WAT ? Een "rouër" is in het Atoms een rammelaar, een mannelijk konijn. Het werkwoord "rouën" betekent "rijden". Het gebruik van "rouër" in de betekenis van "mountainbiker" wordt toegeschreven aan Sylvia B., die na een toertocht in 2006 een collega-biker toeriep : "Aa, zeje gouë oek ne rouër ?"
Hebt u het ook al gemerkt ? Er zit wat sleet op het adventure-gehalte van onze tochten : het eerste jaar reden we met de fiets naar Cap-Gris-Nez, het tweede jaar reden we met de auto naar de Champagne om er te fietsen, en dit jaar blijven we gewoon in België... De Voerstreek stond eigenlijk al langer op ons programma, maar dan als een weekendje tussendoor. De waarheid is dat we te laat aan de voorbereiding zijn begonnen, en dat we het dus niet veel verder konden zoeken.
Bovendien rijden we dit jaar met een beperkte bezetting : Stefaan en de Gust hebben andere bezigheden (professionele en amoureuze) en laten ons dus in de steek. Dat ze voor de rest van het seizoen gebrandmerkt staan als saloncoureurs nemen ze er blijkbaar graag bij. Aan de andere kant hebben we nieuw bloed in de groep : Wouter gaat mee naar Voeren. Dat zit zo : tijdens de barbecue van de volleybal vroegen we hem of hij zijn mountainbike niet eens van stal zou halen, en de volgende zondag stond hij daar al. Lukken en de Skeer reden met hem de Bloso-toer; de Wout vroeg om het de eerste keer bij de korte toer te houden, maar al snel werd duidelijk dat we hier niet met de eerste de beste te doen hadden. De Lukken en de Skeer waren eigenlijk zelf blij dat we de rode toer niet gedaan hadden; en sinds die bewuste zondag luisteren die twee vooral naar radio Deprimo.
Maar er is ook goed nieuws. Toen Hilde, Vero en Ilse hoorden van ons Voeren-avontuur, beloten ze onmiddellijk dat ze zouden meegaan om ons te verlossen van onze huishoudelijke beslommeringen. En tussendoor zullen ze dan enkele korte toertjes met de fiets doen in deze prachtige streek. Gelukkig vonden ze nog een kamer op dezelfde hoeve, het Thienhof in 's Gravenvoeren, en zo hoeven de mannen niet weg te kwijnen zonder vrouwen in de buurt. Onwaarschijnlijk toch, welke proporties de liefde kan aannemen...
Vrijdagavond
Na een ritje van zowat 150 km komen de Rouërs aan in 's-Gravenvoeren. Het Thienhof blijkt de ideale uitvalsbasis te zijn voor onze tochten: alles is voorhanden, maar zonder al te veel franjes. Wilfried, Benny (die in extremis heeft beslist om een come-back te maken) en Wouter zijn wat vroeger aangekomen, en hebben de plaatselijke horeca dus al verkend. Van zodra we allemaal ter plaatse zijn, wordt de BBQ uitgeladen. Iedereen krijgt een gekoelde cava, alhoewel Wilfried en Benny blijkbaar geen apero meer nodig hebben. Na een uurtje komen ook de vrouwen aan, net op tijd voor de laatste drie glazen cava. De BBQ komt wat moeilijk in gang, maar zodra het vuur gloeit, brengt Luc ons in de zevende hemel met heerlijk gekruide scampi's. We krijgen er niet genoeg van, en dat is ook niet nodig want de scampi's worden ons van alle kanten aangeboden (bijna opgedrongen). Daarna volgt er nog een papillotte van zalm en een côte à l'os. Dit alles met aangepaste wijnen (uit de partybox) natuurlijk.
's Avonds worden de twee komende dagen gepland, en wordt er nagekaart over de voorbereidingen. Zeker het voorval waarbij Wouter langs de Dender een salto over een minimountainbiker maakte, is voer (let op de woordspeling) voor discussie.
Zaterdag
In de vroege ochtend zijn Wilfried en Benny al naar de bakker in Aubel gereden. Wilfried had uitleg gevraagd aan de plaatselijke facteur, en de rest van het verhaal hoort u op youtube (zie hieronder). http://www.youtube.com/watch?v=FkCvzB4UgpE Als de anderen opstaan, komen ze te weten dat het duo na het diner nog naar de taverne is getrokken, om daar tot halfvier over politiek te spreken, natuurlijk overgoten met enkele biertjes. Benny zit bijgevolg niet in vorm, en is niet in staat om mee te rijden.
Als de Skeer beneden komt, vragen de anderen zich af hoe hij er zo fris kan uitzien : ze zeggen dat hij de vorige avond na het eten praktisch in zijn bord in slaap viel, maar volgens de Skeer was dat een aanval van oververmoeidheid. Iedereen geniet van de lekkere ontbijtkoeken uit Aubel; en net voor de tafel wordt afgeruimd, bedenkt Benny zich en eet hij een halve croissant op. Meteen komt ook de goesting voor de fiets weer, zodat we met zes beginnen aan een tocht van zowat 60 km. De Skeer heeft op de GPS een route getekend die de zes dorpen van Voeren moet aandoen ('s-Gravenvoeren, Sint-Martens-Voeren, Sint-Pieters-Voeren, Teuven, Remersdaal en Moelingen). Na een eerste helling moeten Luc en Danny wachten op Wilfried en Benny, wat zeer ongewoon is. Wilfried is blijkbaar zijn computertje verloren; dat kan iedereen overkomen en hij kan dan ook op ieders begrip rekenen. De tocht gaat verder, en de Voerstreek laat zich van haar mooiste kant zien. Voorbij de spoorwegbrug van Sint-Martens-Voeren komen we in een smal uigehold veldwegeltje, langs beide kanten dicht begroeid. Op het einde moeten we opnieuw wachten : Wilfried is opnieuw teruggekeerd om zijn 'kilométrique' te zoeken. Hij belooft het dingetje nu in zijn zak te steken. We fietsen verder, en net voorbij de Commanderie in Sint-Pieters-Voeren rijden we links omhoog. Een soort bareel verspert de doorgang; maar een vriendelijke dame met een Hollands accent verzekert ons dat we doorkunnen: «Het is wel een steile klim, maar dat is toch wat jullie willen...». Het is inderdaad een ongelooflijke kuitenbijter. Enkelen moeten voor de eerste keer van de fiets. Maar na de klim volgt er een lange rechte dreef door een rustig bos. Hier valt Wilfried plat, zodat een welgekomen rustpauze wordt ingelast.
Nadat de band vervangen is, klimmen we opnieuw op de fiets. De GPS wijst een baan naar links aan, maar die blijkt onbestaande; we beginnen rond te dwalen in het bos. Enkelen krijgen een déjà-vugevoel (zie het verslag over Cap-Gris-Nez); Benny zegt dat hij hier twee jaar op gewacht heeft. Na een eindje stappen door bramen, belanden we in een varenveld, waar zelfs Wilfried niet door raakt. We zitten nochtans maar op een tiental meter van het eind van het bos, maar er is geen uitweg te vinden. En niemand die eraan gedacht heeft een bosmaaier mee te brengen... Terugkeren dan maar, en daar zien we enkele weiden; de stieren bekijken ons al argwanend. Wilfried denkt de oplossing gevonden te hebben, klimt over de prikkeldraad en rijdt recht door de weiden naar een weg in de verte. De anderen gaan liever over een privéwegje, een erf over, en komen eindelijk op een verharde weg. Enkele honderden meter verder zien we Wilfried door de weiden aankomen. En een geluk met een ongeluk : we zitten maar een paar honderd meter van onze oude GPS-route. We duiken een vallei in door een uitgeholde weg die ons doet denken aan de Diepestraten in Ninove. We hebben blijkbaar enkele (!) kilometers afgesneden, maar peddelen rustig verder. Het landschap is prachtig, het tempo is vlot, tot we moeten stoppen voor...de kilométrique van Wilfried (die we vanaf hier 'W' zullen noemen. Ten derden male is hij van zijn stuur gevallen, en deze keer staat de baan vol lang gras. Zelfs W ziet dat het onbegonnen werk is. Niemand begrijpt waarom W dat computertje toch weer op zijn fiets heeft gezet; Benny zegt dat moest het zijne kleinen geweest zijn, hij een pak slaag kreeg. We besluiten verder te rijden. Per toeval ziet de Skeer dat het straatje 'Als' heet..
Plots zien we dat we op een vijftal kilometer van het einde van de route zijn. We hebben in dat bos misschien toch meer afgesneden dan gedacht. Tijd voor een pint dus, langs een drukke steenweg. Aan de andere kant van de straat staat een oudere man zijn haag af te scheren op een wankele ladder. We beginnen weddenschappen af te sluiten. We zien opeens een zwaluwnest aan de goot van het huis van de kamikaze-tuinier. Kijk, zegt iemand, daar woont een zwaluw. Waarop Peter : misschien woont ze er niet, en is ze er gewoon op congé. Gewoon maar om u het niveau te tonen, na een tochtje met de fiets en twee pinten...
Tamelijk vlug nadien komen we aan in Moelingen, het eindpunt van de rit. Nog enkele kilometers verder,en we zijn in het Thienhof. Onderweg komen we de vrouwen tegen, die een kroegentocht achter de rug hebben, en er zeer vermoeid uitzien. Wij, van onze kant, hebben nog genoeg energie om naar het plaatselijke café te sprinten, waar we Garate zien winnen op de Mont Ventoux. Wat onze prestatie betreft : die ligt ergens tussen de 37 en de 57 kilometer.
De avond is uitverkoren voor de traditionele Paëlla à la Peter. Terwijl iedereen een handje helpt,wordt er al duchtig geaperitiefd : Witkap, cider van W, schnaps van Luc... Het bereidingsproces van de Paëlla verloopt gesmeerd, maar er zijn enkele kleine details : de scampi's hebben de avond voordien al een andere vorm aangenomen, en het konijn van de Skeer bleef liever thuis in de diepvriezer dan de lange reis naar de Voerstreek mee te maken. Maar het resultaat is toch verbluffend, ondanks het ietwat uitgedund recept.
Na de Paëlla komt het gesprek als vanzelf weer op de kilométrique van W, en Peter vraagt luidop of we die nu toch niet zouden kunnen weervinden. De Skeer herinnert zich de naam van het bewuste paadje : ALS. Enkele ogenblikken later zitten we in de auto richting Als in Warsage; de GPS wijst ons feilloos de weg. Tien minuten later beginnen we onze avondwandeling door het lange gras. Zonder succes. Aan het einde van het baantje keren we moedeloos terug, het computertje van W zal zijn graf in de Voerstreek vinden. Maar nee, op twintig meter van het einde vist Benny triomfantelijk de kilométrique uit het lange gras. Opgezet spel ? De vrouwen vermoeden van wel, maar W is blij dat hij 240 EUR heeft uitgespaard. Dat gaat hem volgend jaar 20 (twintig!!!) liter cider kotsen.
Zondag
Wilfried is deze morgen opnieuw bij dezelfde bakker om broodjes gereden. Aan de ontbijttafel vertelt hij dat hij om zes uur al wakker was, en dan maar meteen een toertje (zo'n 10 km) met de fiets heeft gedaan. Daarbij is hij WEER zijn computertje verloren (maar hij heeft het gelukkig dadelijk kunnen oprapen). In ieder geval, hierdoor zullen we hem opnieuw 'W' noemen voor de rest van dit verslag.
Vandaag doen we een tocht naar het Drielandenpunt door veld en bos. Gisteren had W dit voorgesteld in de taverne, en de cafébaas wist ons te vertellen dat het Drielandenpunt in Gemmenich ligt langs Belgische kant (u ziet het, beste lezer, op café gaan maakt je inderdaad slimmer). Gemmenich ligt op zowat 25 km van Voeren, dus dat is te doen op een voormiddag. Het enige probleem is dat Peter van Vero om 1 u terug moet zijn, om op tijd te kunnen vertrekken naar het KSA-kamp.
En weg zijn we. Zodra we uit het centrum zijn, nemen we een prachtig weggeltje naast een smalle beek, we rijden over een bruggetje en beginnen aan een klim door een bos waar geen einde aan komt. Ongelooflijk steil, keien op het pad, boomwortels, geulen, noem maar op. Als we boven zijn, bekijken we elkaar veelbetekenend.
Dan hebben we een heel eind beton, maar één ding is zeker : plat bestaat niet in de Voerstreek; ofwel gaat het bergaf, ofwel bergop. De hellingen volgen elkaar op; we moeten zelfs eens een uitgegraven trap nemen om de richting te blijven volgen.
Ongewild rijden we meestal op Nederlandse bodem. Dat is goed te zien aan de stijl van de huizen en boerderijen. Maar het is zeker een rijke streek. Plots houdt onze weg op, en zijn we verplicht een wandelpad te nemen (hoewel dit eigenlijk voorbehouden is voor nordic walkers). Het levert wel enkele mooie foto's op; vooral die waarop je ziet hoe we de 'draaimolens' ontwijken met het systeem-Wilfried.
Uiteindelijk komen we met heel wat vertraging aan in de buurt van het Drielandenpunt, en besluiten een pint te drinken in een Nederlands café. Het wordt bijna onbegonnen werk om tegen 1 uur terug in het Thienhof te zijn. Peter ziet al blauw van schrik voor de reactie van Vero. Hij drinkt vlug zijn pint leeg, en wil ei zo na de laatste 500 m naar het eigenlijke Drielandenpunt niet meer maken. Toch kunnen we hem overtuigen dat een kwartier later ook het verschil niet meer zal maken. Aan het bewuste punt worden in ijltempo enkele foto's genomen, en dan gaat het in vliegende vaart richting Voeren. Om tijd te winnen, nemen we vooral de grotere wegen. Luccen voelt zich in zijn sas, en Wouter krijgt het soms moeilijk. De ervaring, de 'fond' haalt het op de jeugd. We stoppen slechts één keer voor een plaspauze voor Luc, en daarna vlammen we door de dorpen die we gisteren gemist hebben : Remersdaal en Teuven. Met pieken tot 37 km/u gaat het tot in 's-Gravenvoeren. We zijn om kwart voor een al terug in het Thienhof, zodat Peter van Vero nog de tijd krijgt om een Witkap met de anderen te drinken. De vermoeidheid slaat bij iedereen wat toe, maar of dat nu enkel door dat fietsen is... De opluchting is wel van Peters gezicht af te lezen. Hij is zonet aan een verschrikkelijk onheil ontsnapt, en kan de rest van de namiddag doorbrengen met een goedgemutste echtgenote.
De anderen vertrekken een paar uur later uit 's-Gravenvoeren, na het inpakken en een spaghetti in ons stamcafé.
Volgend jaar vindt u hier een verslag over de Moezel, of de Schotse whiskyroute, of als we nu eens iets met bier deden ?
Door het slechte weer, de ziektes en de vele feestjes (vooral bij de Lukken) is er deze winter van sporten nog niet veel in huis gekomen bij de Rouërs. Alleen Peter heeft een inspanning gedaan : hij loopt al enkele maanden toertjes in het Vondelhof. Hij doet daar altijd zeer enthousiast over; het feit dat er ook vrouwen tussen de struiken crossen, zal daar wel niet vreemd aan zijn. Bovendien wordt er na het lopen ook voor een andere discipline getraind : de twee meter Witkap met remorque. De daar geleverde inspanningen zijn rechtstreeks evenredig met de resultaten op de weegschaal. Ik moet er hier geen excel-tabel bij maken, zeker ?
In ieder geval, om toch een beetje beweging te hebben, besluiten Gust en Lukken om op Drouëkeeningen Atom op stap te gaan. Peter en Danny doen al enkele jaren mee aan de zangwedstrijd, en aangezien er dit jaar enkele afvallers zijn in de groep, zijn extra krachten altijd welkom. Ilse en Wouter doen natuurlijk ook weer mee, maar zij zijn (nog) geen Rouërs : ze zijn pas getrouwd, en dus hebben ze op zondagmorgen wel wat anders te doen dan in de modder te ploeteren (we wijken af).
De repetities zijn altijd een zeer plezant onderdeel van het hele opzet, en dat is deze keer niet anders. De plezantste repetitie gaat door op een zaterdagavond bij Gust en Karo. Het is de avond voor een belangrijke zondag in de solden, en ze willen allebei eigenlijk graag op een treffelijk uur in bed kruipen. Maar de anderen willen alleen het beste voor de groep, en dus wordt er om middernacht nog een laatste repetitie van de liedjes en dansje gehouden.
De grote dag is aangebroken : Hospice 2068 gaat voor een plaats in het midden van het klassement. De eerste plaats die we aandoen, is eigenlijk een huis buiten categorie, waar we nog een laatste keer willen oefenen. Etienne, moeder van Hilde van Lukken, onvangt ons met open armen. In de keuken worden tafels en stoelen aan de kant geschoven voor wat het hoogtepunt van hun avond moet worden. Het optreden begint, alles verloopt gesmeerd. Net voor het laatste nummer neemt de Gust onze schildersezel weg, en komt hiermee onzacht in aanraking met de luster in de keuken. Het lijkt alsof er een sneeuwstorm overkomt, gevolgd door een zonsverduistering. Bainkes zal de volgende morgen zijn bokes op den tast moeten smeren. Misschien zoeken we in 2010 beter een andere plaats om onze avond te starten. Als u bereid bent om volgend jaar onze groep te ontvangen als eerste huis, kan u zich aanmelden aan de rechterkant van deze blog, onder «Gastenboek».
Voor de rest van het relaas over de zangwedstrijd verwijs ik liever naar de foto's hieronder. Alleen nog meegeven dat we (onverwachts) op een tweede plaats eindigden. Het onverhoopte succes werd dan ook tot in de vroege uurtjes gevierd op de Plesj van Atom.
Reeds enkele weken laat de crisis zich ook voelen bij de Rouërs : het koersen vertoont een neerwaartse trend.
Om de sfeer er opnieuw in te brengen worden we op vrijdagavond uitgenodigd bij Hilde en Luc. Het haardvuur brandt, de verlichting is gedempt en ze zijn allebei uitgedost in een leuke fleece. Officieel zijn we hier omdat ze allebei verjaard zijn in oktober, maar al snel blijkt dat het meer een bijeenkomst wordt met als thema Waar gaat dat naartoe ?.
De Gust en de Skeer en hun partners zijn er als eersten, en het gaat er gemoedelijk aan toe. De Gust heeft rode ogen, zogezegd door het stof van zijn verbouwingen, maar de anderen vermoeden dat de val van KBC er voor iets tussen zit. Na een goed kwartier komen Peter en Vero binnen. Peters lip zakt nog lager dan de Bel-20, en hij torst de miserie van de hele beurs op zijn schouders. De hele dag heeft hij de klanten hun gejammer moeten aanhoren, alle feestjes op het werk zijn afgeschaft, en hij zal dubbel zo lang met zijn auto moeten rijden.
Hierdoor beginnen de anderen ook over hun ellende te vertellen. Lukken heeft teveel ijzer, en hij kan er niets mee doen want de prijs is ineengestort. De Gust heeft voor volgend jaar een recordaantal schoenen gekocht, en hij vreest dat iedereen volgend jaar klompen zal beginnen te dragen. En de Skeer vreest dat zijn auto het een dezer dagen gaat begeven, want hij doet in januari zijn plechtige communie.
Iedereen heeft al een paar ideeën om de crisis door te komen : zijn auto compleet oprijden b.v. (zoals de Skeer). Er ontstaat dan een discussie hoe oud de auto van Hilde al is, en die weddenschap levert ons nog een fles wijn op die nog ouder is dan die auto zelf. Nog om te besparen, gaat Peter geen nieuwe fiets meer kopen, maar alleen de groep vervangen. Een kader is volgens hem onverslijtbaar. Kijk maar naar Wilfried : die reed twintig jaar met zijn vorige fiets, en hij was nog niet versleten De Skeer heeft een koersbroek met een versleten zeemvel, maar blijft ze toch nog wat dragen : hij gaat er nu elke keer een nieuw aandeel van Fortis in steken voor hij vertrekt. En dat Peter alles klaar heeft om zijn eigen wijn (Chateau Petrus?) te brouwen, weet iedereen al.
Als de Skeer voor de zoveelste keer een hoestbui krijgt, komt het gesprek vanzelf op de griepepidemie die ons te wachten staat. Zullen we die wel overleven ? Met hoeveel zullen we hier volgend jaar nog zitten ? Komt er oorlog ? Gaan we zelf onze groenten moeten kweken ? Moeten we een geweer kopen ? Moeten we voeding in blik inleggen ? De vrouwen spreken af om op zaterdagmorgen onmiddellijk naar de Colruyt te trekken. Er wordt afgesproken om volgend jaar opnieuw samen te komen; het thema van die bijeenkomst wordt dan Ziedentnaa?
Na ons Frankrijk-avontuur van vorig jaar stond het tamelijk vlug vast dat we nog eens la douce France zouden aandoen. De kaarten hadden we al, we wisten al dat je in Frankrijk links moet rijden, en de taal was ook geen probleem (dérailleur, vitesse, guidon, amateur etc.). Alleen moesten we nu zeker van drank veranderen, want van al dat zwaar bier krijg je makkelijk zadelpijn. Dus werd het de Champagne.
De routes zullen worden uitgestippeld op de GPS, en we zijn al enkele weken aan het trainen op kilometers. Dus we moeten alleen de logistiek regelen. Onze twee verblijfplaatsen zijn reeds gereserveerd : Domein Sélèque in Pierry en Auberge du Val des Bois in Warmériville. Blijkbaar twee etablissementen van hoog niveau. Dat zal rap veranderen als wij er aankomen
Volgende zaterdag, 28 juni, organiseert de Lukken een grote vergadering, om de laatste details te bespreken. En dan beginnen we af te tellen.
Zondag 29 juni 2008
Gisteren heeft de Lukken een etentje georganiseerd waarop de laatste afspraken (vooral culinaire) zijn gemaakt voor ons Champagneweekend. Er was gemarineerde zalm, op basis van een recept van Peter, en er was drank natuurlijk. Door het warme weer was de witte wijn tamelijk rap vervlogen, en toen zijn we allemaal overgeschakeld op Leffe. Omdat Peter zijn beste hoed had opgezet, kreeg hij een Leffe "spécial" met brokken (ziede foto onder "zalmfestijn").
Op het einde van de avond was er nog afgesproken dat we zondagmorgen een ritje zouden doen. Alleen was er blijkbaar een misverstand over het uur van vertrek, want de Gust stond een uur te vroeg aan de sporthal. Om halftien staan Peter, Gust en de Skeer dan toch vertrekkensklaar, en ze wachten op de Lukken. Tevergeefs. Een telefoontje brengt meer (on)duidelijkheid : de Lukken is aan het kuisen, en heeft nog veel te doen enz. Maar hij zou na de rit toch een pintje komen meedrinken.
We proberen een rechte lijn naar Berlare te volgen, om eens iets anders te doen. Nabij het Eiland vinden we een onbekend baantje dat op de koop toe nog goed onderhouden blijkt. We komen uit aan het rond punt voorbij Bogaert en daar ziet Peter niet eens dat zijn eigen vrouw ons met de auto voorbijrijdt. In ieder geval, hij zal nu wel goede punten hebben want Vero weet nu dat we wel degelijk op de fiets zitten.
De rest van de rit is iets minder interessant wegens te vlak en te weinig baantjes. Gust doet een historische uitleg over het "land van Aalst", maar de twee anderen zijn meer geïnteresseerd in wereldse dingen (het begint met een t). Onderweg komen we wel een tof restaurantje tegen : de Jaeger in Lede, waar we met de vrouwen absoluut eens naartoe moeten.
Bij de terugkomst in Atom, na ongeveer 40 km, zetten we zelf de stoeltjes op het terras van de Zwetten, en daar komt de Lukken al aangereden. Hij drinkt geen bier, en ziet er eigenlijk niet 100 % uit. Nu beklaagt hij zich dat hij niet meegereden heeft natuurlijk. Peter kan niet zwijgen over hoe goed die zalm van gisterenavond wel was, en zo komt het gesprek terecht op de snacks die zullen worden geserveerd in "Peter en de Gust". Ook het personeel wordt al virtueel aangeworven, en de omzet wordt al besproken. Daar zullen we in de Champagne ook nog vaak moeten naar luisteren...
Zondag 13 juli 2008
Vorig weekend hebben we een tocht naar Galmaarden en terug gedaan. Vier van de Rouërs hebben 42 km afgemaald zonder noemenswaardige problemen. De fotos spreken voor zichzelf; de vier zijn er gerust in, en bezegelen het succes met een pint in de Rialto. Ondertussen zijn ook de routes voor de Champagne op kaart en GPS gezet; hiervoor hebben de Gust, Peter en Danny een paar avonden samengezeten en evenveel flessen wijn gekraakt.
En vandaag is het de laatste rit voor het grote avontuur. Iedereen is opgetrommeld om 50 km te rijden. Wilfried houdt zich met dit soort familietochtjes niet bezig, dus zijn we met vijf.. Stefaan wil zichzelf en de conditie van de anderen nog even testen, en start samen met de anderen aan de sporthal van Denderhoutem. We gaan richting Gaasbeek en Sint-Pieters-Leeuw. We rijden door Iddergem, en in Okegem begint de miserie : Peter heeft de eerste lekke band. Met de hulp van de Lukken is alles echter tamelijk snel opgelost, en we rijden spoedig de Dender over richting Pamel. In Strijtem rijden we ons twee keer vast in een privé-baantje, maar Stefaan geeft het zo vlug niet op. Hij baant zich een weg door bramen en doornen, maar moet toch terugkeren. We rijden een kilometer verder het veld in, en zijn net de pracht van de natuur aan het bewonderen als een enorme klap weerklinkt. Stefaan denkt dat er een kwade boer op hem geschoten heeft, maar hij merkt dan dat zijn voorband van de velg gesprongen is (zie foto) en dat er een doorn inzit. De gevolgen van zijn avonturen van zowat een kilometer geleden. Stefaan laat de anderen het vuile werk opknappen omdat hij zijn band in het oog wil houden. En dan terug de fiets op. Een halve kilometer verder heeft hij prijs met zijn achterband. De anderen beginnen zich te vervelen. De Skeer geeft de voeten van Peter een douche, want zijn sandalen houden natuurlijk de zweetgeur niet tegen. We zijn 10 km ver en beginnen aan terugkeren te denken. We beseffen echter dat we kilometers in de benen moeten hebben, en rijden toch maar verder tot in Gaasbeek. De miserie wordt doorgespoeld met een kriek van het grote vat tegenover het kasteel. De laatste details voor donderdag worden besproken, en we rijden in rechte lijn terug naar Atom. We hebben, ondanks alles, zon 45 km op de teller. Nog vier dagen en t is zover. Gelukkig is Wilfried er dan bij, om ons uit ons technische lijden te verlossen.
Donderdag 17 juli 2008
Na een autoritje van zowat 270 km komen we in de late namiddag aan op domein Sélèque in Pierry bij Epernay. De GPS van den Aldi wint het nipt van Peter zijnen veel duurdere Tom Tom. We laden de bagage uit en steken onmiddellijk het vuur voor de barbecue aan. Onze stek voor de volgende vier dagen is eenvoudig, maar wel een ideale uitvalsbasis voor onze tochten : legerbedden, grote tafels, houten banken, een ruime keuken en vooral een grote frigo. Mevrouw Sélèque is zo vriendelijk geweest deze vol te steken met champagne, en dat zal ze geweten hebben. We vinden ook enkele flessen zelfgebottelde rosé-rode landwijn, die normaal door de plukkers in de wijngaard wordt gedronken.
Na een uurtje eten we al mosselen en sardienen (in druivebladen gewikkeld) van de barbecue, en daarna een sappige rib-eye. Dit alles wordt doorgespoeld met champagne, de landwijn, en rode wijn die begint met een K.
Na de barbecue gaan er enkelen slapen, maar Wilfried, de Gust en de Skeer blijven tot een stuk in de nacht napraten over de fietsen, over Frankrijk, over Carla Bruni en over Peter natuurlijk. De Skeer was verwittigd niet bij deze twee nachtbrakers te blijven zitten, maar slaat die goede raad in de wind.
Vrijdag 18 juli 2008 : Pierry - Warmériville
Voormiddag (door de Gust)
Na het ontbijt dat Stefaan maar al te graag is gaan kopen bij de plaatselijke bakkerin en Luk die ergens een koersbroek moet gaan lenen staan we om 9h00 gepakt en gezakt klaar om te fietsen. Uitgezonderd de Skeer . die lijkt niet op gang te komen, (s nachts veel te lang bij de getrainde nachtbrakers Wilfried en Gust blijven zitten). Als Peter na een kwartiertje wachten zijn ongeduld en misprijzen laat blijken, gaat het helemaal fout. De Skeer rent als bezeten van de slaapkamer naar de keuken naar de koffer van zijn auto maar slaagt er niet in om afgewerkt op de fiets te kruipen. Rien ne va plus.
In de rest van de groep ontwikkelt zich een gesprek over de dure en langzaam werkende Europese Instellingen.
Uiteindelijk om 9h30 komt de Skeer toch te voorschijn met de belofte dat hij de ongeduldige Peter noch een peer zal stoven.
De Gust krijgt de GPS op zijn fiets en leidt de groep kilometers lang op een autostrade die thuis op de computer nog op een baantje leek. Vrachtwagens stuiven ons rakelings voorbij en het vertrouwen in de Gust zijn navigatiekunsten raakt zoek. Gelukkig kan hij het net op tijd herstellen door eindelijk een veldweg in te slaan. Aan hoogtemeters alleszins geen gebrek. Bij de Skeer gaat ondertussen alles fout wat fout kan gaan : zijn rugzak zit voortdurend in de weg, en dan verliest hij ook nog zijn banaan, die hem van de nodige energie moest voorzien. Een absolute off-day is het.
Namiddag (door de Skeer)
We komen aan in Mourmelon-le-Grand, een stadje dat blijkbaar vooral leeft van de militairen die op een nabije basis verblijven. Na een aperitief in een trendy café (naar Franse normen) eten we een lichte dagschotel in Bar la Nation (chez Max). Max vult onze drinkbussen met koel water en daarna gaan we weer op pad. Voorbij de kerk van Mourmelon zitten we onmiddellijk op de karakteristieke kalkwegen van de Champagne. We zien zelfs papavervelden en sommigen worden al high van het idee.
De GPS wijst ons de weg, maar plotseling staan we voor een militair domein : de GPS toont rechtdoor, maar dan moeten we over de prikkeldraad, en het domein doorkruisen. Er ontstaan twee kampen binnen de Rouërs : de incivieken die door het militair domein willen (Stefaan, Gust, en Peter) en de drie wijzen (Wilfried, Lukken, en de Skeer). De enen hebben lak aan regels en procedures, de ambtenaren en zelfstandigen onder ons lopen liever binnen de krijtlijnen. Het gezond verstand zegeviert echter en we besluiten gewoon rond het militair domein te rijden. Aan onze kant van de prikkeldraad ligt een hobbelige veldweg, en rechts ervan een brede asfaltweg, zo vlak als een biljart. De verleiding is dus groot en we laten het aan uw verbeelding over of er nu toch niet iemand van de groep op die asfaltbaan is gaan rijden. Als we helemaal aan het einde van het domein op een openbare weg komen, doet een oude militair in burger ons stoppen. Hij ziet de kans om aan zijn vrouw naast hem te bewijzen dat hij nog iets te zeggen heeft , en geeft ons een preek over op het militair domein rijden, en over de gendarmes bellen, etc. We rijden verder, en een paar kilometers verder staat er plots toch een blauwe Landrover van de Gendarmerie in de graanstoppels naast ons. Gust roept alles ontkennen !, Stefaan leert ons een nieuwe Franse uitdrukking (longer le fil) en na een kleine discussie mogen we van de gendarmes toch voortrijden. Het gevaar is geweken. De hele scène doet mij wat denken aan deze film : http://www.youtube.com/watch?v=fBNBBcdcGpo&feature=related. De gendarmes stappen opnieuw in de Landrover, en vertrekken in een wolk van stof in de richting die wij uitmoeten. Niet toevallig komen we een kilometer verder aan een ander militair domein, en ongetwijfeld hebben die mannen zich daar ergens verstopt. We rijden er wijselijk in een grote boog omheen. Het gezond verstand zegeviert opnieuw. Maar Wilfried denkt er toch aan een andere club te zoeken, want binnenkort zitten ze misschien toch allemaal in de bak.
We zijn eigenlijk niet ver meer van Warmériville, en om de emoties door te spoelen, wijken we even af van de uitgestippelde route om in Pontfaverger-Moronvilliers (wablieft ?) een Affligem of Pelforth te gaan drinken bij de meest rondborstige bazin die we in jaren hebben gezien.
Als we na 78 km in Auberge du Val des Bois in Warmériville aankomen, wenst de bazin ons onmiddellijk bonne douche!. Hou zou dat nu komen ? Na het avondeten (konijn) trekken we Warmériville in, en worden onze ergste nachtmerries waarheid : we zitten in een Frans slaapdorp met 1 café en het is nog gesloten op de koop toe. Wanhopig loopt Peter het ene steegje in het andere uit maar meer dan wat oude kannonen is er niets te vinden. We hebben onze hoed voor niets opgezet. We keren van ellende terug naar het hotel, waar we nog 1 drankje kunnen krijgen, en daarna onder de lakens
Zaterdag 19 juli 2008 : Warmériville - Pierry
Na het ontbijt worden de fietsen gesmeerd. Ook de schijfremmen van Wilfrieds nieuwe Bianchi worden onder handen genomen. Enkele Limburgse motards, die ook in het hotel verblijven, zijn zeer onder de indruk als we vertellen dat we een trip van 90 km gepland hebben. We rijden Warmériville uit, en na enkele honderden meters zitten we al in het groen. In het open veld staat er een stevige wind, maar de kalkwegen zijn goed berijdbaar. Na zowat 20 kilometer zien we Reims in de verte opduiken, en we besluiten een foto te maken. Een Franse dame, op wandel met de hond, helpt ons hierbij een handje. We moeten rond Reims zien te rijden, en raken wat op de sukkel in een industrieterrein. Maar uiteindelijk, na een aantal bruggen, waterloopjes, en hoofdwegen te hebben omzeild, komen we opnieuw op het platteland, dat verbazend dicht bij de stad Reims ligt. Zeer merkwaardig : de Franse vrouwen zijn heel fier op het lokale wegennet, want telkens als er één van de Rouërs Put ! roept, worden we boos aangekeken.
Zowat vijftien kilometer verder wacht er ons een afdaling in het gras, en daar leert de Gust het belang van een juiste bandenkeuze : met zijn slicks rijdt hij natuurlijk sneller op een harde ondergrond, maar remt hij bijna niet op een vochtige ondergrond. Als Wilfried stopt om de juiste weg te vinden, knalt de Gust in volle snelheid achteraan op Wilfrieds nieuwe fiets. Gelukkig is er niets gebroken bij de fiets of bij Wilfried, alleen is hij een of ander vijsje kwijt (of is het nu een rondel ?).
Op een bepaald moment moeten we een HST-lijn kruisen. De enige mogelijkheid is te voet een stuk afdalen en 30 meter door een rioolbuis rijden. We kruipen letterlijk door de buis (van de naald), en belanden dan opnieuw op TGV-terrein. Peter krijgt de schrik van zijn leven als hij het woord TGV-police hoort. De anderen kennen intussen de Stefaan zijn farcen.
Het is bijna middag, en bij sommigen begint de maag al te grommen. Daarom besluiten we op zoek te gaan naar iets om te eten, en we belanden in Jonchery-sur-Vesle. Iedereen verwijst ons naar de plaatselijke pizzeria. De eerste indruk s niet echt veelbelovend, maar de pizzas zijn er wel handgemaakt, en in de ijskast ligt er fris bier. Peter, Wilfried en de Skeer nemen elk een blik Bavaria, en zien na een half blik dat het 7,9° alcohol bevat, iets meer dan een Duvel. Om van de emotie te bekomen, wordt er onmiddellijk een tweede blik gekraakt, en de pizzas worden onder luid gelach verorberd. Ondertussen eten Luc, Stefaan en Gust buiten op het pleintje, de plaatselijke schonen bewonderend.
Na het eten willen we terug op onze route komen, en moeten we een helling nemen van zeker anderhalve kilometer lang. Daar beginnen de eerste tekenen van vermoeidheid zich te manifesteren, en er wordt besloten onze trip enkele kilometers in te korten. http://www.youtube.com/watch?v=8BGA7YfNzqs We zullen dus zoweel mogelijk in rechte lijn naar Pierry rijden. We winnen wel enkele kilometers, maar het blijft toch een zware opgave : het platteland is heuvelachtig, er is veel lang gras, en door al deze inspanningen beginnen de eerste slachtoffers te vallen. Luc is bijna in staat van ontbinding, Wilfrieds drinkbus is leeg, de Skeer zit met slappe benen en bovenal, het vertrouwen is zoek. Eén ding kan ons redden : een café. In Belval zijn er die avond dorpsfeesten. Er staat al een bierkraam, maar het bier is nog niet geleverd. In Fleury-la Rivière is er een café, maar het is gesloten. En eindelijk, in Daméry, vinden we de zo begeerde herberg. De bazin is niet van de rapste, maar Peter denkt er toch aan hier een druif te zetten. http://www.youtube.com/watch?v=gk3Z4DEJOu0&feature=related Luc ziet het absoluut niet meer zitten, en hij spreekt ervan een taxi te nemen. Maar na enkele drankjes (coca voor Luc, Pelforth en Leffe voor de anderen) gaat de moraal omhoog en kunnen we hem toch overtuigen de laatste 10 km met de fiets te doen. We steken de Marne over, rijden stapvoets de allerlaatste berg op, en dalen dan af naar Pierry. We hebben 89 km afgelegd. http://www.youtube.com/watch?v=SSzt8pvU04c&feature=related
Bij aankomst op domein Sélèque kijkt Luc onmiddellijk of we genoeg vlees hebben om te barbecuen. Er waren er immers een paar die hadden voorgesteld Luc op de barbecue te leggen mocht hij begeven.
Zondag 20 juli 2008
Vandaag hebben de Rouërs een rustdag ingelegd, om morgen fris als een hoentje huiswaarts te kunnen keren. In de voormiddag nemen we de fiets naar Epernay, om er het laatste stukje vaste vis te kopen dat we nodig hebben voor de paella, die vanavond op het menu staat. Stefaan heeft met mevrouw Sélèque al een afspraak gemaakt voor een degustatie, en ze heeft ons aangeraden niet te eten, om de smaakpapillen niet aan te tasten. In Epernay beperken we ons dus tot een Ricard op een terrasje. Daarna fietsen we terug naar Epernay, alwaar we een productconfrontatie met de Sélèque-champagne aangaan.
In de namiddag worden we in de kelders rondgeleid door Bernard. We zijn onder de indruk van zoveel flessen, en bij het buitengaan wordt het Gust allemaal even te machtig; hij moet er even de ogen bij sluiten.
Daarna beginnen we aan de voorbereiding van de paella. Peter deelt de orders uit, en is er vrij zeker van dat de schotel paella zal volstaan voor 15 man. Na een uur of twee is hij klaar, en het mag gezegd worden, het resultaat is verbluffend. Peter maakt echter een kapitale fout : hij zegt : dit krijgen jullie met 6 man nooit op !. Voor Wilfried en de Skeer is dit een even grote uitdaging als een col van eerste categorie, en ze steken een tandje bij. De anderen worden letterlijk onder tafel gegeten. Peter ziet de bui hangen, gaat snikkend naar de slaapkamer en belt vandaar naar het thuisfront om steun te zoeken bij Vero. Als hij een half uur later terugkomt, vindt hij nog enkele rijstkorrels in de pan. En dit waren we nog vergeten te zeggen : de inzet van de weddenschap was een doos champagne. Peter, 6 flessen volstaan en het mag Sélèque zijn.
Met nog minder dan een maand voor het champagneavontuur stijgt de motivatie bij de rouërs om 's zondagsmorgens mee te rijden. Toevallig dachten zowel de Gust als de Lukken dat ze bij Peter moesten gaan vragen of er gereden werd, of was het voor de barbecue die ze hadden geroken ?? Na zowat half de diepvriezer en wijnkelder te hebben geplunderd werd besloten om 's anderendaags 8h30 samen te komen. Er werd geopperd dat Stefaan dringend nog eens moet meerijden dus besloot de Gust hem te bellen. Tevergeefs ... zou hij om middernacht niet meer opnemen dan ??? De Wilfried die normaal gezien niet met watjes meerijdt werd uitgedaagd omwille van minder vaardigheden in karrensporen en modder en besloot om eens te laten zien wat hij allemaal kan met zijn nieuw machien. William nog steeds niets geleerd voor zijn examen maandag besloot ook eens mee te rijden (nog tijd genoeg en tis maar geschiedenis) Zoals gewoonlijk was het even wachten op de Peter (we beginnen te vermoeden dat hij 's morgens heel wat werk heeft voor de spiegel) Bij de start nam Peter onmiddellijk de leiding en zette een rotvaart erin bijzover dat de Luc en de Gust achteraan kreunden om mee te kunnen. Gelukkig herinnerde de Luc nog de pinnekesdraad op de grond van verleden week en presteerde het om weeral plat te rijden. Lang respijt heeft hij echter niet gekregen want we hadden onze supermecanieker Wilfried mee. Dan maar de pauze wat rekken met het materiaal terug in het potteken te krijgen moet de Luc hebben gedacht. Terug op weg lieten we het baantje van Peter deze keer links liggen aangezien Maria het nog steeds niet had opgekuist. Het kieken dat de Gust verleden week had aangereden net uit coma ontwaakt werd door 12 wielen terug de grond ingereden. In het baantje dat eigenlijk niet bestaat zagen we de eerste keer tetten, al een hele verbetering tegenover verleden week. Na verschillende maïsvelden te hebben afgereden (beiden interpretaties) belanden we in onze target Lierde. Tijdens de pauze terplekke bewonderden we nogmaals de Wilfried zijne nieuwe fiets. William bedacht dat hij eigenlijk ook wel een nieuwe bike kon gebruiken en eigenlijk ook een nieuwe gsm , computer + scherm en ook nog een digitaal toestel. Verschillende suggesties werden aangereikt: benefietavond tvv William of misschien meteen William-aid ?? Uiteindelijk werd besloten dat een studentenjob misschien de ongebreidelde consumptiedrang van William kon invullen. Op de terugweg besloten we richting Kerksken op de gps-en in te geven teneinde eens andere baantjes te zien. Nadat de Skeer zijn machien ons in een doodlopende veldweg stuurde, werd de Peter aangesteld tot nieuwe navigator ... de gevolgen waren navenant. ... Het baantje waar hij ons instuurde werd hachelijker met de lopende meter. Achteraan klonken de protesten van de Luc en de verongelijkte Skeer steeds luider, maar de Peter beducht voor muiterij werd gelukkig gered door William die (zoon van zijn vader) heldhaftig de weg door netels en bramen toonde. Wat verder vlogen William en Wilfried als raketten een berg op, de Gust beloot wijselijk de Luc gezelschap te houden doch dat bleek nog te snel. Ter hoogte van St Antelincks vroeg de Skeer zich af waarom iemand een pagode in zijn tuin zette, de Gust moest er hem op wijzen dat het een grafzerk op een kerkhof betrof. (eerste verschijnselen van suikertekort). Met 40.5 km op de teller belandden we eindelijk in de Welkom Back. Na nog wat gemijmer over wat gedaan als de Paribas en Moore op de fles zouden gaan (alsnog starten met Peter & De Gust ??) besloten we naar huis te gaan kijken wat de pot schafte. Peter die in zijn eentje zelfs in Denderhoutem zijn weg niet vindt, moet wel eerst nog Leeuwveldbos in de gps steken
Zowat vijf jaar geleden rijpte bij enkele pioniers het idee om van Denderhoutem naar Cap Gris Nez te rijden. Een rechte lijn in westelijke richting. Gust, Peter en Luc bereidden zich wekenlang voor : stafkaarten kopen, weg uitstippelen, zondagmorgen op zoek naar geschikte (veld)wegen. Bijna het hele Belgische parcours was uitgestippeld, en toen zonk de moed hen in de fietsschoenen, wegens "niet doenbaar".
En toen, in de lente van 2007, op het terras van de Welkom, kwam het idee weer ter sprake. Peter was de toertochten beu, Luc zag het ook wel zitten, en Danny zat erbij en knikte. Gust en Stefaan waren er ook voor te vinden. Het managersinstinct van Stefaan zei dat er targets moesten worden vastgelegd, en dan stond het opeens vast : op 20 en 21 juli rijden we via Watou naar Cap Gris Nez.
Zondag 17 juni 2007
Na enkele verkennende tochtjes op basis van Lucs (olifanten)geheugen hebben we besloten om vandaag over te schakelen op moderne technologie : een Garmin GPS met topo-Belgiëkaart. Afspraak om halftwee bij Peter voor een tochtje van zowat 60 km. Na een discussie met Wilfried vertrekken we rond kwart voor twee, en stoppen 10 meter verder, net voorbij de beek. De beek vinden we op het scherm van de GPS, maar de route moeten we nog even zoeken. We zoeken nog wat en een kwartier later zijn we toch al op Koekelberg. We draaien naar links, en gaan dan het bos in richting Vondelen. De Gust, die dan al dik zit, verslikt zich in een plasje modder, en gaat halsoverkop richting aarde. Gelukkig is er niets gebroken (bij de Gust toch niet, zie verder). We rijden verder, maar hebben niet de indruk dat de GPS-technologie de snelheid opdrijft. De Skeer heeft de GPS meer in zijn handen dan zijn stuur. Ter hoogte van Landlede besluit de Lukken om even om te kijken waar de Skeer weer blijft, en zo belandt hij in volle snelheid achteraan op de fiets van Peter. Balans : 1 gebroken spatbord en 1 kwartier vertraging. We zijn zowat 5 km ver. We besluiten om de GPS op de fiets van de Gust te zetten, die blijkbaar nog beter ziet dan de Skeer.
In Heldergem vindt de Gust dankzij de GPS een prachtig paadje, steil bergop. De Gust plaatst een stevige demarrage, en breekt hierbij zijn derailleur. Er volgt een discussie of die derailleur wel een echte Deore is of Chinese namaak. De Gust besluit uiteindelijk dat de breuk waarschijnlijk te wijten is aan zijn jump in het Vondelenbos. Hij is wel blij dat hij dankzij de GPS een nieuw baantje heeft ontdekt, en dat hij dankzij de GPS nu de weg terug naar huis gaat vinden (te voet). Gelukkig volgt er veel bergaf, zodat de Gust zich kan laten bollen tot in café Ninove, waar de voordelen van de GPS nog eens op een rijtje worden gezet.
Balans van de dag : 16 km, anderhalf uur op de fiets, anderhalf uur in café Ninove, 1 gebroken derailleur, 1 gebroken spatbord en 3 Witkappen elk.
Zondag 24 juni 2007
Na de minder geslaagde tocht van vorige week zijn we toch met dezelfde vier om het er vandaag opnieuw op te wagen. De Skeer heeft een route van 35 km op de GPS uitgestippeld (Atom Nederename), dus 70 km heen en terug. Het wordt immers hoog tijd om te trainen op kilometers. Peter, Luc en Gust hebben er de nacht voordien ingehangen, en zien er dus niet al te fris uit. We vertrekken aan de sporthal, een wolk van gegiste Witkap en Irish Coffee achter ons latend.
De GPS werkt naar behoren, maar voorbij de veldkapel begint het al : we moeten een pad nemen dat rond de weide van de Gust zijn vader loopt, en het gras staat er 1 meter hoog. We doen dus een klein omwegje, en komen boven op Knipperhoek terecht. Daar moeten we een honderd meter door de maïs, omdat het baantje omgeploegd is. Ook in Aaigem moeten we een omweg maken, daar het voorziene wegje helemaal verdwenen is. Maar goed, ondertussen is ook de Gust overtuigd geraakt van het kunnen van de GPS. Tussendoor hebben we soms enkele druppels regen, maar het grootste ongemak blijkt veeleer de alcohol van de avond voordien te zijn. In Herzele wijst de GPS ons de weg door een maïsveld en netels, dus de groep besluit een honderdtal meter te voet te gaan, rechtdoor. Dat blijkt niet te lukken, en op de koop toe begint het te gieten, dus we nemen toch snel het pad door maïs en netels. Dit is echt mountainbiken. Na nog enkele kilometers verhard komen we in Grotenberge aan, waar drie van de vier vinden dat het genoeg geweest is. We keren dus zo snel mogelijk terug richting Atom. De Gust vindt onderweg nog een maïsveld om door te ploegen, zodat alleen zijn hoofd en zijn sigaret (!!!) erbovenuit komt. Spijtig dat er geen foto van is. Er wordt volop gesproken over "heldendaden" en "flandriens", en de dag wordt afgerond op het (overdekte) terras van de Welkom.
Volgende week afspraak voor een nieuwe episode in deze heldenroman.
Zondag 1 juli 2007
Gisterenavond is er een algemene vergadering gehouden, waar de details zijn besproken. Het staat nu vast dat Wilfried en Benny meegaan. Iedereen is enthousiast, de checklist wordt opgemaakt en er wordt eigenlijk toch een stevig glas verzet. 's Zondags is het ondanks de voorspellingen prachtig weer. Peter, Luc en Danny besluiten een toertje te doen in het Pajottenland (Ternat en terug) om wat kilometers in de benen te krijgen. De Garmin bewijst zijn nut, de stemming zit er in, en het feit dat we geen tegenslag hebben gehad wordt beklonken in de Welkom.
Zondag 8 juli 2007
Vorige donderdag hebben de Gust en de Skeer de volledige reisweg van België op de kaart gezet. De Gust is echter nog altijd niet volledig overtuigd van het kunnen van "het machien" en besluit zondagmorgen met de Skeer van Grotenberge tot Ename te rijden. Peter is te druk bezig met zijn zwembad, en Lukken laat niet van zich horen (ongetwijfeld een kater), dus vertrekken Gust en Skeer om 8 uur naar Grotenberge. De Gust krijgt "het machien" op zijn fiets en heeft het navigeren snel onder de knie. Bij aankomst in Ename is hij zo enthousiast dat we besluiten door te rijden naar Ooike, en vandaar terug naar Grotenberge. De Gust is nu helemaal overtuigd door het machien. Bij aankomst in Grotenberge hebben we 57 km op de teller. Volgende week afspraak voor een tocht van 70 km, de laatste voor het grote avontuur.
Zondag 15 juli 2007
De laatste zondag voor D-day. Vandaag plannen we een laatste trainingsrit van zowat 70 km, langs Bever. Stefaan wacht op ons in Galmaarden, en hij moet lang wachten. Onderweg zijn er immers enkele hindernissen te overwinnen. Overigens, ook in Bever moet Stefaan - bij gebrek aan machete - met zijn fiets een meter netels weghakken. De foto's spreken voor zichzelf.
Wilfried vindt het niet nodig om deze training mee te doen, voor hem is dit peanuts. De anderen beginnen wel de ernst van de situatie te beseffen. Alhoewel, na een "Double d'Enghien" aan de kerk van Bever voelt iedereen zich in staat om de uitdaging aan te gaan. Volgende vrijdag is het zover.
Vrijdag 20 juli 2007
D-Day. We beginnen de dag met een uitgebreid ontbijt bij Peter. De champagne vloeit bij beken, want de Gust is jarig. Rond 9 uur vertrekken we.
Alles verloopt vlot. De zon schijnt. In de verte zien we wat grijze wolken, dus het zou kunnen dat we wat regen krijgen. In Woubrechtegem (na zowat 10 km) wordt het plots pikdonker, en enkele minuten later zitten we in een echte stortvlaag. Een vriendelijke meneer roept ons binnen in zijn garage. We geven uitleg over de tocht. Als Peter na een kwartier vraagt wat er bij hen 's middags op tafel komt, wordt er ons op gewezen dat het precies al iets minder regent. We rijden dus verder, maar krijgen toch bakken water over ons. Als we nabij Ename komen, houdt het wat op met regenen en besluit de Skeer dat het tijd is om zijn schoenen leeg te gieten. Enkele kilometers verder worden ook de regenjassen uitgetrokken.
In Waregem stoppen we bij een frituur voor een opgewarmde, maar deugddoende spaghetti. Op de televisie wordt verteld over de overstromingen in Poperinge en Watou. De moed zinkt ons in de schoenen, waar hij langzaam verdrinkt. Onderweg blijft het echter meestal droog. De Westhoek is vlak en winderig. In Passendale houden we een korte stop bij Tyne Cot Cemetery...
In Brielen (even voorbij Ieper) nemen we per ongeluk een privé-wegje dat door een plantage loopt. De zoon des huizes komt ons tegen, maar we doen alsof onze neus bloedt. Even later hebben we een boze bloemist achter ons, want we hebben bij het buitenrijden ook nog zijn ketting/afsluiting in twee gebroken. Als we wat later bij het kasteel van Brielen aankomen, wijst de GPS ons de weg recht het kasteelpark in. We zoeken tevergeefs een wegje door de afsluiting om uit het park te geraken. We rijden dus het kasteel rond. Binnen is er duidelijk iets te doen, want voor de ingang staan er enkele Porsches, Jaguars en Range Rovers. We overwegen nog even om een glaasje mee te drinken; maar omdat er ons niemand binnenroept, rijden we gewoon opnieuw het park uit. Bij ons moeten ze ook niet meer komen.
Zowat 3 km verder moeten we door een bos, maar het blijkt onmogelijk om via de paadjes het bos te verlaten. De Gust, van geen kleintje vervaard, wijst de weg door het struikgewas. Een prikkeldraad verspert de weg, maar daar kruipen we gewoon onder. We vergeten aan Benny wel te zeggen dat er "bisj" op de prikkeldraad staat, en Benny krijgt een "snoksken" waar hij even niet goed van is. Even later heeft hij een lekke band.
We naderen Poperinge en krijgen de gevolgen van de overstromingen te zien. We moeten door een overstroomde weg, en het zal moeilijk worden om langs de binnenwegjes Watou te bereiken. Bovendien zijn er enkelen die al op hun tandvlees zitten, dus besluiten we een pint te pakken op de markt van Poperinge.
Na een verkwikkend Hommelbiertje rijden we de laatste 8 km naar Watou, met veel tegenwind en een stevige bergop. Gelukkig wacht de lieftallige Barbara van het Wethuys ons op met een Sint-Bernardus op haar kosten, wat ons de geleden inspanningen doet vergeten. De teller wijst 138 km aan. 's Avonds, na een hoppegalet als diner, maken we Watou onveilig met onzenoet op ("het begint met een O...")
's Morgens genieten we in de zon van het lekkere ontbijt van het Wethuys. Stefaan, die dit gereserveerd heeft, verdient een pluim. Na de koffie nemen we afscheid van Barbara, en beloven we volgend jaar weer te komen. Benny vertrekt met een glimmende fiets, want hij heeft hem s morgens vroeg al opgekuist. Zo komen we ook te weten dat Benny zelfs onder het rijden regelmatig zijn fiets afborstelt (!!!). Na een kilometer zitten we op Frans grondgebied. De baantjes liggen goed, er is weinig verkeer, de sfeer zit erin. Wel moeten we regelmatig stoppen voor een dringende behoefte van Benny (drugs???).
De dorpjes hebben Vlaamsklinkende namen. In Watten besluiten we rond de middag een pint te pakken in de Auberge flamande. Een verwijfde ober zegt ons dat we wel Vlamingen zijn, maar dat we ons toch in Frankrijk bevinden. Als revanche besluiten we daar niet te eten. We rijden dus verder, de Aa over, en krijgen dan een flinke helling voorgeschoteld. We rijden enkele kilometers door een bos met varens. Een tiental kilometer voorbij het kasteel van Cocove, in Berthem, stoppen we bij een wegrestaurant waar we als dagschotel heerlijke Normandische vis opgediend krijgen. Nadien gaat het rijden wel wat moeilijker, maar dat nemen we erbij.
Plotseling zien we bovenop een helling aan de horizon een boot. Iedereen denkt dat dit een fata morgana is, maar je kan inderdaad de zee al zien. We schatten dat we op 20 km van onze bestemming zijn. Bij de volgende stop vertelt Peter ons dat hij zadelpijn heeft op een ongebruikelijke plaats. We stellen voor dat hij de rest van de rit achterstevoren op zijn fiets gaat zitten om de pijnlijke plaats te ontlasten, maar hij vreest dat hij dan de zee niet op tijd zal zien. Daarom lost hij het euvel op met enkele velletjes toiletpapier.
Voor het einde wacht ons nog een beproeving : in het bos Mont de Plaisance vinden we de route niet, we rijden verloren in het struikgewas, ploeteren door de modder, en de GPS laat ons ook nog in de steek. De gemoederen raken verhit, maar de Gust vindt de weg uit het bos, en we komen terug op de goede weg. Even verder gaat Wilfried in een karrenspoor nog twee keer overkop, maar zonder erg.
Op zeven kilometer van Cap Gris Nez ontdekken we dat we niet langs het strand naar de kaap kunnen, maar enkel langs de normale weg, die bovendien zeer steil is. Na twee nijdige hellingen komen we eindelijk ter bestemming aan, waar de vrouwen ons met open armen ontvangen. De Gust krijgt van Karo de opmerking dat zijn buik verdikt is, maar niemand weet hoe dat komt. De dagteller wijst 102 km aan, het doel is bereikt. We besluiten toch maar de auto te nemen naar Hotel Saint-Jean in Wimereux. Een verkwikkende slaap zal ons deugd doen.
Tot volgend jaar.
vlnr : de Lukken, Peter, Benny, Wilfried, de Gust, Stefaan en de Skeer
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.