Ik ben Vandevoorde Dorine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Lauwe (België) en mijn beroep is weefselcontroleuse.
Ik ben geboren op 20/10/1963 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen.
Deze keer een wandeling meedoen van de wandelclub De Colliemolen uit Oostnieuwkerke, die doorging in Westrozebeke.
Westrozebeke is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Staden. Westrozebeke ligt iets ten zuiden van Staden-centrum en op ongeveer 10 km van Roeselare en 15 km van Ieper. Het dorp ligt op de heuvelrug Passendale-Esen, en ten zuiden van de dorpskern reikt het uitzicht op sommige plaatsen tot Ieper en zelfs tot het West-Vlaams Heuvelland, 30 km verder. Door de plaatselijke bevolking wordt van Rozebeke gesproken. De parochie Westrozebeke ontstond rond 950 en is daarmee de oudste parochie van Staden. In 1066 werd de nederzetting reeds vermeld als Rosebeca (Rozebeke). Evenals een groot deel van Staden, was Westrozebeke afhankelijk van de Heren van Staden. De kerk van Westrozebeke werd in de 13e en 14e eeuw in gotische stijl verbouwd en vergroot.
Westrozebeke is vooral bekend omdat hier (in de buurt van de Goudberg, tussen Westrozebeke en Passendale) op 27 november 1382 de Slag bij Westrozebeke plaatsvond waarbij de Vlamingen onder Filips van Artevelde (zoon van Jacob van Artevelde, wiens standbeeld op de Vrijdagmarkt in Gent te zien is) door een Frans leger verpletterend werden verslagen. Hieraan wordt men nog herinnerd door Corneillies monument op het dorpsplein.
Na de slag werd Westrozebeke een bedevaartsoord omdat, volgens de legende, een rode draad rond de gemeente haar inwoners tegen het oorlogsgeweld had beschermd. Deze draad was op zeven plaatsen bevestigd, waarnaar tegenwoordig nog de zeven kapelletjes aan de Ommegang verwijzen. Sinds deze veldslag wordt Onze-Lieve-Vrouw van Westrozebeke bijzonder vereerd.
Dat belette niet dat de vijandelijkheden tijdens de Eerste Wereldoorlog Westrozebeke volledig van de kaart veegden. Ook de kerk werd geheel vernield. Van dit oorlogsverleden getuigt nog het monument voor Luitenant Juul De Winde, die sneuvelde bij de bevrijding van Westrozebeke.
De plaats werd in de jaren '20 van de 20e eeuw wederopgebouwd. Ook de Sint-Bavokerk is tamelijk recent. Binnen hangt er aan de muur een ex voto van de zinkende ferry "Sussex". Dit schip voer in 1916 van Folkestone naar Dieppe en werd getorpedeerd. De meevarende Westrozebekenaars baden tot Onze-Lieve-Vrouw en bleven gespaard. Ondanks dit tweede mirakel werd bij het debat over een basiliek niet gekozen voor Westrozebeke, maar voor het nabijgelegen Dadizele.
De inschrijving vond plaats in zaal de Nestel. Er was al aardig wat volk op de been toen ik aankwam. Eindelijk werd regen en wind geruild voor droog en mooi wandelweer. Meteen een stimulans om naar buiten te komen zo bleek.
Ik wandel voorbij het mooie stadhuis van Westrozebeke. Hierna bewonder ik de glooiende landschappen die er nog braak bij liggen. Binnen enkele maanden zal zich hier een heerlijke grote groentetuin uitspreiden. De streek staat immers bekend voor haar koolsoorten, prei en andere heerlijkheden. Ik stap door enkele modderige dreven, hoe kan het ook anders na de hevige regenval van de voorbije dagen Langzaam gaat het richting eerste rustpost langs de Moorsledestraat in Oostnieuwkerke
Wat plassen op de velden, door de aanhoudende regenval van de voorbije dagen.
Regelmatig wat ploeteren
Veel variatie op de wandeltocht.
De Vierkaven. Na de koffie nemen we eerst de oude spoorweg en zo stappen we naar het bos De Vierkaven. De aanplanting van het domeinbos de Vierkaven startte in 2002, beslaat achttien hectare en is een echt paradijs voor de natuurfanaat. Het ligt er nogal drassig bij na de hevige regenval van de afgelopen dagen maar ik ben voorzien van hoge, sterke wandelschoenen. Er is een tweede stop voorzien in t Glazen Huis Rustige verkenning door dit domein.
Terug aangekomen in de rustpost. Na de tweede rust gingen we terug richting aankomst via enkele trage wegen en nog een door steek door het vijverbos.
Het Vijverbos, is een oud bos en een groene oase van zon tien hectare. Het dankt zijn naam aan de Vijverbeek die door het bosje loopt. Het Vijverbos is het territorium van de spechten, die er lustig op los tokkelen. Samen met de boomvalken, brengen spechten hier jaarlijks hun kroost groot. Livemuziek verzekerd!
Een rustige wandeling door Westrozebeke en omstreken, door het mooie en rustig weer was er heel veel volk op de been. Er waren meer dan 2500 mensen die de wandeling maakten.
Deze keer een wandeling dicht bij huis.Ging wandelen in Menen, waar de Lauwse wandelclub de 12uren van Lauwe er hun jaarlijkse Kazemattentocht hielden. De start was vanuit het St Joris instituut.
Menen (Frans: Menin) is een plaats en stad in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De stad telt ruim 33.000 inwoners. In de streek zelf wordt de stad Mjinde genoemd, in de rest van de provincie wordt de naam Mjeenn gebruikt.De stad is ontstaan aan een doorwaadbare plaats in de Leie, op de handelsweg Torhout-Rijsel. De oudste naamsvermelding stamt uit 1087, toen het patronaatsrecht van de kerk van Menen werd toegekend aan de Abdij van Hasnon. In 1193 kwamen ze aan Arnulf en Mathilde van Menen, welke de heerlijkheid Menen in bezit hadden. De familie heerste tot 1288. Toen ontnam Graaf Gwijde van Dampierre de heerlijke rechten en viel Menen rechtstreeks onder de graaf. Het beheer kwam nu aan een baljuw. Nabij de Sint-Vedastushuis was waarschijnlijk de burcht van de heren.Als grensstad werd Menen al vroeg versterkt. De eerste omwallingen dateren uit 1578, nog tijdens de aanleg ervan werd Menen ingenomen door Malcontenten. In 1579 werd de stad door Schotse troepen op de Spaansgezinden heroverd en in 1582 kwam de stad, door Alexander Farnese, definitief in Spaanse handen. Tussen 1579 en 1830 werd Menen tweeëntwintig maal belegerd. De belegeringen drukten zwaar op de welvaart van de stad, de bevolking was sinds 1578 massaal vertrokken naar Haarlem, de weefindustrie zou de komende tien jaren zelfs halveren.In 1846 werd de steenweg naar Wervik in gebruik genomen en in 1869 die naar Moeskroen. Ook riolering en gasverlichting werden aangelegd. De industrie was verwaarloosbaar, de inwoners werkten in de fabrieken van Halluin, Roncq, Tourcoing en Armentières. In Menen kende men vooral de verwerking van vlas, katoen, kant en tabak. Vooral de firma van A. Plaideau, opgericht in 1815, was van belang. In de 2e helft van de 19e eeuw kwamen daarbij gas, rubber, baksteen en ijzer. Vaak stond er ook een fabriek in het naburige Halluin, om invoertarieven te ontwijken.
Op 14 oktober 1914 werd Menen door de Duitsers bezet. De oorlog leidde ertoe dat de helft van de huizen werd vernield. Na de oorlog werd in 1921-1923 de wijk Ons Dorp gebouwd. De houten noodwoningen werden uiteindelijk vervangen door huizen in de Nieuwe Tuinwijk.
In 1921 werd de Leie rechtgetrokken, waardoor schepen tot 300 ton Menen konden bereiken. De oude Leie-arm werd in 1923 gedempt. In 1971 en 1987-1988 werd de Leie geschikt gemaakt voor nog grotere schepen.
De wandelaars konden kiezen uit een 4-tal afstanden.
De kleine afstand maakt er een stadswandeling van. Met bezoek aan de kazematten en het Belfort (indien er geen werkzaamheden gepland zijn).
De grotere afstanden trekken rond in Menen. De 2 grootste afstanden brengen zelf een bezoek aan de buren van Wevelgem om zo naar de controle op het dorp te wandelen, waar ze de 7km-stappers ontmoeten. Hier maakt de 18 km nog een lus via de Geluwebeek, rustige wegen en doorsteekjes, om dan samen met de 7 en 12 km via de Tuinwijk en onze jeneverstand opnieuw de stadskern te bereiken, waar de geurende 12 uren wafels hen opwachten.
DeReutelbeek
Aangekomen bij de Kazematten. De Kazematten van Menen waren onderdeel van de stadsversterkingen van de Belgische stad Menen. De kazematten maken deel uit van de stadsversterkingen. Het zijn bomvrije gewelfde ruimtes en ze werden gebruikt voor militaire doeleinden, om er munitie op te slaan, levensmiddelen te bewaren of als schuilplaats voor soldaten en geschut. De kazematten meten 4 bij 5 meter en zijn 3 meter hoog. Ze zijn met elkaar verbonden via manshoge doorgangen. Aan de stadszijde had men een ingang, aan de andere kant, tegen de watergracht, bouwde men een stevige bakstenen muur. Per bomvrije ruimte zijn er aan de buitenzijde vier kijkgaten. Op de gewelven bracht men een dikke laag aarde aan om de inslagen van de bommen te neutraliseren. Ook tijdens de twee wereldoorlogen zochten de bewoners er toevlucht.
Na deze doortocht begon het te regenen, dus geen verdere kiekjes meer. Al bij al een rustige tocht, met regelmatig een bui en wat strakke wind.
Ik ben Vanden Broucke Jean Pierre, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jipie.
Ik ben een man en woon in Lauwe (België) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 21/12/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wandelen, fotografie en genieten van de natuur.