) in roodgele pakjes dansen rond de reus.
Het verklarende tekstbordje vermeldt:
Ick bem dien kloucken helt tot Poperingh ghebooren, En van mij weerde volck voor eenen Reus ghekooren, Die Cyrus bem ghenaemt, hooft vanden Persiaen, Om hun met eer, en lof, Hooghmoedich voor te staan.
In de gemeente Boutersem leven momenteel 3 reuzen: BALDER, NANA en ROBKE. Ze zijn eigendom van de heemkring Velpeleven vzw. uit Boutersem: zij verblijven in de hall van het gemeentehuis van Boutersem in het Domein van Kwabeek.
De reuzen worden voortbewogen door dragers (zij staan dus niet op wielen). Daarom zijn ze ook zeer beweeglijk en kunnen, indien nodig, allerlei figuren uitvoeren. Er is één drager per reus nodig.
Men kon onze reuzen reeds bewonderen bij diverse activiteiten, reuzenstoeten, folkloristische feesten en gemeentelijke festiviteiten. Zelfs via radio en Tv hebben onze reuzen bekendheid verworven. In 1990 en 1991 waren zij de ambassadeurs van België op diverse internationale toeristische beurzen (Parijs, Londen, Göteborg, Berlijn enz.). Zij luisterden door hun aanwezigheid de standen van het "Vlaams commissariaat voor toerisme" en het "Office Promotion Touristique"op.
Dikwijls worden zij ook ingezet, samen met onze volksdansgroep "Velpegalm", en vormen zij op die wijze een kleurrijk schouwspel.
Onze reuzen kunnen ook hun eigen boterham verdienen. Mits vergoeding worden zij namelijk uitgeleend aan andere verenigingen. Interesse? Neem gerust contact op met iemand van het bestuur.
BALDER
De naam:
De Glorieuze. God van het morgenlicht, van de stralende opgaande zon, van de lente, van de jeugd, van de vruchtbaarheid en van het schone. Hij is prachtig om te zien, licht straalt van hem uit. Hij is wijs, genadevol en welbespraakt. Hij is de favoriete zoon van Odin en Frigg. Hij is de tweelingbroer van Hod waarmee hij had gevochten om de hand van de Godin Nanna. Hij is uiteindelijk getrouwd met Nanna die de God Forseti baarde. Met Ragnarok zal hij door zijn tweelingbroer gedood worden. Balder was de stichter van Boutersem, vandaar de naam Baldersheim=Boutersem.
Geboortedatum en doopdatum:
Balder is "geboren" op 14 mei 1978, ter gelegenheid van het 5-jarig bestaan van Velpeleven.
Algemene gegevens:
Balder heeft een grootte van 3,25 meter. Hij is volledig in het rood gekleed, met rosse baard en rode haren. Op de borst draagt hij het wapenschild van de fusiegemeente Boutersem. Balder draagt een haring in de hand, genoemd naar de historische plaats "Krommen Herent" van Boutersem.
Peter en Meter:
Minister R. Boel (destijds Binnenlandse Zaken) en Mevrouw Godelieve Devos, ondervoorzitter van de Cultuurraad van de Nederlandse cultuurgemeenschap in België, tevens volksvertegenwoordiger.
Doopheer:
Pastoor F. Stillaert van Boutersem.
Ontwerpers:
Van de reus: Jozef Robberechts. Van de kledij: Agnès Lauwers.
NANA
De naam:
Germaanse maangodin. Echtgenoot: Balder, kind Forseti. Nanna woonde met haar echtgenoot Balder in Breidablik ('Breed glanzend'). Dit paleis had een zilveren dak op gouden pilaren. Graves vermeldt dat Nanna eigenlijk een naam was voor Frigga, als Balders echtgenote. Zij stierf van verdriet na Balders dood.
Geboortedatum en doopdatum:
Nana is "geboren" op 14 mei 1978, ter gelegenheid van het 5-jarig bestaan van Velpeleven.
Algemene gegevens:
Nana heeft een grootte van 3,25 meter en is volledig in het wit gekleed, zij draagt op de borst de wapenschilden van de deelgemeenten van Boutersem: Boutersem, Kerkom, Neervelp, Roosbeek, Vertrijk en Willebringen. Nb: de kleuren rood en wit verwijzen naar de dorpspolitiek: de "Witten en de "Roden"!
Peter en Meter:
Remi Pelegrin, destijds burgemeester van Boutersem en Micheline Robberechts, de dochter van de ontwerper.
Doopheer:
Pastoor Verheyden van Butsel.
Ontwerpers:
Van de reus: Jozef Robberechts. Van de kledij: Agnès Lauwers.
ROBKE
De naam:
Deze reus is genoemd naar de toenmalige voorzitter van de vereniging.
Geboortedatum en doopdatum:
Robke is "geboren" op 19 september 1993, ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van Velpeleven.
Algemene gegevens:
Robke heeft een grootte van 2 meter en draagt een wit hemd met rode rok.
Peter en Meter:
John Colman, reus van Overijse,
Doopheer:
Kanunnik C. Bulthiauw en de reus Mieke Muscat van Overijse.
Ontwerpers:
Van de reus: Maurice Adams. Van de kledij: Maria Claes.
Nele: Allereerste reuzin in Jabbeke en werd gebouwd ter gelegenheid van de 11 de juli viering in 1970. Verwijst naar de legende van Tijl (de geest) en Nele (het hart van Vlaanderen) staat voor deelgemeente Stalhille. Lewie: Hij is een oud dorpsfiguur, champetter of garde. Mance: Bekend als oude dorpsfiguur die in de stationswijk van Jabbeke een winkel en het Cafe de la Poste uitbaatte. Sarco: is volgens de geschiedenis een inwijkeling uit het noorden die zich als een van de eerste bewoners in de deelgemeente Zerkegem vestigde. Amedee: Weldoener en persoon met aanzien die het volk met raad en daad bijstond. Fietje Kraaie: Stelt een mager en zonderlinge persoon voor die volledig in haar eigen wereldje leefde en nooit contact met andere mensen zocht in de winter tenzij bij de verkoop van haar eigenhandig vervaardigde biezen manden en elzenhouten paternosters.
De ultieme bekroning: de erkenning als Unesco Werelderfgoed
Vrijdag 25 november 2005 was een heuglijke dag voor Dendermonde. Op die dag zijn het Ros Beiaard, de drie historische Gildereuzen Indiaan, Mars en Goliath en hun Ommegangen door Unesco erkend als Meesterwerken van het Orale en Immateriële Erfgoed van de Mensheid.
Deze erkenning zegt veel over de historische waarde van het Ros Beiaard en de Gildereuzen en over de kwaliteit en uitstraling van hun ommegangen. De Dendermondse reuzenfiguren voldoen dan ook perfect aan een aantal van de belangrijkste criteria van de Unesco: er is een sterke concentratie van immaterieel cultureel erfgoed; het gaat om elementen van uitzonderlijke waarde die geworteld zijn in de plaatselijke gemeenschap; de aanwezigheid van het erkende Werelderfgoed speelt een belangrijke rol in de identiteit van de gemeenschap; er is sprake van technische en kwalitatieve excellentie en de erkende elementen hebben een bijzondere waarde als getuigenis van levende culturele traditie.
De toewijzing van de titel Werelderfgoed aan de Dendermondse pronkstukken van folklore betekent de ultieme erkenning voor de jarenlange inzet en creativiteit van iedereen die van dichtbij betrokken is bij de organisatie van de Ros Beiaardommegang en de Traditionele Reuzenommegang Katuit. Anderzijds vormt deze eretitel voor het Ros Beiaardcomité ook meteen een motivatie om de ommegangen waarin deze ambassadeurs van Dendermonde deelnemen steeds verder uit te bouwen, inhoudelijk te vernieuwen en naar een (nog) hoger niveau te tillen.
rijdag 25 november 2005 was een heuglijke dag voor Dendermonde. Op die dag zijn het Ros Beiaard, de drie historische Gildereuzen Indiaan, Mars en Goliath en hun Ommegangen door Unesco erkend als Meesterwerken van het Orale en Immateriële Erfgoed van de Mensheid.
Deze erkenning zegt veel over de historische waarde van het Ros Beiaard en de Gildereuzen en over de kwaliteit en uitstraling van hun ommegangen. De Dendermondse reuzenfiguren voldoen dan ook perfect aan een aantal van de belangrijkste criteria van de Unesco: er is een sterke concentratie van immaterieel cultureel erfgoed; het gaat om elementen van uitzonderlijke waarde die geworteld zijn in de plaatselijke gemeenschap; de aanwezigheid van het erkende Werelderfgoed speelt een belangrijke rol in de identiteit van de gemeenschap; er is sprake van technische en kwalitatieve excellentie en de erkende elementen hebben een bijzondere waarde als getuigenis van levende culturele traditie.
De toewijzing van de titel Werelderfgoed aan de Dendermondse pronkstukken van folklore betekent de ultieme erkenning voor de jarenlange inzet en creativiteit van iedereen die van dichtbij betrokken is bij de organisatie van de Ros Beiaardommegang en de Traditionele Reuzenommegang Katuit. Anderzijds vormt deze eretitel voor het Ros Beiaardcomité ook meteen een motivatie om de ommegangen waarin deze ambassadeurs van Dendermonde deelnemen steeds verder uit te bouwen, inhoudelijk te vernieuwen en naar een (nog) hoger niveau te tillen.
Vrijdag 25 november 2005 was een heuglijke dag voor Dendermonde. Op die dag zijn het Ros Beiaard, de drie historische Gildereuzen Indiaan, Mars en Goliath en hun Ommegangen door Unesco erkend als Meesterwerken van het Orale en Immateriële Erfgoed van de Mensheid.
Deze erkenning zegt veel over de historische waarde van het Ros Beiaard en de Gildereuzen en over de kwaliteit en uitstraling van hun ommegangen. De Dendermondse reuzenfiguren voldoen dan ook perfect aan een aantal van de belangrijkste criteria van de Unesco: er is een sterke concentratie van immaterieel cultureel erfgoed; het gaat om elementen van uitzonderlijke waarde die geworteld zijn in de plaatselijke gemeenschap; de aanwezigheid van het erkende Werelderfgoed speelt een belangrijke rol in de identiteit van de gemeenschap; er is sprake van technische en kwalitatieve excellentie en de erkende elementen hebben een bijzondere waarde als getuigenis van levende culturele traditie.
De toewijzing van de titel Werelderfgoed aan de Dendermondse pronkstukken van folklore betekent de ultieme erkenning voor de jarenlange inzet en creativiteit van iedereen die van dichtbij betrokken is bij de organisatie van de Ros Beiaardommegang en de Traditionele Reuzenommegang Katuit. Anderzijds vormt deze eretitel voor het Ros Beiaardcomité ook meteen een motivatie om de ommegangen waarin deze ambassadeurs van Dendermonde deelnemen steeds verder uit te bouwen, inhoudelijk te vernieuwen en naar een (nog) hoger niveau te brengen.
Gildenreuzen van Dendermonde
Indiaan
Sint-Sebastiaans gilde
Goliath
Sint-Joris gilde
Mars
Sint-Andries gilde
Over het ontstaan van de reuzen en over de invloeden die hebben meegewerkt om ze een volwaardige plaats in onze folklore te bezorgen, is reeds veel geschreven. Uit de geschiedkundige bronnen kunnen wij met vrij grote zekerheid afleiden dat de Dendermondse schuttersgilden veel vroeger in optochten en ommegangen verschenen dan dit het geval was met de Reuzen. Dit is begrijpelijk: in de hoge middeleeuwen hadden de processies een louter geestelijk karakter; pas later werden zij het conglomeraat van godsdienstige en profane elementen en mondden ten slotte uit in een splitsing van kerkelijke processies enerzijds en historische en folkloristische ommegangen anderzijds. Reeds in het laatste kwart van de XIVe eeuw bestond de gewoonte dat de schuttersgilden deel uitmaakten van de drie processies die hier jaarlijks werden gehouden, te weten op Sacramentsdag (9 juni), op O.-L.-Vrouw-Hemelvaart (15 augustus) en op de dag der Kerkwijding (29 augustus). Volgens een stadsrekening van 1377 was de Sint-Jorisgilde er toen reeds in vertegenwoordigd; ze kreeg het voorrecht het beeld van O.-L.-Vrouw van Troost te mogen dragen. Vanaf 1458 voegde zij aan de ommegangen een groep toe, die Sint-Joris met de draak voorstelde. De gilde van Sint-Sebastiaan verscheen voor het eerst in deze processies in het jaar 1415. Sinds het einde van de XIVe eeuw gingen de schuttersgilden geregeld mee in processies van de naburige parochies van Sint-Gillis (-binnen) en Lebbeke - een gewoonte die trouwens wederkerig was. Pas omstreeks het midden van de XVe eeuw, tijdens de regering van Filips de Goede, verschenen ook de Reuzen definitief in de ommegangen en volksfeesten. Soms echter klimt hun bestaan veel hoger op. Volgens G. Piot waren er in Dendermonde reeds reuzen bekend sinds het einde van de XIIIe eeuw. In een ommegang van 1405 zouden enkele reuzen mee hebben opgestapt, elke reus voorafgegaan door een speciale speelman. Wegens het verlies van het grootste deel van het Dendermondse archief in de brand van 1914, is het echter onmogelijk de juistheid van deze bewering te achterhalen. In 1468 gaf de stadsmagistraat het bevel een reus te maken; hij vond immers dat een reus een onmisbaar onderdeel was van de ommegang. Het hoofd van die reus werd in 1521 vernieuwd door Jan Verloo en verguld door een schilder, Balten of Boudewijn genaamd. En inderdaad, in een stadsrekening van 1522 staat vermeld dat een bepaald bedrag werd betaald aan Rogier de Wilde, met ene quene voor den reuse spelende. Deze reus werd trouwens als reus Balduin vermeld in een ommegang van 1480. In 1547 werd aan deze reus een `jonck reusken' toegevoegd. In een ommegang van 1559 is er sprake van `de afgod Mars en zijn vier lakeien'. Waarschijnlijk gaat het hier om een eerste versie van onze beroemde reus Mars. In het Stedelijk Museum worden het hoofd en de twee armen van een reus bewaard; opvallend is de gelijkenis ervan met die van de huidige Mars. Op het einde van de XVIe eeuw, na de Spaanse troebelen, komen de reuzen en 'Mars' weer voor in de ommegang. Om welke reuzen het hier gaat, is niet uit te maken. Het is waarschijnlijk in de XVIIe eeuw dat 'De Boogschutter' (Goliath) en de 'Indiaan' de reeks kwamen vervolledigen. Het is zeer moeilijk te achterhalen wanneer precies de band ontstaan is tussen de reuzen en de schuttersgilden; mogelijk zijn de drie 'grote mannen' door de gilden zelf vervaardigd.
In elk geval is men sinds het begin der XVIIIe eeuw vertrouwd geraakt met het typische beeld van de ommegang, waarbij de Sint-Jorisgilde werd voorafgegaan door Goliath, de Sint-Sebastiaangilde door de Indiaan, en de Sint-Andriesgilde door Mars.
Wat de Dendermondse reuzen zo beroemd heeft gemaakt, is niet alleen hun prachtige bouw en kunstige versiering, maar tevens het feit dat zij bij ommegangen en schuttersfeesten werkelijk dansen. Gewoonlijk werden zij bij hun dans begeleid door de respectieve gildeliederen. Jammer genoeg is er van de Dendermondse gildeliederen niet zo veel bewaard. Het lied van de gilde van Sint-Andries is verloren gegaan. De Sint-Jorisgilde had geen eigen liederen en wanneer die met haar reus in de ommegang ging, werd het reuzenlied gezongen. De melodie bestaat uit een thema en verschillende uitbreidingen, die in 1868 door Clemens Wytsman werden uitgegeven. Florimont Van Duyse heeft het thema geharmoniseerd. Van het lied der Sint-Sebastiaangilde is de oorspronkelijke tekst verloren gegaan. De melodie van het refrein bleef echter bewaard en zou dateren uit de XVIIe eeuw. Ter gelegenheid van de inhuldiging van het vaandel - aan de gilde geschonken door Filips, Graaf van Vlaanderen - heeft Emmanuel Hiel in 1856 nieuwe verzen gedicht. Clemens Wytsman harmoniseerde het XVIIe-eeuwse refrein en heeft de strofen getoonzet. Uit de ommegang van 1754 zijn ook de spotliederen op de drie reuzen en hun respectievelijke gilde bewaard gebleven.
In de ommegangen die sinds de XVIIIe eeuw tot op onze dagen werden gehouden, verschenen de drie 'Grote Mannen' steeds op het appél, vergezeld van hun overeenkomstige schuttersgilde, zelfs na de Franse Revolutie, toen de gilden werden ontbonden. Voor de Sint-Sebastiaansgilde met reus Indiaan is dit begrijpelijk, omdat zij immers in het begin van de XIXe eeuw werd heropgericht. Maar ook rond Goliath en Mars zijn zich kruisboog- en busschieters blijven verzamelen, ongetwijfeld in de hoop dat ook zij eens opnieuw een volwaardige schuttersgilde zouden vormen. Elk jaar opnieuw kan men de drie gildereuzen Indaan, Mars en Goliath bewonderen in de middeleeuwse reuzenommegang, de donderdag na de vierde zondag van augustus. Zij worden omringd door meer dan 600 middeleeuwse gekostumeerde figuranten.
-----------------------
Tijdens een stoet in 1648 liet de Sint-Sebastiaansgilde zich vertegenwoordigen door een reuzin. De reuzin droeg een handboog en kreeg de welluidende naam Jachtgodin. In 1714 verscheen de gilde tijdens een optocht met een nieuwe reus: Indiaan. Hij vertoonde opvallende gelijkenissen met de Jachtgodin uit 1648. In die periode werden reuzen wel eens over-schilderd. Het is dus mogelijk dat Indiaan, nu met donkerkleurig gezicht en handen, de Jachtgodin is. De Indiaan herinnert aan de ontdekking van Amerika. Indiaan is de reus van de Handboogschutters-gilde Sint-Sebastiaan en is 4,45 meter hoog en weegt 71 kg.
Deze reus stelt de Romeinse oorlogsgod voor en werd in de Renaissance herontdekt. Hij presenteert zich als de krijgsgod met een zwaard in de hand en een helm op het hoofd. Het is een pseudo-Romeinse helm met bovenaan een gevleugelde draak. De gebeeldhouwde lichaamsdelen stammen uit de 17e eeuw. Mars is 3,70 meter hoog en weegt 79 kg. Zijn hoofd is van beschilderd hout. Mars is de reus van de Kolveniersgilde Sint-Andries (buskruitschutters). Hij werd gehouwen in 1648 door de Mechelse beeldhouwer Valentyn Vander Lantscroon.
De oorlogszuchtige Goliath was een reus die behoorde tot de bijbelse stam van de Filistijnen en die door David werd bestreden. De reus is 4,00 meter hoog en weegt 76 kg. Het hoofd is van beschilderd hout en meet 50 cm. Een drakenkop en een gegroefde greep sieren zijn kromzwaard. Een merkwaardige hoed doet dienst als hoofddeksel. Goliath is de reus van de Kruisboog-schuttersgilde Sint-Joris en dateert van 1626.
Indiaan
Tijdens een stoet in 1648 liet de Sint-Sebastiaansgilde zich vertegenwoordigen door een reuzin. De reuzin droeg een handboog en kreeg de welluidende naam Jachtgodin. In 1714 verscheen de gilde tijdens een optocht met een nieuwe reus: Indiaan. Hij vertoonde opvallende gelijkenissen met de Jachtgodin uit 1648. In die periode werden reuzen wel eens over-schilderd. Het is dus mogelijk dat Indiaan, nu met donkerkleurig gezicht en handen, de Jachtgodin is. De Indiaan herinnert aan de ontdekking van Amerika. Indiaan is de reus van de Handboogschutters-gilde Sint-Sebastiaan en is 4,45 meter hoog en weegt 71 kg.
Mars
Deze reus stelt de Romeinse oorlogsgod voor en werd in de Renaissance herontdekt. Hij presenteert zich als de krijgsgod met een zwaard in de hand en een helm op het hoofd. Het is een pseudo-Romeinse helm met bovenaan een gevleugelde draak. De gebeeldhouwde lichaamsdelen stammen uit de 17e eeuw. Mars is 3,70 meter hoog en weegt 79 kg. Zijn hoofd is van beschilderd hout. Mars is de reus van de Kolveniersgilde Sint-Andries (buskruitschutters). Hij werd gehouwen in 1648 door de Mechelse beeldhouwer Valentyn Vander Lantscroon.
Goliath
De oorlogszuchtige Goliath was een reus die behoorde tot de bijbelse stam van de Filistijnen en die door David werd bestreden. De reus is 4,00 meter hoog en weegt 76 kg. Het hoofd is van beschilderd hout en meet 50 cm. Een drakenkop en een gegroefde greep sieren zijn kromzwaard. Een merkwaardige hoed doet dienst als hoofddeksel. Goliath is de reus van de Kruisboog-schuttersgilde Sint-Joris en dateert van 1626.
In Dilbeek, de eerste groene gemeente van het Pajottenland ten Zuid-Oosten van Brussel, werd in 1984 de 'Wolsem Reuzengilde' opgericht. Eén jaar na haar oprichting telde de gilde reeds 70 leden en twee reuzen: Jef Pajot en Rinneke. Vandaag zijn er drie reuzen, een 'blusserkar"en een vijftigtal gilde leden. In de loop der jaren heeft de Wolsem Reuzengilde heel wat optredens verzorgd in binnen- en buitenland. Hoogtepunt was de deelname aan de Vlaamse Reuzenstoet in Amsterdam in 1987 Er leven in Vlaanderen vele boeiende verhalen en legendes. De 'REUZENGILDES' maken reuzen met gezichten van populaire helden uit het verleden, van dorpsfiguren of eenvoudige mensen uit hun eigen buurt. Zij bouwen rond deze reuzen een dynamische vereniging uit die graag feest, graag danst, graag samen met hun reuzen mee opstappen in stoeten en allerlei grote manifestaties. Het Wolsemgehucht in Dilbeek - want hiermee stemt deze parochie overeen heeft er met de reuzengilde een actieve vereniging bij. Onze reuze draag-poppen werden gecreëerd naar mensen uit de eigen buurt, naar levende getuigen van een lokaal cultureel erfgoed. Jef Raes stond model voor reus Jef Pajot. Lokaal kunstenaar Jacques Schelfhout maakte het hoofd van Jef en het rieten onderstel werd vervaardigd door kunst-vlechters, de twee gebroeders Keppens uit Bornem. Zij zijn nog de enige echte kunstvlechters uit Vlaanderen. De kledij van de reuzen werd gemaakt door de leden van de reuzengilde zelf. Jef, als reus moest dringend een vrouw hebben. Daarom werd Rinneke, troetelnaam voor Césarine gecreëerd naar het model van een al even gekende buurvrouw in Wolsem, Cérarine De Wreker. Voor Fientje stond niet echt iemand model, maar de kunstenaar verklapte geprobeerd te hebben de gelaatstrekken van deken Jef in zijn jonge jaren in dit jonge meisjesgezicht weer te geven.
JEF PAJOT
Groot was de vreugde toen reus Jef PAJOT het levenslicht zag. Groot was het feest toen hij op 10 juni 1984 werd gedoopt ter gelegenheid van de jaarlijks weerkerende bouwkermis van de Dominiek Savio parochie in Dilbeek. Jef staat symbool voor een Pajotse Lambic brouwer. Als hij in volle tenue is heeft hij zelfs de brouwers'schort' aan. Steevast heeft hij wel zijn Lambik-pot in z'n rechterhand. De rode zweetdoek met witte bollen en de loodzware floeren bruinen jas maken deel uit van zijn typische kledij. De kledij van Jef komt van de kledingzaak Raoul Beck uit Hekelgem, een van de weinigen die nog de zware boerenstoffen hanteert. Jef is 5.40 m. hoog en uiteraard de grootste van de drie reuzen. Volledig gekleed weegt hij meer dan vijftig kg.. Jef dragen en ermee wandelen in de parades is enkel weggelegd voor grote en sterke mannen. Als het wat te winderig is, blijft Jef thuis.
RINNEKE
De brouwersvrouw die aan de dorstige de geuze en de lambic uitdeelt. Zij hield zich vooral bezig met het kweken van snijbloemen. Op haar sjaal, afgeboord met zwarte franjes, komen aardbeien voor. Ze symboliseren de 'Matot', gekweekt op aanvraag van Baron De Viron uit Dilbeek en ook officieel zijn naam dragend. Het medaillon dat Rinneke om haar hals draagt is een camee, een fijne steen, versierd met een belangrijke figuur in reliëf. Bij Rinneke heeft het medaillon de beeltenis van Sissi, de jonge keizerin van Oostenrijk. De dame waarnaar Rinneke werd gebouwd, Cesarine De Wreker, was alom aanwezig in de parochie Savio. Zij was een graag geziene dame die heel vaak met boer Jef Raes op stap was. Rinneke is 3,50 m. groot en weegt gekleed 35 kg.
FIENTJE
De jonge aardbeienplukster is het kind van Jef en Rinneke. Als enige dochter kreeg ze als naam Fientje, een afkorting van Josefien. Dit was in die periode wellicht de meest voorkomende meisjesnaam in de streek. De fiere meisjesfiguur staat voor de toekomst en het speelse in de reuzengilde. Haar weelderige haar werd vervaardigd uit zuiver vlas, bijzonder sterk en zandkleurig blond. Alhoewel Fientje niet echt naar een meisje uit de buurt werd gemaakt, licht een pittig detail een beetje van de sluier over haar afkomst op: Josefien is de meisjesnaam van Jozef, een naam die klinkt in onze gilde !
KOSTUMES
De kledij is gebaseerd op onderzoekswerk van deken Jef. Hij vond in de bibliotheek van Dilbeek een aantal afdrukken in boeken over de klederdracht uit het verleden. De gekozen afbeeldingen stonden voor de zondagse kledij van de Vlaamse boeren en boerinnen. Dames: Vooral Julienne, Alfonsine en Gaby waren de naaisters en stiksters van dienst wat de kledij van de dames in de gilde betreft. Onze dames hebben elk een winter en een zomerblouse. Al de kleren van de dames werden zelf gemaakt. Heren: Boerenkledij uit het einde van de negentiende eeuw. Zware warme floeren vesten in donderbruin, met bijpassende broeken. Een wit hemd met korte rechtstaande kraag en een zondagse rode doek met witte vlekken rond de nek. De boerenpetten, 'klakken', meestal wat scheef op het hoofd doorzakkend, zijn gemaakt door de dames van de gilde die ook de damesrokken en blouses stikten.
ANDERE MATERIALEN
Brandweerkar met Lambic-tonnen De huidige kar komt van de brandweer van Ternat. Ze is uit 1840. Ze stond te vergaan in een wei in Oetingen, een klein dorpje in het verre Pajottenland. Daar werd ze door de Reuzengilde op de kop getikt en omgebouwd van brandweerkar tot dorstlessende bierkar. In de achterste ton van deze sfeerkar werd de muziekinstallatie en de tapkraan gemonteerd. In 1985 had de Brouwerij Eylenbosch aan de reuzengilde de twee (lege) eiken tonnen geschonken die op deze brandweerkar gemonteerd werden door Raymond en Lode. In de tonnen werd een geluidsinstallatie gemonteerd voor muziek tijdens de optredens. Maar vooral een kleine tapinstallatie voor de krieke-Lambic werd geïnstalleerd in de achterste ton. Terecht kreeg de kar de naam 't Blusserke mee. De kar wordt getrokken door twee personen.
Kinderkoets De koets dateert uit 1940. Toen reeds bestond dit oerdegelijke model van koetsen al enkele deccennia. De koets is van het merk storck.
Kriekpotten De potten die in de streek destijds gebruikt werden, vervaardigd uit aardewerk. De grijze schenkpotten hadden een Delfs-blauwe versiering. Als de potten werden meegenomen naar het veld waar de plukkers en de boeren aan het werken waren, werd de hals toegedekt met een halve biet, suikerbiet. Dit hield de drank in de potten koel.
Logo en schilden Het logo werd getekend door Lode Segers. Het symboliseert de wijk waarin de meeste gildeleden wonen. De dakvormen zijn voor de lokale mensen duidelijk herkenbaar. De reus steekt boven de huizen uit en brengt in een circel de mensen samen, een opdracht van de gilde. Het ronde schild met het logo dat in de stoet vooropgaat werd gemaakt door een studente aan de tekenacademie van Anderlecht. De houten panelen met de namen van de reuzen in gotische letters, werden eveneens gemaakt door Lode. Een echte reus wordt gedragen, niet gereden. De sterke mannen van de gilde zweten onder het rieten geraamte van onze reuzen, maar zijn er des te meer fier over. De reuzengilde heeft in de loop van haar 23 jaar bestaan, aan heel wat reuzen-stoeten deelgenomen, in binnen- en in buitenland.
Een overzicht van de activiteiten:
Datum
locatie
activiteit
03-07-1984
Savio
Reuzenstoet met belleman, doop Jef
01-09-1984
Savio-wijkfeest
Optreden "Wolsjoi'-ballet
16-09-1984
Tervuren
Reuzenstoet
26-05-1985
Savio
Eerste Wolsemommegang met vertrek op Kauwenlaan, naar aanleiding van bouwkermis
30-08-1985
Dilbeek
Optreden tijdens braderij van Dilbeek centrum
08-09-1985
Brussel
Optreden in stoet in Hoogstraat en Blaesstraat (start aan Hallepoort)
19-04-1986
Groot-Bijgaarden
Optreden tijdens Scoutsfeest
18-05-1986
Savio
Tweede Wolsemommegang met vertrek op Kauwenlaan, naar aanleiding van bouwkermis. DOOP VAN RINNEKE
01-07-1986
Park broederschool Savio
Optreden voor afreis van Dalton-delegatie op bezoek in Dilbeek, op verzoek van handelaars Dilbeek
24-08-1986
Overijse
Optreden in stoet van wijnprinses
07-10-1986
Asbeek
Optreden in reuzenstoet n.a.v. 50 jaar bestaan vereniging van Asbeek
14-10-1986
Brussel
Optreden in stoet in Hoogstraat en Blaesstraat (start aan Hallepoort)
30-08-1987
Amsterdam
Deelname aan reuze reuzenstoet in Amsterdam op uitnodiging van Brakke Grond
04-10-1987
Denderleeuw
Optreden in stoet n.a.v. een 105 jarige.
11-10-1987
Brussel
Optreden in stoet in Hoogstraat en Blaesstraat (start aan Hallepoort)
23-01-1988
Dilbeek
Optreden als steun aan prinsenverkiezing van Jos
16-04-1988
Dilbeek centrum
Optreden tijdens weekend vakantiegenoegens 'bootjesvaren'
22-05-1988
Savio
Optreden met toneel tijdens bouwkermis, TROUW van JEF EN RINNEKE en GEBOORTE van FIENTJE,
29-05-1988
Halle
Optreden tijdens activiteit vakantiegenoegens
28-08-1988
Grimbergen
Optreden in grootse reuzenstoet in Grimbergen
25-09-1988
Luik
Optreden in stoet
03-12-1988
Savio
Onze kleine reus staat op de hobby tentoonstelling van Saviocentrum
14-05-1989
Savio
Bouwkermis optreden met x vrouwen en de 'reuzenteurenmeukers'
25-06-1989
Savio
Optreden tijdens het tuinfeest van de Broederschool
17-09-1989
Tervuren
Optreden in reuzenstoet van Tervuren
24-09-1989
Borgerhout
Optreden tijdens de 277ste reuzenstoet van Borgerhout
01-10-1989
Dilbeek
Optreden van de reuzenteurenmeukers tijdens Jogging van Dilbeek
05-05-1990
Vilvoorde
Optreden tijdens kermisstoet van Vilvoorde
03-06-1990
Savio
Optreden tijdens bouwkermis met DOOP van Fientje
23-10-1990
Brussel
Optredne in d' Huugstroet in de marolle in Brussel (Koningsfeesten): Koning 60 jaar, 30 jaar getrouw
22-09-1991
Lokeren
Deelname aan jaarlijkse reuzen KOVEKENstoet in Lokeren03-10-2010, 00:00 geschreven door guy
De reuzengroep werd door August Debbaut in 1936 gesticht.
Onze groep omvat 8 reuzen en een reuzenkind, begeleid met een groep bloemenmeisjes.
Alle reuzen zijn op de één of andere manier verbonden met het volksleven van Evergem.
De Reuzenfamilie is als volgt samengesteld:
DOKUS en ISABELLA trouwden in september 1949 en krijgen twee kinderen JACOBUS en JACOBA.
Zij zorgen voor een kleinkind HET REUZENKIND. In 1960 worden SLISSEN en CESARINNE als knechten bij de tuinbouwfamilie aangeworven.
SABBAS en PIERKEN sluiten in 1963 als bloemenverkopers aan.
In februari 1971 deed August Debbaut afstand van de reuzen en stichtte een vereniging voor behoud en onderhoud van de reuzenfamilie en nam Antoine Gilles de fakkel over als voorzitter.
Debbaut Adelin nam in 1991 als kleinzoon van de Heer Debbaut de taak van voorzitter over,
Gille Antoine werd ere-voorzitter.
Onder het voorzitterschap van Debbaut Adelin hebben we op 21 juli 1993 onze Koninklijke titel gekregen.
Reeds menige nationale en internationale optochten mogen wij op onze palmares schrijven.
De bloemenmeisjes gaan de reuzenfamilie voor in de optochten.Deze delen bloemen en snoepgoed uit aan het toekijkend publiek.
Dokus en Isabellazijn 3.50m hoog en wegen ongeveer 39kg.
Jacobus en Jacoba zijn 3m hoog en wegen ongeveer 29kg.
Slissenen cesarinne zijn 2.50m hoog en wegen ongeveer 25kg.
Sabbas is 2m hoog en weegt 20kg.
Pierken is 1.50m hoog en weegt 8kg.
En ja, dit moet ook nog gezegd worden: onze reuzen worden gedragen , dus ze zijn allemaal zonder wieltjes.
----------------------------------------------
Men moet niet treuren voor wat niet meer is, maar koesteren wat is geweest. De heer Antoine Gillis echtgenoot van mevrouw Monique De Meyer Erevoorzitter van de Koninklijke Debbauts Reuzengroep Lid van de koninklijke Belgische Duivenliefhebbersbond geboren te Evergem op 14 januari 1930 en god vruchtig overleden te Gent op 26 november 2009. De plechtige uitvaartdienst, waartoe u vriendelijk wordt uitgenodigd, zal plaatshebben in de dekenale Kerk Sint-Christoffel te Evergem-Centrum, op Donderdag 3 december 2009 om 10 uur. Daarna volgen de crematie te Lochristi en de bijzetting van de urne in het familiegraf op het kerkhof te Evergem-Centrum. Vrienden en kennissen die bij vergetelheid geen rouwbericht ontvingen, gelieven dit als dusdanig te beschouwen. 9940 Evergem, Hofbilkstraat 7
Reeds in 1567 wordt er in de oorkonde van de stad Geraardsbergen een reus vermeld met de naam 'Clays de Innocent'. Deze was gekleed met een violetkleurig laken, afgeboord met geel. De vroegste vermelding van een reus in Geraardsbergen komt voor in de stadsrekening van 1577 - 1578 "... t maecken van den ruese Goliath een nieuw cleet ..." . Dus in 1577 beschikte Geraardsbergen al over een reus die vermoedelijk heel wat ouder moet zijn geweest. Uit de stadsrekening van 1643 kan afgeleid worden dat in de Ommeganck van dat jaar slechts 1 reus opstapte, Goliath dus.
Pas in 1807 wordt voor de eerste keer melding gemaakt van drie reuzen. De gemeenteraad van 30 mei 1807 besliste namelijk: "De structuur en de kledij te hernieuwen van de grootste reus Goliath, van zijn vrouw en van het kind, zijnde oude monumenten van de stad". De reuzin en Kinneke Baba zijn dus heel wat ouder dan 1807.
De gemeenteraad laat in 1865 - 1866 het reuzengezin grondig aanpakken. Aan de toenmalige vermaande beeldhouwer Prosper Speck (1832-1898) werden de restauratiewerken aan de reuzen toegewezen. De koppen, het vlechtwerk, de schouderstukken, diadeem en de kledij werden grondig aangepakt. Een meer recente herstelling dateert van 1977. Toen kregen de reuzen nieuwe klederen en herstelde een mandenmaker het vlechtwerk. In 1996 werd de rieten onderbouw en kledij vernieuwd (kledij werd gemaakt door het KTA/nu KA) van Geraardsbergen. Nadat de reus Goliath en zijn gezellin Gerarda tijdens de autovrije zondag in september 2002 door een hevige windstoot tegen de grond werden geblazen hebben onze stadsdiensten hun hoofden gerestaureerd.
De reuzengilde van Geraardsbergen
In de 19de eeuw werden de reuzen gedragen door de zakdragers. Deze gilde was een gesloten ambacht, die meer dan tweehonderd jaar heeft bestaan. De zakdragers stonden in voor het laden en lossen van de schepen op de Dender. Elke kandidaat zakdrager moest een proef afleggen om lid te worden van dit ambacht. Dit omvatte het dragen van een heel zware zak, heen en terug, van beneden de Denderstraat tot Abdijstraat. Het was een ongeschreven wet, dat alleen zakdragers de reuzen mochten dragen. Eind 19de eeuw nam de politie deze zware taak op de schouders. Nadien stadsarbeiders. Naderhand werden buitenstaanders ingehuurd, doch bleek deze situatie niet haalbaar omwille van een te hoge uitkoopsom. Er deden zich moeilijkheden voor met de toenmalige reuzendragers, moeilijkheden van financiële en morele aard. De toenmalige schepen van feestelijkheden en toerisme, Ernest Daver, daarin gesteund door het College van Burgemeester en Schepenen, klaarde deze toestand met veel lef en durf op, door beroep te doen op vrijwilligers binnen het stadspersoneel. De nieuwe groep dragers werd een echte vriendenkring. Uit deze vriendenkring is de Geraardsbergse Reuzengilde ontstaan en werd er een bestuur samengesteld (29 oktober 1988 kwam men voor het eerst samen - stichtingsvergadering).
Dankzij de gilde werd het reuzengezin heropgeknapt en werd er een nieuwe versie van het Reuzenlied gecomponeerd door dhr. Marc Godfroid.
De Gilde zorgde ervoor dat onze reuzenfamilie tijdens de plaatselijke festiviteiten probleemloos door de straten van de Oudebergstad werden gedragen. Maar daarnaast zette de gilde zich in om het reuzengezin ook bekendheid te geven buiten de stad door deelname aan stoeten en ommegangen.
Nieuwe reuzendragers sinds 2008
Bij de Processie van Plaisance lvan 2008 liepen een 20-tal nieuwe vrijwilligers mee die de intentie hadden om reuzendrager te worden. Een reus dragen van 120 kg is nu geen kinderspel, vooral op een heuvelachtig en zwaar parcours. Met enige trots droegen ze de rieten geraamten, met daarop het zware hoofd van de reus, rond door de steile straten van onze binnenstad. t'Was in het begin met wankelende en onzekere passen maar de Geraardsbergenaars konden het best appreciëren, bleek bij het spontaan handgeklap. Men was fier op hun nieuwe reuzendragers.
Tijdens de algemene vergadering van 29 oktober 2008 (precies 20 jaar na de stichtingsvergadering die doorging op 29 oktober 1988) werd deze nieuw groep dragers opgenomen in de Reuzengilde van Geraardsbergen. In de Processie van Plaisance van zondag 30 augustus 2009 heeft iedereen kunnen vaststellen dat deze groep volwaardige reuzendragers zijn. De naam en eerbied waardig van hun vroegere collega's, afstammelingen van de "Gilde van de zakdragers".
Volgende personen maken deel uit van de Geraardsbergse Reuzengilde:
E. Spitaels - ere-voorzitter en schepen van feestelijkheden
G. Duhau - voorzitter
E. Neybergh - ondervoorzitter
K. Van Bossuyt - secretaris
Leden:
Bart Van Den Daele
Gustaaf De Groote
Stephaan Goossens
Robin Ronsyn
Luc De Jonckheere
Daan Franceus
David Van Cauwenberge
Tom Suys
Christophe Ysebaert
Ives Van Israel
Tom Goditiabois
Ken Wicheler
Bram Van Der Straeten
Bert Van Ongeval
Sven Van Oudenhove
Pieter Jan Kindekens
Patrick Van Sinaey
Kris Liedts
Kim De Henau
David Allaer
Xavier Pevenage
Albert Goossens
Doelstelling van de reuzengilde
De Reuzengilde wil in eerste instantie de beroepsfierheid van de reuzendragers aanwakkeren en aldus komen tot een betere bewaring van het unieke reuzenpatrimonium.
De Reuzengilde, zal de reuzenfamilie in ere houden, met de reuzenfamilie aanwezig zijn op de Geraardsbergse kermisfeesten en de stad nationaal en internationaal bekendheid geven.