Ik ben Guy, en gebruik soms ook wel de schuilnaam de belleman.
Ik ben een man en woon in Izegem (België) en mijn beroep is Bediende.
Ik ben geboren op 04/06/1955 en ben nu dus 68 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Belleman, Snorrenclub en reuzen.
Sinds enkele jaren ben ik alle Belgische, Noord-Franse en Nederlandse stadsreuzen aan te inventariseren.
Meer dan honderd reuzen van over heel België kwamen in Deurne samen voor de jaarlijkse reuzenstoet. Naast en onder de reuzen vind je heel wat mensen die gepassioneerd met zon stoeten bezig zijn.
Langs de weg stonden heel wat kijklustigen te wachten op de komst van de kleurrijke, grote en kleine reuzen die nu al voor de 33ste keer doorheen Deurne wandelen. Ze gingen via de Hoofdvunderlei, Herentalsebaan, Van den Hautelei naar de Stevenslei om zo via de Boterlaarbaan terug te keren naar Sterckshof. Rond half drie verzamelden alle reuzen aan de parkweg naast het districtshuis om van daar aan de optocht te beginnen.
In 1977 vond de eerste echte reuzenstoet plaats, vertelt organisator Albert Denie (55) uit Deurne. Tijdens het 'Jaar van het Dorp' maakte elk dorp een reus en toen die klaar was, wilden de mensen die enorme poppen tonen aan het publiek.
De Deurnese reuzenstoet is één van de grootste van België, die dan ook nog eens alle jaren doorgaat. De opkomst durft van jaar tot jaar een beetje schommelen, maar gemiddeld zijn er tussen de 110 en 125 reuzen te bewonderen. Maar organisator Albert heeft nog grootsere plannen.
Recordpoging
In 2012 bestaat onze stoet 35 jaar en dan willen we iets speciaals doen. Het is de bedoeling om een recordpoging te ondernemen. We willen dan meer dan 184 reuzen bij elkaar krijgen. Dat record staat nu op naam van Beveren. Ik ben ervan overtuigd dat Deurne nog beter kan. De budgetten hiervoor zijn rond. Nu nog voldoende reuzen vinden, lacht Albert.
Volgens de organisator zijn reuzendragers een uitstervend ras. Er zijn nog weinig jonge mensen die hier meelopen als reuzendrager. En je mag het ook niet onderschatten, want het is toch een eind lopen en de reuzen zijn ook wel zwaar. Naast de muziekverenigingen die voor de nodige ambiance zorgen en naast onze eigen muzikanten zijn er ook enkele bands uit Nederland, vertelt Albert.
Telkens de heel stoet voorbij wandelt, voel ik een zekere trots vanbinnen. Zon traditie mag nooit stoppen. Klein en groot genieten er van.
Un renard de plus de 4 mètres de haut danse pour votre plus grand plaisir. En 1984, le comité des Amis de Lorette décide de construire un géant pour animer les festivités du mois de juin. Pour cela, il fait appel à René Sansen, sculpteur et ébéniste Athois (décédé en 1997) bien connu des milieux folkloriques. En effet, c'est lui qui a recréé l'imposant Cheval Bayard (plus de 700 Kg) qui défile toujours à la ducasse d'Ath, ainsi que de nombreux géants dans le Hainaut Occidental. René Sansen crée donc une légende sur le "Bois du Renard", lieu-dit du faubourg de Bruxelles (le quartier de Lorette). Il faut plus de 6 mois pour créer le géant, fabriqué à la façon des géants traditionnels de la ducasse d'Ath. Il représente un renard habillé en ermite, qui mesure environ 4,10 metres et pèse environ 115kg. Il est porté par une seule personne (à la fois) grâce à un système de sangles en cuir tout à fait typique des géants de la région, et effectue toutes sortes de danses, entraîné par une fanfare. Détail important: il n'est pas monté sur roues !!! Il est inauguré et baptisé en la chapelle Notre Dame de Lorette le 25 mai 1985. Sa première prestation sera effectuée lors de la troisième ducasse de Lorette cette même année. Dès l'année folklorique qui suit, les contrats qui nous engagent à participer à des festivités affluent et nous sortons de plus en plus de notre région pour nous "balader" de la Wallonie vers la Flandre et même vers le Nord de la France. En 1987, nous participons aux fêtes de Wallonie à Liège. Le 25 avril 1993, nous participons, avec une centaine d'autres géants portés, à la "concentration" de géants organisée à Steenvoorde tous les 7 ans. Nous serons aussi de la partie lors des éditions de 2000, 2007 et 2012. De cette participation naitra une franche amitié avec l'association "Les Amis de Fromulus", organisateurs de l'événement. En 1994, le géant fête ses 10 ans en grande pompe avec la présence des autorité communales de la ville d'Ath. 1996, c'est l'année où le géant se retrouve nez à nez avec la Tour Eiffel: nous sommes invité à l'inauguration de l'exposition "Géants et Dragons en Wallonie et à Bruxelles" qui se déroule à Paris et nous défilons sur le Champs de Mars. En 1999, Jean Denys- Boussard, président de la Fédération des Groupes Folkloriques Wallons, remarque notre groupe et le juge digne de faire partie de l'association. Nous entrons donc en stage de 2 ans qui s'est achevé en 2001. Nous sommes devenus depuis membres à part entière au côté de groupes aussi prestigieux que les "Porrais Tilffois" ou les "Macrales Du Val de Salm". C'est l'un des plus bel honneur que l'on nous ait fait jusque maintenant. Septembre 2001, la Région Wallonne nous demande d'être les représentants du Hainaut lors de l'ouverture du Grand Prix de Formule 1 de Spa Francorchamps. Décembre 2009, Coupi fête son 25ème anniversaire en grandes pompes, et mets à l'honneur ses porteurs et les membres de son comité (anciens et actuels).
Et le meilleur reste à venir... Peut-être chez vous...
Antwerpen is een reuzenstad, dat was ze vroeger al en is ze nu nog steeds. De naam van de stad zou volgens een legende zelfs te danken zijn aan een reus! Tijdens de middeleeuwen leefde er in de stad verschillende mythes en stadslegendes over reuzen onder de bevolking. Antwerpen Hogerop wil aan dit reuzenverhaal een nieuw hoofdstuk toevoegen: we willen Antwerpen terug de reuzenstad maken van weleer door de folklore en legendes nieuw leven in te blazen door ze in een hedendaagse en interactieve context te plaatsen.
Legendes, mythes en sagen
Dat reuzen belangrijk waren/zijn voor Antwerpen is zeker een understatement: de stad dankt zelfs haar naam aan een legende met een reus! Vroeger zou een reus, Druoon Antigoon, de stad geteisterd hebben! Immers zou Antigoon handen afhakken van schippers die geen tol betalen wilden. Deze handen gooide hij dan de Schelderivier. Het is uiteindelijk de Romeinse soldaat, Silvius Brabo geweest die stad van deze vreselijke reus zou verlost hebben. Hij doodde de reus en hakte zijn hand af. Nadien gooide Brabo ook de hand van de reus in het Scheldewater. Dat hand-werpen zou nadien leiden tot Antwerpen
Een andere reus die in het middeleeuwse Antwerpen leefde waren de mythes en verhalen over kwelgeest Lange Wapper. Deze kwelgeest leefde in de buurt van de Burcht en het Vleeshuis. s Nachts kwam hij onverwachts tevoorschijn om verraste dronkaards lastig te vallen en te kwellen. Eerst doet Wapper dit als een klein mannetje maar hij kan zich groter en groter laten worden totdat hij als reus boven de Antwerpse huizen kon kijken. Als de dronkaard zijn huis binnen vlucht kon Lange Wapper zo via de ramen binnenkijken.
Stadsreuzen
Antwerpen was een van de eerste (zoniet de eerste) steden in de Lage Landen die in 1398 hun eigen stadsreuzen bezaten. Dit gebruik, om reuzen mee te dragen in stoeten en processen, is overgewaaid uit Spanje. De reuzen waren dikwijls verbonden aan gilden of beeldde legendes uit. Reuzen worden niet zomaar gebouwd, reuzen worden geboren. Een stadsreus is een effectieve bewoner van de stad en wordt ingeschreven in het bevolkingsregister en tijdens een plechtigheid gedoopt. Een erg gekende omegang is die van de Reuzekes van Borgerhout !
Nog steeds vindt er jaarlijks een ommeganck plaats tijdens de gildenfeesten waarop de Antwerpse stadsreuzen Pallas Athene en Druoon Antigoon op aanwezig zijn. Ook in de districten Borgerhout en Deurne vinden er nog jaarlijks reuzenommegangen plaats.
Reuzen vandaag
Ook de reuzen van Royal de Luxe weten waarom ze naar Antwerpen moeten komen. In de zomer van 2010 doen zij voor de derde maal de reuzenstad aan! Het bezoek van het reuzenmeisje en de sultan met zijn olifant liggen nog vers in ons geheugen waardoor we uitermate verheugd zijn om deze reuzen weer te mogen ontvangen !
Reuzen in de toekomst
Antwerpen Hogerop wil in de toekomst Antwerpen nog meer op de kaart zetten als reuzenstad! Er was al eens sprake om bovenop het nieuwe MAS een zittende reus te plaatsen maar wij zouden reusachtige (speel)objecten op meerdere plaatsen in de stad willen en zo de aandacht trekken! Dit kan een grote aantrekkingskracht hebben voor zowel Antwerpenaren als toeristen. Denk maar aan de reuzenhand aan de Meir. Op de reuzenspeelobjecten her en der in de stad kunnen kinderen naar hartenlust spelen. Als referentie dient hier de Gulliver-speelreus in Valencia en voor de grote sculpturen, voorwerpen en objecten zouden we kunstenaars vragen een werk te maken.
Locatie en concept
Voor Spoor Noord opteren we beter voor een grote laars. Die is de reus kwijtgeraakt bij zijn toch doorheen Antwerpen. Hier staat merendeel de overdekte speelmogelijkheid centraal. Omdat de SPTM-loods meer een shelter is waar informeel spelplezier mogelijk is en bij slecht weer de speeleilandjes in het park niet ideaal zijn. Voor het Rivierpark Droogdokken verkiezen we een soort van watergeest waar water centraal staat, dit nabij het Eilandje en de Droogdokken en de majestueuze Scheldebocht van de Schelde. Een grote speelreus zou gelokaliseerd worden nabij Nieuw Zuid/ Scheldekaaien. Hier gebruiken we bijvoorbeeld een grote Lange Wapper naar evenbeeld van Gulliver in Valencia. Andere locaties zijn: Regattasite, Linkerscheldeboord, Sint-Anna, Scheldekaaien, omgeving Steen,
Doelstelling
Kinderen maken op een speelse manier kennis met een stukje lokale folklore van de reuzen in Antwerpen. De reuzespeelobjecten worden voorzien in een grootstedelijke zone waar veilig en naar believen kan geravot worden. De broodnodige speelruimte is gelegen nabij stadsuitbreidinggebieden. In het kader van Antwerpen, Europese Jeugdhoofdstad 2011 kunnen we dit idee lanceren als het creëren van grootstedelijke speelruimte met (boven)lokale aantrekkingskracht nabij attractieve stadsontwikkelingsgebieden. Met de spelobjecten willen we tevens de kaart van de grootstedelijkheid trekken maar toch de nadruk door de functie op spel dat het om een kindvriendelijk grootstad gaat. Op die manier willen we het dorpse, het lokale en het middelmatige overstijgen! De reuzespeelobjecten zijn een extra aantrekkingspool voor toeristen die deze grote speelobjecten willen komen bezoeken en er fotos van nemen. Zo is dit momenteel ook bij de hand op de Meir. De reuzespeelobjecten zullen een toeristische troef worden.
Een extra troef is dat tegelijk met de Europese Jeugdhoofdstad in 2011 ook het district Borgerhout dan zijn 175ste verjaardag viert (1836-2011) en een jaartje daarna zal de 300ste Uittocht van de Reuzekens plaatsvinden (1712-2012)! De grote Borgerhoutse festiviteiten starten in september 2011 en duren tot september 2012.
Stadsreus Sjtuf is waarschijnlijk â600 jaar oudâ
Stadsreus Sjtuf is waarschijnlijk 600 jaar oud
Bij de meeste volkeren treffen wij mythen aan over reuzen, die over de aarde rondzwalkten en met draken of goden de strijd aanbonden. Reuzen zijn geen louter heidens verschijnsel. In de bijbel komen indrukwekkende figuren voor als Samson en Gideon. Wie kent niet het verhaal van David en Goliath. De laatste zou ongeveer 4,50 meter lang zijn geweest.
De huidige stadsreus van Roermond, Sjtuf, dateert van september 1982 en werd gebouwd ter gelegenheid van 750 jaar stad.
Op de website http://www.reuzengilde-roermond.nl/ is onder het trefwoord Sjtuf (stadsreus) alleen de vermelding uit 1680 te vinden, waaruit blijkt dat de kosten van het herstel werden betaald door de magistraat. Dan is het zo niet vermetel om de stelling aan te gaan dat dit exemplaar al enige tijd bestond, wellicht de tweede stadsbrand van 1665 heeft overleefd. In 1749 kreeg Sjtuf een processieverbod en dat leidde tot de neergang van de reuzentraditie in Roermond. De toenmalige bisschop Johannes Antonius de Robiano had er kennelijk schoon genoeg van. Na de Franse revolutie bleef het stil tot 1982.
Hoewel harde bewijzen ontbreken durf ik de stelling aan, dat Sjtuf op zijn laatst in Roermond einde vijftiende eeuw zijn opwachting heeft gemaakt. Waar baseer ik dat op ?
Sinds de kerkelijke instelling van de processie van het Heilig Sacrament in 1316, werden de ommegangen in het gekerstende Europa groots en luisterrijk opgezet. De geestelijkheid deed daarvoor een beroep op de halfwereldlijke, halfgeestelijke broederschappen die een of ander mysterie vereerden of een patroonheilige hadden. De oudste schriftelijke bewijzen van een Christoffelreus, in de Lage Landen, dan gaat over de Sjtuf van Antwerpen, dateren van 1398.
Als men bedenkt dat Roermond vanaf 1350 wordt gezien als de hoofdstad van het Overkwartier van Gelre, dus een belangrijke stad was, en rond 1410 is begonnen met de bouw van een nieuwe Christoffelkerk, de huidige kathedraal, kan het bijna niet anders dat de stad beschikte over een Christoffelreus. Nog een poging tot indirect bewijs van mijn stelling. De 13e eeuwse Italiaanse dominicaan Jacobus de Vorigine beschrijft al processies met als letterlijke hoogtepunten reuzen o.a. Christoffel.
Overal in de archieven van onze streken komt men bijvoorbeeld St.-Jorisreuzen, al dan niet vergezeld met de draak, tegen. In het Belgische Aalst is de oudste bewijs van 1417. Dichter bij huis, de oudste vermelding van een reus wat Venlo betreft dateert van 1485. Alleen is er sprake van een reus, zonder nadere aanduiding. In 1492 is er sprake van een Goliath. In 1518 wendde zich de stad Namen tot de stad Maastricht om haar te helpen met de reconstructie van haar Goliathfiguur en het ros Bayard.. Dat betekent dat men in Maastricht ofwel een Goliathreus heeft gehad of over uitzonderlijke kennis van de bouw van reuzen beschikte.
t Remunjse Reuzegilde vertegenwoordigt waarschijnlijk een traditie van zes eeuwen en wij geven daar gestalte aan door om de zoveel jaar een grootste optocht te organiseren, die aansluit aan het rijke verleden van onze stad. De eerstvolgende is op 25 september 2005.
1 Red Hackle Pipe Band uit Antwerpen 2 Wagen Ere Burgers van Deurne 3 Disticts college van Deurne 4 De Reuzen De Preutelmadamme,Jeanette,Vake Viool,De Rosse Garde,Fredje Den Tokkelaar en Theo Van Den 5 Bosch uit Deurne 6 De Reus Joske Knip uit Deurne 7 De Reus Wannes Laps uit Zingem 8 De Reus François le Zouave uit Limelette 9 De Reus Rudolf Hecktela uit Hechtel-Eksel 10 De Reuzen Piersus VaMei vanne Kreikel en Berb VaTreke Bas uit Hasselt 11 De Geitebreiers uit Huybergen Nederland 12 De Reuzen groep Die Hamse Wuitens uit Hamme 14 De Reuzen Leo,Trees,Cambrina en Cambrinus uit Zottegem 15 De Reus Hannes van Askapel uit Eggewaerstskapelle 16 De Reuzen Walter, Aldegonde en Zeger uit Herzele 17 Showkorps K&G Juniorenkorps uit Leiden Nederland 18 De Reus Pier Pette uit Brugge 19 De Reuzen Celest,Philomena,Mercatorke,Grobelia en Gerardus Mercator Rupelmandus uit Rupelmonde 20 De Reus De Snor uit Antwerpen 21 De Reuzin Anneke Mossel en de Reus Langoustian uit Antwerpen 22 De Reuzen Wannes van de Velde en Germain van Ganzeveer uit Antwerpen 23 Showkorps Wilhelmus uit Sliedrecht Nederland 24 De Turnhoutse Reuzenclub met zijn Dorps gemeenschap uit Turnhout 25 Tamboer korps Sint Cecilia uit Zegge Nederland 26 De Huzaren Reuzen uit Brugge 27 De Reus Den Toeter uit Tielrode 28 De Reuzen Philippo,Isabella en Philiep uit Overmeire 29 De Reuzen Proostie,Mele,Fietje en Nesti uit Eine 30 Showkorps VOLT uit Tilburg Nederland 31 De Reus Louis Hoera uit Dendermonde 32 De Reuzen uit Moortsele 33 De Reuzen Maurice Baeté,Jacoba en Jacobus van Kerkhove,Lisa en Maurice Kasei uit Lokeren 34 De Reuzen Rene en Reynolda de Schavuit en Arsene de KBC reus uit Waterland-Oudeman 35 De Chr Drumfanfare Hosanna uit Axel Nederland 36 De Reuzen Mathieu en Mathilde uit Ekeren 37 De Reuzen uit Wavre 38 De Reuzen Bavo,Nele en Sicksken uit Moerzeke 39 De Reuzen Isidoor,Coletje,Helga,Mickey en Minnie uit Rijkevorsel 40 De Reus Berten uit Eeklo 41 De Koninklijke Harmonie St Cecilia uit Bassevelde 42 De Reuzen Nonkel Miele,Tante Flavie en Jommeke uit Halen 43 De Reuzen Raf,Germaine en Jules Kabas uit Belsele 44 De Reuzen Torre Loef en Aline uit St Stevens Woluwe 45 De Reuzen Manse,Kalle en Susken uit Asse 46 De Lustige Zwervers uit Oudenaarde 47 Wagen Mevrouw Leemans uit Deurne 48 Wagen Karnamor uit Mortsel 47 Wagen Regemortels (Bezemwagen) 48 Ziekenwagen Het Vlaamse Kruis
Deurne bouwt aan grootste reuzenstoet ter wereld 2010
Deurne bouwt aan grootste reuzenstoet ter wereld
DEURNE - Meer dan elders in Antwerpen zijn de Bevrijdingsfeesten een begrip in Deurne. Ze gaan vanavond, om 22 uur, knallend van start met een groot Vredesvuurwerk boven het Rivierenhof. Maar ook de reuzen zullen de show stelen.
Nog zo'n traditie is de Reuzenstoet, dit weekend al toe aan z'n 33ste ommegang. Zaterdag palmen 120 reuzen eerst Deurne-Zuid in. Zondag wordt Deurne-Noord onder de (grote) voet gelopen. Toch is dat slechts de voorbode van een heuse wereldrecordpoging die Deurne in 2012 plant met deze optocht van reuzenpoppen.
'Er zijn al acht Deurnese reuzen zoals De Preutelmadame, Vake Viool en de Rosse Garde, maar ik droom hardop van een negende pop', aldus schepen Marleen De Backer (Open VLD). Ze komt, als liberale, op de proppen met een verrassende keuze : reus Maurice Dequeecker, een socialistische boegbeeld uit het vervlogen zelfstandige Deurne. 'Hij bestuurde deze gemeente gedurende liefst 28jaar en heeft veel betekenis gehad voor Deurne. Hij genoot aanzien over alle partijgrenzen heen. We laten de volgende jaren nog meer reuzen aanrukken zodat we het Guinness Book of Records halen als grootste reuzenstoet ter wereld.'
Antwerpen was een van de eerste (zoniet de eerste) steden in de Lage Landen die in 1398 hun eigen stadsreuzen bezaten. Dit gebruik, om reuzen mee te dragen in stoeten en processen, is overgewaaid uit Spanje. De reuzen waren dikwijls verbonden aan gilden of beeldden legendes uit. Reuzen worden niet zomaar gebouwd, reuzen worden geboren. Een stadsreus is een effectieve bewoner van de stad en wordt ingeschreven in het bevolkingsregister en tijdens een plechtigheid gedoopt. Een erg gekende ommegang is die van de Reuzekes van Borgerhout !
Nog steeds vindt er jaarlijks een ommeganck plaats tijdens de gildenfeesten waarop de Antwerpse stadsreuzen Pallas Athene en Druoon Antigoon op aanwezig zijn. Ook in de districten Borgerhout en Deurne vinden er nog jaarlijks reuzenommegangen plaats.
Ook de reuzen van Royal de Luxe weten waarom ze naar Antwerpen moeten komen. In de zomer van 2010 doen zij voor de derde maal de reuzenstad aan ! Het bezoek van het reuzenmeisje en de sultan met zijn olifant liggen nog vers in ons geheugen waardoor we uitermate verheugd waren om de reuzenduiker te mogen ontvangen !
Dendermonde is op folkloristisch vlak niet alleen gekend omwille van zijn tienjaarlijkse Ros Beiaardommegang. Elke laatste donderdag van augustus trekken de drie historische Gildereuzen Indiaan, Mars en Goliath immers dansend door de stad, als hoofdrolspelers in hun eigen ommegang Katuit.
In een feeërieke avondstoet worden de Gildereuzen omringd door meer dan 1000 aangepast gekostumeerde figuranten. Praalwagens, muziekkorpsen, professioneel straattheater, vendelzwaaiers en fakkeldragers zorgen telkens voor een uniek spektakel. In de Ommegang komen niet alleen historische of volkse taferelen aan bod (bv. over de geschiedenis of de spotnamen van Dendermonde) maar wordt ook telkens veel aandacht besteed aan eigentijdse animatie en speciale effecten. Ruim 40.000 toeschouwers verdringen zich elk jaar langsheen de omloop om niets van dit reuzenspektakel te missen. De apotheose op de Grote Markt, met de drie Gildereuzen en de Ros Beiaardharmonie, is indrukwekkend. Het grote muzikale luchtvuurwerk van achter het Stadhuis zorgt voor een prachtige afsluiter.
De Reuzenommegang behoort al verschillende jaren tot de belangrijkste folkloristische evenementen in Vlaanderen. Hoogtepunt van erkenning is de opname van de drie Gildereuzen en hun Ommegang op de lijst van het Unesco Werelderfgoed in 2005. Zoals de meeste historische ommegangen is de Dendermondse Reuzenommegang ontstaan uit een processie. Katuit markeerde vroeger het einde van de Dendermondse zomerkermis, die op zijn beurt verbonden was met het kerkwijdingsfeest van de Onze-Lieve-Vrouwekerk (11e eeuw) op de feestdag van Sint-Jan-Onthoofding, zijnde 29 augustus. In het midden van de 15e eeuw waren de drie Gildereuzen Indiaan, Mars en Goliath, een verworvenheid geworden in de ommegangen en de volksfeesten.
Sedert 1522, na een beslissing terzake van de bisschop van Kamerijk, viel de Reuzenommegang op de donderdag na de vierde zondag van augustus (wat soms ook 1 september kon opleveren). Sedert 2005 is gekozen voor een nieuwe datumbepaling: de laatste donderdag van augustus. Tot in de jaren '60 bleef de Reuzenommegang een zeer eenvoudige optocht. De drie Gildereuzen, die toen nog gestald waren in het Groenselhuis naast de Vismijn, werden in de namiddag van de Vlasmarkt naar de Grote Markt gebracht en tentoongesteld voor het toenmalige politiebureau aan het Stadhuis. Daarna volgde een optocht langs verschillende kroegen in de stad. De begeleiding van de drie Gildereuzen, elk voorzien van twee dragers, beperkte zich tot twee trommelaars, twee politieagenten en enkele fakkeldragers.
In 1967 werd het initiatief genomen om Katuit te herwaarderen en om rond de drie Gildereuzen een echte ommegang te bouwen. Onder impuls van regisseur Franki Hervent kwam er in 1968 een eerste grote vernieuwing, toen de trommelaars - als begeleiders van de drie Gildereuzen - vervangen werden door de Harmonie van de Katholieke Burgerskring. Opeens stelde men vast dat de reuzendragers hun kunstige danspassen veel beter konden uitvoeren op de harmoniemuziek van het Ros Beiaard en Ons Banier. Het jaar nadien werden de harmonie en de fakkeldragers voorzien van middeleeuwse kostumering. Katuit was voorgoed herboren.
In het begin van de jaren '70 werden ter gelegenheid van Katuit verschillende wagenspelen opgevoerd met medewerking van de Dendermondse toneelgezelschappen. Later werden dit mimespelen en optredens van kunstgroepen zoals Fro en Incar. Het is pas midden de jaren 70, met de realisatie van de Ros Beiaardommegang van 1975 als extra impuls, dat Katuit echt groot werd en in omvang toenam. De drie Gildereuzen werden omringd door dansende fakkeldragers, hellebaardiers, harmonieën, gildegroepen, vendeliers, ruiters, knaptanden en kopvleesdragers. Vanaf 1977 deden de eerste praalwagens hun intrede. Van dan af werd de Ommegang van jaar tot jaar uitgebreid met volkse of historische taferelen. Er werd wel zorg voor gedragen dat de drie Gildereuzen steeds de hoofdrolspelers bleven.
In de voorbije tien jaar werd Katuit nogmaals uitgebreid en vernieuwd, met onder meer een hele reeks nieuwe, aantrekkelijke praalwagens. In de Poepekas, een prachtige wagen over het volksleven op t Vestje, en De Schelde koestert de Dender die de samenvloeiing van beide rivieren symboliseert, zijn slechts twee van de vele geslaagde voorbeelden. De wagens Keizer Karel bezoekt Dendermonde en Blijde Intrede vanJan zonder Vrees brengen belangrijke historische gebeurtenissen in herinnering. Door de inbreng van toneelgezelschappen en professionele straatartiesten en het inlassen van speciale effecten, is ook de kwaliteit van de Ommegang er sterk op vooruit gegaan.
Afspraak met de Gildereuzen Indiaan, Mars en Goliath elke laatste donderdag van augustus.
Naar aanleiding van de doortocht van 'de Duiker, zijn hand en de Kleine Reuzin' van het gezelschap Royal de Luxe in Antwerpen, schreef Peter Holvoet-Hanssen zijn vijfde Stadsgedicht : Reuzenlied. Dit Reuzenlied eindigt op een slaapliedje voor de Kleine Reuzin, een berceuse met een knipoog naar Van Ostaijen en alle kinderen van de stad. (http://soundcloud.com/museastadantwerpen/reuzenlied)
Tijdens het reuzenweekend (20 tot 22 augustus 2010) was dit Reuzenwijsje 3 dagen lang te lezen op twee 10-meterslange banieren, in een ontwerp van Jelle Jespers, op het gebouw van de voetgangerstunnel (rechteroever). Omdat de reuzen geen Nederlands spreken, werd er ook een banier met de Franse versie gehangen. Die werd na afloop aan het Franse gezelschap geschonken.
De reuzen inspireerden niet enkel Peter Holvoet-Hanssen tot een gedicht, maar ook de Zuid-Afrikaanse dichter Charl-Pierre Naudé. Naudé was in de maand juni op uitnodiging van de stadsdichter te gast in de Antwerpse PEN-flat. Samen gingen ze in Antwerpen op zoek naar de roots van de reuzen. Naudé's Reusegedig legt de link met Afrika en andere culturen.
Reuzenlied
(John Djon Lundström, augustus 1977)
Zie ze dor na mor is gaon giganten in de droge regen ijslandschap ten hemel een zandbank was een berg voor ons een delta voor de reuzen hier werden wij geworpen toen de paarden met ons spraken wij plantten hutten tot een heem de handen in de Schelde en Brabo zong zijn reuzenlied de tollenaar in trance de zeilen bolden, torens klommen de stroom werd afgesloten het goud van Zuid-Amerika met Rubens aan de kade een eiland van bezwete tijd een broeihaard van culturen vergoten bloed gemixt met roet wij blijven reuzenmakers Napoleon en wij t kanon wij bleven watergravers met honger op de donderkloot en Pierlala maar schranzen de Pruisenlaars blonk als de hel viva, op zwier, niet zwanzen de poesjenellen zingen scheel welkom reuze reuzen en wij hier voor het reuzenmeisje samen nu dit wijsje reuzinneke stap in de boot dromen zijn uw reisgenoot reuzinneke en dans met ons keer u toch niet om bom bom
schoon spinneke een kleurenstoet t Stad is nu een toverhoed
schoon rozeke de avond valt de sterren voor u uitgestald
reuzinneke en zijt ge moe
doe dan maar de luiken toe (4 x decrescendo)
petite géante bateau te berce foule de rêves sur toi verse
petite géante danse avec nous va ne te retourne pas oh belle épeire couleurs en route vois la ville, chapeau magique
oh jolie rose que tombe la nuit pour toi ciel détoiles amies
Traditiegetrouw schenkt de Broederschap van O.L.V-Vrouw om de zeven jaar op de maandag na de eerste Virga Jesseommegang, gratis erwtensoep op het pleintje voor de Virga Jessebasiliek onder het toeziende oog van Don Christoph. En die traditie hield stand, ook al gooide de regen zondag roet in het eten.
Don Christoph - de Langeman - zou volgens de legende een Spaanse edelman zijn geweest die de stad van een hongersnood redde door het uitdelen van erwtensoep. De Hasseltse stadsreus werd in zijn huidige gedaante gemaakt in 1810 en voor deze editie volledig gerestaureerd .
Vanaf het Stadsmus, het onderkomen van Don Christoph, trok hij door de versierde stad voor een eerste halte in de Dorpsstraat waar hij het gezelschap kreeg van Hendrik en Katrien - de oudste inwoners van de stad - en de boeren van het rot het Dorp die hem ontvingen met een eigen lied, het Robrecht Hendrikslied. Zo verwelkomden ze gezamenlijk de menigte aan de Virga Jessebasiliek waar de Hasselaren en toeristen elkaar stonden te verdringen voor een kopje erwtensoep.
Bonensoep
Terwijl de erwtensoep van de Langeman rijkelijk vloeide, deelde Jan van het rot Isabellastraat-Kattegatstraat zo´n vijftig liter bonensoep uit aan de passanten .
Don Christoph bracht de namiddag door op de Grote Markt waar hij zich gewillig liet bekeuren om alzo weer voor zeven jaar te verdwijnen in zijn houten kist met kijkgat in het Stadsmus.
Michel Ilsen, voorzitter van de vzw. Stadsmuseum Hasselt,werkt aan een boek over de geschiedenis van de Hasseltse reuzen in het algemeen en die van de Langeman in het bijzonder. Het is de bedoeling om niet alleen een historisch leesboek te maken, maar ook een kijkboek.
Oude foto's, bierkaartjes, beelden, schilderijen, tekeningen, postkaarten, glasramen, logo's, gedichten, liedtekstjes ... zijn dus welkom !
De Langeman werd geboren in 1810 en is ontworpen door Melchior Tieleman, leraar aan de pas opgerichte "école d'art" van Hasselt. De bestelling voor de nieuwe stadsreus kwam van de Société d'Art Dramatique, zoals de rederijkerskamer De Roode Roos zich tijdens de Franse tijd noemde.
Tieleman, afkomstig uit Lier, haalde zijn inspiratie bij de Antwerpse reus Antigoon en ontwierp een geharnaste ridder die zittend op een wagen door de stad zou trekken. De Langeman, later ook al Don Christoph genoemd, was geboren. De zittende reus werd één van de bekendste beelden van Hasselt. Ook heel wat verenigingen heten De Langeman of Don Christoph.
In 2010 - tijdens de volgende Virga Jessefeesten - komt de Langeman weer naar buiten en die uitstap valt samen met zijn 200ste verjaardag. Hij is dus met voorsprong de oudste nog "levende" Hasselaar.
Een bijzondere bijschrijving in de bevolkingsadministratie van Sluis. Op woensdag 4 augustus werd Jantje van Sluis officieel geregistreerd door burgemeester Jaap Sala. Volgens de akte is Jantje een folklore(stads-)reus met een lengte van 3,25 meter, die vanaf zijn geboorte op 27 mei 2006 wordt ingezet als representant van de gemeente Sluis.
Na de inschrijving, waarbij Jantje vanwege zijn lengte buiten moest wachten, maakte hij samen met enkele Vlaamse kennissen een rondgang door Oostburg. Ze werden vergezeld door stadsomroeper Cees Blaeke die al decennia lang geregeld in de huid van het legendarische klokkenmannetje kruipt. De ouders van reuzen-Jantje zijn enkele enthousiaste Sluizenaars.
---------------------------
HOORT MIJ AAN BURGERS EN BURGERESSEN VAN DE GEMEENTE SLUIS EN MOGELIJK VAN VER DAARBUITEN EN LUISTERT NAAR DE TIJDING DIE IK JANTJE VAN SLUIS, STADSOMROEPER EN KLOKKENIST UIT DE BELFORTTOREN TE SLUIS, U BRENGEN MAG !
HEDEN WOENSDAG 4 AUGUSTUS IN HET JAAR 2010 IS ZOJUIST IN HET GEMEENTEHUIS ALHIER IN DE BEVOLKINGSADMINISTRATIE VAN DE GEMEENTE SLUIS INGESCHEVEN DE GEBOORTE VAN DE STADSREUS : JANTJE VAN SLUIS
De reus is geboren op 27 mei 2006 en wordt vanaf zijn geboorte veelvuldig in Nederland en België ingezet voor promotie doeleinden.
Ook is de reus - met zijn gevolg - een graag geziene gast bij de vele reuzenoptochten in het buitenland. Hij treedt vaak in groepsverband op met de reuzengroep van de stad Jabbeke in België. Zijn vrienden waren dan ook vandaag bij zijn geboorteaangifte aanwezig.
Voor de promotie van de Gemeente Sluis is Jantje van Sluis een bekende - en niet weg te denken - ambassadeur en inwoner, die ruime bekendheid geniet tot ver buiten de gemeentegrens.
U zult hem en zijn gevolg vaker kunnen bewonderen.
Jantje van Sluis is eigenlijk de bijnaam van een gekleurd houten beeldje uit 1424, dat is gemaakt door Jacob van Huse en dat in Sluis in het belfort staat en op gezette tijden de klok slaat.
Over de oorsprong van dit beeldje doen diverse verhalen de ronde. Een centraal verhaalelement is dat Sluis in 1604 door Prins Maurits werd veroverd en dat de Spanjaarden de stad weer in handen wilden krijgen. In 1606 was het zover tijdens de Aanval op Sluis (1600). De Spanjaarden verzonnen een list, waarbij ze een leger opstelden bij de Oostpoort, terwijl aan de zuidzijde een schijnmanoevre moest plaatsvinden om de aandacht af te leiden. Op het afgesproken tijdstip, als de klok zou slaan, diende de aanval te worden ingezet.
De klok sloeg echter niet, want de klokkensteller, bijgenaamd Jantje van Sluis, was die dag juist naar de kermis geweest en had daar een biertje teveel gedronken. Hij liet zijn zoon en zijn neef de klok opwinden. Zij deden het te stevig, waardoor het klokmechanisme dienst weigerde. Hierdoor sloeg de klok niet. De Spanjaarden dachten aan verraad en durfden de stad niet in te nemen. Toch werden er nog enkele pogingen ondernomen om de stad in te nemen. Hierbij kwam een aantal wachten van de Oostpoort om het leven, omdat juist bij hun aankomst de springladingen ontploften die de valbruggen moesten ontgrendelen.
Jantje van Sluis is sindsdien de held van Sluis.
Het belfort werd tijdens de Tweede Wereldoorlog in 1944 verwoest, maar het beeldje bleef ongedeerd. Het is later in het gerestaureerde belfort teruggeplaatst en geeft sindsdien weer de tijd aan door elk kwartier op de klok te slaan.
Zo zagen de stadsreuzen Valuas en zijn vrouw er rond 1750 uit.
In 1754 gaf de Venlose drukker Henricus Korsten twee boekjes in het Nederlands en in het Latijn uit die de reuzen een nieuwe bestaansgrond verschaften. Hun inhoud is nagenoeg identiek. De auteur was anoniem en noemde zich een Keulse priester "meester in de wijsbegeerte". Hierin werd de legende van Valuas en de vrouw en de stichting van Venlo uit de doeken gedaan.Zij zouden geleefd hebben in het begin van onze jaartelling. Valuas was "hoofdman der Bructeren", een Germaanse stam woonachtig op de rechteroever van de Rijn.
Na een verloren oorlog trokken Valuas, zijn vrouw en de stam naar het westen. Zij vestigden zich aan de Maas op een vruchtbare plek, die zij Venlo noemden. De Venlonaren hadden - uit achting voor de stichter van hun stad - Valuas en zijn vrouw vereeuwigd in de vorm van twee reuzenpoppen. Men moest ze derhalve niet als afgodsbeelden zien. Met godsdienst hadden de reuzen niets te maken en ze werden met burgerlijke eer door de bevolking bejegend. Daar kon niemand, ook de bisschop van Roermond niet, iets op tegen hebben. Omtrent de afkomst van de naam Valuas valt niets met zekerheid te zeggen. Mogelijk was het een verbastering van "Goliath". Vanaf 1650 wordt de reus een enkele keer aangeduid met "Vulluijes" en voor het eerst in 1708 met Valuas. De naam Goliath bleef echter eveneens gehandhaafd.
Den Burggraaf, de reus van onze Jeugdwerking, werd uitgenodigd op de Reuzenstoet van Wenduine. Onze Jeugdwerking, altijd klaar voor een uitstap, ging maar al te graag op deze uitnodiging in. Versterkt met enkele leden/dragers van de Bierleppen trotseerden zij de sterke zeewind. Een fotoimpressie op http://picasaweb.google.com/skgrembergen/ReusDenBurggraaf#
Het weekend van 17 en 18 juli moet opnieuw een hoogdag van Wenduine worden, met als centrale blikvangers garnaalkruien en reuzen.
Vanaf 11.00u starten ter hoogte van de rotonde garnaalkruierswedstrijden voor volwassenen en kinderen. Omstreeks 13.00u wordt de vangst onder muzikale begeleiding en het waakzame oog van Pol de Kruwer naar de markt overgebracht.
Na wegen en koken van de garnalen houden de dames om 17.00u een wedstrijd in garnaalpellen, waarna alles omgetoverd wordt tot heerlijke tomaat garnaal.
Om 20.30u trekt een grote Reuzenommegang door de straten van het centrum. Meer dan vijftig reuzen, folkloregroepen en muzikanten houden gedurende anderhalf uur een feestelijke optocht.
Op zondag start kort na de middag een brocante- en kunstmarkt op het marktplein. Vanaf 16.00u worden er heerlijke visgerechten bereid: gebakken vis, garnaalkroketten, wulken, oesters en andere heerlijkheden. Diverse animatie met onder meer muzikale optredens, clowns en een tekenwedstrijd zorgen voor ambiance op en rond de terrassen.
De avond wordt besloten met een spetterend optreden vanaf 20.45u door de uitstekende covergroep The Vicious en Geena Lisa.
De Roeselaarse reuzenfamilie is een vaste folkloristische traditie ter stede ingeburgerd. Hoewel het eerste optreden slechts dateert van 1891, ligt de oorsprong er van te vinden in een ver verleden. Daar is de oorsprongssage die aan reus Rolarius de stichting van de stad toekent.
Gehuwd met de dochter van een Romeins veldheer, Carlotta Vulgo, had hij zijn troon gevestigd in het Gravenkasteel op de Mote, ten westen van de huidige Sint-Michielskerk, vanwaar hij de scheepvaart op de Mandel beheerste en de stad met kracht en wijsheid leiden en beschermen kon.
Een gruwelijke gewoonte evenwel had alle harten van hem vervreemd : hij voerde zich met kindervlees ! Dat kon niet langer blijven duren, en op Driekoningenavond, de enige dag in het jaar waarop hij zijn kasteel verliet, nodigden de kabouters der streek hem en zijn gezin op een glansrijk feestmaal uit. Er werd gegeten en gedronken, en wanneer de reuzen, door bier en wijn beneveld, in slaap gevallen waren, werden zij uit hun zetel gelicht, op boomwagens gebonden en in de Mandel geworpen. Het kasteel werd door de kabouters ten gronde afgebrand.
Ter gelegenheid van een kermis in 1891 werd op 28 juni van dat jaar de reus Rolarius stichter van de stad, herboren en midden van het uitbundig volksgejubel danste hij met zijn vrouw Carlotta Vulgo en Opsinjoorke zijn zoon voor de eerste maal rond op de maat van de muziek en de toon van het lied der Roeselaarse reuzen.
Bij dezelfde gelegenheid werd ook "De Wonderbare Historie van Reus Rolarius, van zijn vrouw Carlotta en hun zoon Opsinjoorke", onder het volk verbreid. Het jaar nadien op 6 januari werd hij, tijdens het feest der Burgerwacht, in het hotel du Paradis "levend opgebrand" en ter nagedachtenis van Rolarius, de Reus van Roeselare, geboren ten jare 1324, werd het lied opgesteld :
"Er was een reus in Rousselaar, Rolarius was zijn name ; Hij woonde in een groot kasteel met zijnen zoon en Dame".
Sindsdien is hij echter weer verrezen ; zijn kroost is weelderig aangegroeid, en éénmaal in het jaar, op het feest der "Braderie" komt hij thans, met zijn vrouw en zoon, met Mane zijn lachende knaap, en ook zijn jongstgeboren Zonnekind gedoken in zijn reuze-kinderwagen, uit stof en droom gestegen, en samen met baker en kindermeid, met tante Koba van 't Fort, en met de koning der dwergen en zijn rode kaboutergevolg, doet hij, tot vreugd van jong en oud, zijn triomfantelijke zegetocht door de juichende straten van de stad.
In 1957, ter gelegenheid van het 1000-jarig bestaan van Roeselare en van zijn wekelijkse markt, werd de ganse reuzenfamilie van Roeselare in het nieuw gestoken naar de prachtige ontwerpen van Arno Brys der Stedelijke Academie, ontwerp van de schitterende kostumering van de Albrecht Rodenbachstoet in 1956, en het podium van het openluchtspel.
Legendarische en allegorische typen:
de Zon en de Maan: symbolische getuigen (3,50m)
Rolarius: legendarische stichter van de stad (5,30m)
Carlotta Vulgo: dochter van Acharius Vulgo en waardige eega van Rolarius (5,10m)
Volkstypen (genaamd naar plaatsen of wijken van de stad):
Roobaert, de vishandelaar: genaamd naar de Robaartbeek (5,10m)
Batavia, zijn gemalin, de baker: genaamd naar de wijk Batavia (5m)
Langemarkske, de volksvriend : genaamd naar één van de oudste binnenstraten (4m)
Tante Babiele: genaamd naar de Babielebeek (5,10m)
Koba van het Fort,, de jonge dochter (4m)
Intussen zijn enkele nieuwe reuzen de familie komen vervoegen namelijk Reus Coorde, Cyper en het echtpaar Romaan en Lisa (Beveren).
De nieuwe telg in de Roeselaarse reuzenfamilie is Mamamilia, een moeder met kinderen. De moederreus doet haar inkopen in de winkelstraten tijdens de koopjesperiode, de Roeselaarse Batjes. De twee kinderen zijn de dragers die hun reusachtige moeder voortduwen. Millia verwijst duidelijk naar het milleniumjaar. Bij de kledij werd aandacht geschonken aan de kleurensymboliek: blauw voor wetenschap en waarheid, zilver voor trouw, goud voor wijsheid en rijkdom, zwart voor gevaar en kracht.
De familie is zoals steeds vergezeld door de harmonie der Aloude Sicambers in typische klederdracht, de groep dansende narren, blokfluitspelers, kabouters en duivels.
Het Roeselaarse reuzenlied Ter gelegenheid van de wijkkermis op het Sint-Alfonsuskwartier werd op 28 juni 1891 Reus Rolarius, de "stichter" der stad, geboren. Midden het uitbundig volksgejubel danste hij er, met zijn vrouw Carlotta Vulgo en zijn zoon Opsinjoorke, voor de eerste maal rond op de maat van de muziek en op de tonen van het lied dat door Sylveer Carlier werd gedicht.
Daar kwam ne reus van Rousselaar, 't Eeuwenlang geleên, Hij joeg met enen mispelaar De dwergen hier uiteen. De Kaboutermannekens vluchtten snel Maar wreken zich toch evenwel ; De Reus Rolarius ha - ha 't Is wel zei Pierlala.
De reuze trouwde Karlotta Zij hielden bruiloftfeest, En de dwergen loechen, ha, En dansten om ter meest. Zij dansten op nen glazen trog En 's anderdaags zij dansten nog Met Reus Rolarius ha - ha 't Is wel zei Pierlala.
Een zoontje sproot al uit den echt 't Was Opsinjoorken schoon, En naar hetgeen d'historie zegt Hij spande alhier de kroon. Men danste weer op enen glanzenen trog En 's anderdaags men danste nog Met Reus Rolarius ha - ha 't Is wel zei Pierlala.
De reuze at al de kinderen op Per week een stuk of tien, In enen slok hij zwolg den kop 't Was waarlijk wreed om zien. Kaboutermannekens peisden wel : Eens stroppen wij den reus zijn vel Den Reus Rolarius ha - ha 't Is wel zei Pierlala.
De dwergen zijn niet dom van geest En gaven zekeren keer Op 't Mandelplein een kermisfeest Den groten reus ten eer. De reus ledigde glas op glas Tot dat hij peerdedronken was De Reus Rolarius ha - ha 't Is wel zei Pierlala.
Hij viel in slape langs de beek Op klokslag middernacht, En daar de maan niet uit en keek Zo was het goede jacht. Kaboutermannekens één voor één Zij kropen rond de beek bijeen Bij Reus Rolarius ha - ha 't Is wel zei Pierlala.
Zij mieken ras een net van draân Zijn reuzenlijk rondom En lieten dan het water gaan Tot dat hij er in zwom. En daar hij dronken en vaste lag En door het water niet en zag Verdronk Rolarius ha - ha 't Is wel zei Pierlala
Als hij daar nu verdronken lag De droefheid was niet groot Een ieder die hem bezag ; Rolarius is dood. De klokken luidden van bin, bon, bon Die dood is keert niet wederom Rolarius bleef dood ha - ha 't Is wel zei Pierlala.
De dwergen waren blij van geest En gaven reeds van toen Op 't Patersplein een kermisfeest Gelijk wij ook nu doen. De klokskens luiden van bin, bon, bon Helaas waar blijft nu 't karillon Van Reus Rolarius ha - ha 't Is wel zei Pierlala.
Reus Rolarius en familie rond de kerktoren, ze doen hun jaarlijkse wandeling door de straten van Roeselare. (foto Stedelijk Archief)
LEGENDE: Rolarius de oudste inwoner van Roeselare heerste over de scheepvaart op de Mandel, hij was onsterfelijk zolang hij in de streek van Roeselare bleef. Zijn echtgenote was Carlotta Vulgo de gemene (tuchteloze, bandeloze) dochter van een reuzenfamilie geboren aan de waterkant. Rolarius x Carlotta Vulgo, hadden een zoon opsinjoorke en reuzenkind Zonnekind.
Zij woonden op de Mote in een kasteel aan de oever van de Mandel. Rolarius stilde zijn gruwelijke honger met kindervlees, Driekoningenavond (6 januari) was de enige dag dat hij met zijn familie naar het centrum trok. De bosbewoners trakteerden hen met beken bier, tot dat zij in een diepe slaap vielen.... daarop hadden de woudbewoners gewacht! Met verenigde krachten sleepten ze de slapende reuzen op boomwagens, om hen te dumpen in de Mandel ver van Roeselare. Zij dreven langs de Leie naar De Schelde en stierven in Antwerpen, waar Brabo het gevecht aanging met de aanverwante familie van Reus Druon Antigoon. Het kasteel en een groot deel van het bos op de Mote werd door de plaatselijke bewoners platgebrand, sedertdien verbouwen de Roeselarenaars er de vruchtbare landbouwgrond. De kleine kindertjes van de streek rond de waterkant van Roeselare waren ondertussen weer veilig. Aan de jeugd werd gezegd ga je wandelen met uw lief aan de waterkant nooit verder dan de kousenband, want daar komen bloeddorstige reuzenkinderen van !
DE STOET is een triomftocht van de overwinning van goed over kwaad, daarom gaat de stoet van de reuzenfamilie Rolarius eerst rond de grote kerktoren, vooraleer de feesten beginnen.
Verre kozijns en nichten behoren allen bij de grote stoet: Roobaart (reus vishandelaar) x Batavia. Tante Babiele met dochter Koba van het Fort, en de kleinere volksvriend Markske. enz 'FEESTEN te ROESELARE' 'DE BATJES' (een zaakje doen) van Roeselare overbekend ! (in het weekend het dichtst bij 1 juli)
Vanavond vertrekt om 19.00u. een heuse reuzenparade vanaf historisch station Simpelveld. Schoolreuzen gemaakt op en door diverse Europese basisscholen (Polen, Tjechie, Spanje en Turkije) nemen deel aan deze optocht. Ook diverse muziekkorpsen zijn aanwezig en maken dit reuzenfestijn extra gezellig.
Alle deelnemende scholen maakten een eigen reus waarbij leerlingen van groep 5 tot en met 8 meelopen en hun schoolreus persoonlijk begeleiden.
Stadsreus Lucius uit Heerlen lijkt, na zijn deelname aan de Internationale reuzenstoet in Maastricht op zondag jl., uit een jarenlange slaap ontwaakt en neemt, als officieele stadsreus uit de regio, prominent deel aan de feestelijke stoet.
Basisschool De Broederschool uit Heerlen en haar Simpelveldse collega De Meridiaan tekenen voor de organisatie.