De Holenduif: Ze lijkt veel op de rotsduif,maar is te onderscheiden door het ontbreken van de witte stuit. In de vlucht vallen de zwarte vleugelpunten en de zwarte achterrand van de vleugel op. In de vlucht is ook te zien dat de ondervleugel in tegenstelling tot de ondervleugel van de rotsduif niet wit maar grijs is.De holenduif broedt als enige Nederlandse duif in holen,zoals bijvoorbeeld verlaten nesten van spechten,nestkasten en konijnenholen.Het hol wordt door de vogel voor een groot gedeelte gevuld met kleine takjes Het vrouwtje legt meestal twee eieren die ze alleen uitbroedt.Bijna overal in Europa broedt de Holenduif,maar in de winter trekken de vogels van oost-en Noord Europa naar het zuiden en het westen,waaronder Belgie.
De Scholekster: Door het heldere zwart-witte verenkleed is de scholekster een goed herkenbare vogel.In de lucht is de vogel te herkennen aan de witte vleugelstreep en van onderen gezien aan de zwarte eindrand van zowel de vleugels als de staart,in de winter toont de scholekster een witte keelband.De roep van de scholekster is een schel en hard kiep,kiep,dat de vogel vooral in de vlucht laat horen.In het voorjaar vormen de mannetjes kleine baltsgroepjes waarbij de vogels al roepend en voorovergebogen om elkaar heen lopen.Het nest wordt gebouwd langs de kust,maar ook verder landinwaarts en bestaat uit een eenvoudig kuiltje waarin het vrouwtje ongeveer 4 eieren legt. In steden bouwt de scholekster soms een nest tussen de kiezels op een plat dak.Buiten de broedtijd vormen scholeksters vaak grotere groepen en zijn dan vooral langs de kust te zien.