Daar het vandaag vrouwendag is en Carla al het goede voorbeeld had gegeven om
een ritverslag te schrijven, vond ik dat wij (Nadine en ikke) niet konden
achterblijven.
Wij 2 met onze halve trouwboeken Rudy V en Jo R, samen met Dirk DB en
Céderic waren de enige die het vroege uur en de verre verplaatsing naar het
mooie Kalmthout zagen zitten.
Dirk die voor het eerst met zijne nieuwe vélo (het tweelingsbroertje van Rudy
zijne vélo) wilde uitpakken, weigerde om met ons mee te rijden en om zijne vélo
in de camionette van Vergeylen te steken uit schrik dat er al een kraske op zou
komen nog voor hij er mee gereden had. Groene Nadine vond dat alles behalve
milieu bewust, maar ondanks haar opmerking vertrokken we dus met 3
wagens.
Terwijl de mannen nog Dirk zijne MTB stonden te bewonderen, besloten Facky
en ik al te vertrekken. Nog geen 10 meter hadden we gereden als we merkten
dat het vertrek naar den andere kant was. We waren nog ni goe bezig of de
mannen vlogen ons al voorbij en weg waren ze voor de rest van de rit.
Onderweg wisselden prachtige bossen en open heide vlakten zich af. Hier en daar
passeerden we door militair domein. En als ik dan plots een
bordje GEVAAR zag staan, stelde ik me toch de vraag of we moesten opletten
voor landmijnen. Gelukkig was het enkel mijn fantasie die op hol sloeg en een
beetje verder een paard dat nog net door zijn ruiter kon bedwongen worden. Het
beest was waarschijnlijk door het grote aantal fietsers verschoten. We konden
kiezen tussen 30 en 45 km. Mijn benen hadden me 's morgens al verteld om niet
te zot te doen. Maar blijkbaar waren mijn benen slimmer dan mijn verstand
en liet ik me door Turbo Nadine gemakkelijk overhalen om voor de 45 te gaan. Na
38 km kreeg ik serieus spijt van die beslissing en was het nog effe afzien
tot het einde. Ondertussen hadden de mannen ons al gebeld om te vragen waar we
zaten en wisten ze ons te vertellen dat de rit 47 km was, tel daar
dan nog eens de kilometer bij die we verkeerd hadden gereden na de bevoorrading
en de moed zakte tot in mijn schoenen. Onderweg kregen we nog even het
gezelschap van een paar zeer vriendelijke Nederlanders die onze clubnaam
helemaal te gek vonden. Ze vroegen ons wie zoiets kon verzinnen, waarop ik
antwoordde dat er in onze club ni veel normale leden waren en dat de naam
"Modderfokkers" allicht het fatsoenlijkste was wat ze konden
bedenken. Bij aankomst stonden de mannen ons al op te wachten met nen dikke
trappist in de hand. Moe maar voldaan keerden we richting Beize, waar enkel nog
een paar zandsporen van de plaatselijke rijders te vinden waren.
Els
|