15 januari 2017. Even buiten kijken en vaststellen dat het lichtjes gesneeuwd heeft. Zoals elke zondagochtend voor de rit, ga ik naar de bakker. Vrijdag de dertiende is nog niet lang voorbij en er is vrees voor het onvermijdelijke. Ik schuif op de ijslaag van mijn achterdeur tot aan de voordeur van de auto, zonder veel erg, ik blijf recht. Mijn besluit staat vast, dat fietstenueke gaat na het bakkersbezoek terug uit en het zal een rustige zondagochtend worden. Op weg naar de bakker kruis ik Jo Roels die alleen een calvarietocht aan het rijden is. Op terugweg van de bakker zie ik toch nog wat beweging op het dorpsplein en ik ga kijken welke zotten het ook zullen wagen. Het is Rudy R., Gert en Mario. Wanneer ik mijn bedoeling van het bezoek op het dorpsplein vertel, nl. komen kijken welke zotten er gaan fietsen, krijg ik steevast het antwoord van Rudy: och het is geen vergelijk met de tettenrit. Allé, de goede voornemens van Nieuwjaar in acht genomen, beslis ik dan toch maar om mij op glad ijs te begeven en mijn tenueke aan te houden. Met het zakje van mijn ontbijtkoeken tussen de tanden, rij ik schoorvoetend tot op het dorpsplein. Ik krijg de kans om mijn koekskes nog snel op te eten en de 3 heren te vergezellen samen met Hans K. en een wijkgenoot waarvan ik de naam al gans de dag probeer te achterhalen en niet kan opkomen (mea culpa). Nvdr. Koen Oosterlinck. Man wat ben ik slecht in namen. Laat hem mij in dit verhaal gewoon de Kris noemen. Ik zie Hans zijn moed al wat diep in zijn schoenen zitten, maar met wat peptalk, sluit hij toch aan. Ik heb hem beloofd dat we samen zullen sterven en terugkomen. Enigszins voorzichtig en bijna in stilstand door de bochten malen we toch een beetje kilometers, tot plots de Kris horizontaal door de bochten probeert te gaan. Even de stand van zaken gecontroleerd en er bleek een ijslaag over de ganse weg te liggen. Dan besluiten we maar om de dijk te verlaten en wat veldwegels op te zoeken. Onderweg een vraag van Mario: vanwaar komt het dat Gert dikke witte strepen op de weg trekt en de rest wat dunnere? Niemand een pasklaar antwoord, maar het vermoeden is dat hij gewoon met platte banden rijdt of gewoon meer PKs op het asfalt door het ijs duwt. Van al dat voorzichtig gedraai en gekeer, beginnen we wat op onze honger te zitten en kiezen ervoor om een beetje te gaan spelen op de konijnenberg in Berlare. Vlot de enigszins steile helling naar beneden waar Rudy de pesters verfoeit die overal takken in de weg leggen op de single tracks. En dan maar ploeteren in het zand, alwaar Hans af en toe de handdoek in de ring gooit en toekijkt hoe wij afzien en de Kris advies geven om alsnog boven te geraken. Een beetje spielerei, maar wel een leuk intermezzo. Na enkele diepe longtesten en temperatuursverhogingen van sommigen, vervolgen we onze weg richting Berlare waar we nog wat spelen in de kuilen aan de sporthal, de gratiebossen en verder naar Zele, alwaar de wegen splitsen. Ikzelf moest naar een nieuwjaarsbrunch en wou absoluut om 11 uur thuis zijn en Hans was blij omtrent onze gemaakte afspraak van bij het begin. Wij dus samen naar Kalken. En het is nog gelukt ook, Nele blij, ikke blij en 1+1 = 3. Mario, Rudy, Gert en de Kris gingen nog over het Heiende en zo terug naar Kalken. Wij hadden een uur en een half gefietst en bij deze gladde, koude dagen was dit bevredigend. Zowel Hans als ik zijn blij dat we gereden hebben. Wat de andere heren betreft, heb ik geen indicatie omtrent hun kilometers, tijd en plaats van aankomst en vreugde omtrent het gereden hebben, maar ik veronderstel dat zij hebben afgesloten in de Beize. Waar al de rest van de modderfokkers hebben gezeten, heb ik geen enkel idee, maar ik kan alleen maar zeggen: de afwezigen hadden weeral eens ongelijk ;) .
Kenneth
|