Zondag 16 december 2018. Kalken. Vuil, koud, killig, nat, en vooral, donker weer. De dagen gaan met moeite open en toe, zei mijn vader zaliger. Ondanks dat, staan we met 12 aan de start. Het is toertocht van de Calckine, te starten in de Skala. Ook daar veel volk ondanks het gure weer. Straffe mannen (en vrouwen), die mountainbaaikers, al zeggen we het zelf. Mannen in vorm zijn Jo Roels, Danny Fack, Thomas Bisschop, en ons jonkie, Jeffrey De Brauwer (of is het Geoffrey, Anemie? Of is het Anemmie, Annemie?) . Ook Luc Krick pakt een paar keer uit met van die snedige demarrages in het veld, zoals we dat al een tijdje niet meer van hem gewoon waren. Zelf zit ge daar te ploeteren zonder dat ge vooruit komt, en dan schiet er hem daar plots ene u voorbij, gelijk of het niets is. Thomas en Jeffrey lappen me dat ook een paar keer. Heel erg motiverend, hoor! Wie anders ook altijd van de besten zijn, maar vandaag niet echt opvallen, zijn Stefan Imschoot en Patje Roels. Vullen de bende verder aan, Ivan Rogiers, Rudy De Clerck, Axel Troch, Johan Van Hulle, en ondergetekende. Naar het einde van de rit ben ik blij dat ik een paar keer Johan zijn wiel kan houden, om dankzij Johan weer aan te sluiten bij de anderen die alweer voorop zijn. Onze B-ploeg is op weg naar Eksaarde, alwaar Nancy op de kerstmarkt staat.
Jo legt er meteen de pees op en Axel is de verstandigste: die rijdt zijn eigen tempo, om ons aan de bevoorrading dan toch in te halen. Ik zie na een paar kilometer al half scheel van de inspanning, door het hoog tempo in vettige wegels vol plassen, en aan de Scheldedijk moeten we, in plaats van recht omhoog de dijk op, in de wegel beneden blijven, naar links, maar dat dringt niet meteen tot mij door. Jo, die rechts naast mij rijdt, heeft dat gezien, maar ik niet, ook doordat mijn beschermbril al vol modder hangt en doordat mijn ogen je dat niet meer zijn, gezien mijn gezegende leeftijd. Gezien mijn gezegende leeftijd is er al veel niet meer je dat, moet ik zeggen. Jo en ik kunnen, ei zo na, een botsing vermijden. Awel, stom kieken!, roept Jo, ziet ge dat dan niet dat het naar links is. Let wel: Die zegt zomaar Stom kieken tegen een hoogleraar aan de Universiteit Gent, zeg! Als dat een student was, dan zou ik zeggen: Kom eens terug in september, mijn beste vriend, voor de tweede zittijd. Maar aangezien Jo al niet eens eerste zittijd zou halen, schiet ik daar ook niets mee op.
Ivan rijdt eindelijk tubeless (= zonder binnenband), na tal van platte banden de voorbije weken. Na 35 km: psst, psst, psst. Hij rijdt op een dikke nagel en zijn dure, nieuwe band is al meteen om zeep. Zijn broer, die vandaag, na een schabouwelijke nacht op de foetbal, alleen reed met al zijn vriendjes, laat in de Beize weten dat er geen garantie op die banden is, bij oneigenlijk gebruik. Van uw broer moet ge het hebben. Geheel terzijde: In de Beize valt het op dat er weer meer en meer mensen steken van KalKoen tegen de cafébaas, maar dat is iedere keer als het bijna Kerstmis is. De mensen toch, hé.
Nu baarmoedertransplantatie mogelijk is geworden, dankzij mijn collegas op het UZ Gent, overweegt Danny dergelijke chirurgische ingreep. Ja, borsten heeft hij toch al en zelfs zonder baarmoeder denk je dat hij al maanden in verwachting is, dus waarom niet? Stel je voor, Mario, zegt Danny, dat jij en ik samen een kleine zouden krijgen, en die kleine heeft een beetje van mijn loeks, wat voor een intelligent en mooi manneke zou dat niet zijn? Na met heel veel moeite een zware kotsneiging te hebben onderdrukt, antwoord ik: Ja, Danny, dat kan wel zijn, maar in het geval die kleine jouw IQ heeft en mijn loeks, wordt dat wel een superdom, oerlelijk kinneke, hé.
Ha, zegt Rudy Clerck, als je jezelf zowel intelligent als aantrekkelijk wilt voelen, is dat niet zo moeilijk. Ga gewoon eens regelmatig naar de Woesten, gelijk ik. Vertel, Rudy, zeggen wij en we hangen allemaal aan zijn lippen, want dat is nu eens een schoolvoorbeeld van wat ze een win-win situatie noemen: Naar de Woesten pinten gaan drinken, en daardoor ook nog eens terzelfdertijd intelligent en aantrekkelijk worden. Awel, zegt Rudy, t Is simpel. Elke keer dat ik van bij de Woesten thuis kom, zegt mijn Marie-Jeanne: Awel, slimme, ge komt er weer schoon voor zunne !
|