Aesna cyanca. (Blauwe glazenmaker) : Het is een van de meest geziene libellen van bij ons. Hij is zowat 65 tot 75 mm groot .Hij heeft een
groene kleur met zwarte naadstrepen. De schouderkleur gaat over tot grote groene plekken van ongeveer 10 mm. De Aesna komt ook in Turkeye voor alsook in Noord-Afrika.
Colopleryx Splendens (Weidebeek juffer): Een 45 tot 48 mm grote juffer. Komt voor in Belgie en Nederland vooral langs langzaam stromende waterlopen met goede kwaliteit. De waterjuffer vliegt van mei tot september. De mannetjes zijn blauw van kleur de vrouwtjes
De grote weerschijnvlinder: Vleugellengte 31 tot 40mm met wonderbare kleuren in de zon. Ze drinken het sap van rottende vruchten. Bij voorkeur te vinden in loofbossen. Leeftijd van juni tot augustus.
Bergeend: Ongeveer 60cm groot. Het is een kleurrijke eend met een wit lichaam zwarte kop en hals brede rode borst zwarte strepen over de buik. De helderrode snavel heeft een knobbel aan het begin enkel voor het mannetje.
De Kluut:Determinatie.44 cm.Bont zwart wit,lange opgekrulde zwarte snavel,grijze poten.Twee zwarte lijnen omkaderen de witte vleugel,zwarte kopkap die doorloopt op de achterkant van de nek. Tijdens de vlucht met zwarte vleugelpunten, witte staart
Juveniel: dekveren vuil grijs.Foerageert vegend door het oppervlaktewater
Geluid:Roep fluitend kluup-kluup
Habitat:Kwelders ,baaien met ondiep zout of brak water.Nestelt kolonies,'s winters in groepen.
De Visdief:Determinatie.Kleine stern,rodepoten vrij lange snavel,rood met zwarte punt,diep gevorkte staart,staart in zit korter dan de vleugels.Buitenste handpennen met
vanboven en vanonder een zwarte achterrand.
Adult winter:Zwarte kap achter het oog;zwartesnavel.licht voorhoofd,brede zwarte vleugelvoorrand op de arm,,zwarte armpennen vormen een dune baan op de vleugel,
buitenste handpennen egaal donkergrijs,grijze stuit,langste staartpennen met zwarte punt
Geluid:Een wat rauwen herhaald kierie
Habitat:Kiezeloevers van revieren,poelen;meren en grintputten.
Onmiskenbaar,volledig zwart verenkleed,puntige snavel met wit voorhoofdsschild, donkerrode iris.Rond lichaam met fors achtereind,gewelfde rug:grisgroene poten met
langeglob.de tenen.Het verbindingspunt va snavel en voorhoofdsschild van snavel en schild vormd een scherpe hoek aan weerszijden van het voorhoofd.Juveniel:
vanboven donkergrijs, keel en voorzijde van de hals wit,voorhoofdsschild nog ontwikkeld. Heeft een aanloop op het water nodig om op te vliegen.
Geluid: Luide trompetterende roep:poe-e',pe-pe u
Habitat. Vijvers,meren,waterlichamen.Nestelt in de oevervegetatie,maar ook openlijk.Overwintert in grote groepen.Eet waterplanten of graast op de oever