WAT ? Een "rouër" is in het Atoms een rammelaar, een mannelijk konijn. Het werkwoord "rouën" betekent "rijden". Het gebruik van "rouër" in de betekenis van "mountainbiker" wordt toegeschreven aan Sylvia B., die na een toertocht in 2006 een collega-biker toeriep : "Aa, zeje gouë oek ne rouër ?"
Reeds enkele weken laat de crisis zich ook voelen bij de Rouërs : het koersen vertoont een neerwaartse trend.
Om de sfeer er opnieuw in te brengen worden we op vrijdagavond uitgenodigd bij Hilde en Luc. Het haardvuur brandt, de verlichting is gedempt en ze zijn allebei uitgedost in een leuke fleece. Officieel zijn we hier omdat ze allebei verjaard zijn in oktober, maar al snel blijkt dat het meer een bijeenkomst wordt met als thema Waar gaat dat naartoe ?.
De Gust en de Skeer en hun partners zijn er als eersten, en het gaat er gemoedelijk aan toe. De Gust heeft rode ogen, zogezegd door het stof van zijn verbouwingen, maar de anderen vermoeden dat de val van KBC er voor iets tussen zit. Na een goed kwartier komen Peter en Vero binnen. Peters lip zakt nog lager dan de Bel-20, en hij torst de miserie van de hele beurs op zijn schouders. De hele dag heeft hij de klanten hun gejammer moeten aanhoren, alle feestjes op het werk zijn afgeschaft, en hij zal dubbel zo lang met zijn auto moeten rijden.
Hierdoor beginnen de anderen ook over hun ellende te vertellen. Lukken heeft teveel ijzer, en hij kan er niets mee doen want de prijs is ineengestort. De Gust heeft voor volgend jaar een recordaantal schoenen gekocht, en hij vreest dat iedereen volgend jaar klompen zal beginnen te dragen. En de Skeer vreest dat zijn auto het een dezer dagen gaat begeven, want hij doet in januari zijn plechtige communie.
Iedereen heeft al een paar ideeën om de crisis door te komen : zijn auto compleet oprijden b.v. (zoals de Skeer). Er ontstaat dan een discussie hoe oud de auto van Hilde al is, en die weddenschap levert ons nog een fles wijn op die nog ouder is dan die auto zelf. Nog om te besparen, gaat Peter geen nieuwe fiets meer kopen, maar alleen de groep vervangen. Een kader is volgens hem onverslijtbaar. Kijk maar naar Wilfried : die reed twintig jaar met zijn vorige fiets, en hij was nog niet versleten De Skeer heeft een koersbroek met een versleten zeemvel, maar blijft ze toch nog wat dragen : hij gaat er nu elke keer een nieuw aandeel van Fortis in steken voor hij vertrekt. En dat Peter alles klaar heeft om zijn eigen wijn (Chateau Petrus?) te brouwen, weet iedereen al.
Als de Skeer voor de zoveelste keer een hoestbui krijgt, komt het gesprek vanzelf op de griepepidemie die ons te wachten staat. Zullen we die wel overleven ? Met hoeveel zullen we hier volgend jaar nog zitten ? Komt er oorlog ? Gaan we zelf onze groenten moeten kweken ? Moeten we een geweer kopen ? Moeten we voeding in blik inleggen ? De vrouwen spreken af om op zaterdagmorgen onmiddellijk naar de Colruyt te trekken. Er wordt afgesproken om volgend jaar opnieuw samen te komen; het thema van die bijeenkomst wordt dan Ziedentnaa?