De Grote
BONTE SPECHT...
De MAJOR van het vogelwereldje kent zijn naam uit het latijns: Dendrocopos Major.
Deze, ongeveer 23 cm grote vogel is wel een van de mooiste vogels in onze natuur met zijn rood kardinaalsmutsje op. Men noemt hem ook wel eens de "drummer" van het bos. Deze naam heeft hij zeker niet gestolen. Om zich te laten opmerken bij vriend en vijand zoekt hij steeds enkele bomen uit in zijn territorium van ongeveer 40 ha. Dit zeker niet om er zijn nestplaats in te vestigen, nee, eerst moet hij zijn drumstel afgestend worden. Wanneer hij in een bepaalde boom de geschikte geluiden kan produceren door op de takken te roffelenn dan zal deze boom zijn vaste drumplaats worden. Zo zoekt hij 3 à 4 bomen uit binnen zijn residentie. Deze roffelserenades zijn voor hem een middel om zich in de belangstelling te plaatsen bij de vrouwtjes maar ook bij de rivalen en medebewoners van het bos. Terwijl hij in de hoogte zijn aria ten beste geeft gebeurt het wel eens dat de vrouwtjes op de begane grond slaags geraken.De Major ziet het allemaal wel gebeuren maar heeft er schijnbaar zijn eigen binnenpretjes bij en komt dan ook niet tussenbeide. Al heel vroeg in het voorjaar kan je hem aan het werk horen. Met zowat 20 roffels per seconde is hij een ware acrobaat in het drumwerk en kan je hem duidelijk onderscheiden van de kleine bonte specht of zijn groene soortgenoot. Zijn roffelritme ligt beduidend hoger. Begin april gaan ze op zoek naar een oude, holle boom om hun nest te maken, vinden ze niet de geschikte dan maken ze er zich niet druk om want dan maken ze wel een hol in een boom die hen het best lijkt, in de meeste gevallen zal het dab een berk worden. Ze houwen er een hol in uit van zowat 25 à 30 cm diepte en klaar is kees. In de holte van de boom leggen ze dan wat losse spaanders en "Madam" kan meteen beginnen aan de gezinsuit- breiding.
De pop legt dan tussen de 4 en 7 glanzend witte eieren en bebroedt deze alleen gedurende 12 à 16 dagen. Binnen een tijdspanne van 24 uur zijn alle jongen uit de eierschalen. Na zo'n kleine drie weken beginnen de jongen aan de binnenkant van het hol een concert te geven door luidruchtig tegen de binnenwand van het spechtenhol te tokkelen.Waarom ze dit ritueel ten beste geven is nog steeds een raadsel. Misschien willen ze de buitenwereld er van in kennis brengen dat ze op komst zijn en aan het grote avontuur willen gaan beginnen. Trouwens de dag nadien verlaten ze gezamelijk het ouderlijke nest. Tijdens de opgroeiperiode laten ze zich niet onopgemerkt. Wanneer ze bijvoorbeeld honger hebben zullen de ouders het geweten hebben door de drukte en het helse lawaai dat ze maken in hun slaapkamer. Overigens, waarom zouden ze zich stil moeten houden, inbrekers hebben ze niet te vrezen want er kan niemand in hun woning binnen. Na het verlaten van het nest blijven de jongen nog een paar weken met aandrang om voedsel bedelen bij de ouders, daarna moeten ze zelf voor de kost zorgen. Hun bijzonderste voedsel bestaat uit rupsen en larven die ze met hun lange tong uit de spleten weten te prutsen. Dit in hoofdzaak in de periode dat ze hun jongen moeten voeren.Nadien schakelen ze gedeeltelijk over naar zaden. Hun geliefkoosde zaden zijn de pitten van de dennenappels van de grove den. Ook bij het consumeren der zaden is de grote bonte specht een bijzonder geval.
Hij verzamelt n.l. de dennenappels in een eiken- of berkenboom waar hij een rustig plekje uitzoekt, b.v. in de punt van enkele vertakkingen in de boom. Hij legt hier een voorraad aan om nadien rustig de dennenappels, één na één te ontpitten. Eenmaal een appel leeg is laat hij die gewoon naar beneden vallen. Wanneer je nu tijdens een wandeling in een groene zone een groot aantal dennenappels ziet liggen onder een berken- of beukenboom dan kan je er donder op zeggen en weet je dat je u bevind onder een "spechtenrestaurant". Wie heeft er destijds eens gezegd dat alleen de mensen beschikken over hersenen? We zouden er beginnen aan te twijfelen wanneer we de specht van nabij even volgen in zijn gedragspatroon. Dat de specht een rare snuiter is laat hij nog maar eens blijken in zijn manier van slapen en wakker worden. Zo heeft hij een vast tijdstip om slapen te gaan en dit is dan weer afhankelijk van de lengte van de dag. De tijd van in zijn hol te kruipen en het invallen van de duisternis is precies even lang. Ook de manier waarop hij zijn nachtrust doorbrengt is zeker de moeite om even bij stil te staan.
Een normale vogel legt zich neer in het nest om te slapen of hij zit ineengedoken op een takje. Mijnheer de Specht natuurlijk niet, hij kruipt in zijn hol en klampt zich vast aan de binnenwand van het hol, net onder het vlieggat, zet zijn veren recht en steekt zijn kop onder zijn vleugels wanneer hij in het dromenland verzeilt. Zo slaapt hij tot het vroege ochtendgloren. Bij het eerste daglichtsteekt hij voorzichtig zijn kop naar buiten en verkent hij de omgeving op de algemene veiligheid. Na een langdurige inspectie klimt hij naar buiten en begint aan zijn ochtend toilet. De specht heeft echter ook vijanden in de natuur. In de eerste plaats is er de sperwer die nogal eensjacht maakt op pas uitgevlogen spechtenjongen om ze dan aan zijn eigen kroost te voeren. Een tweede rivaal is misschien een nog grotere vijand en dan hebben we het over een "ingevoerde" vijand n.l. De Halsbandparkieten. In het zoniënbos, in de omgeving van Tervuren heeft men, jaren geleden, een deel van deze parkieten de vrijheid gegeven. De echte rede hiervan is en blijft nog steeds erg onduidelijk. Misschien als experiment of was het een liefhebber die deze parkieten kwijt wilde en niet wist wat er mee aan te vangen, Wie zal het zeggen ?
Buiten alle verwachtingen in heeft deze populatie zich wonderwel aangepast aan ons klimaat en door de verwarmde winters is hij zelfs winterhard geworden. Het voortplantingsgedrag bij deze parkieten heeft zich ook laten gelden met alle gevolgen vandien. In zoverre zelfs dat er momenteel wel enkele duizenden rondvliegen in Vlaanderen. Wanneer je in je omgeving een koppel halsbanden ziet rondvliegen, denk dan niet meteen dat die ergens bij een liefhebber zijn ontsnapt, het kunnen best afstammelingen zijn van de in Tervurenlosgelaten exemplaren. Aangezien de halsbanden eveneens holenbroeders zijn is het ook niet ondenkbaar dat hij nogal eens op bezoek gaat in het hol van de specht met de nodige heibel tot gevolg. Van de Grote Bonte Specht kunnen we nog zeggen dat hij niet voorkomt op de rode lijst van beschermde vogels. Gelukkig maar, want artiesten van het kaliber van de Bonte Specht bewonderen wij, als vogelliefhebbers, maar al te graag in de vrije natuur.
|