WAT ? Een "rouër" is in het Atoms een rammelaar, een mannelijk konijn. Het werkwoord "rouën" betekent "rijden". Het gebruik van "rouër" in de betekenis van "mountainbiker" wordt toegeschreven aan Sylvia B., die na een toertocht in 2006 een collega-biker toeriep : "Aa, zeje gouë oek ne rouër ?"
Als u nog nooit van Riquewihr gehoord hebt, beste lezer,
betekent het dat u a) het liefst in Atom vertoeft of b) voor uw vakantie liefst
languit op een zuiders strand ligt te wachten op de juiste cuisson. Niets van
dat alles bij de Rouërs, die graag het avontuur opzoeken, dat op slechts een
halve dag rijden ligt. In de streek van Riqeuwihr worden ook de heerlijkste
Elzaswijnen gemaakt, maar dat is slechts een bijkomstigheid.
Ons vakantiehuis is een historisch pand gelegen in een
rustig steegje in Riquewihr. Onze huisbaas is een playboy van een jaar of
veertig, en wat wij in Atom een "pezewever" noemen
("zeventeen" is een ander toepasselijk woord). Zijn maman en hijzelf bezitten zowat de hele
straat. Zijn maman woont rechtover ons verblijf, en ze kan dus een oogje in het
zeil houden indien nodig (zie verder). Naast ons huis is er een aparte zaal met
een kanjer van een jacuzzi met complete ledverlichting en alles erop en eraan.
"Spijtig genoeg" is dit weekend een van de warmste van het jaar,
zodat we passen voor een warm bubbelbad. In plaats van poedelnaakte rouërs zal
de jacuzziruimte dus enkel mountainbikes herbergen.
Na de voorbije spaghetti-avond heeft iedereen genoeg
zetmeel binnen om op zaterdagmorgen een prestatie neer te zetten. Onze eerste
tocht wordt een rit naar Colmar (en hopelijk terug). Luc was hier al enkele
dagen voordien, en kent de rit naar Colmar al op zijn duimpje. Luc - friends
call me GPS - leidt ons in no time naar de binnenstad, alwaar dit eerste
avontuur wordt doorgespoeld met een glas lokale pils. Hoewel de Elzassers nu
bij Frankrijk horen, hebben ze toch een goede Duitse gewoonte aangehouden : een
standaardpint is hier een halve liter. Na een volwassen aperitiefsessie worden
de rouërs echter hongerig, en worden er Flammekuchen besteld. Flammekuchen zijn
het best vergelijkbaar met pizza; alleen zijn ze dunner en goedkoper. Een
beetje zoals je een Harley zou vergelijken met een scooter, of Sabine Hagedoren
met Astrid Bryan bijvoorbeeld.
Wilfried is sinds een paar weken ook gewonnen voor de
fiets-GPS. Hij heeft zich een Mio aangeschaft, die eigenlijk veel meer functies
heeft dan de Garmin van de Skeer. Bovendien blijft hij ook goed vastzitten op
de fiets (zie het Voeren-verslag en de soap van de fietscomputer). Bij de
terugkeer naar Riquewihr wordt Wilfrieds GPS dus aangesproken, vooral omdat hij
feilloos de kleinste dorpjes kan vinden. In Türckheim vinden we een Ierse pub waar we
Pelforth Brune drinken, opgediend door een serveuse die zowaar uit Woodstock
lijkt weggelopen. Kan het nog internationaler ?
De Gust heeft last van zijn knie, maar bijt toch door op
elke helling. Telkens we naar Riquewihr terugrijden moeten we langs de
ik-ben-al-beter-geweest-route die eindigt met een ferme kuitenbijter richting
binnenstad. Maar de Gust rijdt naar boven op karakter, en slaagt er zelfs in de
rode lantaarn af te wenden.
Bij aankomst op het marktplein in Riquewihr wordt er
besloten de emoties door te spoelen. Na een blik op de drankkaart beseffen de
Rouërs dat het bier hier eigenlijk wel schandalig duur is, en dat je goedkoper
af bent met een fles wijn. Zo gezegd, zo gedaan. Ondertussen zijn de vrouwen
terug van een lange wandeling en ze vertonen daardoor
uitdrogingsverschijnselen. Onze welverdiende fles witte wijn wordt dus
barmhartig gedeeld. Nog een geluk dat we onderweg al iets gedronken hadden.
's Avonds is er fondue voorzien. De vrouwen besluiten
gezien het prachtige weer te aperitieven in ons smalle straatje. Stoelen en
flessen worden buiten gehaald, en voorbijgangers vinden het blijkbaar een sympathiek
initiatief. Dat was echter buiten maman gerekend, die ongetwijfeld haar zoon
heeft gebrieft over dit grensoverschrijdend gedrag. Immers, zodra we aan tafel zitten voor de
fondue, komt zoonlief binnen gevallen om te zeggen dat de prachtige stoelen binnen
moeten blijven. Gelukkig kennen ze hier nog geen GAS-boetes.
Op zondagmorgen wordt er geopteerd voor een korte maar
stevige rit naar het nabijgelegen Kaysersberg.Op een terrasje wordt overlegd hoe we de laatste dag van deze vakantie
zullen doorbrengen, terwijl we ons suikergehalte op peil brengen voor de terugtocht,
en een blik werpen op de activiteiten van de bewoners.
Bij de terugrit naar Riquewihr loopt het iet of wat
verkeerd, want de helft van de Rouërs neemt een andere afslag, en rijdt de
steile bergflank op. Niet echt een kortere weg, zo blijkt later, maar een die de
omweg loont. De omweg brengt Wilfried, Luc, Gust en de Skeer door een prachtig bos, en wijngaarden,
om tenslotte toch te belanden op de steile helling naar Riquewihr.
De namiddag wordt gereserveerd voor een bezoek aan
Egisheim gevolgd door een (of meer) wijndegustaties. Wijnhandelaars heb je hier
in alle soorten : in Egisheim komen we het meest norse exemplaar tegen dat er
bestaat. Mr F. heeft in de streek een bedenkelijke reputatie, maar dat weten we
niet als we er op zondagmiddag zijn open poort binnenstappen. Een degustatie bestaat
bij hem uit een paar minuscule glaasjes, gevolgd door de vraag wat er op de
bestelbon genoteerd mag worden, dit alles binnen een tijdspanne van maximum een
kwartier. Op dat ogenblik weten we nog niet dat er ons later nog een echte
degustatie te wachten staat (zie verder), en we stappen toch buiten met enkele
dozen witte wijn. De vrouwen zijn wel content, want F. is ook vrouwenliefhebber
en niet spaarzaam met complimentjes.
Van een heel ander vaatje zijn François Lipp en zijn zoon
Jean-François, die ons in Husseren verwelkomen later diezelfde zondagnamiddag.
Na een rondleiding door de wijngaard en de kelder,worden we uitgenodigd in de
degustatiekelder. Vader en zoon drinken een glaasje mee,en zijn duidelijk fier op
hun producten (wij ook trouwens). Als we er tegen valavond buiten stappen,
mogen vader en zoon hun zondagse barbecue vergeten,en moeten de Rouërs nog
opzoek naar een restaurantje in Riquewihr.
En zo eindigt het zoveelste avontuur van de Rouërs. De
schrijver is wel een paar dingen vergeten te vermelden : de invloed van pastis
op het gestel, de gouden zaken in Martelange op de terugweg, de Afrikaanse beelden
op de slaapkamers in Riquewihr. Als u daar, beste lezer,het fijne wil van weten,
moet u eens een Rouër aanspreken en hem loslippig maken met een of ander
drankje... (Edelzwicker bijvoorbeeld)