Rit 21 : Dollnstein - Gunzenhausen. De waterscheiding.
Rit 21 : Dollstein - Gunzenhausen.
Opnieuw een stralende zondag, maar ook weer frisjes om te vertrekken (10°). Als we nog eens een fietsreis in september maken, gaan die handschoenen en een extra lange fietsbroek zeker mee!
De start verloopt weer chaotisch : track, fietsgids en wegwijzers sturen ons langs verschillende kanten richting Solnhofen. Omdat de track tot hiertoe zeer accuraat leek (op enkele kleine bokkensprongen na) besluiten we deze te volgen. Mis gegokt, de track stuurt ons over een weidepad dat echt niet te volgen is. Dat hebben we nu snel door, we keren terug en volgen dan toch maar de wegwijzers. Zo rijden we langs de Altmühl over een prima fietspad. Op het water heel veel kanovaarders, de oevers zijn begroeid met Canadese guldenroede en balsemien, wiens kenmerkende penetrante geur overheerst (wie al eens langs het netekanaal gefietst heeft, weet wel wat ik bedoel). In Esslingen staat een zeer speciale rotsformatie, met wat verbeelding moet je er de 12 apostelen in kunnen zien.
Pappenheim wordt weer gedomineerd door een indrukwekkende burcht, maar wij vinden de 'weidekerk' zeker zo bijzonder. In een park zijn met wilgenstekken bogen gevormd die samen een kerk vormen. Stilistisch uitermate mooi, een plek die tot bezinning uitnodigt.
In Treuchtlingen eten we zeer lekkere pasta bij 'la grotta'. Bij het afrekenen zoekt Paul naar gepast geld, maar omdat dat niet lukt geeft hij een groter bedrag. De dienster wil vertrekken zonder terug te geven, maar dat pakt niet. Het was er lekker, en niet duur, en ze was heel vriendelijk, maar jezelf zomaar 15% fooi toe-eigenen kan niet. We vragen het wisselgeld, en houden het bij, inhaligheid wordt zo afgestraft!
Van hieruit kunnen we twee wegen volgen : de hoofdroute, die langs enkele mooie stadjes gaat, maar waarbij twee serieuze hellingen overwonnen moeten worden. Of een korter en vlakker alternatief dat langs de spoorweg en door velden gaat, en als saai omschreven wordt. We kiezen de hoofdroute, weliswaar niet volledig bewegwijzerd dus hopen we maar dat de track weer geen kuren heeft.
Deze hoofdroute gaat ook eerst door velden, en net buiten Graben zien we weer een hert over het afgemaaide maisveld lopen. In Grönhart staat een oude waterpomp net op de Europese waterscheiding tussen Main (en Rijn) en de Donau. Links loopt het water naar de Zwarte zee, rechts naar de Noordzee.
We volgen een hele tijd de spoorweg en komen in Weissenburg aan. Een mooie stad met weer vele historische gebouwen. De stadspoort is mooi versierd met een aantal wapenschilden.
De grote kerk en abdij van Ellingen zien we al van ver liggen. Er is ook een oude brug met heiligenbeelden op.
Vanaf hier rijden we voornamelijk over verkeerswegen, de eerste klim lukt goed, de tweede van 10% is wat moeilijker. In Gunzenhausen vinden we snel onderdak in een hotel, 'Golden Adler', dat alweer een zeer lange geschiedenis heeft. We wandelen nog even door de hoofdstraat, veel valt er niet te beleven.
Morgen wordt er een heuse regendag voorspeld, laat ons hopen dat ze er dik naast zitten met hun voorspelling.
Rit 22 : Gutzenhausen - Rothenburg. Biking in the rain.
Rit 22 : Gunzenhausen - Rothenburg. Biking in the rain.
Veel animo om te vertrekken hebben we niet vandaag. Het regenfront zit net boven ons, wachten tot het droog wordt heeft geen zin want dat zou wel eens pas vannacht kunnen zijn. Dus wordt alle regenkledij aangedaan, dat vergt wel wat extra tijd. Maar we blijven er positief bij : nu sleuren we dat niet voor niets mee, en het stof wordt van onze fietsen afgespoeld.
Al na 1 km zitten we fout, door heraanleg van de wegen is het tunneltje voor fietsers en voetgangers onder de weg verdwenen, dus moeten we 500 m terug en langs een drukke baan om het kruispunt te passeren. Maar dan kunnen we het fietspad naast het meer volgen. Er is een vogelreservaat, door de regen zien we er weinig van, behalve een groep witte reigers, enkele grutto's en futen. Ornbau rijden we binnen over een originele stenen poortbrug. De vestingwerken en poorten zijn nog intact.
We volgen de track niet geheel : het regent zo hard dat we toch weinig kunnen genieten van het landschap. De bewegwijzering tussen de steden is goed, en deze route volgt heel rustige verkeerswegen met goed asfalt wegdek, wat met dit weer te verkiezen is boven grindpaden.
In Herrieden zoeken we tevergeefs een eetgelegenheid, het is weer maandag, de sluitingsdag bij uitstek. In Leutershausen, 15 km verder, hebben we meer geluk. We wijken daar weer even van de track af die rond de stad gaat, en rijden door een mooie poort het centrum in. Onder grote parasols is een terras nog open, ik smul er van een super grote portie verse tomatensoep, heerlijk bij dit weer, ik kikker er helemaal van op.
Het stopt ook met regenen, maar de wind wakkert serieus aan. Tegenwind, we rijden door de velden waar we totaal geen beschutting hebben. Wel zie ik een havik rustig zitten in het midden van een weide, hij vliegt pas weg als we dichtbij zijn. Er moet ook stevig geklommen worden, tot 500m hoog, en dan een lange afdaling. De sterke wind remt ons daarbij af, zo sparen we onze remmen een beetje.
Om Rothenburg in te rijden moeten we opnieuw sterk klimmen. Via een stadsmuur met uitkijktorens komen we er binnen. Het eigenlijke centrum met veel steegjes bereiken we pas na weer stadspoorten. Dat centrum is zeer authentiek, een groot marktplein met enorm stadhuis en een grote basiliek met torens die hoog boven de stad uittorenen. Over de stadsmuur kan je volledig rondlopen. Het is hier heel druk, zeer toeristisch en levendig. Na alles bekeken te hebben gaan we eten in 'gasthof am Markt'. Een speciaal restaurant, Grieks getint. De patron is een oudere man die in zijn eentje de zaal en terras bereddert, wat soms een chaotisch beeld geeft, maar hij heeft toch alles onder controle. Het interieur lijkt bijeen gesprokkeld op rommelmarkten, verschillende stijlen die niet bij elkaar horen. Onze tafel heeft een ovalen blad, dat los op de poten staat en behoorlijk wiebelt. Maar de moussaka is lekker, en eens wat anders dan al die Duitse gerechten. Dat vinden duidelijk veel mensen, want er stapt veel volk het kleine lokaal in.
Terug naar het hotel, onze klederen en vooral schoenen zijn nog niet droog. Zonder verwarming zal dat ook niet lukken vrees ik.
Rit 23 : Rothenburg - Tauberbisschofsheim. Topdag voor de fauna.
Rit 23 : Rothenburg - Tauberbisschofsheim. Topdag voor de fauna.
Het ontbijt in Duitse hotels en pensions mag er altijd wezen, maar vandaag is het echt wel top. Een overvloed aan vleeswaren, kazen, groenten, fruit, confituur, ontbijtgranen, yoghourt, en zelfs koekjes en pralines staan zeer mooi gepresenteerd klaar. De ontbijtruimte is ook speciaal : cosy hoekjes, mooie schilderijen aan de muren, en net als in de gangen allerlei snuisterijen verspreid over tafels en vensterbanken. Er wordt een kaars aangestoken, 'romantic' zegt de dienster met een knipoog. Aan de raamopening kunnen we zien dat de muren hier ruim een halve meter dik zijn. Weer een gebouw met een hele geschiedenis dus.
De zon is opnieuw van de partij. We proberen eerst de banden van de fiets nog wat op te pompen, maar ook hier lukt dat niet : er gaat meer lucht uit dan in de band. Duitse pompen deugen niet.
We moeten de stad door naar de andere kant. Hele hordes toeristen staan rond hun gids en blokkeren de weg. Daar moeten wij dus klimmend door, eerst naar het marktplein en dan naar de kerk. Er staat een mooi standbeeld van de heilige Jacobus voor, hier vertrekt dan ook een weg naar Compostella. We merkten de typische schelp al meer op in deze regio. Bij de buitenpoort zien we goed hoe de verdediging van de stad opgebouwd was : ze is op een hoogte gebouwd, eerst is er een omwalling met torens, dan een gracht (nu grotendeels leeg), dan een tweede omwalling met stadspoorten.
Eens de stad uit fietsen we langs de Tauber. We zien nog een zeer groot houten waterrad. De track geeft een route langs de baan aan, maar wij verkiezen de weg net naast de rivier. Het dal is hier veel smaller, aan de zuidkant zijn de steile hellingen volgeplant met wijnranken. De noordkant waar wij rijden is bebost, we rijden helling op en af, 9 tot 10% klimmen. Pffff! Als we door de velden rijden merken we wel 5 haviken op, en even verder rennen 4 hertjes over de velden het bos in. Mooi!
In Röttingen bewonderen we enkele zonnewijzers en het mooie raadshuis. Pas in Tauber-Rettersheim vinden we bij een oude stenen brug een mooi terras open. Terwijl we wachten op onze flamküchen zien we een reiger parmantig door het water stappen. Opeens heeft hij een prooi gevangen, ze verdwijnt volledig in zijn bek en we zien de vis door zijn lange hals richting maag verdwijnen. Dan verschijnt er een ijsvogel, die gaat op een tak een meter boven het water zitten, en duikt vliegensvlug het water in en terug naar zijn tak, met een visje in zijn bek. Dit herhaalt zich nog enkele keren, schitterend gewoon om dat te kunnen zien!
Weikersheim heeft ook weer een waterburcht en een marktplein met oude kerk, grote fontein in rococo-stijl en enkele torens. Mooi en gezellig zitten daar, maar voor ons belange niet zo interessant als het vissen van de reiger en ijsvogel.
Bad Mergentheim passeren we langs de rand, voor de zoutwaterbronnen hebben we geen tijd. De route volgen is niet altijd eenvoudig vandaag, soms volgt de track de hoofdweg terwijl de wegwijzers over rustige fietspaden gaan, en soms stuurt die ons het veld in of over slechte bospaden. Het is dus steeds uitzoeken wat de beste weg is, nog bemoeilijkt door wegenwerken en gewijzigde verkeerssituaties. Daardoor rijden we Lauda-Königshoven langs een totaal andere kant dan voorzien binnen, en missen de beeldengroep gewijd aan Tijl Uilenspiegel, die hier ook flink wat fratsen uithaalde. Het is nog wat vroeg om hier al een hotel te zoeken, we rijden verder tot Tauberbisschofsheim. Daar begint weer een echte zoektocht : hotel gesloten, hotel met jaarlijks verlof, hotel volgeboekt, hotel onbestaande, zucht! Als we een derde keer rondrijden vinden we toch 'pension Stein'. Vriendelijke ontvangst, maar er is enkel nog een kamer met douche en toilet 'apart'. Althans, dat had Paul zo verstaan, het bleek 'privaat' te zijn, een iets duurdere kamer dan de andere (maar een pak goedkoper dan gisteren). Weer een schitterende kamer, en de verwarming werkt hier wel!
Eten vinden is hier ook niet eenvoudig, we lopen de straten twee keer door en belanden uiteindelijk in het volgeboekte hotel. Lekker eten, wel wat gestoord door een groep Hollandse zakenlui die morgen een fabriek gaan bezoeken. We weten ineens waarom het hotel volgeboekt was.
Door de miezerregen terug naar het hotel, ik hoop dat alle nattigheid er vannacht uitvalt zodat we morgen weer een droge rit hebben.
Mijn bede is precies aanhoord, als we iets na 9u vertrekken, schijnt de zon! Even de weg zoeken om de stad uit te geraken, er is weer een conflict tussen wegbeschrijving en track, dus volgen we de wegwijzers van de Duitse fietsroutes nog maar eens. Maar goed ook, nu fietsen we op een mooi fietspad een 10m naast de baan, de track gaat door het bos op en neer. Net voor Königheim beginnen we te klimmen, we moeten de vallei van de Tauber uit om verderop de vallei van de Erfa in te rijden. 1 km klimmen meldt de fietsgids, mis poes, het zijn er ruim 6, en de laatste 200m heeft een stijgingspercentage van 12%, dat kan echt wel tellen. Vanaf Schweinberg (wat een naam voor een dorp, ik zou er niet willen wonen) dalen we af. Maar in Hardheim is het weer kiezen tussen track (volgt een heel stuk de drukke weg) en de lokale fietsroutes. Paul verkiest het laatste, we rijden langs de bergkant van de rivier, en ipv een lange rustige afdaling gaan we op en neer over een bosweg, met soms klimmen en dalen van 18%, makkelijk en leuk is wel iets anders. In Eichenbühl proberen we opnieuw de track te volgen en rijden even langs de verkeersweg, maar dat blijkt levensgevaarlijk want niet alle Duitse chauffeurs houden van fietsers. Als in het centrum een bus de voorrangsregels totaal negeert en de wet van de sterkste laat gelden, kan ik net op tijd het voetpad op rijden, en houden we het met de track echt wel voor bekeken. Maar dan valt even verder alles weer samen, we begrijpen er weer niets van maar bereiken na een mooi stuk langs het bos de stad Miltenberg. Daar begint het te regenen, we hadden hier graag het centrum in gefietst zoals beschreven in de fietsgids, maar de track en wegwijzers doen weer wat anders. We verloren ook al veel tijd met het zoeken naar de juiste weg en het is hier ook zeer toeristisch. We hebben immers de rivier Main bereikt, en langs de kade liggen verschillende grote cruiseboten. Dus rijden we verder, en net buiten de stad houden we halt bij paviljoen 'Park'. Twee oudere dames runnen er de boel, ik eet weer heerlijke pompoensoep en hoop dat mijn darmen deze versie wel lekker vinden.
Terwijl we aten viel er nog een flink pak regen uit de lucht, maar als we vertrekken is het opnieuw droog, en even verder zelfs zonnig. Op de zuidelijke oever zien we op de hellingen weer veel wijnranken staan, en in Trennfurt rijden we voorbij een zeer groot en mooi wijnkasteel. Het fietspad naast de Main is goed te volgen, we rijden door verschillende voorsteden van Aschaffenburg. Overal zijn er verwijzingen naar het Romeinse verleden : grenspalen, ruïnes van burchten, en kazernes (Castellum).
In Niedernberg zoeken we logies, als we voor de deur van pension 'Reinhard' staan en vertwijfeld rond kijken waar we ergens binnen kunnen, stopt er een auto naast ons, de vrouw vraagt ' Sie suchen eine Zimmer?'. Jawohl, ze heeft er nog vrij, fietsen binnen zetten, kamer in, en hop mevrouw is weg, tot morgen bij het ontbijt. Oef, dat was even geluk hebben, 2 min later aankomen en er was hier niemand geweest om ons binnen te laten.
Dat geluk hebben we een uur later opnieuw als we in gasthof 'Zur Gemütlichkeit' gaan eten, de laatste vrije tafel is voor ons. Naast ons zit een groep mannen te kaarten, aan de andere kant 5 jonge meisjes die slaatjes eten en tegelijk met hun smartphone bezig zijn. Nog een tafel verder 2 jonge gasten die met een Aziatische schoonheid flirten, en in een aparte zaal een heel gezelschap waar toespraken worden gehouden. Op de kaart staan naast de klassieke worst en schnitzel ook leuke gerechten. Zo eet Paul een 'das Leben ist schön' (gemarineerde zalm en tonijn) en ik 'Teufelspfännchen' (stukjes rundvlees met paprika in een pikante saus). Heel on-Duits lekker!
Als we bij het pension terugkomen staat het er vol fietsen. Ik vrees wat voor nachtlawaai, maar tot nu is het nog stil 🤞
Vandaag belooft het een ingewikkelde rit te worden (alsof het tot hiertoe eenvoudig was 😏). Ergens moeten we met een veer de Main oversteken, als dat nog vaart tenminste, zoniet een omweg van 3 km om via een brug over te steken. En verderop over een sluis, er wordt gewaarschuwd dat het onbegonnen werk is om met een bepakte fiets de steile trappen op te gaan. Waarom gaat de route dan langs hier, en wordt niet onmiddellijk het alternatief over de brug, wel 6 km extra, aangegeven? Soms begrijp je die route-bouwers toch totaal niet!
We besluiten vandaag in hoofdzaak de Main-fietsroute te volgen en ons niet teveel aan te trekken van de track of fietsgids. En dat werkt goed. Mooi fietspad langs het water, we merken weinig van het verstedelijkte gebied waar we door rijden.
In Aschaffenburg gaan we een eerste keer de Main over. Een grote, drukke stad, we zien onmiddellijk de 4 torens van de Johannisburg. Dan versmalt het fietspad plotseling door een uitstekende rotspunt, een gevaarlijke situatie want net bij een bocht en het water. Zulke dingen gebeuren dus niet alleen in België.
Verderop een wegomleiding, een brug afgesloten, net waar we over moeten vrezen we. Maar het is een spoorwegbrug, het fietspad is echt onbruikbaar, geen doorkomen aan weet een fietser ons te vertellen, maar de omleiding is goed aangegeven.
Rond 11u gaan de hemelsluizen open. Lichte malse regen, we trekken kw aan, en wat verder zien we een man rijden met 2 regenschermen om zich tegen de regen te beschermen : 1 over zijn benen, 1 boven zijn hoofd. Of dat zo praktisch en veilig is (zo hij nog kunnen remmen?) betwijfelen we maar het is wel goed gevonden.
De Main-route gaat net voor Seligenstadt via een knappe voetgangers-en fietsersbrug naar de andere oever. Handig, dat veer hebben we dus niet nodig! Wij rijden door de velden het stadje in, we zien er mensen staan wachten op datzelfde veer.
In Mühlheim stoppen we even bij een taverne bij het water. Een lieve man slaat ons gade als we de fietsen stallen, vraagt of we buiten willen zitten (nein, danke, zu kalt) en brengt ons naar boven. Mooie zaal waar wij met onze natte kleren direct een spoor achterlaten. Ook op de tafel, hij komt ze nog eens extra afkuisen en brengt 2 servietjes zodat we onze bril kunnen poetsen. Die kerel zorgt voor zijn drinkgeld! We eten een anti-pasta voor 2 : kleine groente en kaashapjes, Grieks getint. Als afsluiter krijgen we nog een ouzo van het huis.
Frankfurt rijden we langs de oostkant door, dat gaat zeer gemakkelijk. De skyline is van hieruit zeer indrukwekkend. Omdat we niet over de sluis van Kelsterbach willen, blijven we de Main volgen en zoeken zelf de weg ipv ons in het drukke verkeer te wagen. Dat lukt ons goed, we rijden een klein stukje door industriegebied en via een zeer mooie brug de Main over.
In Eddersheim zoeken we weer tevergeefs een slaapplaats, we worden dat al wat gewoon. Hotel 1 ziet er een rendez-vous plaats uit, hotel 2 zit vol, nr 3 bestaat niet meer. Dus verder door de velden over een binnendijk. Flörsheim lijkt groter, maar slechts 1 hotel, meer een pension, vlak naast de spoorweg. We hebben weer geluk want krijgen de laatste kamer. De patron maant ons aan vroeger logies te zoeken (hij weet natuurlijk niet dat we al een uur zoeken) : de druivenpluk is gestart, en die plukkers vullen de pensions. We zijn bij deze gewaarschuwd voor de volgende dagen want rijden nu door de wijnstreek bij uitstek. Een heel eenvoudige kamer vandaag, maar netjes en alles voorhanden.
En we vallen in herhaling, want eten vinden is ook weer niet simpel. We zagen bij het binnenrijden een pizzeria, maar vinden die niet terug. Na een half uur stappen we gasthof 'der Taurus' bij het station binnen. Weer meer een kroeg, maar we kunnen er eten. Het rookverbod lappen ze hier wel aan hun laars, het is lang geleden dat we dat nog meemaakten. Het eten is uiterst primitief, champignons bvb duidelijk uit blik en frieten van 3 cm dik, maar beter dat dan niets, en de rekening is navenant.
De weg naar het pension vinden we snel terug. In de kamer boven ons houdt men een verhuis van meubelen, Paul denkt dat er meer mensen slapen dan er bedden zijn. Maar na een half uur is het er toch stil, en alhoewel we vlak bij de drukke spoorweg gelegen zijn, horen we er relatief weinig van, en vallen vlug in slaap.
Het regent pijpestelen. Het ontbijt ziet er heel schamel uit maar nog voor we neerzitten staat er een bord charcuterie en een pot koffie op tafel. De patron komt er bij zitten. Volgens hem nemen we beter de trein tot Koblenz, we kunnen hier in het station opstappen. Hij weet natuurlijk niet wat voor lijdensweg dat kan zijn. Dan vertelt hij wat we allemaal in Mainz moeten bezoeken, zeker het Scheepvaartmuseum met schepen uit de Romeinse tijd die gevonden werden in de bouwput van een hotel. En verderop is er een geiser tussen Koblenz en Bonn, geen warme maar een koude. Nog een uurtje wachten en we kunnen volgens hem droog vertrekken. Daar maak ik dankbaar gebruik van om het verslag van gisteren af te werken. Hij wijst ons ook de weg zodat we niet door het centrum terug moeten, en we moeten zeker op deze oever blijven want aan de overkant rij je langs industrie.
Rond 10u is het even droog, maar één ding is wel zeker voor vandaag : het wordt kw aan en kw uit. We volgen zijn aanwijzingen en rijden al vlug door de wijngaarden. Blijkbaar vinden konijnen het daar ook fijn want we zien er tientallen over de baan huppelen. Opnieuw veel groene spechten vandaag, en een valk scheert rakelings over mijn hoofd en vliegt ettelijke meters voor ons uit. Fietsen kan toch mooi zijn!
Bij het punt waar de Main in de Rijn stroomt houden we even halt. Geen bijzondere plek, maar we zien onmiddellijk het verschil : veel meer scheepvaart, en in de verte de rookpluimen van de industrie.
Gisteren werd onze rit als ingewikkeld aangekondigd, maar viel het best mee, vandaag is dat andersom. Mainz door geraken is immers niet simpel. Eerst missen we de brug, en aan de overzijde is het zoeken naar het fietspad. Het is een grote stad, en zeer toeristisch. Aan de kade staat het vol autocars, en er liggen verschillende cruiseschepen aangemeerd. Eens het oude gedeelte voorbij begint de miserie pas. We rijden de stad uit langs een drukke verkeersweg, wel met een fietspad ernaast, althans een smalle strook die voor fietspad moet doorgaan. Niet alleen is het wegdek in erbarmelijke staat, er staan in het midden palen met verkeersborden, wat verderop zijn er bomen zodat je maar 20 cm overhoudt om te passeren, en op een gegeven moment rijden we zelfs pal naast een spoor, dat we twee keer moeten kruisen. Niet moeilijk dat we er nauwelijks andere fietsers zien. We zijn blij als we eindelijk kunnen afslaan richting water. Maar door wegenwerken zitten we daar weer vast, we rijden dan maar op goed geluk recht door een natuurgebied. We hebben echt geen idee waar we net zijn, en nog minder of we er wel mogen zijn. Maar onder het motto 'wat niet verboden is, is toegelaten' rijden we verder. Enkele rustige kilometers verder zitten we terug op het juiste spoor. We komen opnieuw andere trekkers tegen. En dit valt ons deze reis toch wel op : e-bikers groeten zelden of nooit, ze kijken nors voor zich uit, gewone fietsers groeten bijna altijd, en hoe meer bagage die bij hebben, hoe vrolijker er gegroet wordt. Zou er een verband zijn met de geleverde inspanning : hoe meer inspanning, hoe meer plezier 🤔
Net voor we eindelijk de Rijn opnieuw zien, kunnen we halt houden bij terras 'Heidenfahrt'. Terwijl we iets eten valt de regen met bakken uit de lucht, we hebben dus het juiste moment voor een pauze gekozen. We besluiten ook, geheel tegen onze gewoonte in, een hotel te boeken voor vanavond. Het is immers vrijdag, we rijden door een toeristische streek, en we hebben vooral geen zin in een zoveelste zoektocht naar een hotel. Vooral omdat de plaatsen waar er logies zijn toch wel ver uit elkaar liggen (soms moeten we er de Rijn voor oversteken).
Dan volgt er een stuk door een prachtig natuurgebied : de Fulder Aue, het overstromingsgebied van de Rijn. Duizenden watervogels overwinteren hier. Ook nu zijn er in overvloed. In een glimp zien we een massa witte reigers en aalscholvers, het regent opnieuw zodat we niet kunnen stoppen om ze nader te observeren.
We passeren de resten van een spoorbrug, gebombardeerd in WOII. Langs binnendijken bereiken we Bingen. Eindelijk rijden we nu pal naast de Rijn. Het stopt ook met regenen en de zon komt zowaar piepen. Op de andere oever zien we niets dan wijnranken, elke cm lijkt wel beplant. Daartussen lieflijke wijndorpjes, zoals Rüdesheim, een plaats waar mijn moeder vaak over sprak. Burchten zijn er hier ook in overvloed, steeds strategisch gelegen op de top van de berg met goed uitzicht over de Rijn.
In Oberwesel vinden we snel het hotel. Mooie kamer, de vloer ligt er wel schots en scheef. Eten vinden is weer miserie, gesloten restaurants genoeg, gezellige weinstube ook maar een strammer max (soort hotdog) vinden wij geen goed avondeten. Uiteindelijk eten we weer maar eens bij een Italiaans restaurant. Het zal wel nog even duren vooraleer er thuis nog pizza of pasta op tafel komt.
Vandaag wordt het eenvoudig om de weg te vinden : gewoon het fietspad langs de Rijn volgen.
Liefhebbers van ommuurde stadskernen met torens op moeten zeker deze regio bezoeken, we komen er weer veel tegen. Ook burchten die steeds goed gelegen zijn met zicht over de vallei, en voor ons van ver zich zichtbaar. Soms zijn het enkel ruïnes, maar meestal zijn het prachtige bouwwerken.
Net voor St-Goar passeren we de 'Loreley', de hoge rots die uitsteekt in de Rijn en menig schipper fataal werd. Ze speelt een rol in een oude Duitse sage en er is ook een gedicht over, waarvan ik de eerste regels wel ben blijven onthouden uit de Duitse lessen in het middelbaar. Ik had er eerlijk gezegd meer van verwacht, ik vind het maar een rots als een andere, niets speciaals aan. Maar natuurlijk is het weer een toeristische attractie, met alle drukte die daar bij hoort.
In Boppard zijn het net wijnfeesten. De binnenstad is afgesloten voor alle verkeer, ook fietsers moeten omrijden. Het is 11u en toch is er al een hele menigte feestgangers op de been, die natuurlijk nietsvermoedend over het fietspad kuieren en verbaasd opkijken als we door willen. Een ander fietskoppel baant enkele meters voor ons de weg vrij. Toch botsen we nog bijna op elkaar als een auto zonder omzien een parkeerplaats verlaat.
De vallei van de Rijn wordt smaller, er is weinig plaats voor rijweg-trein-fietspad, en dat werd opgelost door het fietspad min of meer boven de Rijn te laten zweven. Klinkt eng, maar is het niet, want ik word er niets van gewaar en ben er voorbij voor ik er erg in heb.
Het schiet goed op vandaag, geen weg te zoeken, lichtjes dalen en wind in de rug! Maar uitkijken voor vele andere fietsers, vooral de groepen die een dagtocht maken zijn gevaarlijk. Zij rijden al pratend naast elkaar zonder aandacht te hebben voor de omgeving, en zeker niet voor het verkeer. Meermaals moet ik luid roepen om een frontale botsing te vermijden.
Net voor Koblenz houden we halt bij het 'Weinhaus' met mooi groot terras op de binnenkoer. Het is nog net warm genoeg om buiten te eten, we zijn de eersten maar even later loopt het hier goed vol. Bij 'Deutsche Ecke', waar de Moezel in de Rijn stroomt, kan je bijna over de koppen lopen. Er staat ook een lange rij aan te schuiven om met de kabelbaan naar de burcht op de andere oever te gaan. Eind september, en zoveel volk, wat moet dat hier dan in de zomermaanden zijn?
Na Koblenz is het terug rustig fietsen. Nu soms lichtjes stijgen en wind pal op kop. Soms pal naast de rivier, soms moeten we een kleine omweg rond fabrieken maken. Andenach is ook zo'n toeristische attractie. Grote oude binnenstad, en hier zou die geiser dus zijn. We gaan er naar op zoek, maar missen toch de eigenlijke plaats. Door de drukte besluiten we maar door te rijden, we zagen er al vele in Yellowstone en in IJsland.
Via enkele tunneltjes fietsen we langs de beek Vinxtbach, en net voor Bad Breizig komen we terug bij de Rijn. Weer een kuuroord, rustig aan het water gelegen, met zicht op alweer een groot kasteel en wijngaarden aan de overkant. De hotelbazin kan er niet van over dat we niet elektrisch rijden, we zijn een rariteit. Nog even op het terras genieten van een weizen, en de route voor morgen bestuderen. Dan begint immers het laatste stuk naar huis, niet gedocumenteerd, benieuwd hoe dat gaat aflopen.
Rit 28 : Bad Breisig - Kerpen. Niet zoeken, maar wachten.
Rit 28 : Bad Breisig - Kerpen.
Nog ongeveer 50 km moeten er afgelegd worden van de Limes-route. We vertrekken met een waterzonnetje en lichte wind, vanmiddag wordt er storm verwacht. Op het fietspad zijn we niet alleen : enkele fietsers maar vooral veel wandelaars die heel de weg inpalmen. Mijn fietsbel doet overuren!
In Remagen is het weer heel druk : er is een grote kerk op de apolinarisberg die veel bedevaarders trekt. Waarom is ons niet duidelijk. Van een grote brug uit 1918 blijven alleen de bruggenhoofden over, ze werd in WOII door de geallieerden vernietigd. Het valt ons trouwens op dat er zo weinig bruggen over de Rijn zijn. Elk dorp of stad is wel verbonden met de andere oever door een veer. En voor fietsers betekent dat ook extra uitkijken, want voor je het weet fiets je op de toegangsweg en rij je zo het water in.
Naarmate we Bonn naderen neemt de drukte nog toe. We rijden nu over een mooie promenade naast het water. Vele joggers maken er gebruik van. Van de stad zelf zien we weinig, vooral omdat het begint te regenen.
We passeren nog wat industrie-terreinen, zien weer verschillende burchten en grote kerken, en rijden dan Wesseling binnen. Hier stopt voor ons de limes-route, en starten we met de laatste etappe naar huis. Net als op de heenweg maakten we gebruik van route-you om een weg uit te stippelen.
Middaguur, dus willen we eerst iets drinken en eten. We installeren ons op een groot terras onder een paraplu, maar men is binnen druk bezig met een grote groep, voor andere klanten heeft men geen tijd. Wij ook niet, na 10 min zijn we weg.
We vinden snel aanknoping met de eigen route. Ze loodst ons de stad uit en het bos in, richting Brühl. En dat wordt klimmen, pffff, dat valt wel tegen, hier had ik niet meer op gerekend. Het wordt nog zwoegen, want de wind is fameus toegenomen, en zit vaak pal op kop. In Brühl centrum kunnen we even uitblazen op een groot terras vlakbij het grote Schloz Augustiner. We eten er een ovenaardappel, overgoten met een romig kruidensausje en wat groenten erbij. Lekker, en eens wat anders.
Twee jaar geleden waren we hier ook, en hadden we veel problemen om de weg te vinden. Nu gaat dat vanzelf. We rijden nog door bossen, moeten zo nu en dan even zoeken, maar tenslotte fietsen we een heel eind langs een klein riviertje door het natuurgebied 'Kerpener Bruch' .
Het hotel dat we vanmorgen al boekten ligt in een buitenwijk van de stad. Het ziet er gesloten uit, twee oudere mannen staan buiten een sigaretje te roken en bekijken ons maar raar. Ze zijn het ontvangstcomité want we worden verwacht. Een van hen blijkt de vader van de eigenaar te zijn en bezorgt ons de sleutel van de kamer in het gebouw ernaast. Dat wordt nog gerenoveerd, onze verdieping is klaar met mooie moderne kamers, boven ons wordt er zelfs op een zondag geboord en getimmerd. Prima in orde, behalve de ventilator in de badkamer : daar hebben we al meer last van gehad deze reis, deze keer maakt die weer veel lawaai en blijft héél lang draaien. Dat wordt toiletbezoek in het donker.
Tegen onze verwachtingen in is het restaurant beneden open (we hadden ons al op een nieuwe zoektocht voorbereid) en het zit er om 7u stampvol. De zaal is sfeervol aangekleed, met donkere bakstenen zijn er nissen en gewelven gecreëerd. Het is een Kroatisch getint restaurant, we horen hier nauwelijks Duits praten. Een kwartiertje wachten en er is een tafel vrij voor ons, dat is minder erg dan de zoektocht op andere dagen. Na een 5-tal minuten kunnen we al op een barkruk bij de toog iets drinken en ondertussen gadeslaan wat er geserveerd wordt. Weer grote porties, vooral vlees, honger moet je hier niet lijden. Wij kiezen de Kroatische grillschotel, een mix vlees met fritjes (lekkere, geen dikke vette maar dunne, gebakken zoals het hoort) én met rijst in een tomaten-groentensaus. Lekker, maar veel te veel, de worstjes en een vet stuk vlees laat ik liggen, Paul eet zijn portie wel helemaal op. Als afsluiter krijgen we een schnaps van het huis : een warme slivovitsj met honing, geserveerd in een klein vaasje, zeer origineel en lekker. Slaapwel!
Onze fietsen moesten vannacht buiten slapen, dat is de eerste keer deze reis. Tot hiertoe was er steeds wel een plaats, hoe klein of rommelig ook, waar ze beschut stonden, deze keer bleven ze op het terras vastgebonden aan een paal. Ze staan er nog, we zullen dus thuis geraken. Nog 200 km, dus nog 2 à 3 ritten voor de boeg.
Net buiten Kerpen krijgen we al een omleiding af te werken, dat begint goed vandaag. We zijn er vlug door, en fietsen dan over landwegen door de velden, op en neer, veel meer klimmen dan gedacht. Het wordt zwoegen vandaag, want de wind blaast ongenadig hard. En net nu rijden we door grote vlaktes waar geen bescherming te vinden is. We volgen een grote baan, de B56, die we verschillende keren over en onder moeten. Soms rijden we over zandwegen die nu modderwegen zijn, en zelfs een heel eind door de weiden, over wat eens een weg was maar nu gras. We denken eerst dat we hier compleet fout zitten maar na een volgende bocht zijn we weer op normale weg. De lokale fietsroutes tussen de dorpen komen er trouwens ook door. Deze kleine dorpjes zien er allemaal doods uit, geen mens op straat te zien.
Op het middaguur proberen we rond Kirchberg een taverne te vinden, maar het is weer maandag, de weinige zaken zijn er potdicht. En in die grote velden is er nergens een beschut plekje om even te pauzeren. Als we uiteindelijk aan de rand van een dorp, boven op een heuveltje, 2 afgedankte banken onder een boom zien staan, kunnen we toch even zitten om een appel en een koek te eten. Lang doen we dat niet, de zon schijnt wel maar de harde wind koelt ons af.
Veel fietsers zien we niet vandaag, het is hier dan ook geen toeristische streek, en zeker geen fietsweer. Wel veel wandelaars die hun hond uitlaten. Duitsers lijken me grote hondenvrienden, vaak zijn ze op stap met meerdere dieren.
Rond 3u naderen we Geilenkirchen, de eerste grote stad waar we eventueel logies kunnen zoeken. Nog wat vroeg, en niet ver genoeg, de volgende stad is Gangelt. We wijken daar van de route af en rijden door de stadspoorten het centrum in. Slechts 1 hotel, met kamers ver boven ons budget. Het is een wellness-hotel, dat betaal je er natuurlijk bij. Pensions zouden hier ook moeten zijn, ze zijn goed verstopt want onvindbaar.
Dus moeten we verder naar Sittard. We zijn nu in de grensregio met Nederland. Om de fietsroutes aan te duiden gebruiken zij de ons bekende knooppunten, met groene bordjes aangegeven. De Duitsers hanteren een combinatie van wegwijzers en nrs, in het rood aangegeven hier. Beide systemen overlappen elkaar, zodat we twee nrs voor eenzelfde plaats moeten onthouden om in Sittard te geraken. Makkelijker gezegd dan gedaan, de track gaat wel dezelfde kant uit, maar we moeten in het centrum zijn, en dat kan enkel met die nrs.
Het lukt ons, en we vinden nog een kamer in het 'hotel de Prins'. Joviale ontvangst op zijn Hollands, een stortvloed van woorden, na weken alleen maar Duits gehoord te hebben is dat wel even wennen.
Op weg naar dit hotel zag ik in een glimp een Grieks restaurant. We wandelen er naartoe, en eten er een grote visschotel. Het is duidelijk diepvriesvis met weinig smaak. We krijgen er weer zowel frieten als getomateerde rijst bij, voor ons toch wel een rare combinatie.
Terug op de kamer bekijken we de route van morgen, en komen dan tot de conclusie dat we met een veer de Maas over moeten. Dat vaart dagelijks tot 30 september, vanaf 1 oktober is er enkel weekenddienst. Een serieuze streep door onze rekening, want dat betekent kilometers omrijden. Richting Maaseik, of Maastricht, daar is een brug over de Maas, maar totaal uit de richting van de uitgestippelde route. Ik hoopte stiekem na een weliswaar lange rit morgen al thuis te zijn, dat zal nu zeker niet lukken.
Regen, regen, en nog eens regen. Sittard associeer ik voortaan met regen : 2 jaar geleden fietsten we hier ook in de gietende regen door, vandaag is het niets beter. Van de stad zien we daardoor weer niets, behalve aan de veelvuldige verkeerslichten, waar je ellendig lang moet wachten vooraleer je de baan over kan.
Paul is ervan overtuigd dat het veer nog wel vaart, dus rijden we toch maar in die richting. Na 10 km zijn we bij de Maas, het bootje ligt er wel, maar geen veerman te zien natuurlijk. Dat betekent dus omrijden via Maaseik langs knooppunten, niet de kortste weg maar wel de rustigste en mooiste. In Limburg ontstond het fietsknooppunten-netwerk, en de bordjes zijn er duidelijk en talrijk aanwezig. Toch slagen wij er in er eentje te missen en in een totaal foutieve richting te rijden. Na een km hebben we dat door, terug draaien en even over de weg naar Dilsem-Stokkem rijden. We vinden snel het juiste bordje en rijden opnieuw langs de Maas naar deze plaats. Na een omweg van 20 km zijn we terug op de juiste weg huiswaarts beland.
In Limburg fietsen is een waar genot : goed aangegeven, mooie fietspaden, meestal autovrij, afwisselend door bossen, velden en heide. Een oud spoortraject brengt ons zo tot de rand van Genk, kilometers lang fietsplezier, maar dan wel in de gietende regen. We rijden hier moederziel alleen, komen echt niemand tegen, het is dan ook geen weer om een hond uit te laten, alleen wij twee zijn zo zot om daar door te fietsen. Op een zonnige zomerdag zal het hier wel een pak drukker zijn.
Net voor Genk is het fietspad afgesloten, er wordt een brug geschilderd. Wij mogen stapvoets passeren. Aan de andere kant van de stad vinden we een eethuis open. Een zeer speciale inrichting, het lijkt een oude showroom te zijn die nu volstaat met brocanterie en snuisterijen, best gezellig om er even te vertoeven. En de tomatensoep (met ballekes!) is heerlijk.
We overlopen de mogelijkheden voor vandaag. Het is al 3u, de combinatie van regen, perikelen met het veer en het verloren rijden in Maaseik vergden veel tijd en energie. Gisteren dacht ik dat we een rit van minimum 90 km zouden hebben, nu gaat dat zeker 110 worden, en we zijn nog maar halfweg. We besluiten toch verder te rijden, Paul vreest dat het morgen weer een regendag wordt, en eens ik op weg naar huis ben, wil ik daar ook zijn. We bekijken wel rond 5u hoe ver het nog is.
Het is ondertussen gestopt met regenen, dat fietst toch aangenamer. Het gaat goed vooruit nu, hele trajecten door velden en over de heide.
Rond Lummen heb ik door dat de berekening niet klopt : we zouden hier nog 30 km van huis zijn, dat lijkt me onmogelijk, het zijn er veel meer. Hier een hotel vinden is niet simpel : ofwel kilometers omrijden, ofwel kilometers dichter bij huis, zodat we al bijna beter ineens doorrijden. We rapen alle moed bijeen, en beginnen er aan. Ter hoogte van Halen weer een omleiding, deze keer geen doorkomen aan, we moeten langs een drukke weg net op het spitsuur over een ellendig fietspad. Ik krijg er al even spijt van dat we door gereden zijn. Maar dan komt er een mooi stuk langs de Demer.
Rond 7u passeren we in Langdorp het 'Wolfcafé'. De tomatensoep is al lang verteerd, en thuis is er geen eten in de kast. Maar hier even stoppen betekent wel dat we verder moeten in het donker, over een onverlicht jaagpad. De honger en dorst zijn groot, we hebben echt wel wat rust en brandstof nodig om nog verder te kunnen. We eten heerlijk stoofvlees (met Wolf 8° bereid) en kunnen er weer tegen. Het is wel pikkedonker nu, de jonge gast die ons bediende raadt ons af langs de Demer verder te rijden want totaal geen verlichting daar. Het eerste stuk tot Aarschot doen we dat wel, en na de stad kiezen we voor de normale verkeerswegen, het is niet druk meer op de baan, en er is een redelijk goed fietspad.
Rond 9u30 zijn we thuis, net voor een nieuwe regenbui. Moe, verkleumd en nat, maar tevreden en heel gelukkig!
Trip : 135.6 km 430 hm
Totaal : 2285.1 km 14237 hm
Ps : een terugblik volgt nog, eerst alles wat laten bezinken.