Land: Engeland (2007) | Kinderen toegelaten Première: 26 September 2007 | Duur: 120 minuten Regie: Edgar Wright Met: Simon Pegg, Nick frost, Jim Broadbent, Bill Nighy, Timothy Dalton Genre: Komedie
Ervaren politieagent Nicholas Angel wordt overgeplaatst van het drukke London naar het slaperige stadje Sandford.Hij heeft moeite zich aan te passen aan het leven met tuinfeestjes en buurtvergaderingen in tegenstelling tot de drukke actie van de grote stad. Zijn nieuwe partner is Danny Butterman, een niet zo snuggere maar goed bedoelende jonge agent.Op het moment dat hij het niet meer ziet zitten, vinden er enkele gruwelijke gebeurtenissen plaats die hem wakker schudden. Angel realiseert zich dat Sandford niet zo idyllisch is als het lijkt...
FILM OVER IRAK OP GEMENGDE GEVOELNS ONTHAALD IN SAN SEBASTIAAN
Film over Irak op gemengde gevoelens onthaald in San Sebastian
Mortensen kwam zijn film promoten in de Baskische stad.
De Canadese cineast David Cronenberg heeft de 55e editie van het filmfestival in het Baskische San Sebastian geopend. Met 'Easter Promises' draaide hij een thriller over de Russische maffia in Londen.
Gouden Schelp De film treedt met 15 andere titels in competitie voor de 'Concha de Oro', de Gouden Schelp, die op 29 september wordt uitgereikt. Cronenberg zakte samen met de Amerikaanse hoofdrolspeler Viggo Mortensen af naar Baskenland om de Europese première bij te wonen. 'Easter Promises' won begin september al de publieksprijs op het festival van Toronto.
Vandaag werden twee films uit de officiële selectie vertoond: 'Mataharis' van de Spaanse Iciar Bollain en 'Battle for Haditha', een film over de oorlog in Irak van de Brit Nick Broomfield.
Omstreden oorlogsfilm Die laatste titel zorgde voor een eerste moment van controverse. Enkele toeschouwers verlieten de zaal tijdens de film, de andere aanwezigen hadden minder problemen met het realistische drama en applaudisseerden na afloop. 'Battle for Haditha' focust op het drama dat zich op 19 november 2005 afspeelde, toen Amerikaanse soldaten 24 Iraakse burgers doodschoten. Broomfield gebruikte Jordanië als decor en schoot de film grotendeels met de schoudercamera.
De jury van het festival wordt voorgezeten door de Amerikaanse schrijver Paul Auster, die buiten competitie zijn eigen film 'The inner life of Martin Frost' vertoont. Vorig jaar gingen twee films aan de haal met de hoofdprijs: 'Half Moon', van Bahman Ghobadi en 'Mon fils à moi' van Martial Fougeron.
Acteurs Samuel L. Jackson, Richard Gere en Demi Moore verlenen de rode loper in San Sebastian de nodige glamour. (belga/vsv)
Orlando Jonathan Blanchard Bloom (Canterbury, 13 januari 1977) is een Brits acteur die wereldberoemd werd als Legolas in de The Lord of the Rings-filmtrilogie. Verder is hij ook bekend van rollen in Black Hawk Down, Troy, de Pirates of the Caribbean-films en Kingdom of Heaven.
Biografie
Bloom werd geboren in Canterbury, Kent als zoon van Colin Stone en Sonia Bloom en broer van Samantha Bloom. Jarenlang dacht hij de zoon te zijn van schrijver en politiek activist Harry Bloom, de echtgenoot van Sonia Bloom, en daarom draagt hij diens naam. Nadat Harry Bloom stierf, kwam de echter de waarheid aan het licht. In 1993 verhuisde hij naar Londen om daar naar het National Youth Theater te kunnen gaan. Daar bracht hij twee jaar door en won er uiteindelijk een studiebeurs om te gaan studeren bij de British American Drama Academy. Tijdens zijn opleiding had hij een paar kleine televisierolletjes, waaronder een in Midsomer Murders (aflevering Judgement day) , maar zijn grote filmdebuut kwam met Wilde over Oscar Wilde (gespeeld door Stephen Fry), op twintigjarige leeftijd. Vlak daarna kwam hij binnen bij de Guildhall School of Music and Drama in Londen. In 1998 brak hij echter zijn rug na een val van drie verdiepingen naar beneden, en het werd gevreesd dat hij nooit meer zou lopen. Twaalf dagen later liep hij echter volledig genezen het ziekenhuis uit. Niet lang daarna, een paar dagen voordat hij klaar was met zijn opleiding, kreeg hij de rol van Legolas in de The Lord of the Rings-trilogie (2001-2003) aangeboden nadat hij eerst auditie had gedaan voor de rol van Faramir. Ze vonden hem echter meer geschikt als elf en hij werd door die rol binnen mum van tijd een van de populairste acteurs ter wereld.
Hij heeft verscheidene 'awards' (prijzen) gewonnen en werd voor nog veel meer genomineerd. In 2002 was hij de meest gewilde acteur.
Trivia
Bloom wijdde zich in 2004 geheel aan het Nichiren-boeddhisme, een religie waar hij zich al jaren mee verbonden voelt.
Bloom had een relatie met de Amerikaanse actrice Kate Bosworth.
Bloom brak gedurende zijn jonge bestaan zijn rug, ribben, neus, beide benen, arm, pols, vinger en teen.
Bloom heeft een pauze ingelast, hij vindt dat hij de laatste paar jaar alleen maar films heeft gemaakt.
Filmografie
Wilde (1997) Rent Boy
The Lord of the Rings: The Fellowship of the Ring (2001) Legolas Thranduilion
Black Hawk Down (2001) Todd Blackburn
The Lord of the Rings: The Two Towers (2002) Legolas Thranduilion
Ned Kelly (2003) Joe Byrne
Pirates of the Caribbean: The Curse of the Black Pearl (2003) Will Turner
The Lord of the Rings: The Return of the King (2003) Legolas Thranduilion
The Calcium Kid (2004) Jimmy Connely
Troy (2004) Paris
Haven (2004) Shy
Kingdom of Heaven (2005) Balian of Ibelin
Elizabethtown (2005) Drew Baylor
Love and Other Disasters (2006) Hollywood Paolo
Pirates of the Caribbean: Dead Man's Chest (2006) Will Turner
Pirates of the Caribbean: At World's End (2007) Will Turner
William Clark Gable werd geboren in Cadiz (Ohio) in de Verenigde Staten.
GEBOREN: --------------------- 1 februari 1901
OVERLEDEN: ------------------------ 16 November 1960
OSCARS: ------------------- It Happened One Night (1934) In 1996, Steven Spielberg zocht en vond het oscarbeeldje en gaf het terug aan de academy voor verdere commerciele expantie te voorkomen.
EXTRA: ------------------ Misfits was zowel voor Clark Gable als Marlyn Monroe hun laatste film
Hij was het eerste kind van zijn vader William en zijn moeder Adeline. Zijn vader was boer die ook naar olie boorde. In het jaar van zijn geboorte overleed zijn moeder, waarschijnlijk aan de gevolgen van een hersentumor. Zijn vader zag geen kans om hem te verzorgen en daarom werden de zorgen over hem toevertrouwd aan zijn grootouders van moeders kant. Na twee jaar hertrouwde zijn vader en kwam William jr. weer bij hem wonen. Intussen was hij verhuisd naar Hopedale (Ohio) en later verhuisden ze nog naar Ravenna (Ohio), vlakbij Akron. Zijn stiefmoeder Jennie Dunlap kon prima met hem opschieten en hij aanbad haar.
Na zijn middelbare school wilde hij met een oudere vriend naar Akron om in een bandenfabriek te gaan werken. En zijn stiefmoeder overreedde zijn vader om hem te laten gaan. In Akron zag hij voor het eerst een toneelstuk en hij werd erdoor gegrepen. Na afloop van het stuk ging hij achter het toneel en hij kreeg een onbetaald baantje als toneeljongen. Maar soms mocht hij op het toneel om mee te spelen en een paar zinnetjes te zeggen. En vanaf die tijd was William Clark Gable totaal verkocht aan het theater.
Zelfs toen zijn stiefmoeder stierf en zijn vader hem smeekte om samen met hem in de olie-industrie te gaan werken kon hij het toneel niet vergeten. Toen hij 21 jaar was erfde hij van zijn grootvader $ 300 en hij vertrok naar Kansas City om daar bij de toneelgroep de "Jewell Players" te gaan spelen. Hij begon daarna rond te trekken met verschillende tweederangs theatergezelschappen en kwam uiteindelijk in Portland (Oregon) terecht. Daar had hij verschillende baantjes en uiteindelijk werd hij stropdassenverkoper in een warenhuis. Eén van zijn klanten, de kleinzoon van een actrice, moedigde hem aan om weer aan het toneel te gaan. Hij kwam terecht bij een toneelgezelschap waar de actrice Josephine Dillon de leiding had en waarvan ze tevens de regisseur was. Zij zag wat hij als acteur kon bieden en ze hielp hem om zijn talent verder te ontplooien. Zij nam hem mee naar Hollywood. Intussen hadden ze een verhouding gekregen en, hoewel ze 14 jaar ouder was dan hij, trouwden ze op 13 december 1924. Van haar leerde hij, meer dan van wie dan ook, de kunst van het acteren. Zij leerde hem om gracieus te zijn en niet te bewegen als een houten Klaas. Ze kocht kleren voor hem, bracht hem bij een tandarts zodat hij onbeschaamd kon lachen en de kuiltjes in zijn wangen goed uitkwamen. Zij was het ook die hem ervan overtuigde dat hij als toneelnaam zijn tweede naam moest gebruiken en zo werd het Clark Gable in plaats van William Gable. Zij bezorgde hem filmrollen, meestal als figurant, maar hij had een echt rolletje in "White Man" (1924) en "The Plastic Age" (1925).
Gable begreep dat hij zijn acteertalent verder moest verbeteren en ging weer op het toneel staan. Hij speelde een jongeling in "The Copperhead" onder regie van Lionel Barrymore. En zij werden vrienden voor het leven.
Zijn huwelijk met Dillon stond toen al op een laag pitje en hij liet zich een voor een door andere vrouwen helpen bij de verdere ontwikkeling van zijn carrière. Jane Bowl nam hem als speerdrager in haar productie van "Romeo en Julia", Pauline Frederick nam hem als Openbaar Aanklager in "Madame X" en als nachtclubeigenaar in "Lucky Sam McCarver". Gable vergezelde Frederick ook buiten het toneel. Zij kocht nieuwe pakken voor hem en betaalde voor een nieuwe dure behandeling van zijn gebit. Maar daar stond wel iets tegenover. Zoals hij zelf zei: "Mevrouw Frederick heeft altijd rugklachten en zij wil dat ik haar masseer."
Na andere wat minder belangrijke rollen maakte hij op 7 september 1928 zijn debuut op Broadway. In "Machinal" speelde hij de minnaar van de ster van het stuk en hij kreeg er goede kritieken voor.
Toen hij op tournee was met een ander stuk ontmoette hij in Texas Ria Langham, een lid van de jetset van Houston en al verschillende malen gescheiden. Ze was schatrijk en ze wilde meteen Clark hebben en reisde met hem mee terug naar New York. Zoals de anderen vóór haar deden behandelde ook zij hem als een "speciaal project". Josephine Dillon had hem de basis gegeven van wat hij geworden was en zij poetste hem verder op. Ze bracht hem naar de beste kleermaker, de beste schoenmaker, de beste kapper, de beste van alles en nog wat. Hij ontwikkelde goede manieren, zelfvertrouwen en rust. Nadat ze Spencer Tracy had gezien in het stuk "The Last Mile", besloot Ria Langham dat de rol van Killer Mears uitermate geschikt was voor Clark. Naar men zegt zorgde zij ervoor dat hij meedeed aan de uitvoering van dit stuk aan de Westkust van de Verenigde Staten en hij was een regelrechte sensatie.
Als gevolg daarvan testte Darryl F. Zanuck hem voor "Little Ceasar". Maar hij vond dat hij te grote flaporen had en wees hem daarom af. Minna Wallis zag wel wat in hem. Zij was niet alleen een topagent, maar ook de zuster van producent Hal Wallis. Ze bezorgde hem een rol als vervelende jonge schurk in de Western "The Painted Desert" (1931). Zijn voorgaande filmrollen waren in stomme films en dit was zijn eerste rol in een sprekende film. Vervolgens bezorgde ze hem een rol als een gemene chauffeur in "Night Nurse" (1931). In deze film gaf hij Barbara Stanwyck zo'n pak slaag dat het soms het publiek, naar adem snakkend, de zaal verliet.
Daarna speelde hij kleine rollen, zoals een hardwerkende wasserijbaas in "The Easiest Way" (1931). Als gevolg van het feit dat hij deze rol prima speelde kreeg hij een rol in "The Secret Six" (1931), waarin hij en John Mack Brown reporters speelden die onderzoek deden naar misdaden in de onderwereld. De leiding van MGM (Metro Goldwyn Mayer) was zeer gecharmeerd van John Mack Brown omdat hij een voormalig topatleet was en men dacht dat er daarom een grote filmster van hem gemaakt kon worden. De schrijver van het script, Frances Marion, zag meer in Gable. Haar man, George Hill, was de regisseur en zij besloten stiekem om Gable de betere teksten en betere scènes te geven. Gable speelde een ruige maar sympathieke rol en de interesse van MGM werd daardoor meer gefocussed op Gable. Er ging een interne opdracht uit om van hem een grote ster te maken. MGM bezorgde hem een perfect gebit en betaalde ook voor een operatie om van zijn flaporen af te komen.
Intussenhad Josephine Dillon ingestemd met een echtscheiding die op1 April 1930 werd uitgesproken. Ze zei daarover: "Clark vertelde me dat hij wilde trouwen met Ria Langham omdat ze financieel meer voor hem kon betekenen. Het is moeilijk om met hem te leven omdat zijn carrière en ambitie altijd op de eerste plaats komen."
De 17 jaar oudere Ria Langham werd de tweede mevrouw Clark. Ze trouwden op 30 maart 1930 in New York. Maar dat was eigenlijk twee dagen voordat hij officieel gescheiden was van Josephine Dillon. Daarom was de verbintenis ongeldig en trouwden ze opnieuw op 19 juni 1931. Ria Langham werd de koningin van de filmgemeenschap in Beverly Hills. Eind 1931 was haar man namelijk de "koning van Hollywood". Hij was een ster en met veel kassuccessen.
Vrouwen adoreerden hem en mannen bewonderden hem om zijn stoere mannelijkheid. En MGM cultiveerde zijn krachtige mannelijke uitstraling om hem te laten schitteren naast bekende vrouwelijke filmsterren uit die tijd. Hij maakte acht films met Joan Crawford, zeven met Myrna Loy en zes met Jean Harlow. Zijn verhouding met Myrna Loy en Jean Harlow buiten de filmset was strikt platonisch, vriendschappelijk maar professioneel. Joan Crawford bekende later echter dat ze op de momenten dat ze beiden geen persoonlijke verplichtingen hadden verschillende keren op het punt stonden om samen weg te lopen en te gaan trouwen. Iedere keer kwamen ze juist op tijd tot hun zinnen en gaven ze net iets meer om de voortzetting van hun filmcarrière.
In 1935 speelde hij met Loretta Young in de film "Call of the Wild". Gable en zij kregen een verhouding met elkaar en zij raakte zwanger. Niemand mocht dit weten en na afloop van de opnames nam Young een lange vakantie in Europa. Daar werd haar kind Judy Lewis op 6 november 1935 geboren. Na terugkomst in de Verenigde Staten claimde ze dat ze het kind aangenomen had. Dat leek slim van haar. Maar toen het kind ouder werd leek ze sprekend op haar moeder, echter met de flaporen van Clark Gable. Volgens (de latere actrice) Judy Lewis bezocht Gable haar één keer thuis. Maar hij vertelde haar niet dat hij haar vader was. Hoewel noch Young noch Gable ooit publiekelijk hadden toegegeven dat Gable zij de echte ouders van het kind waren was dit een publiek geheim. Zoals Lewis later in haar autobiografie "Uncommon Knowledge" schreef was ze geschokt toen ze dit van de kinderen op school hoorde.
Gable schitterde ook nog vier keer in een film met Lana Turner, drie keer naast Norma Shearer, twee keer naast Constance Bennet en Helen Hayes en één keer naast Greta Garbo en Jeanette McDonald. In feite speelde hij met alle MGM sterren uit die tijd.
Maar Gable was op zijn best in een mannenwereld; als leidinggevende bij "Mutiny on The Bounty" (1935), als iemand die de problemen bij de luchtmacht oploste in "Command Decision" (1948) en als verkenner van het land van de Indianen in "Across the Wide Missouri" (1951). Maar bij het noemen van de naam Clark Gable zullen velen ook denken aan zijn rol van Rhett Butler in "Gone With The Wind" (1939) of aan de verslaggever Peter Warne die hij speelde in "It Happened One Night" (1934). Het gekke is dat dit allemaal rollen waren die hij eigelijk niet wilde spelen, maar waarvoor hij wel Oscar nominaties kreeg. Voor "It Happened One Night" kreeg de Oscar voor de beste mannelijke hoofdrol ook daadwerkelijk.
Tijdens de opname van de film "Gone With The Wind" was hij blij dat Ria Langham (op 4 maart 1939) van hem wilde scheiden voor een afkoopsom van $ 286.000. Hij was weer een vrij man en hij reed met de filmactrice Carole Lombard (die zeven jaar jonger was dan hij) naar de plaats Kingsman (Arizona) waar ze snel op 29 maart 1939 trouwden. Ze kenden elkaar al meer dan drie jaar en het was een bekend feit dat ze de meeste tijd daarvan al samengewoond hadden en ze erg gelukkig waren met elkaar. Zij was de liefde van zijn leven. Ze kochten een boerderij in Encino en vestigden zich daar. En het zag er naar uit dat ze voor altijd het perfecte koppel zouden zijn.
Maar de Tweede Wereldoorlog brak uit en Carole stortte zich op het werven van fondsen voor de oorlog. Na het bombardement van Pearl Harbour ging ze op tournee voor dit werk. Op 16 januari 1942 was ze op weg naar huis en vloog het vliegtuig waarin ze zat tegen een berg. Er waren geen overlevenden.
Clark Gable werd haast gek van verdriet. Zij had hem altijd geplaagd door te zeggen dat hij aan de oorlog moest gaan deelnemen en hij wilde dat nu ook werkelijk doen. Hij nam wat vrije tijd bij de opname van "Somewhere I'll Find You" om over zichzelf na te denken. Vervolgens maakte hij eerst de film af en ging hij uiteindelijk in augustus 1942 in militaire dienst. Hoewel hij eigenlijk te oud was werd hij ingelijfd bij de opleiding tot officier in Miami (Florida). In 1943 vertrok hij met de Achtste Luchtmacht Divisie naar Europa. Hij werd staartschutter. Hoewel hij eigenlijk in dienst was gegaan om het er niet levend af te brengen en als een held te sterven, hernieuwde deze spanning zijn wil om te leven en bovendien verhoogde het zijn populariteit. Zeven maanden later ontving hij het "Distinguished Flying Cross" en de "Air Medal" voor zijn buitengewone verdiensten bij de deelname aan vijf verschillende bombardementsvluchten boven Duistland. Hij werd gepromoveerd tot de rang van majoor en kort daarna zwaaide hij af en keerde terug naar de Verenigde Staten om weer voor MGM te gaan werken. Een grappige anekdote is dat Adolf Hitler hem de allerbeste acteur vond. Hij loofde tijdens de oorlog een aanzienlijke beloning uit voor degene die Clark Gable ongedeerd bij hem af zou leveren.
Maar MGM wist na zijn terugkeer eigenlijk niet wat ze met hem aan moesten. Gable was veranderd en ook zijn imago. Zijn eerste film van na de oorlog "Adventure" (1945) was een saaie gekunstelde komedie. In "The Hucksters" (1947) met Deborah Kerr en Ava Gardner zaten wel wat goede stukken, maar verder was de film stomvervelend. En ook zijn derde film van na de oorlog "Homecoming" (1948) was oersaai. Zijn volgende twee films waren beter. Het leek erop dat hij zich meer op zijn gemak voelde in uniform met alleen mannelijke spelers om hem heen in "Command Decision" en "Any Number Can Play" (1949). In deze laatste film speelde hij de eigenaar van een casino. Veel van zijn latere films waren ronduit teleurstellend. Zelfs "Mogambo" (1953) waarin hij speelde naast Ava Gardner en Grace Kelly.
Gable was erg ontevreden in die periode. Hij voelde zich alleen en maakte een verschrikkelijke en dure fout toen hij op 20 december 1949 voor de vierde keer trouwde met de drie jaar jongere Engelse actrice Sylvia Ashley. Zij was al meerdere malen getrouwd geweest en een echte mannenverslindster. Bovendien leefde ze er flink op los. Er werd gefluisterd dat hij zijn fout al drie weken na de huwelijksvoltrekking inzag. Ze bleven echter getrouwd tot 21 april 1952 en dat kostte Gable een bom duiten.
In 1954 liep zijn contract met MGM af en het werd niet vernieuwd. Hij werd daarna de duurste freelance acteur, omdat hij voor een percentage van de opbrengst van een film werkte. Zijn films waren nu beter dan de films die hij bij MGM na de oorlog gemaakt had en bovendien waren het ook kassuccessen.
Gable werd weer verliefd en trouwde op zijn 54-ste jaar voor de vijfde keer op 11 juli 1955 in Minden (Nevada) met de mooie en 15 jaar jongere Kay Spreckels, een voormalige mannequin en actrice. Zij leek erg op Carole Lombard en voor het eerst na haar dood was Gable weer gelukkig. Zij had al twee kinderen uit haar vorige huwelijk en Gable werd een goede stiefvader voor haar kinderen.
Zijn allerlaatste film "The Misfits" (1961) was een van de beste films die hij ooit gemaakt had. Hij speelde een cowboy op leeftijd die op zoek is naar zijn laatste volmaakte moment op aarde en hij vond een mooie gescheiden vrouw, gespeeld door Marilyn Monroe. Clark Gable had een prima tijd bij het werken aan deze film, maar de omstandigheden waaronder de opnames werden gemaakt waren uitzonderlijk zwaar. De film werd opgenomen op locatie in Reno onder extreme hitte. De acties in de film waren veel te inspannend voor een man van Gables leeftijd, maar hij weigerde een stand-in. Intussen deed Monroe irritant moeilijk en onprofessioneel. Ze was nooit op tijd en liet gewoon iedereen op haar wachten. Maar Gable was heel tevreden. Zijn vrouw was zwanger en hij vertelde aan iedereen dat het een jongen zou worden.
John Clark Gable
En het werd inderdaad een jongen, John Clark Gable (later werd hij autocoureur), werd geboren op 20 maart 1961. Maar Clark Gable leefde niet lang genoeg om hem te kunnen aanschouwen. Twee dagen nadat hij klaar was met zijn rol in "The Misfits" kreeg hij een zware hartaanval en overleed hij op 59-jarige leeftijd op 16 november 1960. Men denkt dat de zware inspanningen die hij geleverd had voor de film "The Misfits" hem eigelijk fataal geworden waren. Hij ligt begraven op het "Forest Lawn" kerkhof in Glendale (Californië) naast Carole Lombard.
FILMOGRAFIE: ----------------------------
1924
White Man
Lady Andrea's Broer
1924
Forbidden Paradise
Soldaat in Czarina's guard
1925
The Pacemakers
1925
Declassée
Extra
1925
The Merry Kiddo
Bit Role
1925
What Price Gloria?
Bit Role
1925
The Merry Widow
Ballroom dancing extra
1925
The Plastic Age
Atleet
1925
North Star
Archie West
1925
Ben-Hur: A Tale of the Christ
Extra
1926
The Johnstown Flood
Extra
1926
One Minute to Play
Extra
1931
The Painted Desert
Rance Brett
1931
The Easiest Way
Nick Feliki, Laundryman
1931
Dance, Fools, Dance
Jake Luva
1931
The Finger Points
Louis J. Blanco
1931
The Secret Six
Carl Luckner
1931
Laughing Sinners
Carl Loomis
1931
A Free Soul
Ace Wilfong, Gangster Defendant
1931
Night Nurse
Nick, de Chauffeur
1931
Sporting Blood
Warren 'Rid' Riddell
1931
Susan Lenox (Her Fall and Rise)
Rodney Spencer
1931
Possessed
Mark Whitney
1931
Hell Divers
CPO Steve Nelson
1932
Polly of the Circus
Reverend John Hartley
1932
Red Dust
Dennis Carson
1932
No Man of Her Own
Babe Stewart
1932
Strange Interlude
Dr. Ned Darrell
1933
The White Sister
Giovanni Severi
1933
Hold Your Man
Eddie Hall
1933
Night Flight
Jules
1933
Dancing Lady
Patch Gallagher
1934
It Happened One Night
Peter Warne
1934
Men in White
Dr. George Ferguson
1934
Manhattan Melodrama
Edward J. 'Blackie' Gallagher
1934
Chained
Michael 'Mike' Bradley
1934
Forsaking All Others
Jeffrey 'Jeff'/'Jeffy' Williams
1935
After Office Hours
James 'Jim' Branch
1935
China Seas
Captain Alan Gaskell
1935
The Call of the Wild
Jack Thornton
1935
Mutiny on the Bounty
Lt. Fletcher Christian
1936
Wife vs. Secretary
Van 'V.S.'/'Jake' Stanhope
1936
San Francisco
Blackie Norton
1936
Cain and Mabel
Larry Cain
1936
Love on the Run
Michael 'Mike' Anthony
1937
Parnell
Charles Stewart Parnell
1937
Saratoga
Duke Bradley
1938
Test Pilot
Jim Lane
1938
Too Hot to Handle
Christopher 'Chris' Hunter
1939
Idiot's Delight
Harry Van
1939
Gone with the Wind
Rhett Butler
1940
Strange Cargo
André Verne
1940
Boom Town
Big John McMasters
1940
Comrade X
McKinley B. 'Mac' Thompson
1941
They Met in Bombay
Gerald Meldrick
1941
Honky Tonk
'Candy' Johnson
1942
Somewhere I'll Find You
Jonathon 'Jonny' Davis
1945
Adventure
Harry Patterson
1947
The Hucksters
Victor Albee Norman
1948
Homecoming
Col. Ulysses Delby 'Lee' Johnson (Dr. Johnson)
1948
Command Decision
Brig. Gen. K.C. 'Casey' Dennis
1949
Any Number Can Play
Charley Enley Kyng
1950
Key to the City
Steve Fisk
1950
To Please a Lady
Mike Brannan
1951
Across the Wide Missouri
Flint Mitchell
1952
Lone Star
Devereaux Burke
1953
Never Let Me Go
Philip Sutherland
1953
Mogambo
Victor Marswell
1954
Betrayed
Col. Pieter Deventer (Dutch Intelligence, code name Rembrandt)
MIJLPAAL IN DE FILMGESCHIEDENIS(2):GONE WITH THE WIND
Gejaagd door de wind (Engelse titel: Gone With the Wind) is een roman van de Amerikaanse schrijfster Margaret Mitchell, uitgegeven in 1936. Het is ook de titel van een succesvolle film naar aanleiding van het boek.
HET VERHAAL: ------------------------- romantische films die zich niet aan deze conventies houden en wél echt iets te vertellen hebben. 1939 wordt niet alleen herinnerd als het jaar dat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, maar ook als één van de gouden jaren van Hollywood: Mister Smith Goes To Washington', Wuthering Heights', The Wizard of Oz' en natuurlijk deze Gone with the Wind', die de romantische film voor de volgende zestig jaar zou definiëren.Het verhaal speelt zich af tegen de achtergrond van de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865), waarin dertien Zuidelijke staten zich van de VS afscheidden, omdat ze hun slaven wlden behouden. Het agrarische Zuiden, met een op slaven gebaseerde economie, ging in vier jaar ten onder tegen het industriële Noorden. (Tot zover de geschiedenisles.)De hoofdpersoon is Scarlett (Vivien Leigh), een verrukkelijke plantersdochter met aan iedere vinger vijf mannen, waaronder de charmante vrijbuiter Rhett (superster Clark Gable). Haar interesse gaat echter uit naar de enige man die ze niet kan krijgen: haar jeugdliefde Ashley (Leslie Howard). Nadat Scarletts eerste echtgenoot, van wie ze niet echt houdt, sneuvelt in de oorlog, en ze maar net door Rhett gered kan worden uit het belegerde Atlanta, vindt ze haar familie geruïneerd. Scarlett zweert vervolgens dat ze, koste wat kost, nooit meer armoede zal lijden, en trouwt dan ook uiteindelijk met de schatrijke Rhett, schenkt hem een dochter, maar blijft verlangen naar Ashley. (Dat is ruwweg drie uur film samengevat in één zin, doe me dat maar eens na.) Rhetts jaloezie hierover en Scarletts zakelijkheid trekken een wissel op het huwelijk. Zal Scarlett erin slagen gelukkig te worden met Rhett, die oprecht van haar lijkt te houden?
SCARLETT EN RETT: -------------------------------- de acteerprestaties zijn uitstekend; zelfs tussen een prima cast vallen de hoofdrollen op. Gable speelt Rhett met een schurkachtige charme, vol zelfvertrouwen dat hij Scarlett uiteindelijk zal veroveren, maar ook jaloers en in staat om plotseling agressief te worden. De typische acteerstijl van de jaren veertig, ietwat houterig naar hedendaagse standaards, is ook hier terug te vinden, maar wie zich daar overheen kan zetten, ziet wel degelijk een interessant en effectief tot leven gebracht personage. Helaas voor Gable leverde het hem wel een Oscarnominatie op, maar geen beeldje. Zijn tegenspeelster Vivian Leigh mocht er wel een ophalen; ze slaagt erin Scarlett onschuldig te laten overkomen, maar ook een zakelijker, machiavellistische kant mee te geven. Net als bij Gable komen beide kanten van haar persoonlijkheid geloofwaardig over. Ook zien de decors er prachtig uit; kijk maar eens naar het landschap met de regenboog, de mars van generaal Sherman's legers naar zee en vooral het brandende Atlanta. Kosten noch moeite werden gespaard om de megalomanie van producer David O. Selznick te bevredigen, maar het resultaat mag er dan ook zijn. Is Gone with the Wind, alle voors en tegens in aanmerking genomen, het anno 2007 nog waard om bekeken te worden? Jazeker. Het is, door het aangrijpende verhaal, nog altijd een klassieke date movie. Met z'n bijna vier uur speelduur is er tijd genoeg voor een kus of een omhelzing.
REGIE
Victor Fleming George Cukor (scenes vervangen) Sam Wood (toen Fleming ziek was)
Productie
David O. Selznick
Script
Margaret Mitchell(boek) Sidney Howard (screenplay) Ben Hecht David O. Selznick Jo Swerling John Van Druten
Hoofdrollen
Clark Gable Vivien Leigh Leslie Howard Olivia de Havilland Hattie McDaniel
Muziek
Max Steiner
Cinematografie
Ernest Haller Lee Garmes
Distributie
Metro-Goldwyn-Mayer (origineel) New Line Cinema (re-release)
HET VERHAAL: ----------------------- De openingsscène is meteen ongenadig heftig: vijftien dagen na het uitbreken van het virus dat mensen in moorddadige machines verandert (zie 28 Days Later) houden enkele overlevenden zich schuil in een oude boerderij. Binnen de paar minuten is de knusse door kaarsen verlichte schuilplaats door een horde krankzinnige zombies veranderd in een bloederige, gruwelijke slachtplaats. Eén man kan ontsnappen. In een hartverscheurende scène laat hij zijn vrouw achter als levende aas voor de zombies.
Een half jaar later is het virus overwonnen. Het Amerikaanse leger stelt orde op zaken in een ontredderd Londen. De Docklands zijn omgebouwd tot een veilige zone. De man uit de proloog wordt herenigd met zijn twee kinderen. Als ze vernemen dat hun moeder dood is, ontsnappen ze in het geniep uit de veilige zone en gaan ze op zoek naar de restanten van het ouderlijk huis. De situatie loopt uit de hand als er een vrouw opduikt die zelf immuun blijkt te zijn voor het virus, maar het als draagster wel kan doorgeven aan anderen. Dan rest er voor het Amerikaanse leger niets anders dan het uitvoeren van code red: de totale vernietiging.
BESPREKING: ---------------------- Het scenario van 28 Weeks Later is slim en snedig. Slim, omdat het verhaal geen rechtstreeks vervolg is op 28 Days Later, maar eerst teruggrijpt naar het uitgangspunt om daarna een nieuw verhaal te vertellen in een universum dat we kennen. Omdat het verhaal zich deze keer tot enkele maanden na de ramp uitstrekt, is de opzet groter en breder. Gelukkig behoudt regisseur Fresnadillo (Intacto) het verschroeiend snedige tempo uit de eerste film aan. 28 Weeks Later is een enerverende, afmattende, uitputtende wedloop tegen de tijd. Twee kinderen blijken de enige hoop voor de toekomst: als metafoor kan dat tellen. Fresnadillo brengt hun amazing race doorheen een apocalyptisch Londen hallucinant in beeld, met als hoogtepunten een zombieaanval in Regent's Park en een claustrofobisch enge scène in de tunnels van de metro. Omdat het ontstaan van het virus al in de eerste film uitgelegd werd, hoeft Fresnadillo weinig tijd te verspillen aan het opbouwen van een geloofwaardig achtergrondverhaal. De situatie is zoals die is, en als toeschouwer heb je niet het minste probleem om aan te nemen dat hordes hondsdolle zombies door het park draven. Met de aanwezigheid van een schietgraag Amerikaans leger en de heropbouw van een platgebombardeerde, lege spookstad, werpt Fresnadillo duidelijk een schaduw over de huidige toestand in Irak. Robert Carlyle verdwijnt al snel op de achtergrond, maar zijn kinderen, gespeeld door Mackintosh Muggleton en Imogen Poots, hollen zich met talent de longen uit het lijf. In de wereld van Danny Boyle en Alex Garland (beiden deze keer executive producer) loert het gevaar immers om elke hoek. Hun visie op het zombiegegeven is een levensechte nachtmerrie. Zo eentje die je maar moeilijk loslaat.