Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum
Categorieën
Categorieën
Categorieën
Categorieën
Categorieën
Evenementen in de LIMBURGSE WESTHOEK
26-02-2009
PARKIETEN......
de PRACHTROSELLA. . .
Deze 30 à 32 cm grote exotische parkiet treffen we voornamelijk aan in Nieuw-Zuid Wales, Zuid-Queensland en Australië. Deze prachtrosella onderscheidt zich van de gewone, door onze liefhebbers beter gekende rosella door in de eerste plaats zijn felle kleurenpracht. Hierbij merken wij vooral op dat de zwarte veren op de rug van de vogel omzoomd zijn door brede, diepgele randen. Bij de gewone rosella's zijn deze omzomingen eerder blauw-geel van kleur. De specialisten, Rosellakwekers noemen de prachtrosella ook wel eens de "Goudmantel" omwille van zijn diepgele effect in zijn vleugelpennen bij zonlicht. Het geslachtsonderscheid is duidelijk te merken. Bij de pop zijn de kleuren veel fletser en de snavel iets kleiner, ook de wangvlekken zijn bij de pop meer grijs van kleur, bij de man zijn deze echt sneeuwwit. Het best kunnen wij de man van de pop onderscheiden door de grijze, tot zelfs licht bruine veertjes rond het oog die bij de man totaal ontbreken. Voor de huisvesting in gevangenschap is het aan te raden om ze onder te brengen in een volière van 3 X 1 meter met,indien mogelijk een nachtverblijf er aan verbonden. De Prachtrosella is een zeer sterke vogel en kan best in ons klimaat gehouden worden, zelfs in de winterperiode hebben ze geen extra verwarming nodig. Trouwens in Australië aarden ze ook optimaal in zowat de zelfde klimaatsomstandigheden als bij ons. Wel is het aan te raden om een nachtverblijf te voorzien dat tochtvrij, droog en vorstvrij is. Op te merken bij de rosellasoorten is wel dat ze nauw verbonden zijn aan elkaar. In hun oorspronkelijk leefgebied kunnen er wel wat bastaardjes rondvliegen, deze zijn echter wel vruchtbaar. Wanneer we nu echter een kweek willen opzetten is het zeker gewenst om de koppeltjes appart te houden en zeker geen 2 soorten samen te koppelen. Bastaardjes zijn dan wel vruchtbaar maar hun handelswaarde zal sterk dalen, evenals hun tentoonstellingsniveau. Als kweker dienen we in de eerste plaats er op te letten dat de man en de pop mekaar goed kunnen verdragen en dat het klikt tussen beiden.U moet n.l. weten dat de rosella een tamelijk vechtlustig karakter heeft. Wanneer ze mekaar op het eerste zicht niet aanvaarden zet men ze liefst niet samen want daar komen brokken van. Om dit vast te stellen kan men de 2 even samen zetten en ze van nabij een poosje in de gaten houden op hun gedrag tegenover mekaar, laat ze echter de eerste minuten zeker niet alleen. Wat hun voeding betreft in gevangenschap is het zeker geen moeilijke gast. Een goede zaadmengeling voor grote parkieten, aangevuld met wat onkruidzaden en af en toe wat vruchten volstaan reeds om ze in optimale conditie te houden. Om de voeding in de periode van kweek volledig te makenis het wel verstandig om een paar meelwormen en maden te verstrekken per dag en per jong, hierin zeker niet overdrijven. Bij een tekort aan deze dierlijke eiwitten komt het nogal eens voor dat de ouders de jongen onvoldoende voeren en zelfs in de steek laten. Dit is zowat hetzelfde gedrag als bij onze Europese wildzangvogels. Hoeft het nog gezegd dat dagelijks vers drink- en badwater vereist is. Ook maagkiezel en grit mag nooit ontbrekenin de kooien. In hun thuisgebieden kan je nesten van de rosella's zowat overal terugvinden. Zelfs in uitgeholde telefoonpalen. Het liefst zoeken ze echter boomstammen uit die voordien uitgehold en bewoond zijn geweest door andere holenbewoners, zij ruimen die dan wat op en desnoods maken ze de holen nog wat dieper. Zo hebben ze, zonder veel werk toch een nieuwe woning.
In de vrije natuur begint het broedseizoen vanaf begin september. In gevangenschap is dit wel even anders. Na te zijn aangepast aan onze klimaatsomstandigheden beginnen ze in de volières meestal eind februari (ook afhankelijk van de weersomstandigheden op dat moment). Als nestkast geven we ze een kast of uitgeholde boomstam met een hoogte van 60 cm en een bodemoppervlak van 25 X 25 cm. De diameter van het vlieggat moet 7 cm bedragen. In de volière is het aangewezen où elk stel de keuze te laten maken uit 2 nestgelegenheden. Wanneer ze hun keuze hebben gemaakt kan het 2de blok verwijdert worden. Bij het aanbrengen van de nestblokken dienen wij er op te letten dat het vlieggat steeds naar de donkerste kant van de volière is gericht. Wanneer de man paarlustig is zal hij zijn staartveren beginnen te spreiden en zijn staart vinnig op en neer bewegen.Als de pop hetzelfde begint te vertonen en bovendien langdurig in het nest blijft is dit het sein dat het ritueel kan beginnen. In de paardriftige periode heeft de man tevens de neiging om voortdurend achter de pop aan te zitten en op te jagen. Dit gedrag is echter onschuldig en behoort tot het liefdesspel. Verschillende paringen zullen de volgende dagen mekaar opvolgen om uiteindelijk na 14 dagen het eerste ei zal worden gelegd. De pop legt gemiddeld 5 eieren en ze zorgt zelf voor de hele broedcyclus. De eierenzijn wit van kleur. Tijdens het broeden verlaat de pop 2 à 3 maal per dag het nest om zich te ontlasten. Na 3 weken komt dan het eerste jong uit het ei waarna de rest met korte tussenpauze volgt. Vanaf dit moment moeten meelwormen en maden dagelijks op het menu staan van de pop. Het is immers de pop die de eerste 10 dagen de jongen zal voeren. Nadien, wanneer de jongen wat groter zijn en ook meer behoefte hebben aan voedsel zal ook de man bijspringen en helpen met het voeren der jongen. Na een 5-tal weken verlaten de eerste jongen het nest maar ze worden toch nog enkele weken bijgevoerd. Afhankelijk van de soort rosella zal het 15 tot 18 maanden duren vooraleer de jongen volledig op kleur zijn.
Verschillende rosella soorten brengen 2 broedsels per jaar groot. Wanneer we het geluk hebben om een goed broedpaar samen te stellen kunnen we daar jaren plezier aan beleven. Er zijn zelfs gevallen bekend waar de ouders na 30 jaar nog steeds seksueel aktief zijn en prachtige jongen grootbrengen. Hou je van parkieten, danis dit de uitgelezen soort om mee te starten. Ook dit nog vermelden: De ringmaat voor de rosella is 5,4 mm.
De MAJOR van het vogelwereldje kent zijn naam uit het latijns: Dendrocopos Major.
Deze, ongeveer 23 cm grote vogel is wel een van de mooiste vogels in onze natuur met zijn rood kardinaalsmutsje op. Men noemt hem ook wel eens de "drummer" van het bos. Deze naam heeft hij zeker niet gestolen. Om zich te laten opmerken bij vriend en vijand zoekt hij steeds enkele bomen uit in zijn territorium van ongeveer 40 ha. Dit zeker niet om er zijn nestplaats in te vestigen, nee, eerst moet hij zijn drumstel afgestend worden. Wanneer hij in een bepaalde boom de geschikte geluiden kan produceren door op de takken te roffelenn dan zal deze boom zijn vaste drumplaats worden. Zo zoekt hij 3 à 4 bomen uit binnen zijn residentie. Deze roffelserenades zijn voor hem een middel om zich in de belangstelling te plaatsen bij de vrouwtjes maar ook bij de rivalen en medebewoners van het bos. Terwijl hij in de hoogte zijn aria ten beste geeft gebeurt het wel eens dat de vrouwtjes op de begane grond slaags geraken.De Major ziet het allemaal wel gebeuren maar heeft er schijnbaar zijn eigen binnenpretjes bij en komt dan ook niet tussenbeide. Al heel vroeg in het voorjaar kan je hem aan het werk horen. Met zowat 20 roffels per seconde is hij een ware acrobaat in het drumwerk en kan je hem duidelijk onderscheiden van de kleine bonte specht of zijn groene soortgenoot. Zijn roffelritme ligt beduidend hoger. Begin april gaan ze op zoek naar een oude, holle boom om hun nest te maken, vinden ze niet de geschikte dan maken ze er zich niet druk om want dan maken ze wel een hol in een boom die hen het best lijkt, in de meeste gevallen zal het dab een berk worden. Ze houwen er een hol in uit van zowat 25 à 30 cm diepte en klaar is kees. In de holte van de boom leggen ze dan wat losse spaanders en "Madam" kan meteen beginnen aan de gezinsuit- breiding.
De pop legt dan tussen de 4 en 7 glanzend witte eieren en bebroedt deze alleen gedurende 12 à 16 dagen. Binnen een tijdspanne van 24 uur zijn alle jongen uit de eierschalen. Na zo'n kleine drie weken beginnen de jongen aan de binnenkant van het hol een concert te geven door luidruchtig tegen de binnenwand van het spechtenhol te tokkelen.Waarom ze dit ritueel ten beste geven is nog steeds een raadsel. Misschien willen ze de buitenwereld er van in kennis brengen dat ze op komst zijn en aan het grote avontuur willen gaan beginnen. Trouwens de dag nadien verlaten ze gezamelijk het ouderlijke nest. Tijdens de opgroeiperiode laten ze zich niet onopgemerkt. Wanneer ze bijvoorbeeld honger hebben zullen de ouders het geweten hebben door de drukte en het helse lawaai dat ze maken in hun slaapkamer. Overigens, waarom zouden ze zich stil moeten houden, inbrekers hebben ze niet te vrezen want er kan niemand in hun woning binnen. Na het verlaten van het nest blijven de jongen nog een paar weken met aandrang om voedsel bedelen bij de ouders, daarna moeten ze zelf voor de kost zorgen. Hun bijzonderste voedsel bestaat uit rupsen en larven die ze met hun lange tong uit de spleten weten te prutsen. Dit in hoofdzaak in de periode dat ze hun jongen moeten voeren.Nadien schakelen ze gedeeltelijk over naar zaden. Hun geliefkoosde zaden zijn de pitten van de dennenappels van de grove den. Ook bij het consumeren der zaden is de grote bonte specht een bijzonder geval.
Hij verzamelt n.l. de dennenappels in een eiken- of berkenboom waar hij een rustig plekje uitzoekt, b.v. in de punt van enkele vertakkingen in de boom. Hij legt hier een voorraad aan om nadien rustig de dennenappels, één na één te ontpitten. Eenmaal een appel leeg is laat hij die gewoon naar beneden vallen. Wanneer je nu tijdens een wandeling in een groene zone een groot aantal dennenappels ziet liggen onder een berken- of beukenboom dan kan je er donder op zeggen en weet je dat je u bevind onder een "spechtenrestaurant". Wie heeft er destijds eens gezegd dat alleen de mensen beschikken over hersenen? We zouden er beginnen aan te twijfelen wanneer we de specht van nabij even volgen in zijn gedragspatroon. Dat de specht een rare snuiter is laat hij nog maar eens blijken in zijn manier van slapen en wakker worden. Zo heeft hij een vast tijdstip om slapen te gaan en dit is dan weer afhankelijk van de lengte van de dag. De tijd van in zijn hol te kruipen en het invallen van de duisternis is precies even lang. Ook de manier waarop hij zijn nachtrust doorbrengt is zeker de moeite om even bij stil te staan.
Een normale vogel legt zich neer in het nest om te slapen of hij zit ineengedoken op een takje. Mijnheer de Specht natuurlijk niet, hij kruipt in zijn hol en klampt zich vast aan de binnenwand van het hol, net onder het vlieggat, zet zijn veren recht en steekt zijn kop onder zijn vleugels wanneer hij in het dromenland verzeilt. Zo slaapt hij tot het vroege ochtendgloren. Bij het eerste daglichtsteekt hij voorzichtig zijn kop naar buiten en verkent hij de omgeving op de algemene veiligheid. Na een langdurige inspectie klimt hij naar buiten en begint aan zijn ochtend toilet. De specht heeft echter ook vijanden in de natuur. In de eerste plaats is er de sperwer die nogal eensjacht maakt op pas uitgevlogen spechtenjongen om ze dan aan zijn eigen kroost te voeren. Een tweede rivaal is misschien een nog grotere vijand en dan hebben we het over een "ingevoerde" vijand n.l. De Halsbandparkieten. In het zoniënbos, in de omgeving van Tervuren heeft men, jaren geleden, een deel van deze parkieten de vrijheid gegeven. De echte rede hiervan is en blijft nog steeds erg onduidelijk. Misschien als experiment of was het een liefhebber die deze parkieten kwijt wilde en niet wist wat er mee aan te vangen, Wie zal het zeggen ?
Buiten alle verwachtingen in heeft deze populatie zich wonderwel aangepast aan ons klimaat en door de verwarmde winters is hij zelfs winterhard geworden. Het voortplantingsgedrag bij deze parkieten heeft zich ook laten gelden met alle gevolgen vandien. In zoverre zelfs dat er momenteel wel enkele duizenden rondvliegen in Vlaanderen. Wanneer je in je omgeving een koppel halsbanden ziet rondvliegen, denk dan niet meteen dat die ergens bij een liefhebber zijn ontsnapt, het kunnen best afstammelingen zijn van de in Tervurenlosgelaten exemplaren. Aangezien de halsbanden eveneens holenbroeders zijn is het ook niet ondenkbaar dat hij nogal eens op bezoek gaat in het hol van de specht met de nodige heibel tot gevolg. Van de Grote Bonte Specht kunnen we nog zeggen dat hij niet voorkomt op de rode lijst van beschermde vogels. Gelukkig maar, want artiesten van het kaliber van de Bonte Specht bewonderen wij, als vogelliefhebbers, maar al te graag in de vrije natuur.
Van een oude bekende kreeg ik onlangs een recept om uw vogels in optimale conditie te houden. Volgens betrokkene, die anoniem wenst te blijven,heeft hij hiermee zijn grootste successen behaald. Dit kan nu wel ouderwets lijken maar wie zegt dat de oude recepten minderwaardiger zijn dan de hedendaagse kant en klare bereidingen ? In ieder geval de moeite om het eens uit te proberen. indien je niet van het gemakzuchtige type bent.
Neem 1 liter koemelk en laat dit goed opwarmen (niet koken) voeg er 2 à 3 soeplepels azijn bij, zodat het geheel kabbelt. Deze brij dan in een handdoek laten uitlekken. Nu doen we die pasta in een grotere kom om ons eivoer klaar te maken. Deze gekabbelde melk (platte kaas) voegen we dan 6 à 7 verbrokkelde beschuiten of eenzelfde volume witte chapelure, evenals 1 soeplepel bambix (kinderkoeken of poeder), 1 koffielepel druivensuiker, eventueel vitaminen indien nodig, 1/2 koffielepel V-mix, 1/2 koffielepelmaanzaad, 1 soeplepel teuniszaad, 1 soeplepel kempzaad, 1 soeplepel profitar en 1 of 2 eierdooiers.
Deze samenstelling goed mengen of mixen en uw eivoer is klaar om op te dienen. Een goede raad: Maak nooit te veel in één keer klaar (max. voor 2 dagen) en steeds in de koelkast bewaren. Ook nooit meer voeren dan de vogels in korte tijd kunnen verwerken, een portie mag geschat worden op ongeveer 1 soeplepel per 10 vogels.
Best voeren we dit eivoer vanaf de koppeling tot na de eerste rui van de vogels. Indien je enkel vogels bezit uit de zwartreeks voeg je er best nog wat Spirulina of bruidsluier aan toe, zo bekomen ze van in het begin hun gewenste zwarte hoorndelen (poten).
Preventief geven van medicatie uit den boze is ? In vele gevallen brengt dit geen soelaas en is het zelfs af te raden.
DAT. . .
Abti-biotica (lees: Anti-leven) door de jaren heen zijn efficiëntie heeft verloren ? U grijpt terug naar de homeophatische geneeskunde, ook voor onze vogels.
DAT. . .
Wit geverfde kweekkooien niet ideaal zijn voor de kweek ? Verf ze liever licht groen of licht blauw, de vogels voelen zich hier beter in thuis en is een natuurlijke stimulans voor betere kweekresultaten.
DAT. . .
Je bij het voeren van "Vogelmuur" moet opletten om uw vogels niet te vergiftigen. Er bestaan n.l. 2 verschillende soorten. Deze die rode bloemetjes geven zijn uiterst giftig. Bij twijfel, wachten tot ze in bloei staan, zo ben je zeker dat je de juiste hebt.
DAT. . .
Je uw kanaries best jaarlijks moet inenten tegen de pokken. Dit doe je best na de kweek. -- in de maanden augustus-september
DAT. . .
Dagelijks een snoepbakje gezondheidszaad uw kanaries beter door de rui helpen en ze lusten het nog graag ook.
DAT. . .
Hygiëne de voornaamste bron is , buiten de voeding, om uw vogelbestand in een goede conditie te houden. Zeker dagelijks vers water geven hoort daar zeker ook bij
DAT. . .
Een thee van "Dovenetel" een geschenk is uit de hemel in de periode van de rui. Hierdoor zal de bloedwisseling bij de vogels vlotter verlopen.
DAT. . .
Het verenplukken kan verholpen worden, of toch zeker beperkt worden, door de vogels gedroogde takken "Mosterdkruid" toe te dienen.
DAT. . .
Je de bloedluizen uit uw hok kan doen op de vlucht slaan door een bos "Kamillekruid (in gedroogde toestand) op te hangen in het vogelverblijf en/of gemalen kruid in de nesten te strooien. Dit kost enkel maar een kleine moeite om het kruid te gaan oogsten.
Ieder heeft zowat zijn eigen methode om zijn jonge vogels op een gezonde manier op stok te krijgen. Nu wil ikmet dit artikel zeker niemand aanzetten om zijn eigen manier op zij te zetten en andere dingen te gaan uitproberen, in de hoop op betere resultaten te bekomen. Wanneer in 't verleden uw kweekresultaten voldeden aan uw verwachtingen, hou het dan zo en verander zeker niets aan uw methode. Experimen- teren in het essentieelste van een vogelbestaan, n.l. in de "Voeding" zou u zuur kunnen opbreken en zou wel eens in een ontgoocheling kunnen eindigen. Anders is het gesteld wanneer we jaar in, jaar uit te kampen krijgen met een slechte kweek. In dit geval zullen we toch moeten gaan uitzoeken wat er fout is gegaan. Echter niet zo maar lukraak onze hele manier van handelen over boord gooien. In tegendeel zou ik , probeer eerst en vooral te achterhalen waar de problemen schuilen van de tegenvallende kweekresultaten, desnoods schakelen we de dierenarts in om de gezondheidstoestand van uw vogels te laten vaststellen.
Vooreerst zouden we een degelijke controle moeten doen alvorens de vogels te koppelen voor de kweek. In de eerste plaats zullen we de ouderdom der ouders moeten kunnen nagaan, is de man of de pop niet te jong ? De optimale ouderdom is zowat 1 jaar, begin er zeker niet vroeger mee. Nu goed, de liefhebbers hebben een uitgesproken neiging om de oorzaak steeds bij de vogels te leggen. In een groot gedeelte van de mislukkingen liggen zij zelf wel aan de basis van de probleem- situaties. Iedere liefhebber is toch min of meer, zedelijk gebonden aan bepaalde regels om zijn vogels in conditie te brengen en te houden. Regel nr 1 is zeker dat menten allen tijde de hygiëne hoog moet inschatten. Dit wil nu echt niet zeggen dat je de ganse dag moet staan te poetsen en je steeds moet klaar staan om iedere ontlasting meteen op te ruimen, helemaal niet. Persoonlijk ben ik al wel eens bij liefhebbers op bezoek geweest waar het soms zoeken was om een vogel te vinden tussen de bergen afval die in de kweekkooien aanwezig waren. Dit is dan weer een straatje te ver naar de negatieve kant dan. Hetgeen ook velen vergeten is de dagelijkse watervoorziening, in de zomermaanden zullen we deze zelfs 2 X per dag verversen. We kunnen er niet genoeg de nadruk op leggen hoe belangrijk het water voor een vogel is. Het is precies via deze bron dat heel wat ziektekiemen en parasieten in de vogel terecht komen. Vogels, en in 't bijzonder dan de parkieten hebben de slechte gewoonte om alles en nog wat in de drinkflesjes te deponeren (misschien om ze te laten weken) dit zal zeker in de zomer snel aan 't gisten gaan en dan hebben we prijs. Ooit vertelde mij eens een liefhebber dat hij daar helemaal geen last van had. Mijn vogels zitten in vluchtjes met 15 à 20 exemplaren tesamen en die krijgen 1 grote fles water per week en daar moeten ze het maar mee doen. In de kweekperiode krijgen ze vers water wanneer hun flesjes leeg zijn. Wanneer ik dan informeerde naar zijn kweekresultaten was zijn antwoord kort en bondig: "Slecht". 'k had wel niet anders verwacht hoor.
Een ander punt van discussie is de algemene voeding. Hier gaan we er van uit dat de mengelingen die tegenwoordig in de speciaalzaken te verkrijgen zijn, al de nodige ingrediënten bevatten die de vogels nodig hebben om hun conditie op peil te houden. Hier moet de liefhebber echter wel rekening houden met de behoefte die de vogel in die periode nodig heeft. Zo kunnen we een jaar indelen in 3 verschillende fases n.l.: De kweekperiode, de ruitijd en de rustperiode. Tijdens ieder van deze periodes hebben de vogels, behoudens hun gewone menu, nog de nodige versterkers nodig. Hier denken we dan in de eerste plaats aan "Eivoer".
Eivoer is een noodzakelijke aanvulling van het dagelijkse rantsoen voor de zaadetende vogels. Als u uw vogels uitsluitend met zaadmengeling gaat voeren dan zullen er zich ongetwijfeld ploblemen voordoen op korte of langere termijn. De rede hiervan is dat zaden onvoldoende vitaminen,aminozuren en sporenelementen bevatten. Door eivoer bij te voeren voorkomt u deze problemen en zullen uw vogels in goede conditie blijven. De algemene regel is, dat we het ganse jaar door eivoer zullen moeten bijvoeren. Afhankelijk van de periode waarin ze zich bevinden zullen we ze ook meer of minder eivoer verstrekken. In de kweekperiode, alsook in de voorbereiding, voldoende eivoer geven. Afhankelijk van de nestjongen gaat de hoeveelheid omhoog tot wel de helft van het dagelijkse rantsoen (zaad en eivoer). De oudervogels gebruiken hoofdzakelijk het eivoer om de jongen te voeren. De afgezette jongen krijgen onbeperkt eivoer ter beschikking tot na de rui. Tijdens de rui is het aan te raden om toch dagelijks eivoer te blijven verstrekken, wel in mindere mate dan tijdens de kweek. In deze periode wisselen de oudere vogels al hun veren en pennen, de jonge vogels alleen maar hun veren. Dit is voor de vogels wel een zeer zware en moeilijke tijd. Gedurende deze periode hebben de vogels een grote behoefte aan vitaminen, aminozuren en mineralen. Deze voedingsstoffen halen de vogels dan uit het eivoer. In de rustperiode is het raadzaam om de vogels om de andere dag toch een kleine hoeveelheid eivoer te verstrekken, al is het maar om de vitaminen, mineralen en aminozuren, die in de zaadmengelingen onvoldoende aanwezig zijn, aan te vullen. In feite moeten we er nog een vierde periode aan toevoegen, n.l. De TT-periode. Ook in deze tijd van opkooien der vogels moeten de vogels regelmatig eivoer krijgen om hun krachten op peil te houden. In de handel heeft men de keuze uit droog of vochtig eivoer. De kwaliteit van beide vormen van eivoer zijn evenwaardig. In de vochtige vorm is het eivoer meestal bevochtigd met vloeibare honing hetgeen een hogere voedingswaarde en een zoetere smaak verschaft. Gebruiken we de droge vorm dan kunnen we deze droog verstrekken of we kunnen deze zelf wat bevochtigen. Het nadeel van eivoer droog te geven is zeker het gemors met het voer en ze eten het niet al te graag. Daarom kunnen we aanraden om het droge eivoer wat rul te maken. Dit bevochtigen kan op verschillende manieren gebeuren. Het simpelste is, om er enkele druppels water aan toe te voegen. We kunnen ons eivoer echter ook wat voedzamer en tevens rul maken door toevoeging van geraspt fruit (appel, enz..) en/of groenten (broccoli, boerenkool, witlof enz..) Men kan ook kiemzaad gebruiken om het geheel wat rul te maken. Yoghurt, hard gekookte eieren, rusk of couscous zijn nog andere middeltjes die in aanmerking komen. Op deze manier zal het eivoer ruller worden en zullen de vogels er niet meer zitten mee te smossen.
Nu kan je eivoer ook volledig zelf aanmaken. In een volgend artikeltje gaan we het daar even over hebben, evenals het kiemen van kiemzaden.
Cichorei behoort tot de familie van de compositae en is nauw verwant aan het witlof, roodlof, radichino en andijvie. De wilde Cichorei kan men in vrijwel heel Europa aantreffen tot zelfs in Siberië, Noord Afrika en het Midden Oosten.
In het verre verleden heeft cichorei nooit veel aandacht gekregen maar heeft wel een lange geschiedenis achter de rug als geneeskrachtige cultuurplant. Ten tijde van Napoleon werd cichoreireeds gebrand om te dienen als vervangmiddel voor de haast onbetaalbare koffie. Enkele tientallen jaren geleden is men in België gestart met de teelt en de verwerking van de cichoreiwortels voor de productie van inaline en fructosesiroop. Witlof en cichorei vormen een vlezige wortel waarvan de bast en de schorslaag een wit melksap bevatten en dat erg bitter van smaak is. Aan deze bittere smaak werden vroeger grote geneeskrachtige eigenschappen toegeschreven. In de homeopatische geneeskunde maakt men er nog steeds gebruik van.
Cichorei is een tweejarige plant. In het eerste jaar worden de bladeren en de wortels gevormd. Bovengronds wordt een sterk ontwikkeld bladrozet gevormd en de reserve koolhydraten worden als inuline opgeslagen in de peenwortel. De bladgroei kan variëren van, tegen de grond liggende bladeren, zoals bij de paardebloem tot opstaande bladeren en tot een hoogte van 0,40 meter, zoals we die kennen bij de suikerbieten.
In het tweede jaar pntstaat er een sterk vertakte holle bloeistengel die een hoogte kan bereiken van meer dan een meter. De plant gaat dan bloeien en zaad vormen. De bloemhoofdjes zitten in de oksels van de bladstengels. In ieder hoofdje zitten zowat 20 bloempjes. De bloemkleur is blauw, sommige varianten geven ook wel eens witte bloemen af.
De voedingswaarde van de cichoreizaadjes is zeker niet te versmaden, zo bevatten zij o.m.:
Ruw Eiwit: 5,00 % Koolhydraten: 71,50 %
Ruw Vet: 0,60 % As: 4,60 %
Ruwe Cel: 5,50 % Vocht: 11,30 %
Een gezonde vogel eist cichoreizaad om in conditie te blijven, dus zorg steeds voor cichoreizaad in de voeding. Men kan dit best mengen onder het eivoer.
Denk nu niet meteen dat we onze vogels moeten gaan drogeren met Cannabis.
Hennep (Cannabis sativa) is een éénjarige, tweehuizige plant. Tweehuizig betekent dat het geslacht bestaat uit mannelijke en vrouwelijke planten. De plant bloeit van juni tot eind augustus en geeft groenachtige bloemen. De meeldraadbloemen (de mannelijke) zijn te vinden in de pluimen en de stempelbloemen (bij de vrouwelijke) staan in de bladoksels van de aren.De bladeren zijn lang gesteeld met 5 à 9 lancetvormige slippen en zijn grof gezaagd. De plant kan een hoogte bereiken van 1 tot 2 meter. Andere benamingen voor hennep zijn o.m. Wiet of Marihuana.
Marihuana en industriële hennep zijn niet met elkaar te vergelijken. Marihuana is het soort hennep dat vooral in de medische wereld gebruikt wordt voor zijn hoog gehalte (5 à 20 %) THC (een belangrijk psychoactief component). De In dustriële hennep wordt gebruikt voor zijn vezels en zaden en heeft slechts een percentage van 1 % of minder THC. De plant is soms op te ùerken in onze bloemperken. De hennepplant komt men echter zelden tegen in de verwilderde vorm. In de subtropische gebieden wordt hij tegenwoordig wel op grote schaal gekweekt. Ook Italië, Hongarijë, Polen, Japan en China zijn belangrijke productielanden.
De Hennepplant is (vooral de mannelijke plant) in de eerste plaats een onovertroffen vezelplant. Zij is de leverancier voor de aanmaak van touwen en de betere papiersoorten. Uit de zaden wordt olie geperst die verwerkt kan worden in verf en vernis. Ook als vogelzaad heeft de hennepplant zijn positieve diensten reeds bewezen. Een zeer belangrijke eindbestemming van de hennepvezels gaan we hier niet in detail behandelen. Wel kunnen we vertellen dat deze vezels veelvuldig gebruikt worden in de textielindustrie voor de vervaardiging van kledij, meubelstofferingen, handtassen, zelen enz... De vezels kunnen ook gemend worden met katoen,wol, linnen en andere vezels, hierdoor zal de stof heel wat sterker worden. Deze toepassingen zijn voor de vogelliefhebber echter van minder belang. Meer aandacht zullen we besteden aan de zaden en de olie van de hennepplant.
De Hennepzaden zijn rijk aan eiwitten,vitaminen en minneralen. De zaden op zich hebben geen psychoactieve eigenschappen omdat het gee THC bevat. De zaden kunnen we persen voor oliegewin of pellen voor de voedzame inhoud er van. Hennepzaden bevatten gamma-linolenic acid (GLA).
GEPELDE HENNEPZADEN:
Hennepzaden zijneen goede bron van eiwitten en zijn beter te verteren dan sojabonen. Gepelde zaden kunnen worden geroosterd of kunnen in verschillende voedingsmiddelen worden gebruikt. Vandaar dat het ook een element is in de betere zaadmengelingen voor onze vogels.
HENNEP - OLIE:
De zaden van hennep bevatten 25 à 35 % olie en bevat heel wat essenciële vetzuren. De koud geperste olie is licht groen van kleur en heeft een lichte grassmaak. Deze olie kan gebruikt worden in diverse gerechten en kan samen met of in de plaats van olijfwalnoot- of zonnebloemolie worden gebruikt. Deze olie wordt ook gebruikt in verf, vernis, shamp's en zeep.
Indien we hennepzaden gebruiken in onze vogelmengeling dienen we vooral de eigenschappen van deze te kennen en deze kunnen we afleiden uit de bestanddelen der zaden. Hennep wordt gerekend tot de vetrijke gewassen maar is in verschillende landen, waaronder België en Nederland verboden om te kweken.
Algemeen wordt aangenomen dat hennep de paardrift opwekt, iets wat overigens ook kan gezegd worden over haver. Indien we in de voorbereiding op het kweekseizoen te veel hennep aan onze vogels voeren kan dit leiden tot een vroegtijdige leg. Het kan zelfs voorkomen dat poppen met nestjongen, na 14 dagen, opnieuw aan de leg gaan en hun vorige jongen niet meer blijven voeren.
De gemiddelde waarden van de HENNEP - plant :
- Vocht: 8,7 % - Ruwe Celstof 16,9 %
- Ruw Eiwit: 19,5 % - Calcium: 0,81 %
- Ruw Vet: 32,1 % - Fosfor: 0,76 %
- Koolhydraten: 18 %
In het Animozurenpatroon ontbreekt cystine en tyrosine. Leucine (7,7 %) en Valine (6,3 %) zijn in het eiwit het hoogst aanwezig. Tot slot kunnen we er van uit gaan dat Hennep zeker niet mag ontbreken in onze zaadmengelingen voor de vogels. Het is echter niet aan te raden om het percentage hennep drastisch op te voeren in onze mengelingen, het zou een omgekeerd effect kunnen teweeg brengen. Zeker niet denken: De kweek gaat niet goed, dus zal ik ze nog maar wat hennep bijgeven, zeker niet doen, denk aan de gevolgen ervan.
De H. Geest is niet steeds paraat om mij de nodige inspiratie te bezorgen. Zo zit ik momenteel met het probleem om een keuze te kunnen maken uit de verschillende onderwerpen waar ik het zou kunnen over hebben, wat is er op dit moment van het grootste belang voor de vogelliefhebbers? Volgens mij, is de kweek van primair belang, maar....hoe kan men nu nog een keuze maken, heel wat liefhebbers zijn bijna aan het einde van de kweek, terwijl anderen er nog moeten aan beginnen. Hoe kan men nu nog goed doen voor iedereen? Met wat en wie moet men nu nog rekening houden om nuttige informatie door te spelen? Ik zou het "bij God" niet weten. Seizoenen, zoals die destijds bestonden, zijn er niet meer bij en ieder heeft zijn eigen manier om te beslissen wanneer en hoe hij de kweek zal aanpakken (en ieder zijn mening is volgens hem ook de beste). mij goed hoor, dan kan ik ook mijn eigen goesting doen in de keuze van informatie die ik wil doorgeven.
Jullie zullen het dus maar moeten doen met datgene wat er op mijn blog terecht komt, tenzij ik voorstellen krijg van liefhebbers die een bepaalde voorkeur laten blijken, daar zal ik dan ook trachten rekening mee te houden.
Soms stellen wij ons toch terecht bepaalde vragen bij de huidige gang van zaken in het ornithologische wereldje. Het gaat hier zowel over bedenkingen bij de Federatie, de clubs als bij de liefhebbers zelf.
Bij de liefhebbers horen we gemor over alles en nog wat, maar concrete voorstellen om bepaalde situaties recht te trekken blijven wel uit. Natuurlijk blijven die uit want er zou eens een gedeeltelijke verantwoordelijkheid op hun schouders moeten terecht komen en dat moet vermeden worden. Op wie zouden ze dan moeten gaan vitten? Op zichzelf?...Kom nou.
Wanneer we onze oren open houden wanneer liefhebbers onder mekaar, tussen pot en pint een discussie voeren, heeft men voldoende stof om er een verhaal over te schrijven. Onlangs heb ik uit de achtergrond zo'n gesprek kunnen opvangen. Niet dat het zo ophefmakend was maar toch belangrijk genoeg om er nog wat woorden aan vuil te maken. Het onderwerp van het gesprek was, het tijdstip van de kweekperiode. Een thema dat de laatste jaren steeds weer de kop opsteekt. De ene is de overtuiging toegedaan dat men niet vroeg genoeg kan starten met de kweek. Een andere denkt dan weer wat logischer en blijft erbij dat februari-maart het juiste moment is. Dit tweede standpunt kan ik volmondig bijtreden. Indien we dusdanig handelen betuigen we immers ook nog respect voor de vogels en gunnen wij ze de noodzakelijke rust. In het eerste geval denkt men vooral en in de eerste plaats aan het geldgewin. Ze willen zoveel mogelijk vogels kweken want dat is dan kassa....kassa.... Wat er gekweekt wordt is van minder belang, de kleine of beginnende liefhebbers trappen hier wel in de val en denken toch van goede vogels te hebben gekocht, zeker na een bedrieglijke uitleg van de verkoper.
De pure liefhebbers houden het nog steeds bij de oude traditie (bv: koppelen half maart - St-Jozefsdag 21 maart) en wees maar gerust, ook deze vogels zijn wel klaar tegen de tentoonstellingen. De frauduleuze kwekers hoeven niet het argument aan te halen van: Als we zo laat moeten beginnen dan raken we kant noch wal in het begin van het seizoen. Larie heren, dikke zever.
Wanneer we deze wan-kwekers de mond willen snoeren is er een drastische manier om dit wettelijk aan banden te leggen. Hiervoor zou de verantwoordelijkheid bij de clubs en in 't bijzonder bij de Federatie kunnen liggen. Indien de Federatie dit probleem zou WILLEN oplossen kan dit perfect gebeuren door een kleine wijziging in het huidig reglement in te voegen. In de huidige reglementering is voorzien dat de liefhebbers hun ringen kunnen bekomen van oktober. (en met achterpoortjes, zelfs nog vroeger). Door deze beslissing heeft de Federatie zelf deze frauduleuze praktijken in de hand gewerkt. Men zou zelfs kunnen zeggen dat dit de aanzet is geweest. Bij de Federatie zal men hiervan zeker niet wakker liggen. De eerlijke liefhebbers moeten het alweer maar eens ontgelden zeker?
Indien men op Internationaal vlak morgen zou beslissen om geen enkele ring meer af te leveren voor 1 januari van het beginnende jaar, dan zouden deze praktijken so wie so stoppen. Nu zie ik het al gebeuren; Een opstand van 75 % der liefhebbers want zij zullen nu de dupe zijn van deze ingreep. Natuurlijk zijn zij nu de dupe want hun financiële verwachtingen worden de kop ingedrukt. Voor een goed begrip, dit zou tevens willen zeggen dat 75 % van de kwekers op een oneerlijke manier te werk gaat ten koste van de eerlijke liefhebber en vooral geen respect opbrengen voor de natuur en hun vogels in 't bijzonder.
Dat ik het nu bij velen verkorven zal hebben zit in de lijn der verwachtingen maar dat kan mij echt geen reet schelen. Iemand moet toch het lef hebben om deze wantoestanden eens aan te klagen. Bij deze is dit dan een feit.
Onlangs kreeg ik een vraag van een bevriend liefhebber-kweker om een oproep te lanceren op deze "Blog". Bij deze wil ik dan ook ingaan op zijn vraag. U kan via deze Blog op dit probleem reageren, of beter nog, rechtstreeks op de mail-box van de liefhebber zelf. (zie adres hier onder).
Wat is nu het probleem waar deze liefhebber heeft mee af te rekenen ? Reeds enkele jaren doet deze kweker er alles aan om zijn Zwartkopsysen op een serieuse manier aan de kweek te krijgen, dit lukt hem slechts gedeeltelijk.
Vorig jaar heeft hij slechts enkele jongen groot gekregen. Hij hoopt dit seizoen echter een beter resultaat te bekomen. Het probleem zit hem niet zo zeer bij de opfok der jongen maar veeleer in het broedproces. Een overgroot gedeelte van de gelegde eieren kan hij zelfs van de eerste dag in de vuilnisbak kieperen door de aanwezigheid van een grote luchtbel in het ei. Hoe dit kan gebeuren is een raadsel waar hij geen afdoende uitleg kan voor vinden. Indien er meer gevorderde liefhebbers mochten zijn die het zelfde probleem reeds hebben meegemaakt, hadden wij graag hun bevindingen vernomen. Zou het kunnen dat de man de eieren beschadigd of kan het aan de pop liggen ? Wie kan ons dit vertellen?
Danny zit klaar om een 10-tal koppels Zwartkopsysen te gaan koppelen en vreest dat hij weer meer dan 80 % van de eieren zal moeten vernietigen.
Graag uw reacties op de e-mail van deze Blog, of beter nog, op de e-mail van de liefhebber zelf: danny.utens@skynet.be
De eerste Provinciale Bondenvergadering van 2009 zou naar alle verwachtingen wel wat nieuws aan het licht brengen, zo dachten wij althans. Slecht gedacht want behalve wat geleuter over hetgeen wij reeds langer wisten is er zeer weinig uit de bus gekomen. De voorzitter opende de vergadering met de vraag of er opmerkingen waren over het verslag van vorige vergadering (30-08-'08), dit kreeg de goedkeuring van de vergadering mee.
KBOF is op zoek naar kandidaten voor de opvolging van de Nationale voorzitter voor de afdeling veldornithologie, dhr Gilbert Thiery, die onlangs kwam te overlijden. Een tweede mededeling was de beslissing van de beheerraad om de oude KBOF-stand te schenken aan de Jeugdwerking van Limburg. Indien er nu nog jeugdige werkers gevonden worden dan zijn we vertrokken.
Punt 3 was wel de rode draad van heel de vergadering. De Voorzitter gaf hiervoor het woord aan Nationaal Voorzitter Jaak Aerts. Jaak gaf ons te kennen dat de beheerraad de goedkeuring heeft gegeven om een budget in de begroting te voorzien van 75.000 €uro voor "Automatisering" van KBOF. Dit zou met zich brengen dat er heel wat veranderingen op til zullen zijn in de nabije toekomst. Zo zullen alle clubs moeten rekening houden met wijzigingen in stamnummers der leden, ieder lid van KBOF zal in de toekomst een vast nummer bekomen en dit voor de rest van zijn leven. Ook de clubnummers zullen een verandering ondergaan. Ben je bv aangesloten in Peer dan zal het stamnummer der club P01 krijgen, is de club echter uit Paal, dan zal hun stamnummer P02 zijn. Dit zijn echter allemaal vooruitblikken.
Jaak had nog enkele verdere mededelingen, zo zal er in de toekomst op Provinciaal en Nationaal ook met stellen kunnen gespeeld worden. Een lid van een club uit Limburg zal voortaan enkel nog kunnen meedingen naar de titels in Limburg, ook al is hij bv woonachtig in de Provincie Brabant. Over de reglementering van de ringen is er ook wat te verwachten, stel u voor, binnen kort zal een stam kunnen bestaan uit 4 vogels met 4 verschillende soorten ringen, begrijpe wie begrijpen kan. Hierover kunnen wij de leden verwijzen naar het maandblad waar alles uit de doeken zal gedaan worden en zo krijgen zij het clubblad ook weer vol. Het bestellen der ringen zou dan ook digitaal kunnen gebeuren waardoor de wachttijd voor de helft zou kunnen terug gebracht worden.
Van het keurmeesters comité kregen we voor de zoveelste keer het zelfde verhaal te horen, te gek om los te lopen, maar ja....de duur van de vergadering moet ingevuld worden, al is het soms zinloos. Door bepaalde hervormingen zou het in de toekomst goed mogelijk zijn dat we op Nationaal, een Nederlander met de Belgische titel zouden zien gaan lopen, Waar is de waarde van dergelijke titels dan nog te zoeken ?. Er zouden 2 secties worden toegevoegd aan de bestaande reeksen, waaronder een sectie voor de roofvogels.
Al met al was dit weer een vergadering die een hele boel bedenkelijke vragen hebben aan het licht gebracht en waar de liefhebbers voldoende stof zullen aan hebben om diepgaande discussies op te starten. Van enige duidelijkheid is hier immers geen sprake en zullen er bij sommigen alleszins weer hoogoplopende ontevredenheden ontstaan. Meer en meer laten de clubs deze vergaderingen links liggen omdat het meestal een onzinnige tijdsverspilling is geworden. Hetgeen we vandaag hebben moeten aanhoren moet nog een officiële bevestiging krijgen in de beheerraad, dus hoeven we toch af te wachten naar de bevestiging ervan.
Volgens sommige oudere liefhebbers, is heel deze reconstructie een opgezet spel om de heren der beheerraad steeds maar minder werk te bezorgen, waarom ook niet, er is voorlopig nog wat geld in kassa (remember 18 miljoen). De liefhebbers moeten zich maar aanpassen, alsof het nog niet moeilijk genoeg is zeker.
Wanneer de SPEERDISTEL in volle bloei staat is hij wel heel mooi van vorm en kleur maar zeker geen plant om zonder aangepaste handschoenen aan te pakken. Hij kan wel een hoogte bereiken van 1,50 meter. Op sommige voedzame gronden kan hij zelfs een hoogte bereiken van 2 meter. Aan de bovenzijde zijn de bladeren ruw behaard en hebben ze een grijs viltige kleur, met lange, duidelijk stekelig getande bladeren die eindigen in een zeer scherpe gelige stekel. De stam of stammen zijn houtachtig en zeer sterk, deze zijn ook weer bezet met kleine en grotere stekels en met ver uit elkaar staande bladeren. De bloemen kunnen verschillen van grootte en staan meestal met 2 naast elkaar. Ze hebben een purperrood tot paarskleurig hoofdje. Hun maximale diameter is 4 cm en hun lengte is ongeveer 6 cm. Ik vind alle bloemen mooi maar deze SPEERDISTEL is toch iets heel speciaals. Iedere fotograaf zal dit weten te beamen want deze plant is een dankbaar onderwerp in de fotografie. De Speerdistel is helemaal geen beschermde plant, in tegendeel zou ik zeggen, hij wordt eerder overal vervolgd met de bedoeling om hem op termijn te proberen uit te roeien, hij krijgt ook wel eens de naam van "Lastig ONKRUID". Toch weet hij zich nog sterk te handhaven. We vinden hem dan ook meestal terug op braakliggende gronden, stortplaatsen, wegranden, en oevers, meestal veelvuldig en bij voorkeur op goede en kalkrijke gronden. Hij is verspreid over heel Europa en in onze streken komt hij zeer algemeen voor. Dit is vanzelfsprekend, vooral wanneer hij ongehinderd zijn overvloedige zaadpluis door de wind kan laten verspreiden. Het bestaat uit duizenden miniscule zaadjes die over ongelooflijke afstanden worden mee genomen door de wind. Waar ze rerecht komen zullen ze vervolgens weer tot ontwikkeling komen.
De Speerdistel is een tweejarige plant die tijdens het eerste jaar een verborgen ontwikkeling kent, pas het tweede jaar zal de plant zich ten volle ontwikkelen en uitgroeien tot een volwaardige plant. De bloeitijd gaat van juli tot oktober. Het is bekend dat de lilakleurige bloemen heel insecten aanlokt, voor vlinders, hommels, bijen e.a. is deze bloem dan ook een welgekomen bron van voedsel.
Wie als vogelliefhebber over distels hoort spreken denkt vrijwel meteen aan de putter die men ook wel de naam van "distelvink" geeft. Deze naam heeft hij in hoofdzaak gekregen omdat de putter erg verzot is op de distelzaden. De benaming "putter" zou hij wel eens kunnen gekregen hebben omdat hij op een speciale manier de zaden uit de rijpende bloemomhulsels weet te peuteren.
Vele kwekers zijn reeds volop bezig met hun kweek, in ’t bijzonder dan de exoten- en de kanariemannen, zij willen er zo vlug mogelijk bij zijn. Elk jaar begint men er vroeger en vroeger mee, waarom is mij wel een raadsel. Volgens hun beweringen komen anders hun vogels te laat in conditie voor de TT’s. Waarschijnlijk is dit wel een foutieve beoordeling. Jaren geleden begonnen wij in hoofdzaak te kweken op 21 maart, (St-Jozefsdag) en toen waren de vogels toch wel in orde voor deTT, waarom dan nu plotsniet meer ? De hedendaagse keurmeesters houden helemaal geen rekening meer met het tijdstip van het jaar en de daaraanverbonden toestand bij de vogels, zij denken gewoonweg dat jonge vogels hun verenkleed van in den beginne optimaal in orde moet zijn. Een jonge vogel, met uitzonderlijk goede kwaliteiten maar met een ruistoppeltje op z’n kop mag het so wie so vergeten en krijgt dan een droge 88 punten op zijn keurfiche geschreven, zonder dat stoppeltje zou diezelfde vogel dan wel 92 punten behalen.Kortweg….oneerlijk.Zoals reeds zo dikwijls aan het licht is gekomen zijn er zeker andere redenen om zo vroeg van start te gaan met de kweek, natuurlijk…. Of wat dacht u ?....Men wil zo veel mogelijk kweken om er achteraf des te meer financiële voordelen uit te halen. Sommigen durven het zelfs aan om niet 2 maar 4 rondes te kweken, wat ze kweken doet er niet toe, als het maar geld in het laadje brengt. Waarom het niet houden bij 2 rondes en dan zorgen voor KWALITEIT in plaats van KWANTITEIT.
Een kweker die 500 kanaries per seizoen kweekt durft dan nog te pronken met de hoeveelheid, maar…. Hier zitten dan hooguit 25 vogels tussen die TT- waardig zijn. De rest proberen ze dan aan de kleine liefhebbertjes te verlappen met het voorwendsel dat het allemaal afstammelingen zijn van hun zo gezegdeKAMPIOENEN . Laat u niet in het zak zetten door deze frauduleuze praktijken en koop uw vogels bij betrouwbare liefhebbers die niet rondlopen met de “Dollar-symbolen” in de ogen.
Deze grootkwekers zijn de “pest” voor de pureliefhebbers en zij zullen een groot gedeelte van hun gekweekte vogels naar de “OPKOPER” moeten brengen. Doe maar verder jongens en zorg maar voor een noggrotere winst van de handelaars. 5 à 6 €uro per vogel, maak eens de rekening wat een vogel u heeft gekost tot op het moment dat ge hem naar de opkoper brengt, gewoonweg “schandalig”.De dag nadien staat uw vogel van 6 €uro er te koop voor maar liefst25 of zelfs30 €uro, waarvoor zijn uw inspanningen dan nog goed voor geweest, precies…..om de opkoper nog wat rijker te maken van uw zweet.Ik laat mij hieraan zeker niet meer vangen en heb AL mijn vogels weggedaan, het merendeel zelfs GRATIS weggegeven, dit nog liever dan naar de handelaars te brengen. Mijnvolière zal in de toekomst bevolkt worden met diverse vogeltjes (gezelschapsvolière) en enkel nog voor de gezelligheid.
Laat de PC dan nog een wonderlijke uitvinding zijn, toch blijf ik mijn twijfels hebben over de exploitatie van het hele gebeuren er om heen. Waarom moeten sommigen miljarden winst maken aan dit project ? Al eens een computer open gemaakt ? Wanneer we even realistisch redeneren dan moeten we toch toegeven dat er maar bitter weinig in dat bakske zit en moet dat allemaal zoveel kosten? Wat ben ik vandaag weer in een pessimistische bui, hoe zou dat God verdomme toch komen? Wil je het echt weten? OK, maar vertel het niet verder want dan zitten ze weer met z'n allen op mijn kap en gaan ze mij weer verslijten als de "zeurpiet" der aarde. Nu ja, zeurpiet, die naam heb ik reeds langer aanvaardt, maar ja, wanneer je de waarheid durft te verkondigen is dit tegenwoordig al een crimineel feit voor een groot deel van deze samenleving.
Voila, nu zijn we beland bij de grond van de zaak. Uit wat voor een samenleving bestaat de huidige mensheid? Precies, .... Voor 95 % uit een stelletje egoïsten die enkel maar oog hebben voor het "Slijk der aarde" en zichzelf boven de gewone sterveling plaatsen. ...
Oef.... Ik ben er van af, het moest er toch ooit eens van komen, nu mag iedereen denken wat hij wil, het kan mij toch helemaal geen reet meer schelen en zal ik blijven wat en wie ik ben, dus één van de overgebleven 5 % der wereldburgers.
Ik ben nu iets langer dan een maand geleden gestart met mijn eigen "Blog" en heb reeds heel wat reacties hierop gekregen. Het merendeel kwam wel positief over. Toch waren er ook enkele afbrekende beoordelingen te noteren, deze laatste kwamen dan van individu's die ik gewoon klasseer bij die 95 %, ge weet wel hé.... Dagen en nachten werk schuilen achter het aanmaken en in stand houden van een web-site of -blog. Als dank voor mijn werk kreeg ik afgelopen week af te rekenen met een onaangekondigde stroomonderbreking met als gevolg dat ik een deel van mijn bestanden (teksten) verloren was en opnieuw kon beginnen. Alsof dit alles nog niet voldoende was, herhaalde deze feiten zich enkele uren later opnieuw met hetzelfde resultaat. Na deze tweede panne ging het zienderogen bergaf met de activiteit van mijn PC-ke.; steeds langzamer en de ene blokkering na de andere. Uiteindelijk kwam dan de "crash". Kon de PC nog wel opstarten maar geraakte in geen enkel programma meer binnen, zelfs op een normale manier afsluiten was er niet meer bij. Kan u zich mijn frustratie en mijn pessimistische bui nu even voorstellen?
Gelukkig ben ik lid van "De Computervriend" in Koersel waar ik dan mijn heil maar ging zoeken voor mijn overkomen onheil. In een eerste onderzoek door dokter Emiel stond ook hij voor een ongekend dilemma. Na heel wat uren nachtwerk kon hij uiteindelijk de fout lokaliseren en wist ik meteen dat die stroomonderbrekingen mij duur kwamen te staan. De diagnose luidde: "Harde schijf naar de bliksem".
Mijn eerste gedachten gingen naar het enorme werk dat was opgeslagen op deze schijf en dat ik dit alles misschien wel zou verloren zijn, Miljaar,...Miljaar...nu heb ik niks meer spookte het al door mijn brein. Door dehospitalisatie van mijn PC in de computerkliniek te Koersel was ik meteen monddood gemaakt voor enkele dagen en dat vreet aan mijn systeem. Na een paar dagen van onrust terwijl mijn PC op "Intensieve" was opgenomen kwam het verlossende nieuws. PC-chirurg Emiel bracht een volledig hersteld bakske, met de ziekenwagen terug ter bestemming. Toch was ik nog niet gerust in de toestand want het spookte nog steeds door mijn hoofd dat ik een hele boel van mijn gegevens verloren zou zijn. Onterecht bleek achteraf, geen letter was er verloren en vanaf nu kan ik er weer met nieuwe moed tegenaan vliegen.
De moraal van deze soap: Blijf steeds geloven in het feit dat er toch nog mensen bestaan waar je met al je ellende terecht kan. In dit geval is dit de Computerclub "De Computervrienden" in Koersel. Zonder hoofdchirurg Emiel zou de ravage niet te overzien zijn geweest en had ik waarschijnlijk, met een mokerhamer in aanslag, ten aanval getrokken op mijn onwillig bakske ellende. Om alle risico's in de toekomst uit te schakelen zal ik mij zeker een externe harde schijf aanschaffen en mogen ze de stroom nog dikwijls onderbreken. DUS... eind goed ..al goed....
Wanneer men lang genoeg zoekt en veel proefnemingen doet op de PC komt er soms iets te voorschijn waar we al lange tijd naar op zoek zijn en niet konden vinden. Indien ik nu nog eens wist HOE ik het heb verkregen dan was ik alweer een stapje verder. Op mijn "middenblog" ben ik nu zover MAAR om hetzelfde te bekomen in de zijbloggen dat is weer wat zoeken --- Zijn er soms meer ervaren "Bloggers" die de oplossing hiervoor kennen, graag een seintje....
Als eerste zien we in het vroege voorjaar, zo rond maart-april het Kleine Hoefblad. Op de geschubde stengels staan de gele bloemhoofdjes die na een bloeitijd van 16 dagen gaan zaad zetten en danomlaag gebogen op de stengels staan. Wanneer de puntjes van de gesloten zaadhoofdjes wit zijn, dan zijn deze goed om te oogsten.
Zij vormen een uitmuntend voesel voor onze vogels en kunnen in ruime mate gevoerd worden. Het Klein Hoefblad is rijk aan vitamine E en bevordert de vruchtbaarheid en de voortplantingsdrift van onze vogels. Eén enkel zaadhoofdje kan wel 130 zaadjes bevatten. Het is ook een uitstekend middel tegen ademhalingsaandoeningen. De plant wordt ongeveer 25 cm hoog en verschijnt met vele tientallen op een kleine plaats waar de wortels zich dan verspreiden zoals bij de uitlopers van de aardbeiën.
VINDPLAATS: Het Kleine Hoefblad groeit massaal op leemachtige grond, op ruderale plaatsen, langs wegen,tussen gras, op aangebrachte bermen en bij leemgroeven.
Ik ben Theunis Julien, en gebruik soms ook wel de schuilnaam TJip.
Ik ben een man en woon in Mijngebied - Beringen (Belgisch Limburg) en mijn beroep is Typograaf - Drukker .
Ik ben geboren op 24/08/1939 en ben nu dus 85 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Ornithologie - Fotografie - Fauna en Flora - Verslaggeving - Interviews - Fotosessies.
Ben vooral bekend om mijn "Scherpe pen" - Sommige artikels laten een wrange nasmaak achter bij nogal wat indi