Ik ben Frank Suys
Ik ben een man en woon in Bornem - Hingene (België) en mijn beroep is Trainer Aseptic mfg. bij Pfizer-Puurs.
Ik ben geboren op 11/11/1961 en ben nu dus 63 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wielrennen.
Dit blog is een overzicht van 33 jaar in de wielersport.De zwarte tekst gaat terug van 1977 tot 2008, groen= 2009/2010
Het is goed om een doel te hebben, maar het is de reis, die uiteindelijk telt
07-11-2010
16 oktober 2010: 2e in Oosteeklo, laatste wedstrijd !
Oosteeklo, waar ik 7x de
overwinning behaalde, is mijn laatste wedstrijd geworden. Een wedstrijd ook
waar ik nog kunnen van genieten heb. Patrick Watteny (2e bij mijn
laatste overwinning in Stasegem) was immers reeds in de eerste ronde in de aanval
gegaan, samen met 7 C-renners. En al snel slaagden ze erin om naar de ABs te rijden
wat hen terughalen onmogelijk maakte. Maar het kon me eigenlijk niet schelen.
Ik kon nu op mn gemak van mn laatste wedstrijd uitrijden. Enkel een spurtje
voor de tweede plaats zat nog in mn gedachten. Ik was dit jaar een beetje
teveel geklopt in de spurt, dus daar moest ik vandaag nog iets aan doen. Ik zat
goed geplaatst maar toen de spurt in gang kwam ging ik direct naar de kop. Te
snel. Ik bleef doorgaan en viel gelukkig niet stil. Enkel C-renner Patrick
Vanmaekelbergh kon met nog net passeren, maar de Ds kon ik allemaal achter mij
laten. 2e in mijn laatste wedstrijd, daar kan ik gerust mee leven.
Hoe je van de hemel in de hel
kan belanden hangt dikwijls van kleine dingen af, waar je helemaal geen verhaal
tegen hebt.
Zo gebeurde het in dit
koersweekend. Zaterdag ging ik bij de LFT rijden. Met de bedoeling een 3 op 3
te halen en, net als vorig jaar, de sluitingswedstrijd van deze kleine, maar
zéér gemoedelijke wielerbond te winnen. Eén criterium waar de A, B en C-renners
samenreden. Wij (C-renners) waren dus de oudsten, bij de As zitten zelfs
verschillende Eliterenners, maar toch lieten we ons niet zomaar doen. Vooral
Patrick Watteny en ikzelf waren de oudjes die regelmatig mee in de ontsnapping
gingen. Enkel bij de laatste, en goeie, ontsnapping van twee renners hadden we
ons laten verrassen. Dus moesten we het in de sprint uitvechten. Toen ik
Patrick rechts zag zitten op het smalle padje naast een klinkerbaan, ging ik
mijn kans en begon mn sprint. Maar toen realiseerde ik me dat het nog ver was,
en hield weer in toen ik in tweede positie zat. Had ik niet mogen doen, want
dat gaf Watteny de kans om terug te komen. Toen Patrick Van Maeckelbergh dan de
spurt inzette ging ik mee. Ik bleef in zn wiel zitten, keek even links en
recht, zag geen Watteny en stak de hand op. Groot was dan ook mn verbazing toen
die na de meet twijfelde of hij één of twee was. Het werd dus nog even bang
afwachten, maar gelukkig viel het verdikt in mijn voordeel. Het verschil was
nog vrij ruim te noemen, maar voor hetzelfde geld had ik met de handen omhoog
pas tweede geweest. Blijven sprinten tot op de meet ! Men is nooit te oud om te
leren.
Categorie C:1. Frank SUYS; 2. Patrick Watteny; 3. Tony Taelman; 4. Luc Ameye; 5. Danny Carette.
9e seizoenszege, met de nummer 2: Patrick Watteny. (foto Georges Schepens)
Eén dag later had het
Provinciaal kampioenschap in Boom plaats. Dit zou mijn afscheid moeten worden:
10e seizoenszege, Provinciaal kampioen, en dat op een plaats waar
het voor mij allemaal begon, in Boom, bij de Rupelspurters. Een droomscenario !
En toen we de tweede ronde met 9
wegreden, leek deze droom werkelijkheid te worden. Aan de aankomst riep men af
dat twee renners in aanmerking kwamen voor de titel: Patrick Convents uit Boom
en ikzelf. Aangezien Patrick zeker niet traag is had ik besloten geen risicos
te nemen. De overwinning was niet belangrijk, de titel, die wou ik hebben. Aan de
meet bleef men maar herhalen dat 2 rennersvoor de titel streden, wat me ook duidelijk doorgegeven werd. Maar wat
gebeurde er ? Toen we de laatste ronde al in waren gegaan, kwam men plots tot
de ontdekking dat nog een derde renner in aanmerking kwam ! En net die renner,
waarschijnlijk de enige van de provincie die ik niet kende, liet ik de laatste
ronde, met 3 anderen wegrijden, me van geen kwaad bewust. De spurt voor de 5e
plaats won ik met gemak. Doel bereikt, titel binnen, Afscheid met een
hoofdletter. Tot ik terug naar de meet reed en men mij het ongelooflijke nieuws
vertelde. Dit kon toch niet.
Op het podium droop de
ontgoocheling van mn gezicht. De winnaar kon er natuurlijk niets aan doen,
maar ik was geklopt door een organisatorische blunder. Ik zou hem nooit laten
rijden hebben en ook hem zeker in de sprint geklopt hebben. Weg droom ! De
verontschuldigingen van de organisatie legde ik naast me neer. Daar had ik écht
geen boodschap aan. Het enige dat ze hadden kunnen doen was twee kampioenen
aanduiden. De winnaar en de, door hun blunder, onterechte tweede !
D
-reeks 1 Francis De Ridder;2 Roland Mersseman ,3 Jan Van Den Brande ,4 Kurt De Cock ,5 Frank Suys ,6 Etienne Claus
7 Patrick Convents ,8 Frank De Pelsmaker ,9 Dirk Rijmenams ,10 Paul Casteleyn
Not amused na het verlies van een zekere titel ! (foto Rita Thienpondt)
Merelbeke is een mooie wedstrijd. Brede banen, licht
hellend,en een pittige aankomst. De vorm was wat weg, maar op zon parcours kan
je dat verdoezelen. Vele deelnemers, dus kan je je goed verstoppen. En als er
op het laatste enkele Cs wegrijden, kan ik me goed inhouden om mn kansen in
een spurt niet te vergooien. En tot een spurt kwam het weer. 2 C-renners,
waaronder Frank Van Oyen, waren weggreden en hadden slechts een 50-tal meter
voorsprong. Mooi mikpunt. Dus ging ik ook van vrij ver aan. Licht bergop,
klinkertjes, maar toch sprintte ik op de 52x11. Het was dus alles of niets.
Ofwel hou je dit vol, ofwel val je compleet stil. Het werd het eerste ! Bijna in
het wiel van de 2 vluchters, had ik genoeg overde andere CDs. De derde en laatste zege van een half, maar toch nog
geslaagd, seizoen.
Twee weken na mn eerste zege had het Belgisch kampioenschap
van de WAOD plaats. Om voor deze titel in aanmerking te komen moest je 10
wedstrijden hebben gereden. Ondanks het feit dat ik pas een maand terug in
competitie was, had ik er al 9 gereden. Ik vroeg een uitzondering, maar kreeg
die niet. Al waren er voorgaanden. Iedereen gelijk voor de wet, is iets wat ze
bij elke bond dikwijls vergeten.
Maar zoals steeds, tracht ik met de benen te antwoorden. Ik
had de voorzitter laten weten dat ik dan wel de wedstrijden op de dag voor én
na het BK zou winnen. Straffe uitspraak, maar als ik gebeten ben, kan ik
terugbijten.
De eerste van deze twee wedstrijden was in Olsene. Weinig
toppers aan de start, niemand die het verschil kon maken. Dus liet ik me maar
rustig meedrijven en zette alles op de spurt. Bijna liep het nog fout doordat
ik wat ingesloten geraakte op de smalle aankomststrook, maar gelukkig kon ik
met tijdig vrijmaken om nog vrij gemakkelijk te zegevieren. Mn eerste SMSje
ging naar de voorzitter: Zo gezegd, zo gedaan. En zondag, deel 2 !
Categorie
CD: 1.Marc
Borghgraef (Burcht, winnaar cat. C) 2.Andy Van Loon (C2) 3.Frank Suys (Hingene, winnaar cat. D) 4.Robert Standaert (D2)
5.Ivan Wulffaert (C3) 6.Luc Van Looy (D3) 7.Nico De Weirdt (C4) 8.Geert Van
Speybroeck (C5) 9.Patrick De Smet (D4) 10.Patrick Kerger (D5) 11.Stanny Benoot
(C6) 12.Patrick Van Hulle (D6) 13.Olivier Vaerewyck (C7) 14.Ko Harms (D7)
15.Luc Puimege (C8) 16.Gunther Van Steelandt (C9) 17.Kurt Van Gompelaere (C10)
18.Henri De Decker (D8) 19.Luc Van Dorpe (C11)
Maar de 2e dag kon ik geen woord houden. Ik werd
geklopt in een millimeterspurt. Na enkele malen de film opnieuw bekeken te hebben
bleek de Nederlander De Baat net iets sneller.
Categorie
CD: 1.Guido
Vermeiren (Rijkevorsel, winnaar cat. C) 2.Luc Van Den Bergh (C2) 3.Peter
Damen (C3) 4.Luc Verheyen (C4) 5.Christ De Baat (Nl,
winnaar cat. D) 6.Frank Suys (D2) 7.Marcel Roelen (D3) 8.Stanny Benoot (C5)
9.Henri De Decker (D4) 10.Luc Van Looy (D5) 11.Ko Harms (D6) 12.Rudy Jansen
(C6) 13.Wim Heyndrickx (C7) 14.Luc Puimege (C8) 15.Henny De Bouver (C9) 16.Kees
De Wijze (C10) 17.Andy Van Loon (C11) 18.Eric Kastanje (C12) 19.Tom De Backer
(C13) 20.Willem Van Oosten (C14)
Na een half jaar niet meer op de fiets te hebben gezeten,
begon het terug te kriebelen. Ik kan toch geen afscheid nemen met zon slecht gevoel
zoals vorig jaar ? Was ik echt versleten ? Was er een ander probleem. Ik moest
het weten. Dus hees ik me opnieuw op de fiets.Na 1 maand training ging ik begin juni al eens testen. Had ik beter niet
gedaan. Slecht weer, veel wind, resultaat: De eerste ronde gewoon uit de wielen
gereden ! Dan maar eerst op verlof, naar Kreta. En dan terug volop trainen.
Eind juni begon ik er terug aan, maar nu in een vlakke vluchtkoers in Aalst.
Als het daar niet ging, zou het nergens gaan. Zonder moeite behaalde ik dan ook
de eindmeet, plaatste me zelfs nog 18e. In juli ging het steeds
beter en beter, met zelfs al een 2e plaats te Beveren. En begin
augustus was het de eerste keer raak. In Erondegem kregen we een criterium voor
de wielen. Een lange baan naar de eindstreep vals plat, en een parallelle
straat naar beneden. Ik trok van in de start in de aanval en kreeg 3 renners
mee, 2 Ds en een E-renner. Het werd een zware en lange wedstrijd, waar ik me
op de klim steeds minder en minder voelde worden. Maar ook de medevluchters
hadden blijkbaar hetzelfde probleem. Het tempo zakte, waardoor we ons op het
einde nog moesten reppen om voorop te blijven. Maar het lukte. En een aankomst
bergop ligt me als gegoten. Van in de laatste bocht trok ik door en sprintte de
anderen uit het wiel. Eindelijk nog eens een zege die ook verdiend aanvoelde.
Catg.D:
1. Frank Suys, 2. Hans Van Lierde, 3. Willy Van
Herreweghe, 4. Francis De Ridder, 5. Jean Blommaert.
Na de meet kreeg ik de bloemen van ex-prof Frank Arijs. Een
mooi moment want toen die als 15-jarige bij de nieuwelingen startte was mn
vader hem voor het eerst zag rijden, was hij direct onder de indruk. Ik heb
vandaag een klein geblokt ventje zien rijden, hou die maar int oog, daar gaan
we nog van horen !. En gelijk kreeg hij. Frank werd een goede prof, met 3
overwinningen op zn palmares
Gemakkelijke sprintzege op een lastige aankomststrook.
Met organisator en ex-prof: Frank Arijs. Een foto voor m'n vader.
28 juni 2007. De slechtste dag in een superslecht jaar. Ik
was naar Oostmalle afgezakt voor het Provinciaal kampioenschap tijdrijden. Het
was lang geleden dat ik nog eens een tijdrit had gereden en dat wou ik toch nog
eens doen. Ik wist niet wat ik zag. Bij de masters waren 6 deelnemers, en ik was
de enige die met een gewone fiets aan de start kwam. Maar het was niet de fiets
alleen. Ook de benen liepen direct vol en het was harken op de lange
landingsbaan van het oude vliegveld om aan de finish te raken. Ik werd zelfs
voorbijgereden door de renners die 1 minuut achter mij was vertrokken. Pfff.
Om dit snel te vergeten reed ik van Oostmalle recht naar
Beveren, waar een WAOD-koers plaatshad. Maar of het nu een tijdrit alleen was,
of in een groep, ik raakte maar niet vooruit. Gans de wedstrijd speelde ik
harmonica. Dat ik er niet afgereden werd, was enkel te danken aan het feit dat
ik dat affront niet wou meemaken.
Niemand raakte weg. Vraag me niet hoe je dat doet, maar in
de laatste ronde kon ik toch naar voor rijden. Toen Walter De Veerman begon te
spurtten, plaatste ik me in zijn wiel en reed zo mijn spurt. Walter werd
winnaar bij de Cs en ik haalde het bij de Ds. Nog nooit voelde ik me zo
beschaamd dat ik gewonnen had. Dit kon niet meer zijn ! Het zou dat jaar mn
laatste overwinning zijn want twee weken later gaf ik er dan ook de brui aan.
Met de bedoeling nooit meer een wedstrijd te rijden !
Categorie CD: 1.Walter De Veerman (Lochristi, winnaar cat. C) 2.Frank Suys
(Hingene, winnaar cat. D) 3.Etienne Claus (C2) 4.Arie De Moor (C3)
5.Marc Goossens (D2) 6.Dirk Bryssinckx (C4) 7.Kenny Janssens (C5)
8.Patrick De Smet (D3) 9.Patrick Bolssens (D4) 10.André Van Geertsom
(D5) 11.Rood-Bauwe trui (C6) 12.Henri De Decker (D6) 13.André Langenberg
(D7) 14.Dirk Goolaerts (C7) 15.Gunther Van Den Bosch (C8) 16.Werner
Jacobs (C9) 17.Peter De Proft (C10) 18.Alain Bogaert (C11) 19.Eric Van
Steerteghem (D8) 20.Franky De Tremerie (C12) 21.Roger Schuurman (C13)
22.Gert Geeraerts (C14) 23.Johan De Rop (C15) 24.Dirk Pieters (D9)
25.Eric Haegemans (C16) 26.Bob Wouters (D10) 27.Wim Heyndrickx (C17)
28.Davy Marin (C18)
In Zeveneken reed ik eindelijk nog eens een goede wedstrijd.
Ik had me voorgenomen om aan te vallen tot ik erbij neerviel. Ik was het beu om
de koers te ondergaan. Maar ja, als je niet beter kan dan is daar weinig aan te
doen hé. Maar bij mn derde aanval, nog steeds in de eerste ronde, raakten we
met 4 weg. En niet van de minsten. 2 Cs: Walter De Veerman en Jean-Paul Maveau
en ikzelf samen met veelwinnaar Luc Van Roy als Ds. Het was hard rijden om
voorop te blijven en ik was duidelijk de minste van de 4. Maar ik wou niet
slepen. Ik gaf wat ik had en bleef mee ronddraaien. Ik ging er ook al van uit
dat, wanneer we voorop zouden blijven, ik met de tweede plaats moest tevreden
zijn. Luc Van Roy was immers niet alleen sterk maar ook zéér snel.
We bleven voorop en het steekspel kon beginnen. Blijkbaar
was er een afspraak bij de Cs, want Maveau nam in de laatste kilometer de kop
en bleef het tempo hoog houden. Ik zat in tweede positie, Van Roy in derde en
De Veerman in 4e. Toen deze laatste aanging had ik verwacht dat Van
Roy zou meegaan, maar deze bleef aan mijn wiel plakken. En dat bleek een
vergissing te zijn. Ik begon te spurten, kreeg Van Roy naast mij, maar kon hem
afhouden en met een lengte voorsprong klopte ik hem. Totaal onverwacht !
Voor mij was dit ook een speciale zege, want van alle
renners die ik een spurter noem, was Luc de enige die ik nog nooit voor een
overwinning had kunnen kloppen. De laatste scalp was binnen
2007 begon met een overwinning ! In Itegem had het
Clubkampioenschap plaats van 4 clubs, waaronder de Rupelspurters, waar ik dat
jaar lid van was. Er werd samen gereden met de Elite ZC. Een zware wedstrijd
dus. Gelukkig gingen de besten al van in de eerste ronde in de aanval. Dat
maakte het minder lastig. Wie waren de concurrenten voor de titel ? Patrick
Convents misschien ? Snelle man als het op sprinten aankwam. Dréke Seghers ?
Normaal niet. Deze 60er mag normaal geen probleem zijn. Maar Dré had blijkbaar
een goeie winter achter de rug en reed een dijk van een wedstrijd. Toen de
groep halfweg even splitste door een valpartij, was hij het die de twee groepen
terug samenbracht. Iemand anders ? Tja, in een grote groep met Elite ZC kan er
vlug iemand meeglippen.
Maar niemand van de Cyclosportieven of masters reed weg. Er
werd gesprint voor de 10e plaats overall. In deze sprint werd ik 3e
zodat ik niet alleen clubkampioen werd bij de Rupelspurters maar ook de eerste
master/cyclosportiefvan de 4 clubs
samen.
Het ging van kwaad naar erger. Waar waren die goeie benen
naartoe ? Die strijdlust. Niets was er nog over van5 koersen had ik die seizoen al gewonnen,
maar de laatste weken reed ik rond als een beginneling. Nee, nog slechter ! Ik
hing eraan, dat is de juiste omschrijving. Elke extra inspanning moest ik
afbreken.
In Liedekerke was het dan ook nog eens warm, zéér warm
waardoor ik helemaal zonder fut op de fiets zat.
En toch zou ik vandaag weer winnen. Begrijpen wie kan ! Na
een ganse wedstrijd in laatste positie gereden te hebben ging ik in de
voorlaatste ronde, toen het even compleet stilviel, naar voor. Op dat moment
ging Jan Van Hove samen met zijn vriend Patrick De Houwer in de aanval. In één
vloeiende beweging kon ik van achter, naar voor, en mee in hun wiel. Achter ons
viel direct een groot gat. Eén inspanning was genoeg vandaag.
In de laatste ronde wist ik dat de 2 vrienden om beurten
gingen gaan. Ik kon ze geen 5 meter geven want dan was ik ze misschien kwijt.
Dus van zodra de aanvallen begonnen, zat ik me in het wiel om direct te kunnen
reageren. Ze gaven het nogal rap op, vond ik. Waarschijnlijk dachten ze dat ik
goed was. Verkeerd gedacht ! Nog enkele aanvallen en ze hadden me
waarschijnlijk los gekregen.
Maar de sprint, dat is natuurlijk iets anders. Daarin hadden
ze geen schijn van kans. De 6e (en laatste dit seizoen) was een feit.
24 & 25 juni 2006: Arendonk (VWV) en Denderleeuw (BVWB)
In Arendonk werd gereden op een industrieterrein. Dat wil
zeggen: brede banen, weinig bochten. Het werd dan ook een snelle wedstrijd.
Vele ontsnappingen maar een grote voorsprong kreeg niemand bij mekaar.
Aangezien het, zoals al een tijdje, niet goed vlotte, besloot ik me te laten
meedrijven in de hoop op een massaspurt om daar dan nog eens verschroeiend uit
te pakken. Want dat lukte mmestal nog wel.
Maar bijna werd het geen massaspurt. 2 renners konden zich
in de laatste ronde afscheiden en reden met een kleine voorsprong de laatste
kilometer in. Als er nog lang getwijfeld werd, zouden ze voorop blijven. Dus
begon ik op 400m van de meet zelf al te spurten. De anderen waren wat verrast
zodat ik enkele meters voorsprong nam. De 2 renners vooraan waren natuurlijk
een ideaal mikpunt, en op 50m van de meet ging ik erop en erover. De rest
geraakte niet meer in het wiel, zodat ik op de streep zeker 10m voorsprong had
op de tweede. Het werd mn eerste en laatste overwinning in de trui van
provinciaal kampioen.
Categorie C (38 deelnemers):
1. SUYS FRANK 2. Proost Herman 3. Franck Patrick 4.
Smolders Ronny 5. Van Hove Jan 6. Vos Peter 7. Haest Eddy 8. Willemsen
Marc 9. Baeyens Karel 10. Lievens Gustaaf 11. Heulens Marc 12. Dehouwer
Patrick 13. Claessens Joseph 14. Reniers Tony 15. Van De Kerkhof Robert 16.
Geudens Paul 17. Marijnissen Walter 18. Jacobs Frank 19. Geerts Chris 20.
Wils Koen
Eén dag later trok ik naar Denderleeuw, een wedstrijd van de
BVWB. Op een korte omloop met vele bochten , was het lastig rijden. Zeker door
de weersomstandigheden: Winderig en nu en dan een stevige bui. Ook vandaag weer
de ene ontsnapping na de andere, en wonderwel geraakte ik mee met de goeie. Met
3 waren we uit mijn reeks, dat zag er dus goed uit. Maar de vorm was er niet en
de wedstrijd van de dag voorheen zat nog in de benen. Toen één van de
concurrenten de voorlaatste ronde een demarrage plaatste moest ik dan ook
passen. De sprint om de tweede plaats kon ik wel nog naar mijn hand zetten.
Groot was dan ook mijn verbazing dat ik als winnaar naar de
meet werd geroepen. De eerste renner was er namelijk eentje met een
dagvergunning, en de regel bij de BVWB was dat, wanneer je met een
dagvergunning van start ging en in de top 5 eindigde, je automatisch naar de 6
plaats in de uitslag werd gezet. Een overwinning voor de statistieken dus, maar
eentje zonder de minste glans.
Als de vorm er is, dan kan je
zelfs in een mindere dag met de bloemen staan zwaaien.
In Kruishoutem had ik dit jaar
al tweemaal gereden. De eerste keer won ik er na een sterke wedstrijd, de
tweede keer kwam ik er ten val. Dus vandaag het derde optreden op een parcours
dat simpel te omschrijven is: 1 km naar beneden, 300m vlak, 1 km bergop en een
vlakke laatste rechte lijn van amper 100m.
In de 2e ronde trok
Christ Cauwelier in de aanval. Christ is altijd zeer goed op dit parcours, maar
omdat hij alleen wegging liet ik hem gaan. Hopelijk waaide hij na een tijdje
terug en had hij daarmee een serieuze pijl verschoten. Maar Christ was sterk.
Hij reed steeds verder weg en moet op een gegeven moment zeker 30 gehad
hebben. Dan maar aanvallen in de hoop om er met enkele renners naartoe te
rijden. Toen 2 renners in de tegenaanval gingen, ging ik ook in mee. Maar het
vlotte niet goed. Op de lange helling met een stevige wind in de zij kon ik
niet doortrekken zoals ik verwacht had. Even later werden we dan ook bijgehaald
door het peloton, waar intussen de 2 leiders in de A-reeks het commando hadden
genomen. En op dat moment was verder aanvallen zinloos. De 2 hielden er een
goed tempo op na en de rest had maar te volgen. En dat werd ook Cauwelier
fataal. Op 3 ronden van het einde was hij eraan voor de moeite. Spijtig voor hem,
maar ja, dat is iets dat kan gebeuren wanneer meerdere reeksen samenrijden. Ik
heb er zo ook al verloren (en dan is het balen), maar ook gewonnen.
Niemand raakte nog weg dus
kregen we een massaspurt. Ik zat goed geplaatst op de tweede rij, terwijl ik mijn
grootste concurrent in een spurt, Ronny Werbrouck, enkele rijen verder hoorde
vloeken omdat hij niet kon opschuiven. Toen de spurt op gang kwam zat ik even
vast, maar kon me vrij vlug losmaken om vol te sprinten. 3 Bs bleven me voor,
maar in de C-reeks werd ik, voor de tweede maal in evenveel weken, de winnaar
Categorie C:
1. Frank SUYS;
2. Ronny Werbrouck; 3. Hedwig Catteeuw (DV); 4. Christ Cauwelier; 5.
Wim De Coninck (DV); 6. Arthur Haillez (DV); 7. Philippe De Smet.
De winnaars in de verschillende reeksen (foto: Georges Schepens)
Na 2 tweede plaatsen in mijn
laatste wedstrijden bij de LFT, én 2 gemiste kansen in de streekwedstrijden te
Kalfort (VWF), trok ik met de nodige Grinta naar Wielsbeke (LFT). Het
parcours viel mee: 18 rondjes van 3 km met een 10-tal goed te nemen bochten. Ik
had me voorgenomen niet af te wachten en trok er van in de start vanonder. Eén
B-renner ging mee, dat zat al goed. De groep reageerde niet direct zodat we
vrij snel een 15-tal seconden voorsprong namen. En dus bleven we doorgaan. Mijn
medevluchter trok in het begin sterk door, maar vrij vlug voelde ik een verval
in zijn snelheid. Dus was ik blij toen in ronde 7 twee renners aansloten. En
weer waren het B-renners, zodat ik nog altijd alleen zat bij de Cs. Aan Johan
Vervaecke had ik een goeie partner. En de andere 2 waren ook geen sleepers.
Het zat er dus in dat we voorop zouden blijven. Maar de groep gaf niet af. Ze
bleven ons in het vizier houden. Ik keek weinig om, maar toen ik dat op 3
ronden voor het einde wel deed, zag ik plots nog 2 renners komen aansluiten. 2
snelle mannen: Patrick Van Maeckelbergh en Jan De Roo. Maar ook zij rijden bij
de jongere B-reeks, dus kon ik hun aanwezigheid zeker appreciëren. Ik zat nog
altijd in winnende positie. De groep was intussen ook teruggekomen tot op een
klein 100m. Ik had niets meer te verliezen, dus elke keer dat ik aan de kop
kwam nam ik een lange beurt voor mijn rekening en trok nog eens extra door. Het
ging zo snel dat we de, nóg jongere, A-reeks in het vizier kregen.
Laatste ronde. Ik gaf al wat ik
had en reed op kop tot we op 1 km van de meet aansloten bij de As. Groot was
dan ook mn verbazing toen ik enkele meter achter ons groepje plots Patrick
Watteny zag opduiken. En dat was wél een C-renner. Ik twijfelde niet, sprintte
gans de groep (een 20-tal) van de As voorbij en bleef op kop rijden. Als
eerste nam ik de laatste bocht, en toen begonnen er natuurlijk renners me
voorbij te sprinten. Eén (geen Watteny), twee, drie, vier Nog steeds geen
Watteny. En toen hield het op. Nog even doortrekken tot aan de meet en toen kon
ik eindelijk de handen in de lucht steken.
54 km hardrijden met als slot
een sprint van 1 km ! Kan je geloven dat ik voorbij de meet op de grond ben
gaan zitten en zeker 5 minuten heb zitten uithijgen ? Een overwinning die ik
zeker bij één van de mooiste durf klasseren. De 7e van het seizoen.
Nummer 105 overall.
De vorm is er. Ik heb het gevoel
dat ik terug op het niveau rij van mijn beste jaren. Maar dat dit geen garantie
is voor succes, mocht ik de laatste weken ondervinden:
·Buggenhout,
meermaals mee in de aanval, maar de goeie ontsnapping met 7 gemist: 8e.
·Evergem: 2e
in het Belgische kampioenschap, geen verhaal tegen de Van Oyen-brothers.
·Kapelle od Bos: van
bij de start in de aanval, laatste ronde pas terug ingelopen.
·St. Lievens Esse: 8e
na de 7 ontsnapten.
·En zaterdag nog eens
2e nadat ik een half koers mee in de aanval was, maar op het laatste
iemand domweg liet wegrijden.
Allemaal gemiste kansen, ik werd
er wat moedeloos van. Het wou niet meer lukken.
Maar vandaag, terwijl ik het het
minst verwacht had, is het er dan toch van gekomen. In Aalst startte ik
achteraan. Aangezien het mn 3e wedstrijddag op 4 was, was ik van
plan om me de eerste helft van de koers koest te houden en daarna te kijken wat
de benen vertelden. Maar het liep anders. Op het einde van de eerste ronde riep
iemand dat de C-renners, die één minuut voor ons waren gestart nog maar juist
gepasseerd waren. Om niet het risico te lopen dat er enkelen naartoe zouden
springen reed ik naar voren. En vooraan gekomen kon ik me blijkbaar niet houden
en trok zelf in de aanval. 6 renners schoven mee en in een mum van tijd reden
we naar de Cs toe. Op dat moment was ik zeker dat ook de rest van de groep de
aansluiting zou maken. Maar nee, in de verste verte waren ze niet meer te
bespeuren. De C-renners, die blijkbaar een rustige start genomen hadden,
begonnen nu wel door te trekken zodat we veilig zaten.
Maar nu de sprint nog. Met 7 in
een aparte sprint, zou ik geen probleem hebben. Maar nu, in een groep van een
60-70 renners zou het diegene worden die zich best kon plaatsen die het laken
naar zich toe zou trekken. En met constant keren en draaien in de laatste
kilometers was dit niet zo evident. Maar ik slaagde in mn opzet. De Feryns
hielden de snelheid vooraan zeer hoog maar ik kon goed opschuiven en ging als 8e,
maar 1e C, door de laatste bocht. Toen ik zag dat er achter mij
zelfs een gat viel was ik zegezeker. Ik hoefde zelfs niet meer vol te sprinten
en kon al meters voor de eindmeet de armen in de hoogte steken. Na 2 maanden
zonder, eindelijk nog eens een deugddoende overwinning.
Zegezeker tussen de renners van de C-reeks. De 2e bij de D's is niet te zien op de foto.
Samen met Turcksin, winnaar bij de C's? Rechts zoon Roeland met z'n Westvlaamse makker Sven De Meydts, die 5e zou worden in de A-reeks.
Vanaf hier, en dat tot eind 2009 ga je me met minder enthousiasme
over mijn overwinningen zien schrijven. Om één of andere reden lukte het
blijkbaar niet meer om te koersen. Mee in ontsnappingen geraken, wat voorheen
normaal was, kwam nog zelden voor. Ik werd een meeloper. En de reden dat ik
toch nog overwinningen behaalde was dat ik me nooit moe maakte (kon maken) in
koers maar nog altijd over een goeie sprint kon beschikken. Ik heb het altijd larie
gevonden, de niet sprinters die zich druk maakte op sprinters die de koers niet
maakten. Een sprinter moet de koers niet maken. Die moet mee zijn. De
niet-sprinter, die moet weggeraken.
Maar in die periode was ik dikwijls verlegen als ik won. Ik kon
de koers niet meer maken, maar stond soms wel op het podium. Mea culpa, mannen,
maar ik wou dat het anders was geweest.
En wat was de reden ? Ik heb naar alles gezocht. Uit een
bloedonderzoek bleek ik hemachromatose te hebben (teveel ijzer in het bloed).
Dat zou de reden zijn. Maar toen dat terug onder controle was, ging het nog
geen lap beter, zeg maar nóg slechter. Een scan bracht ook een klein
nierprobleem aan het licht. Was het dat ? Hoogst onwaarschijnlijk.
Pas 3 jaar later werd de reden gevonden. Al jaren neem ik
oogdruppels en 3 jaar terug was ik van merk veranderd. Maar wie denkt dat
zoiets problemen kan veroorzaken. Tot ik bij toeval de bijsluiter nog eens in
handen nam. En wat las ik daar ?
- allergische (overgevoelig) reactie kan ontstaan op
de luchtwegen.
- een vernauwing van de luchtwegen kan onstaan.
- niet gebruiken wanneer u een heel langzame polsslag
hebt.
Nu moest ik niet meer twijfel. Dat was wat me al jaren
achteraan in het peloton hield. Half 2009 ben ik dan op een ander middel
overgeschakeld ( Xalatan, een middel dat we bij ons (Pfizer-Puurs) maken !!).
Bijna onmiddellijk voelde ik een verbetering. Maar ik had mijn lichaam de
afgelopen 3 jaar steeds over zijn toeren laten gaan, het duurde dus nog even
alvorens dit zich volledig hersteld had. Slechts halfweg 2010 reed ik
wedstrijden waarvan ik kon zeggen dat ik terug op volle kracht was.
Ik heb mijn les geleerd: lees altijd de bijsluiter ! Maar ik
heb er vele mooie koersjaren mee verloren.
28 mei 2006: Massenhoven (VWV) Provinciaal Kampioenschap
Als je in een week voorafgaande aan een kampioenschap 2
overwinningen boekt, ga je met extra vertrouwen, maar ook extra druk van start.
De overwinningen werden behaald bij de BVWB en de WAOD, maar dit was de VWV,
volgens mij in 2006 de sterkste bond.
Het ging dus over een provinciaal kampioenschap. Dat was nu
eens een titel die ik al lang nastreefde. Al 4x won ik op een PK van
Oost-Vlaanderen, en éénmaal op dat van Vlaams-Brabant, maar natuurlijk krijg je
daar de trui niet. Vandaag moest het dus gebeuren.
Het was een ongelofelijk harde koers. Hoge snelheden, vele
korte bochten,de ene demarrage na de andere en een hoop toppers in bloedvorm. 5
renners konden zich afscheiden en dat bleek al direct gevaarlijk te zijn. Hoe we
ook reden in de achtergrond, ze bleven met een 100-tal meter voor ons
uitrijden.Niet moeilijk, hardrijders
als Vos, Smolders en Van Hove waren mee. Op een gegeven moment brak het ook in
de groep en reden we met 5 weg. Het mocht niet te lang meer duren. We moesten
zo snel mogelijk het gat dichtrijden. En het lukte. Even voorbij halfkoers waren met 10. De rest mocht het vergeten. Lang duurde de relatieve rust niet. De
vele hardrijders wisten immers dat ze in de sprint minder kans maakten en
probeerden er van onder te muizen. Telkens was er gevaar, moest het gat zo snel
mogelijk worden dichtgereden en was er weer de volgende die het probeerde. Bij
het ingaan van de laatste ronde waren we nog samen. Toen trokken weer 2 renners
in de aanval. Ze namen 50m. Ik zag de trui al aan mn neus voorbij gaan. Dus
nam ik zelf het initiatief en reed het gat op mn eentje dicht. Maar toen viel
het stil en kwam de rest ook terug. Weer een aanval, met hierbij Alex
Ackermans, de man die ik het meest vreesde in de spurt. En weer kwam er geen
reactie en moest ik zelf gaan. Op een 500m van de meet zat ik terug in het wiel
en net toen ook de anderen aansloten ging ik keihard aan. Nog 400m. Was dat
niet te ver? Nee, de aankomst ging lichtjes bergaf en ik wist dat ik niet stil
zou vallen. Ik nam enkele lengten voorsprong en gaf die niet meer prijs. Met een drietal lengten voorsprong bereikte ik
de eindmeet. Na een Belgische en een Vlaamse, nu ook een Provinciale Titel. Een
trui die ik met trots zou dragen !
3 zeges op 8 dagen, in drie verschillende bonden, met een
kampioenentrui als kers op de taart !
CATEGORIE C (30 deelnemers):
1. SUYS FRANK
(Kampioen C);2. Boschmans Jozef;3. Frank Patrick;4.
De Swert Rudy;5. Smolders Ronny;6. Vos Peter;7. Ackermans Alex;8. Geerts Chris;9.
Van Steerteghem Eric;10. Van Hove Jan;11. Borremans Hendrik;12. Boeckx
Marc;13. Willemsen Marc;14. Bloemen Rudy;15. Van Herck Willy;16. Heulens
Marc;17. Goemans Alex;18. Santens William;19. Baptist Dirk;20. Haest Eddy
Van op 400m van de meet de spurt ingezet. De titel is binnen !
Kampioenentruien zijn allemaal mooi, maar op deze had ik al lang gehoopt.
Enkele dagen na de eerste zege in Denderhoutem was er een
wedstrijd in Boeckhoute. Mooi parcours, brede banen, maar altijd lastig met de
wind die in de polders altijd van de partij is. Ik voelde mij weer top en als
ik de deelnemerslijst bekeek, moest ik het in een spurt zeker kunnen afmaken.
Maar ik ging niet afwachten, want een ontsnapping zat er hier wel in. Bij elke
poging ging ik mee, maar geen enkele droeg ver, zodat het uiteindelijk toch
een massaspurt werd. Van ver zette ik aan. De enige die me nog enigsins kon
bedreigen was Rudi Saelens? Geen verrassing, hij had me immers al enkele malen
geklopt, maar aangezien hij niet regelmatig meer koerste, was ik hem wat uit
het oog verloren. Uiteindelijk kon ik hem toch nog vrij makkelijk afhouden en
behaalde mijn tweede zege in 5 dagen.
Cat C: 1.Frank Suys
(Hingene) 2.Rudi Saelens 3.Danny Van Oyen 4.Ivan Wulffaert 5.Arie De Moor 6.Luc
Verheyen 7.Marc Borghgraef 8.Filip Vereecke 9.Ko Harms 10.Luc De Muynck
11.Frank Van Haecke 12.Gunther Van Den Bosch 13.Jurgen Moreels 14.Jean-Marie
Vandenbussche 15.Fabien De Cruyenaere 16.Henny De Bouver 17.Denis Lust 18.Luc
Joos 19.Danny Van Hoof 20.Geert Smet 21.Johan De Rop 22.Bob Wouters 23.Wim
Heyndrickx 24.Alain Bogaert 25.Marc Vleminck
Na een prachtig seizoen 2005 was ik wat overmoedig geworden.
In 2006 nam ik terug een Elite-vergunning. Niet om wekelijks bij de Elite te
rijden, maar toch regelmatig, in combinatie met de vrije bonden. Maar dat had
ik beter niet gedaan. Ondanks enkele mooie uitslagen, zoals 25e op 160
deelnemers in het Provinciaal
kampioenschap (een wedstrijd over 140 km !) heb ik daar meer slecht dan goed
mee gedaan. De recuperatie na een
Elite-wedstrijd duurde meestal 3 dagen, wat conditie opbouwen onmogelijk
maakte. Ik ben daar dus te oud voor, dat was de conclusie.
Het duurde ook tot eind mei voor ik enig niveau haalde. Maar
zoals ik dat al dikwijls had meegemaakt, eens de vorm er was, volgde ook de
overwinningen.
De eerste kwam er in Denderhoutem. Een eerste zege ook bij
de BVWB. Deze bond was een jaar voordien opgericht en ik had me daar nu ook een
vergunning genomen. Op het zware parcours reden we vrij snel met 6 voorop. Eén
van hen was Yvan Wulffaert, een renner waarmee ik geen al te beste verhouding
had. Yvan was duidelijk de betere van de kopgroep en demarreerde al vrij snel.
2x ging ik hem halen, 2x hield hij de benen stil. Toen hij een derde maal ging
liet ik hem 100m nemen en sprintte toen op een stuk valsplat naar hem toen.
Weer hield hij de benen stil, wetende dat ik aan de meet de snelste zou zijn.
Nu werd het tijd om me eens kwaad te maken. Kijk Yvan, zei ik, ik kan
vandaag elk gat dichtrijden en ik ben de snelste. Dus vandaag win ik. Als je
graag tweede bent, zou ik nu maar mee beginnen rondrijden ! Het lukte, Yvan had het begrepen. We reden
samen meer dan een minuut weg van de rest en, zoals verwacht, had ik geen
moeite om de spurt te winnen.
De eerste van het seizoen was binnen. Het begin van een
superweek !
Wedstrijd in Wingene. Ik was
naar daar getrokken omdat zoon Roeland er het Belgische kampioenschap van
Belgacom reed. Roeland werd mooi tweede in de Elite-reeks. Enkel VWFer Stefaan
Paridaens was hem te snel af.
Ik reed zelf mee in de toeristenreeks.
Zoals ingewijden al lang weten: toeristen die koersen, dat bestaat niet. Van de
62 renners die er aan de start kwamen, zijn er zeker 50 die een vergunning
hebben in één of andere bond. Er waren 2 klassementen: -45 en +45. Goed nieuw
was dat er zich slechts 2 oudjes aanboden. Maar dat betekende wel dat ik met
mijn 49 de oudste was van gans de bende. Toch wou ik me niet laten doen.
Halfweg plaatste ik een ontsnapping en kreeg 3 renners in het wiel. Spijtig dat
er maar één bij was die fatsoenlijk kon overnemen. Toch hielden we het 2 ronden
vol alvorens de groep ons terug op de nek viel. Nog enkele malen probeerde ik
mee te gaan in ontsnappingen maar die droegen nooit ver. Nu moest ik dus enkel
mijn enige concurrent in de gaten houden. En dat zag er zeker geen pannenkoek
uit. Een boom van een mens die niet uit de eerste tien van de groep ging. En
met het postuur van een sprinter was ik dus niet zeker van mijn zaak. Ik
plaatste mij in zijn buurt en toen hij even langs rechts inschoof ging ik langs
links naar voor. De laatste, gevaarlijke, bocht op 200m van de meet, nam ik aan
de binnenkant. Twee renners vóór mij haakten in mekaar waardoor ik even in de
remmen moest. Als 7e kwam ik over de meet en in het uitbollen zag ik
de andere +45-er me voorbijrijden. Toen was ik pas zeker van de winst.
Op het podium, een mooie
medaille, een grote fles bier en 20 prijzengeld. Toeristenwedstrijd ?
14 overwinningen had ik al. 15 leek me een mooi getal, maar
het was al oktober. Nog 3 wedstrijden had ik de kans. Maar de vorm was wat weg,
ik had me er dan ook eigenlijk al in berust dat het bij 14 zou blijven.
In Sint-Gillis was er traditioneel een einde seizoenswedstrijd
waarin alle veteranen-reeksen samen van start gingen. Met 135 waren we, en er
werd gevlogen van de eerste tot de laatste meter. Zoals ik al zei, de vorm was
niet meer je dat. Ik zat dan ook nier echt in de wedstrijd en hield me de ganse
wedstrijd schuil in de buik van het peloton.
Bij een hoge snelheid en met zon groot peloton, is het ook
niet altijd makkelijk op weg te raken. De wedstrijd leek dan ook op een
massaspurt af te stevenen. Op 1 km van de meet was ik langs rechts naar voor
gereden. En net op het moment dat ik vooraan kwam, sprong iemand langs links
weg. In een flits (dit zijn momenten waar je niet kan bij nadenken. Je doet
iets in het impuls van het moment) ging ik er achteraan. In het peloton werd
getwijfeld. Dat was mijn kans. Ik kon niet zien wie de eerste aanvaller was,
maar besloot het zekere voor het onzekere te nemen. Constant achteromkijkend
bleef ik op 10m van mn voorganger hangen. De groep zat al op een kleine 100m.
Dat zag er goed uit. Op een 400m voor de meet reed ik er naartoe. Hij (weet nog
steeds niet wie het was) viel compleet stil, zodatik, eens in het wiel, vol doorging. De zege
was binnen, zoveel was zeker. De laatste 100m reed ik met de armen in de
hoogte, meet een sprintend peloton van meer dan 100 renners achter me aan. Dit
is één van de overwinningen die me het meeste plezier heeft gedaan. Onverwacht,
maar op zon mooie manier. Spijtig dat ik van deze aankomst nooit geen foto heb
gezien.
De laatste 2 wedstrijden werd ik nog 2e en 4e.
Mijn totaal voor 2005 was dus 15 overwinningen. Nog steeds een persoonlijk
record. Neem daarbij nog 8x een tweede plaats en 9x derde, plus een titel van
kampioen van Vlaanderen, dan mag je van een superseizoen spreken.
7 en 14 september 2005: 1e rit en eindstand, 3-daagse van Opwijk (VWF)
Een 3-daagse in Opwijk, wedstrijden op woensdag, zaterdag en
zondag.Hier had ik mijn zinnen op gezet.
De eerste rit startte voorbeeldig. Met een 10-tal renners konden we ons
afscheiden.Er zaten enkele snelle
mannen in de kopgroep. Patrick Sergooris was er één van maar ook dorpsgenoot
Gino Robberecht is in een sprint niet te onderschatten. Ik had het goede wiel,
dat van Sergooris. Op het moment dat hij aanging remonteerde ik direct. Patrick
hield goed stand, maar moest tovh met een halve fietslengte de duimen leggen.
Ook in de 2e rit had de overwinning erin gezeten,
maar ik zat al teveel met het eindklassement in gedachte. Toen in de laatste
ronde 2 renners wegsprongen heb ik even te lang getwijfeld. De vogels waren
gaan vliegen. Maar met een derde plaats nog ik toch een grote optie op de
eindwinst.
Voor de start van de derde rit had ik het klassement eens
bekeken. Als ik geen totale offday had, moest ik maar 2 renners int vizier houden.
Eén van hen waas een renner van het Rudyco-team. Nog maar pas was de start
gegeven of hij trok er met enkele ploegmaats vanonder. 7 renners reden direct
met 100m voorsprong op de groep. Ik moest iets doen, en veel hulp zou ik niet
krijgen. Op kop van de groep sleurde ik de rest terug bij, maar dat had veel
van mn krachten gekost. Toen kort nadien weer een ontsnapping werd gevormd van
10 renners was ik weer niet mee. Mijn twee concurrenten gelukkig ook niet, maar
misschien zat er wel iemand anders bij die nog vrij kort in het klassement
stond ? Zover had ik niet gezien. De 10 waren definitief weg, er zat dus niets
anders op dan niemand meer te laten rijden en me zo kort mogelijk te plaatsen
in de spurt. Dat lukte. Uiteindelijk werd ik 12e. Het was nog even
bang afwachten, maar al vrij snel viel het verdict. Ik had inderdaad de
3-daagse gewonnen !
De spurt van de eerste rit. Patrick Sergooris werd 2e
Kalender & Uitslagen 2010: 16/10: Oosteeklo: 2e 10/10: Lochristi: 4e 09/10: Lotenhulle: 6e 03/10: Merelbeke: 5e 26/09: Outer (EK): 5e 23/09: Landegem: 5e 19/09: Boom (PK): 5e (2e) 18/09: Stasegem: 1e 13/09: Schriek: 11e 11/09: Kruishoutem: 1e 10/09: Nieuwkerken-Ws: / 05/09: Wielsbeke: 1e 2/009: Kalfort: 5e 01/09: Kalfort: 6e 29/08: Ooigem: 2e 28/08: Asbeek (BK): / 22/08: Aalst: 1e 21/08: Izegem: 2e 19/08: St. Lievens Esse: 8e 14/08: Kap.odB (BNL): 19e 13/08: Evergem (BK): 2e 08/08: Buggenhout: 8e 07/08: Ertvelde: 9e 05/08: Beveren: 6e 02/08: Destelbergen: /
31/07: Semmerzake: 3e 28/07: Aalst: 14e 26/07: Bazel: 10e 25/07: Merelbeke: 8e 23/07: Beveren: 2e 21/07: Aalst: 16e 18/07: Temse: 12e 17/07: Poeke: 3e 11/07: Destelbergen: 5e 07/07: St. Gillis Waas: 2e 04/07: Dikkelvenne: 3e 27/06: O-nieuwk.(BK):4e 26/06:
Wingene: 1e 25/06: Wachtebeke: / 20/06: Wichelen: 3e 19/06: Ertvelde: 3e 17/06: Beveren: / 13/06: Halle: 12e 12/06: Eksaarde: / 09/06: Lochristi: / 06/06: Mater: 3e 05/06: Wintam:1e 02/06: Beveren: / 29/05: Kruishoutem: val 25/05: Ijzendijke: 5e 23/05: Affligem: 4e 22/05: Wolvertem: 7e 15/05: Aalst: / 14/05: Boekhoute: 10e 09/05: Zaffelare: 10e 08/05: Slypskapelle: 1e 06/05: Beveren: 3e 02/05: Moerzeke:/ (plat) 01/05: Mol-Wezel 5e 25/04: Boom: 4e 24/04: Buggenhout: / 18/04: Burst: 1e 17/04: Kruishoutem: 1e 11/04: Balegem: / 10/04: Lotenhulle: 3e 05/04: Oostakker: 9e 03/04: Malderen: 10e 28/03: St. Lievens Esse 7e 27/03: Meigem: 8e 21/03: Hamme: 6e 20/03: St. Amands: 20e 14/03: Haaltert: / (plat) 13/03: Oordegem: 7e 07/03: Iddergem: 15e 06/03: Essene: 17e 28/02: Oordegem: /