Een grote tuin is prachtig, maar vraagt veel
onderhoud. Net dat is hier de laatste jaren niet gebeurd. Er stond een
eucalyptusboom te dicht bij het zwembad. Zijn blaadjes en stukken schors
belandden in het water en we moesten ze er steeds uitvissen. Ja, natuurlijk
hebben we een filter, maar wat je er zo uithaalt, is al weg en kan geen vlekken
meer maken op de steentjes. Beneden staan er ook 3 grote eucalyptussen. Die
mogen blijven staan, maar hun onderste takken moesten verwijderd worden. Mijn
Patrick heeft veel gerief mee verhuisd, heel veel! Maar wat blijkt dat nu
allemaal van pas te komen. Samen hebben we enkele dagen gezaagd, geknipt,
gesleurd. Uiteindelijk belandde alles beneden aan de stallen op een grote hoop.
Ook enkele dode struiken werden opgeruimd. Dankzij de milde temperaturen s
winters, hebben de meeste huizen hier geen centrale verwarming. Ook wij niet.
We hebben wel airco en 2 grote kachels om de winteravonden wat op te warmen.
Ons hout mocht dus niet verloren gaan. Stammen werden ontdaan van hun takken.
Patrick haalde zijn kettingzaag boven (met dank aan onze Stijn!). Hij toverde
van wat hout en schroeven een degelijke standaard in elkaar om de dikke stammen
op te leggen, zodat we die op een veilige manier konden in rollen zagen. Van de
kleinere takken maakten we aanmaakhout. Alles werd gesorteerd in houten bakken
op paletten volgens formaat en vochtigheidsgraad. Het oude droge hout hebben we
naast het huis gelegd, in de voorziene bergingen. Moesten we niet toekomen, je
vindt hier overal verkopers van stookhout. Dat is meestal olijfhout of eik.
Net op tijd waren we klaar met zagen en
sorteren toen er een regendag aankwam. Zaterdag was de natuur bijzonder blij.
Ons kon het ook niet echt deren, tot Patrick beneden eens poolshoogte ging
nemen. Als het hier regent, valt de hemel precies naar beneden en krijg je er
ook gratis een klank- en lichtspel bij. De weg door onze olijfgaard was aan het
uitspoelen. Zoals er veel de laatste jaren niet goed onderhouden werd, was de
goot die het naar beneden lopende water moest opvangen kompleet verstopt. Water
zoekt zijn eigen weg met het daarnet vermelde gevolg. Er was geen andere
mogelijkheid dan samen de goot leeg te maken. We hebben er acht kruiwagens met
aarde, steentjes, planten uitgehaald. De buis was gelukkig alleen bovenaan
dichtgeslibd en na wat koteren met een ijzeren staaf, liet ze het water weer
probleemloos door. Dat varkentje hebben we ook weer gewassen.
Na regen komt zonneschijn en massas
duizendpoten. Ik houd van dieren, van allemaal, of toch bijna. Van die
duizendpoten moet ik niets weten. Ik weet het, ze zijn onschuldig, maar ik moet
ze niet. Ze zien er zo prehistorisch uit. Ze zijn gewoon vies. Als je ze plat
mept of trapt, heb je gele moes. Bah. Ik vang ze dus met keukenrol, vouw dat
grondig dicht en deponeer ze in de vuilbak. Ik moet ze niet!
De grote constante zijn de recepten van
Pascale Naessens. Net voor ons vertrek naar hier, lag haar laatste boek in de
winkelrekken. Nu staat de volledige collectie op het rek in onze keuken. Niets
is hier zo lekker als de vis. Keuze te over, bekende en ook onbekende
vissoorten, maar allemaal vers en heerlijk. Om de drie dagen halen we verse
groenten en vis. De lijstjes worden netjes samengesteld aan de hand van de
ingrediëntenlijst uit één van de kookboeken. Zo zou ik onder andere zalm met
broccoli, avocado en een oosters sausje bereiden. Hiervoor heb je geconcentreerde
tomatenpuree nodig. Geen probleem, kan je denken. Inderdaad, verse tomaten in
alle maten, soorten en zelfs kleuren. Zowel in glas, als in brik een volledige
gang vol tomatenbereidingen, gezeefde tomaten, tot zelfs tomatenconfituur toe
en dat alles voor weinig geld. Helaas in de hele gang geen enkel recipiënt met
tomatenconcentraat. Na lang zoeken vond ik in de gang met buitenlandse
producten, tussen de Oosterse, Engelse en andere specialiteiten helemaal
onderaan in een rek verstopt, blikjes tomatenconcentraat. Ze worden hier per 2
verpakt en kosten in vergelijking met in België veel geld.
Wat je hier ook in geen enkele winkel kan
vinden, zijn natuurazijn en cif (schuurcrème). Azijn vind je wel met allerlei
smaaktoevoegingen. De avocados in het grootwarenhuis zijn meestal groen en nog
niet te eten. Op het marktje in ons dorp, liggen wel ready to eat avocados.
Gewapend met alles wat ik nodig had,
vertrokken we weer naar huis. Patrick en ik hadden samen in de keuken wat staan
kletsen, terwijl ik de marinade klaar maakte. De zalm zag er goddelijk uit en
toen het eten klaar was, dresseerde ik alles mooi op de borden. Het rook
heerlijk en het zag er ook bijzonder smakelijk uit. Helaas, ik was blijkbaar
Handige Harry niet. Bij het neerzetten van de borden, liet ik er één pardoes
vallen. Bord stuk, eten voor de vuilbak. Zoals het een goed koppel betaamt,
hebben we de overblijvende portie verdeeld en wees maar zeker dat het smaakte!Koken in Spanje is hetzelfde, maar toch
anders.
Het weer blijft zomers, op de kortere dagen en frissere nachten na. Patrick komt 's middags met het fijne voorstel om naar het strand van Torre te gaan en 's avonds in het restaurant van Canillas te gaan eten. Prima idee! We wandelen het hele strand langs tot waar het pad stopt en terug. Fervente zonnekloppers liggen aan te branden op het strand zoals kippen aan het spit. Dames op leeftijd liggen blijkbaar graag monokini om elk stukje van hun lichaam toch bruin te laten worden. Het zijn dezelfde dames die je in het vliegtuig zitten, donker gebronzeerd en behangen met goud (nep of echt?). "Girri's" noemt onze leerkracht Spaans hen. Jonge meisjes en Spanjaarden vinden het niet nodig alles tentoon te stellen.
We zetten ons aan het terrasje waar woensdag nonkel Fons genoten heeft van veel sangria. Het is zondag en volgens onze lerares Spaans (zij is een rasechte Spaanse) traditioneel paelladag. Wanneer we rond ons kijken, blijkt dat ook. Naast ons komt een groepje Spaanse jongeren zitten. Ze bestellen paella. Ik stel aan Patrick voor om gewoon hier te blijven zitten en ook paella te bestellen. Hij vindt het een prima idee. Het is dus geen etentje geworden in de Maroma van ons dorp, maar een idillisch etentje op het strand van Torre. Ik ken slechtere manieren om je zondag door te brengen!
Het weer is hier echt subliem. In de tuin is er veel te doen. Dat is bij dit weer geen enkel probleem. Zaterdag 28 oktober begonnen we eraan. Een uitgebloeide agave werd uit de steenharde grond gehaald en naar beneden gevoerd. Twee grote oleanders in het bloemperk achter het zwembad belemmeren het zicht op de vallei en de achterliggende bergen. Weg ermee. Die dingen schieten hier overal te pas en te onpas uit. Ze zijn mooi, maar worden snel te groot, zoals deze exemplaren. Oude palmbladeren worden afgezaagd. Een eucalyptusboom, vlakbij het zwembad, houdt er ook van bladeren en schors in het zwembad te laten waaien. Hij heeft er ook aan mogen geloven. Achter Patrick zijn werkhuis, bij de stallen, staan nog 3 kanjers van eucalyptusbomen. Zij mogen blijven, maar de onderste takken werden afgezaagd.
We hebben hard gewerkt, het resultaat mag er zijn. Moe, maar voldaan, genieten we 's avonds van een parelend glaasje cava met mooi uitzicht op de bergen.
Gedaan met vakantie, terug aan de slag. Tot onze grote ergernis blijkt de provider van onze mobieltjes er niet in te slagen om ons SMS-berichtjes te versturen of te ontvangen. We zijn nu al aan het sukkelen vanaf 10 augustus en we hebben het stilaan gehad. We brengen voor de zoveelste (keer ik ben stilaan de tel kwijt) een bezoek aan het kantoor. Patrick heeft even duidelijk gemaakt aan een Engels sprekende bediende dat we ons contract willen stopzetten wat telefonie betreft vanaf 1 november. De internetaansluiting willen we wel behouden, aangezien we daar heel tevreden van zijn. Het is het kantoor van de internetprovider, die met een andere firma in onderaanneming werkt, wat betreft de telefonie. Ze kunnen het heel goed begrijpen en na een telefoontje krijgen we de geruststelling dat op 1 november onze SIM-kaarten niet meer zullen werken. Helaas kunnen we onze nummers niet behouden. Patrick vindt dit geen probleem. Hij wil liever helemaal komaf maken met dat gedoe.
We hebben ons laten vertellen dat Vodafone heel goed is wat telefonie betreft. Wij daar naartoe. Vriendelijke bediening, contract opgesteld en wij naar huis met twee doosjes met in elk een SIM-kaart. Uiteraard zijn we na het avondmaal dadelijk begonnen met de kaarten te installeren. We openen de doosjes: in geen van beide bevindt zich een PIN en PUK code. We beginnen te geloven dat we behekst zijn! De volgende ochtend begeven we ons opnieuw naar Vodafone, heel vastberaden om er niet te vertrekken alvorens we alles hebben zien werken. Men heeft ons goed verder geholpen. Gewapend met alle codes, hebben we ons in de ernaast gelegen koffiebar gezet. Na wat gepruts, lukte alles vlekkeloos! Eindelijk, na zoveel maanden zijn we weer gewoon op alle manier bereikbaar. Thuis gekomen blijkt ook de ontvangst veel beter te zijn, dan bij de vorige provider. We zijn gelukkig! Nu nog iedereen op de hoogte brengen van onze nieuwe nummers. Verbazend hoeveel mensen er zowel hier als in België al moeten gecontacteerd worden. Nu niet vergeten te controleren na 1 november of de andere SIM kaarten werkelijk niet meer werken en of internet nog werkt!
Hier volgt het verslag van het bezoek van mijn
ouders en nonkel Fons. Hopelijk tweede keer, goede keer, want vorige keer was
na lang tikken alles verdwenen. Weliswaar door mijn eigen schuld, maar evengoed
niet leuk.
Dinsdag 17 oktober was het na enkele weken
hard zwoegen zover. Het huis stond in orde, alles in huis was uitgepakt en we
vertrokken richting luchthaven om mijn ouders en de nonkel op te halen. Met
de nonkel, bedoel ik nonkel Fons. Hij is sinds zo lang ik me herinner bijna een
lid van het gezin. Hij was er op alle belangrijke, maar ook op minder
belangrijke momenten steeds bij. Nu mocht hij dus ook niet ontbreken. Helaas
was het weer voor het eerst sinds erg lang bewolkt en eerder miezerig. De
temperatuur was wel nog behoorlijk, maar wanneer je naar hier komt, verwacht je
gewoon stralend weer. Alles ziet er dan ook heel anders uit. Nu ja, het was
niet anders. Mijn ouders en nonkel hebben samen al heel wat prachtige reizen
gemaakt, dus dit was een peulschil. Toch was er één groot verschil: dinsdag
kwamen ze heel benieuwd toe om de nieuwe thuis van hun dochter en schoonzoon,
nicht en neef te zien. De weg naar huis begon met een deel autostrade, niets
bijzonders. Daarna volgde een grote vier- en nadien driebaansweg om vervolgens
over te gaan in een tweebaansweg. Deze kronkelde naar boven, richting
natuurpark en richting Canillas de Aceituno, onze nieuwe thuishaven. Nonkel zou
er een projectje van maken om tegen het einde van het verblijf deze naam zonder
haperen te kunnen reproduceren. Niet zo simpel als je een dagje ouder wordt!:
dixit nonkel Fons. Misschien wordt het lichaam wat ouder, maar de gevatheid en
humor is nog steeds aanwezig als vanouds. Eens aan het dorp gekomen, slaan we
een gebetonneerd pad in van precies een wagen breed. Hoe smaller de weg, hoe
mooier het landschap. Na wat draaien, dalen, stijgen op een weggetje dat niet
steeds voorzien werd van vangrails, kwam ons huis na een bocht in zicht. De
drie wijzen waren gerustgesteld!
Na het uitladen van de valiezen en de
innerlijke mens te hebben gevoed, gingen we de dichtbije omgeving verkennen.
Onze bergachtige omgeving vol olijf-, mango- en avocadobomen werd bewonderd en
we beëindigden onze trip op het terras van de lokale bar. s Avonds werd er
bijgepraat bij een glas wijn. Bleek plots dat we een BV in ons midden hadden.
Nonkel Fons bleek in het verleden Fonny van The Trappers te heten. Ze hadden
zelfs tweemaal opgetreden in de schouwburg. Wij mochten hem tio Fonny noemen.
Woensdag 18 oktober was het weer niet anders
dan de voorgaande dag. Het leek ons geen slecht idee om een bezoek te brengen
aan Màlaga. Een bezoek aan het Picassomuseum mocht zeker niet ontbreken. Na een
lange file, kregen we een inkijk in de evolutie van het werk van Picasso. Zeker
de moeite waard. Ook het gebouw zelf bezit een prachtige binnenkoer en heeft
plafonds in Moors houtsnijwerk, zoals wel vaker het geval is in deze regio. Nadien
werd het tijd om even te gaan rusten op een terrasje. De twee oudste mannen
dronken una caña, Patrick een cafe Americano descafeinado, mama un agua sin gas
of een cola zero en ik un agua con gas. Daarna wilden de heren nog graag de
kathedraal bezoeken. Terwijl ze er poolshoogte gingen nemen, kuierden mama en
ik door de gezellige verkeersvrije straten, winkel in, winkel uit. Nadien afgesproken
op een ander terras. De file aan de kathedraal was blijkbaar behoorlijk groot
en wat teveel van het goede. We reden huiswaarts en stelden het bezoek wat uit.
Donderdag 18 oktober zat er beterschap in het
weer. De lucht vertoonde weer wat blauw en van regen was geen sprake meer.
Daarom werd er besloten richting zee te trekken, meer bepaald naar Nerja. Hier
genoot ons gezelschap van het mooie uitzicht op het Balkon van Europa, een
groot terras dat een eindje de zee inloopt. De grote toeristische toeloop was
ondertussen wat verminderd waardoor we een plaatsje op een terras ter plaatse
konden bemachtigen. Iedereen nam de ondertussen klassieke consumaties. Ons
moeder verraste ieder van ons door een grote ijs te bestellen. Er zouden nog
vele ijsjes volgen de komende dagen.
De man van Melanie, een medewerkster van het
advokatenkantoor waar we onze zaken lieten afhandelen, is gehuwd met een
Belgische schrijven, Stefan Brijs. Ze wonen ondertussen 3 jaar hier en Stefan
schreef over zijn ontdekkingsreis Andalusisch logboek. Het (naar mijn mening)
interessantste in dit boek, zijn de beschrijvingen van vooral kleine pittoreske
stadjes, plaatsjes. Zo vertelt hij over Alhama de Granada en een klein
authentiek tapasbarretje aldaar El Tigre met zijn uiterst sympathieke
uitbater Antonio. Wij dus daarheen op vrijdag. In vogelvlucht ligt dit stadje
heel dicht bij ons. Omwille van het natuurgebied Sierra de Tejeda moeten we
rondrijden. We reden langs het mooie, maar helaas leeglopende meer van Viñuela.
Het ruwe bergachtige landschap vol olijf-, mango- en avocadobomen veranderde in
een glooiend landschap, eens we tussen de bergen het natuurgebied achter ons
lieten. Geitenhoeders bleken de enige constante te zijn. Hen kom je werkelijk
overal tegen. Het vlees wordt hier dan ook in elk restaurantje geconsumeerd.
Alhama de Granada bleek een bezoekje meer dan waard. We kuierden doorheen de
kleine steegjes, achter elk hoekje verscheen wel een oud gebouw, verstopt
achter de kleine huisjes. Na de inspanning van het stijgen en dalen, werd het
tijd voor een terrasje. El Tigre werd snel gevonden en we bestelden er jamon
y queso. Stefan had niet overdreven, zowel de tapas als de baas Antonio
zorgden ervoor dat het een onvergetelijk gebeuren werd. Ons zien ze er zeker
terug!
Voor mama is een land niet bezocht als ze er
geen lokaal marktje kan bezoeken. Zaterdag is het in Competa, een naburig wit
dorp zoals het onze, marktdag. In het zuiden van Spanje worden er omwille van
de hoge temperaturen geen vlees en vis verkocht. Geen reden om niet te gaan
natuurlijk. Speelgoed, handtassen, kledij, schoenen, artisanale producten,
aardewerk . je vindt het er allemaal. Zelf vond ik er een zomers wit kleedje.
Mijn vader zijn espressotasjes sneuvelen aan de lopende band, hij vond er een nieuw
stel in typisch Andalusische stijl. Daarna werd het tijd voor een terrasje.
Naast Competa ligt Canillas de Albeida. Juist,
ook een wit dorpje. Hier zou een oude Romeinse aquaduct te zien zijn. Bij
vorige gelegenheden zijn Patrick en ik er al naar op zoek gegaan. Bij het
inrijden van het dorp staat er een wegwijzer, maar dan niets meer.
Spanjaarden blijk niet goed te zijn in het aanduiden van bezienswaardigheden.
Met twee geïnteresseerden in cultuur en geschiedenis in ons gezelschap,
besloten we het aquaduct te bezoeken. Helaas, weer niet te vinden. Maar dat was
buiten de waard gerekend. Mijn vader zocht en zocht en vond! Het was niet de
groteske aquaduct, zoals voorgesteld in de toeristische gidsen. We vonden een
door planten overwoekerd, onbeduidend restant van wat eens een aquaduct(je)
was. Het was de eerste en ook de laatste keer dat we hier nog naartoe zouden
komen.
Zondag 21 oktober reden we naar Antequera. We
parkeerden onze auto op de meest centraal gelegen betaalparking. Nadien
ontdekten we vlakbij een gratis parking met plaats zat. Vanuit de parking
volgden we wat toeristen en we belandden aan de voet van een immense brede
trap naar boven. Ocharme nonkel! Hoewel
deze laatste toch regelmatig opmerkte dat hij een dagje ouder wordt, begon hij
zonder morren aan de klim. Traag, maar gestaag en zeker overwon hij de grote
klim. Boven gekomen, stonden we op een groot kerkplein met machtig uitzicht op
de stad en de heuvels rondom. Voor ons torende de kerk met ernaast de
overblijfselen van een burcht. Dit alles werd tot Unesco werelderfgoed
uitgeroepen en terecht! Het was de lange klim meer dan waard. Alvorens de kerk
te bezichtigen gingen we op het plein op een terrasje zitten. Ik dronk voor de
verandering een frisse sangria. Deze wekte de nieuwsgierigheid van nonkel Fons.
Wat is dat? Hoe smaakt dat? Hebben ze dat hier overal? Wordt vervolgd. Na het
bezoek aan de kerk begonnen we aan de afdaling. Helaas was het zondag en na 15
u sloten de bezienswaardigheden. We hadden toch al wat gewandeld eer we daar
achter kwamen. Toen was het genoeg en bewogen we ons naar een terras. Helaas
voor ons, maar s zondags gaan de Spanjaarden s middags uit eten met de
familie en er was geen vrij plaatsje te bemachtigen. We namen de wagen en
zouden stoppen bij de eerste gelegenheid. We waren de stad nog niet uit of we
vonden terrasje. Patrick bemerkte een vrije parkeerplaats en in ware
cowboystijl parkeerde hij de wagen. Plots bemerkten we dat we naast de arena
van het stierenvechten stonden. Hadden we dat ook ineens bezocht. Het
stierenvechten zelf kan me niet bekoren en wil ik dan ook niet gaan kijken. Plots
hoorden we paardenvoeten. Patrick en ikzelf herkennen die onmiddellijk. Niet
veel later verschenen er temidden van de verkeersdrukte 5 ruiters op prachtige
Andalusiërs. Die werden uiteraard vereeuwigd op de gevoelige plaat.
Na een pint bier die mijn vader niet goed
bekwam, reden we naar huis. Ik blijf het gek vinden hoe Spanjaarden bij het
tapas eten hun servietjes en restjes zomaar op de grond werpen. Geen mens die
er hier van opkijkt.
Maandag 22 oktober werd voor het mansvolk een
rustdag. Mijn moeder en ikzelf reden naar de Ikea in Malaga. We hebben
gordijnen nodig en wie is er beter geplaatst dan je eigen moeder om die mee te
gaan kopen. Het werd een fijn moeder-dochterdagje waarbij er veel getetterd
werd en alles wat nodig was werd aangekocht. Bij het terugrijden bezochten we
de winkels in het shoppingcenter El Ingenio in Velez. Ons moeder kocht er een
broek en een truitje. Ons vader zou een van de volgende dagen ook meegetroond
worden, want de schoenen zijn hier niet duur.
Belofte maakt schuld, dus vertrokken we
opnieuw naar Malaga voor een bezoek aan de kathedraal. Dat zouden we combineren
met de prachtige tuinen aan de rand van de stad. Patrick gaf het adres van de tuinen in op de
GPS. Twee straten met dezelfde naam Gokken maar. We vertrokken en alles ging
goed. Tot we op een bepaald moment in het midden van de tunnel moesten afslaan.
Uiteraard eerst de tunnel uitgereden. Toen werden we door de kleinste straatjes
gestuurd, die mijn vader de nieren van de stad noemt. Eens de stad uit
begonnen we te klimmen. Onze GPS gaf toch nog verscheidene kilometers te rijden
aan. Het duurde even, toen ik bemerkte dat de beplanting groener en anders
werd. We waren de Montes de Malaga ingestuurd, een prachtig natuurgebied even
buiten Malaga. Boven genoten we van een prachtig uitzicht over de stad. Nadien
de GPS weer ingesteld. Deze keer belandden we wel degelijk aan de tuinen, na
opnieuw vastgesteld te hebben dat Spanjaarden niet goed zijn in het aanduiden
van hun bezienswaardigheden. Iedereen had uiteraard weer dorst en het eerste
wat we in de tuinen bezochten was een terrasje. Hier bestelde nonkel een
sangria. Het zou niet de laatste worden, hij had de smaak te pakken.
Na de tuinen de stad ingereden. Wonder boven
wonder, geen file aan de kathedraal. Die was de moeite van het bezoeken meer
dan waard: groots, machtig . Een aanrader!
Op woensdag 25 oktober gingen we naar onze
kuststad Torre del Mar. Wat een weer! 26 graden, windstil, stralende zon in een
azuurblauwe lucht. De laatste dagen was het weer opnieuw standvastig geworden:
zonnig en zomers! Op het strand van Torre is een aangestampt pad gemaakt waar
het voor wandelaars heerlijk vertoeven is, naast de zee en langs
fantastische terrasjes. Hier moesten we toch wat genieten van al het moois wat
de kust ons te bieden heeft (laat je fantasie maar werken ;-) ). Nonkel had zin
in sangria en moest niet veel moeite doen om me te overtuigen er ook eentje te
drinken. Ze brachten ons een hele liter. Nonkel genoot ervan! Nadien wandelden
we wat verder en dachten wij te trakteren op paella. Helaas, die serveren ze
alleen maar in het WE. Dan maar ander lekkers uit de zee besteld. Hier werd
door mijn vader en nonkel een pintje besteld. Na de mindere ervaring van bier
in Antequera beviel ook dit biertje niet aan mijn vader. Geen nood, de nonkel
zou het wel opdrinken. Nonkel begon te lachen. Terwijl hij naar het toilet was,
merkte mama droogjes op dat wanneer nonkel begon te lachen met zichzelf,
zomaar, hij genoeg ophad. Ze blijkt hem goed te kennen. We hebben nog goed
gelachen!
Op terugweg werd er nog een paar schoenen
gekocht voor mijn vader (want schoenen zijn hier .).
s
Avonds werd er thuis nog een fleske afgetrokken, want het was de laatste avond.
Donderdagochtend om half 6 maakten we ons trio
wakker. De terugtocht werd aangevat. Het waren 9 intense dagen die we mochten
doorbrengen in het gezelschap van een echte BV: Tio Fonny van The Trappers!