De bossen van Rudy De Clercq.
Met negen. Rudy R, Rudy DC, Stefan, Ivan, ik, Danny, Johan, Axel, en zelfs Karel.
Ha, Danny, zeg ik: Wat hoor ik van uw dokter? Dat ge niet meer moogt drinken!
Hoezo?, vraagt Danny, die al serieus begint te panikeren. Niet meer mogen drinken, wat heeft zijn leven dan nog voor zin? Awel ja, zeg ik: Niets met uw lever of zo, maar nadat hij uw IQ gezien had, heeft hij u ten stelligste afgeraden van nog te drinken, want
Drinken doe je met verstand.
Ja, antwoordt Danny: maar dan moogt gij ook niet meer drinken, want
Drinken doe je met maten, en die heb jij ook niet. Dju, ik ging die laatste juist zelf gebruiken om ook Ivan nog eens belachelijk te maken, maar Danny heeft hem nu al tegen mij gebruikt. Ja, Danny is soms nog zo achterlijk niet als hij er uit ziet. Maar eigenlijk is dat ook niet zo moeilijk, als je er zó achterlijk uit ziet.
Vier platte banden vandaag, voorhistorisch. Axel mispakt zich aan een borduur, maar die borduur mispakt zich niet aan zijn achterband. De lijm in de (tubeless) band moet er eerst uit vooraleer de binnenband er iet of wat deftig in kan, maar dat brengt wat gemors met zich mee zodat er nu ook lijm aan de buitenkand van zijn buitenbant, euh, aan de buitenkant van zijn buitenband, plakt. Zegt Johan: Axel, ge gaat aan de grond plakken. Waarop Rudy R de voorzet binnenkopt met de opmerking: Hoe, plakt Axel anders al niet aan de grond?
Danny heeft dan juist weer eens een moeilijk momentje, maar gelukkig staat daar een verlaten, half overgroeid buskotje, zodat Rudy R, Stefan en ikzelf (zie foto, van rechts naar links) hem wat kunnen troosten.
Ook Rudy DC krijgt zo wat rare kuren. Volgens Marie-Jeanne heeft hij die al heel zijn leven, maar het begint nu toch serieus op te vallen. Rudy, misschien op tijd toch eens een goeie psychiater zoeken? Niet dat het al zo erg is, maar soms zijt ge er beter bij van bij het begin, want als ge te lang wacht, is er dikwijls niets meer aan te doen. Kijk maar wat er gebeurd is met Danny, Axel, Karel, Rudy R, Johan, Ivan en Stefan, om er maar een paar te noemen. Een goeie raad van een goeie kameraad.
Ivan verwondert er zich over dat de boeren vandejaar zoveel prei gezet hebben en dat die zo groot staat. Ivan, jongen, dat is maïs! Maar zijn vergissing is begrijpelijk, want wat de boeren bezielt vandejaar, weet ik ook niet: Ze hebben allemaal dwergmaïs geplant, van die gele dan nog. Boeren en vrouwen, meestal moeilijk te begrijpen. West-Vlamingen en Jo Roels, altijd moeilijk te verstaan.
Eén val(leke), van mij, maar ik kan nog net mijn voet uit mijn pedaal trekken en alleen mijn velo gaat helemaal plat. Technisch gezien komt het dus niet in aanmerking als val, want het is geen volledige zijwaartse val, gezien ik nog half rechtsta. Juist is juist, hé. Het komt omdat ze allemaal voor mij, plots bij het binnenrijden van een bosje, zo goed als tot stilstand komen. Ja, zeg ik, als er zo verschrikkelijk voor mij geklungeld wordt, dan kan ik bijna niet anders dan vallen. Als er geklungeld wordt, dan is het meestal de grootste klungel die eerst tegen de grond gaat, antwoordt Rudy R. Weet ge wat, mensen? Ik begin vandaag zo wat mijn buik vol te hebben van die gevatte antwoorden.
Het is de helft van de tijd ploeteren door zandige mullige wegels door de dennenbossen. Dezelfde wegels die binst de winter plakken van de more. Karel en ik zijn vandaag de beste zandklievers, kort gevolgd door Stefan. De rest rijden we op een kluitje. Van Rudy Roubaix Rogiers zien we niet teveel de eerste helft van de rit en in het zand, en hij ontbindt pas zijn duivels op de eindeloos lange kasseistrook van Moerbeke en in de wegel naar Doorslaardorp. En de sprint wint hij ook. Het moet niet altijd nieuws zijn, wat ik hier vertel. Mario.

|