Onmiskenbaar,volledig zwart verenkleed,puntige snavel met wit voorhoofdsschild, donkerrode iris.Rond lichaam met fors achtereind,gewelfde rug:grisgroene poten met
langeglob.de tenen.Het verbindingspunt va snavel en voorhoofdsschild van snavel en schild vormd een scherpe hoek aan weerszijden van het voorhoofd.Juveniel:
vanboven donkergrijs, keel en voorzijde van de hals wit,voorhoofdsschild nog ontwikkeld. Heeft een aanloop op het water nodig om op te vliegen.
Geluid: Luide trompetterende roep:poe-e',pe-pe u
Habitat. Vijvers,meren,waterlichamen.Nestelt in de oevervegetatie,maar ook openlijk.Overwintert in grote groepen.Eet waterplanten of graast op de oever
De OEHOE:60-75 cm.Groter dan een buizerd,gedrongen,korte sztaart en brede kop met lange oorpluimen,donkeroranj ogen.Vanboven bruin en zwart gemarmerd, vanonder beige gestreept,bredere strepen op de borst.Zwarte snavel.
Geluid. Zang:laag hoe hoe,de eerste noot scherper;de tweede het laagst;mannetje en vrouwtje ontmoeten elkaar in de schemering voordat ze gaan jagen
Habitat:Stille gebieden uit de buurt van huizen,bergen,kloven,kliffen met uitlopers,Nestelt op rotsrichels,soms op de grond.
DE Knobbelzwaan:150cm.Groot.Dikke nek,ronde kop,driehoekig zwart masker voor het oog.Zwarte knobbel op ,snavelbasis, groter bij het mannetje.Fel oranje snavel bij adult,grijs bij jonge vogel.Het mannetje dreigt door het heffen en opblazen van de vleugels.Vaak agressief in de buurt va het nest;'s winters in groepen.
Geluid.Vleugels maken luid fluitend geluid in de vlucht.
Alarmroep:Geblazen gegrom en gesis
Habitat:Groot water,vijvers,meren,kanalen,ook in steden.Siervogel die teruggekeerd is naar semiwilde staat.
De grauwe gans: 80 cm groot.De grootste van de grauwe ganzen,met een dikke nek en een forse snavel. Roze poten en lichte buik. In de vlucht met lichte,asgrijze handvleugel,contrasterend met de mantel,lichte staart met brede witte rand. Oranje snavel(broedvogel), felrose
bij goed licht is nodig voor een zekere determinatie.
Geluid,Roep:nasaal,krachtig kia-ga-ga,ang-ang.
HABITAT. Moerassen,meren,weilanden en velden;graslanden om te foerageren op grassen en knollen.
De Wolf: Is een roofdier die veel schapen, paarden, koeien en noem maar op, klein wild gewoon kapot maak en gedeeltelijk opeet. Tot gevolg dat veel boeren en veehouders veel schade oplopen. Anders gezien is de Wolf een mooi dier dat uit onze natuur verdwenen was en nu terug