Als je veel mensen op bezoek krijgt en je wil het jezelf gemakkelijk maken dan is pizza altijd een succes. Vorige zondag waren we met 12 en ik had weinig tijd om te koken. Ik moest eerst van mijn dierbare echtgenoot (en ook van mezelf) een plafond helpen uitbreken en opruimen. Ja dan onder de douche en het was bijna tijd. Maar in mijn hoofd was alles goed gepland. 's morgens had ik de pizzadeeg klaargemaakt: een halve kilo bloem (liefst grano duro, type 00 of speciale pizza bloem). Daar doe je dan water en zout bij zoals je een brood maakt en goed kneden in de robot. Je krijgt dan een mooie deegbal. Deze doe je in plastiekfolie en leg hem in de frigo. Een uurtje voor de gasten arriveren, de deeg uitrollen met een zware rol. Zo fijn mogelijk. Je hebt daarvoor wel een groot werkblad nodig. vervolgens in ovenschalen doen. Dan komen de ingredienten. Eerst volledig bestrijken met een tomatensaus. Ik gebruik hiervoor een soort tomatentapenade: mengeling van tomaten en olijvenpulp. Dan leg je er naar believen salami, hesp, mossels, gerookte zalm enz op. Vervolgens flink wat paprika's in olijfolie en besprenkel de olijfolie er gerust mee op. Verder ook nog wat champignons en veel meer is dat eigenlijk niet. Ik hb ooit eens gelezen dat je op een pizza niet te veel groenten mag leggen (verse tomaten en zo omdat hij dan minder krokant wordt). Dan natuurlijk de kers op de taart (heuh): flinke plakken mozarella. Ik neem van die speciale pizzamozarella (in langwerpige pakjes van Galbani). Ik vind dat subliem voor pizza Je kan natuurlijk ook nog andere kazen toevoegen maar mozarella erbij is een must. Tenslotte afwerken met flink wat kruiden. OP de foto zie je vooral heel veel gedroogde oregano en ja inderdaad ook pizzakruiden die ik zo heb gekocht (niet van Piet huizentruyt want ik ben niet zo voor die marketing trukjes). En dan de oven in.
Met de koude van de laatste weken is het niet evident om de moed op te brengen een wandelingetje te maken. Maar toch doe je buiten nog prachtige ontdekkingen. Zo kun je nog wilde rozenbottels plukken. Ze zien er fantastisch uit met een onvergelijkbaar rood/oranje kleur, naar verluid zitten ze vol vitamines en je kan er lekkere dingen mee doen. Zeker wanneer het al eens gevroren heeft, dan kun je ze makkelijker verwerken.
Niets is leuker dan wanneer iedereen graag zijn eigen gerechten maakt. Bij de jongens (sorry voor deze veralgemening) is dat wel heel wisselvallig. Soms zie je maanden niet in de keuken verschijnen en soms bemoeien ze zich met alles wat je doet, omdat ze het natuurlijk veel beter weten. Georges is 19 en een perfectionistische kok. Hij besteedt heel veel aandacht aan het zorgvuldig voorbereiden van de ingredienten en aan de presentatie. Voor hem is koken als een dans, een choreografie waar alles in stijl en in een relaxed ritme moet gebeuren. Plezant om te zien en lekker om te eten.
In het vorig berichtje schreef ik al over Emilie. Zij is niet altijd een gemakkelijke eter, en koken doet ze ook niet al te graag. Maar ze heeft wel één specialiteit en als ze er aan denkt dan wordt die soms wel vier keer in een week klaargemaakt. Het is een eigen interpretatie van quiche met prei en garnalen en ik moet zeggen dat het lang niet slecht is. neem een bladerdeeg en leg die op een bodem. Vervolgens maak je twee mooie preien schoon en snijd ze in stukjes. Je laat ze zachtjes gaar worden in wat olijfolie. Dan voeg je de garnalen toe. Van het vuur nemen en 2 eieren, een flinke scheut room en peper toevoegen. Dit geheel nog eens goed mengen, over de bladerdeeg gieten, twintig minuten in de oven en onmiddellijk opeten.
Emilie is onze jongste dochter en lust heel graag kreeft. Haar beste vriendin Freya is een vegetariër en erg begaan met het lot van arme diertjes. Groot was onze verrassing toen ze zonder schroom beiden eerst deze heerlijke beesten grondig aan het bestuderen waren vooraleer ze genadeloos in een ketel kokend water te gooien. Ze hebben uiteraard heel lekker gesmaakt.
Als je foto's wil nemen van lekkernijen, moet je soms snel zijn, want soms verdwijnen die als sneeuw voor de zon. In dit geval was de sneeuw niet weg, maar de koekjes weg. Deze doos was een nieuwjaarswens van Karl en Hannes, The Cookie Collective. De koekjes zijn op, de doos bewaar ik. Op jullie succes jongens!
Deze bonzai heeft een lange geschiedenis. Hij was ooit een dwergspar in de kleine voortuin bij mijn ouders, maar toen ze hem zelf niet meer wilden hebben, deden wij hem mee naar huis. Dat is inmiddels als meer dan twintig jaar geleden. We hebben hem toen gewoon in een pot geplant. Enkele jaren geleden kwamen we op het idee om hem bij te snoeien en in een bonzai schaal te plaatsen. Dit is het resultaat en het mag er zeker zijn. Nu staat hij bedolven onder een laagje sneeuw, maar mooi blijft hij toch.
Gerookte zalm kan wel heel erg lekker zijn, maar de smaak van het gerookte is toch vaak heel dominant in een gerecht. Vandaar dat deze gravadlachs zo lekker is, zeker wanneer we toch al de neiging hebben overdadig te eten. De zalm moet wel minstens 48 uur op voorhand worden gemarineerd. Het doet het zo: koop twee mooie zalmfilets op vel, of een enkele die je dan kan doorsnijden. maak de marinade. Neem 150gr kristalsuiker en 150 gr grof zeezout voor ongeveer 2 kg zalm. Meng suiker en zout en meng er twee grote handen vol verse fijngehakte dille door. Leg een groot stuk keukenfolie open en leg hierop een deel van het suiker zout mengsel/ leg daarop de ene helft van de zalmfilet en voeg nog een derde van het kruidenmengsel toe, gelijkmatig uitstrijken ook aan de randen. Leg vervolgens de twee helft op de eerste met het helft naar boven en strijk de rest van het kruidenmengsel hierop uit. Vouw de keukenfolie goed rondom de zalm en leg in een schaal die groot genoeg is en enigszins diep want er loopt wel wat vocht uit. Dit geheel moet nu in de frigo. Als je eraan denkt tussendoor de zalm af en toe draaien. Twee dagen later is dit een delicatesse die je kan serveren met een mostersaus of met gemarineerde komkommer, of waar je ook maar zin in hebt.
Ik schreef al eerder over mosselen. Verse mosselen zijn altijd overheerlijk, maar soms heb je zo van die geslaagde creaties die mosselen tot een ware delicatesse maken. Zo probeerde ik vorige week eens mosselen met pompoen klaar te maken. Voor je wanhopig de ogen naar de hemel richt, het gaat over een "butternut" pompoen, zo van die kleintjes die een notensmaak hebben. Gewoon bij je normale bereiding van mosselen enkele flinke stukken pompoen mengen en laten meestomen. Is gelijk gaar met de mosselen. Ziet er prachtig uit en geeft een bijzondere sensatie.
Als je al eens geprobeerd hebt om eclairs te maken, weet je dat het resultaat heel lekker is en het werk eigenlijk nog best meevalt. Een niveau hoger staan de prachtige profiteroles. Je maakt hetzelfde deeg als voor eclairs, maar je vult ze met zelfgemaakt vanilleijs en pas daarna overgiet je ze met chocolade; Er gaat niets boven.
Samen piza maken, dat is plezier verzekerd. Probeer eens van O te vertrekken en ook zelf de bodem te maken, flinterdun of wat dikker zoals je het liefst hebt.
Naar de bakker gaan vind ik echt hatelijk. Je moet zorgen dat je deftig gekleed bent, dan moet je geld hebben, dan moet je in je auto stappen (want te voet is toch iets te lastig) en deze tijd moet je die eerst nog ontdooien, en dan moet je je beurt afwachten. Het resultaat is dan meestal een slappe bedoening zonder smaak die binnen de kortste keren niet meer te vreten is. Vandaar dit heel gemakkelijk recept voor pistolets. Het is zo eenvoudig dat je niet weet wat je overkomt. Neem gewoon witte bloem, verse gist en melk. Meng het geheel (het deeg moet zijn zoals voor brood dus voldoende elastisch maar niet te slap). Vergeet geen zout toe te voegen. Even goed door blijven kneden (de goede oude Kenwood doet dat zonder klagen). Rol het deeg in een bol en dek het af met een (propere) handdoek. Gedurende ong. een half uurtje in een oven leggen van ong. 50 graden, of bovenop een goed warme chauffage. Vervolgens het deeg uitrollen tot een dikke worst. Gelijke delen van snijden en deze tot bolletjes vormen. Met een halve kilo bloem heb je ong. 15 pistolets. Deze bolletjes nog eens een tiental minuutjes de warmte in (zelfde als vorige). Dan de pistoletjes besprenkelen met zout water en gedurende een kwartiertje in een goed hete oven (230 graden). Ze koelen snel af. Dus je kan eigenlijk ong. een uurtje nadat je gestart bent met het hele proces al beginnen smullen.
Waarom madeleintjes zo bijzonder zijn, weet ik niet, maar ze hebben toch iets speciaals. Deze zijn als volgt gemaakt: 150 gr bloem 135 gr suiker 25 gr honing bakpoeder of carbonaat 150 gr boter 3 eieren alles goed mengen en kloppen, totdat je een beslag krijgt zoals voor cake. dan in de vormpjes doen. Ongeveer een kwartiertje in de oven van ong. 200 gr en een groot voordeel ze koelen direkt af dus je hoeft niet te lang te wachten om ze op te peuzelen.
De 3 madeleintjesvormen heb ik gekocht voor 20 eurocent (voor de 3 stuks) in de kringwinkel in SintPietersleeuw waar ik regelmatig eens binnenga als ik er passeer voor een klant.
Ongeveer iedereen zal wel prachtige sneeuwfoto's hebben gemaakt na het witte wonder gisteren. Deze boedha blijft in elk geval gelukkig ondanks zijn hachelijke situatie.
Roltaarten vind ik altijd super om op tafel te zetten. Maar om een of andere reden vinden de kinderen ze ouderwets. Toch heeft het iets en is zo leuk om te maken. Je maakt gewoon een biscuit, maar giet die op een bakpapier in een platte ovenschaal. Deze hoeft echt niet lang te bakken want is maar ongeveer een centimeter dik. Als ze gaar is haal je ze uit de oven en stort ze op een natte keukehanddoek. Rol onmiddellijk de taart met de handdoek op, zodanig dat de handdoek als het ware tussen het deeg is gedraaid. Laat zo wat liggen totdat de deeg is afgekoeld. Na ongeveer 10 minuten voorzichtig weer openrollen en de handdoek wegnemen. De binnenkant bestrijken met confituur, eventueel ook met slagroom, maar is niet echt nodig. Vervolgens weer oprollen. Net op het moment voor het opdienen bestrijken met stijfgeklopte slagroom en afwerken met fruit, nootjes of chocoladeschilfers. ik krijg er al zin in als ik dit schrijf. O ja en deze taarten zijn eigenlijk nog beter als je ze een dag laat liggen.
De meest gezellige momenten in mijn herinneringen, zijn deze toen mijn vader wafels bakte. Mijn vader was niet het type dat veel deed in huis en ook met de kinderen was hij niet veel bezig, het werk was zijn grootste belangstelling. Maar af en toe, in de winter als het vroor en hij niet kon werken, dan bakte hij wafels. Dat was gegarandeerd feest. Het wafelijzer werd tevoorschijn gehaald. Een grote ketel deeg en dan begonnen die overheerlijke geuren het hele huis in te nemen. De 5 kinderen zaten ongeduldig te wachten tot de wafel uit het ijzer kwam en smeerden gretig met confituur, suiker en andere lekkernijen. Eigenlijk kon vader onze haast niet bijhouden. De wafels waren zo vers dat ze geen tijd hadden om af te koelen. Vaak heb ik geprobeerd dit gevoel te herhalen voor mijn eigen kinderen. Maar dat lukt niet helemaal, niets is natuurlijk nog hetzelfde. Als ik wafels bak, dan zijn ze wel lekker helemaal in het begin, maar na een tijdje worden ze slap en dan vind ik ze niet meer mooi om te presenteren. Daarom heb ik een recept uitgeprobeerd voor bewaarwafels. Inderdaad deze kan je echt goed bewaren en ze worden niet slap: 500 gr margarine 550 gr kristalsuiker 10 eieren vanilleextract (liefst vloeibaar) 1 kg bloem en 2 pakjes bakpoeder (of gewoon zelfrijzende bloem is ook goed).
Inderdaad in deze wafels hoeft geen melk, water of welke vloeistof dan ook. Suiker, en eierdooiers met elkaar mengen tot schuimige massa ontstaat. De margarine (gesmolten maar niet warm) toevoegen. De bloem toevoegen en goed ondermengen. Als laatste de eiwitten voorzichtig ondermengen. Alles nog een paar uur laten staan dan kan je beginnen. Het deeg is vrij dik, maar laat zich verrassend goed verwerken. De geur kan ik hier natuurlijk niet beschrijven maar gezellig is het zeker.
Dit vogelkooitje kochten we een tijdje geleden op de rommelmarkt in Anderlecht. Het was van een oude Turk en het was helemaal niet zeker of zijn gerief dat er lag bestemd was voor de ophalen voor het grof huisvuil of om te verkopen. Maar het vogelkooitje zag ik wel zitten, ze hadden er een lampenkap van gemaakt. Dus toch maar die euro in die vieze hand gestopt en blij terug naar huis met de vogelkooi. Nu hangt ze te schitteren met een spaarlamp ering en de vogeltjes, ja die zitten aan de buitenkant.
Markt Anderlecht: elke zondag in de voormiddag. een kleine rommelmarkt, een gigantische voedingsmarkt en van alles en nog wat. Je gaat best voor 10 uur want het kan er behoorlijk druk worden!
Dit is nog een messenstory. Het overkomt me af en toe dat ik mijn lievelingsmesje niet meer kan vinden. Ik zoek dan overal, tussen de schillen, in de compostbak, in de tuin. Meestal vind ik het wel terug. Maar dit mesje was echt zoek. Het zat twee jaar lang bedolven in de compostbak. Toen we de compost op het groentenbedje uitspreidden vonden we het terug. het was wel veranderd, maar wat geeft het: kunst blijft kunst.
Een "goede" vriend heeft als hobby het ¨creëren en vervaardigen van patattenschellers. Hier zie je er een voorbeeld van, gepresenteerd op groenten die hij gestolen had uit onze tuin.Op zijn blog vind je er alles over. http://www.knifeforging.comhttp://www.patattenschellers.blogspot.com