Ballistisch bewijs
Het ballistisch rapport dat Leonard Peltiers onschuld bewees werd tijdens dit proces achtergehouden.
Nog erger werd het toen Evan Hodge, ballistische deskundige van het FBI
getuigde , dat hij er niet in geslaagd was de belangrijkste test, nl. de slagpin
test uit te voeren op bepaalde kogelhulzen die gevonden werden nabij de
auto van agent Cooler daar het wapen in kwestie beschadigd werd in een brand.
Hij beweerde dat hij in plaats van de slagpin test een extractor mark test
uitvoerde en daarbij tot de bevinding kwam dat de huls overeenkwam met het
wapen.
Jaren later brachten documenten , verkregen door de Freedom of Information Act, (FOIA) aan het licht dat er in oktober 1975 wel
degelijk een slagpin test uitgevoerd werd op het wapen en dat de resultaten
onomwonden negatief waren!
Kortom, de fatale kogels kwamen NIET uit het wapen dat door Peltier zou
afgevuurd zijn.
Het moet ook duidelijk gemaakt worden dat de AR-15 en de door het FBI
geleverde M-16 dezelfde .223 kaliber kogels afvuren.
Maar van dit cruciaal bewijs kreeg de jury niets te horen!
Het ging nog verder: SA Fred Coward getuigde dat hij van op 700 ft.
afstand Leonard Peltier met een telescopische lens op zijn geweer gezien had.
Na grondig onderzoek door de advocaat van de verdediging werd dit als
onmogelijk bewezen. Maar, rechter Benson weigerde de bewering te testen.
Cowards getuigenis werd als bewijs tegen Peltier aanvaard en gebruikt
voor de veroordeling.
De Pickup truck
Even schrikwekkend waren de ontelbare tegenstrijdigheden over de
achtervolgde wagen. Agenten Williams en Cooler hadden via de radio gemeld dat zij een rode pick up truck met een verdachte
aan boord,(Jimmy Eagle) achtervolgden.
Tijdens het proces veranderde dit plots in een rood met witte van wat
een totaal ander vervoermiddel is en dat, niet toevallig, makkelijker te linken
was aan Leonard Peltier.
Getuigen
Er zijn geen getuigen van het eigenlijke neerschieten van agenten
Cooler en Williams .
Drie adolescenten hebben vage verklaringen, die hun vroegere
verklaringen tegenspraken ,afgelegd tijdens het proces . Alle drie de getuigen hebben verklaard dat zij ernstig bedreigd en
geïntimideerd werden door FBI agenten. De rechtbank liet niet toe dat de jury iets zou vernemen over de valse
affidavits en intimidatiepraktijken van het FBI in eerdere zaken tegen leden
van het AIM.
De jury kon zo onmogelijk de geloofwaardigheid van de getuigen van de
aanklager evalueren.
De zaak van de aanklager
* Er
was geen bewijs dat Leonard Peltier de twee agenten doodgeschoten
heeft.
* Er
was geen getuigenverklaring die Leonard Peltier op de plaats van de
schietpartij situeerde. De getuigen verklaringen die zeiden dat Peltier,
Robideau, en Butler nabij de plaats gezien werden bleken onder dwang en
intimidatie afgelegd te zijn.
* Er
was geen forensisch bewijs voor het exacte type wapen dat de dodelijke
verwondingen aan de agenten heeft toegebracht.
Verscheidene
verschillende wapens die tijdens de schietpartij gebruikt zijn konden de fatale
verwondingen veroorzaakt hebben.
Bewijs
heeft nu uitgewezen dat er meerdere A-15 geweren in het gebied aanwezig waren.
Komt
nog bij dat de AR-15, waarvan men beweerde het wapen van Leonard Peltier te
zijn niet overeen kwam met de
kogels die gevonden werden rond agent Coolers auto.
Alhoewel
andere kogels afgevuurd werden op de plek van de schietpartij werden geen
andere hulzen of bewijsstukken aangeboden door de aanklager.
Kortom, er was en is geen redelijk bewijs dat Leonard Peltier de
misdaden waarvoor hij veroordeeld werd heeft gepleegd. Er is wel zeer sterk bewijs
van wangedrag van FBI en aanklager.

|