Ik ben Vandevoorde Dorine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Lauwe (België) en mijn beroep is weefselcontroleuse.
Ik ben geboren op 20/10/1963 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen.
De wandelclub uit Zonnebeke (Drevestappers) hadden geluk dat hun wandeltocht kon doorgaan. Niet in hun vertrouwde zaal , maar een eindje verder. Het was ook de enige club uit West Vlaanderen die er was. Dus er werd veel volk verwacht. Toen ik rond een uur of acht aankwam , was het al zoeken voor een parkeerplaatsje. Nadat ik mijn auto had geparkeerd, ging ik naar de inschrijvingszaal. Er was al wat volk op de been, en ik was aan het wachten op mijn wandelmaat. Na enkele minuten was hij daar en we konden aan de wandeling beginnen. We besloten de 16km te doen, de boog moet niet altijd gespannen staan. Het was nogal frisjes toen we begonnen, maar de zon begon zich al te tonen.
Zonnebeke is een Belgische gemeente in het zuidwesten van de provincie West-Vlaanderen, de streek die gekend is als de Westhoek. De gemeente omvat vijf deelgemeenten: Beselare, Geluveld, Passendale, Zandvoorde en Zonnebeke en telt ruim 12.500 inwoners. De plaatselijke bevolking spreekt van 'Zunnebeke'.
De naam Zonnebeke komt van Sinnebeche. De eerste vermelding van Sinnebeche dateert van rond 1072. Dit staat in een oorkonde van de bisschop Drogo uit Terwaan. Hierin vraagt hij aan Fulpoldus, kastelein van Ieper, om in het reeds bestaande parochiekerkje een kapittel van drie kanunniken te vormen en te onderhouden. Hierdoor ontstond een klooster dat later zou uitgroeien tot de invloedrijke en machtige augustijnenabdij Zonnebeke. Iets verderop vestigde zich een benedictijnse vrouwengemeenschap, de Nonnenbosabdij. De godsdiensttroebelen dreven haar eind 16e eeuw tot een verhuis naar Ieper. De mannenabdij bleef zo'n goede 700 jaar het centrum van cultureel, bestuurlijk werk en economie van het dorpje, tot de Franse Republiek in 1797 alle kerkelijke goederen in beslag nam en verkocht. De paters werden daarna verbannen.
Rond Zonnebeke hadden tijdens de Eerste Wereldoorlog heel wat gevechten plaats. In de deelgemeente Passendale bevindt zich het Tyne Cot Cemetery, de grootste Britse militaire begraafplaats ter wereld. In 2017 werd de Zonnebeke Church Dugout voor korte tijd voor het publiek opengesteld, een ondergrondse schuilplaats voor Britse soldaten onder de toenmalige kerk van Zonnebeke.
Iedere afstand begon richting het Kasteeldomein, daar was er al een splitsing, wij moesten al een groter stuk door het domein wandelen. Er was ook een mountainbike activiteit die in het park doorging.
Het parcours die we vandaag gingen wandelen Na de start ging het richting het kasteel domein. Hier kregen we al een eerste splitsing Zicht op de vijver. De zon kwam al vroeg een kijkje nemen.
Nu en dan wat oppassen voor de mountainbikers.
Een mooi park om te wandelen.
Mooie zichten. Zicht op de achterkant van de vijver. Na de doortocht ging het richting Passendale. De zijkant van het Tyn Cot Cemetry
Onderweg kregen regelmatig wat mooie vergezichten.
Hier een beeld in de Canadalaan.
Aangekomen na een 8tal kms op de centrale rustpost. Hier dronken we wat. We waren halfweg onze mooie tocht.
Terug langs de Tyn Cot Cemetry, Tyne Cot Cemetery is een Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog gelegen in het Belgische dorp Passendale. De begraafplaats ligt 2,1 km ten zuidwesten van het dorpscentrum en 1,7 km ten noorden van Zonnebeke. Er liggen meer gesneuvelden begraven dan op elke andere Britse militaire begraafplaats op het Europese vasteland.
Het terrein heeft een oppervlakte van 34.941 m² en de Commonwealth War Graves Commission zorgt voor het onderhoud. De begraafplaats werd ontworpen door Herbert Baker in samenwerking met John Truelove. Een muur van zwarte vuurstenen keien, afgedekt met witte natuursteen, omgeeft hem. Het toegangsgebouw is eveneens uit zwarte vuursteen opgebouwd. Achteraan bevindt zich de halfcirkelvormige Tyne Cot Memorial met de namen van 33.783 vermiste Britse soldaten en, in een afzonderlijke apsis, nog eens 1.176 vermiste Nieuw-Zeelanders.
De koepel Aan elk uiteinde van de Memorialmuur staat een paviljoen. Centraal op het terrein bevindt zich het Cross of Sacrifice, gebouwd boven op een bunker die vóór de verovering als Duitse commandopost dienstdeed. De Stone of Remembrance staat achteraan, tussen de Memorial to the missing en het Cross of Sacrifice. Twee bunkers bevinden zich aan de voorzijde van de begraafplaats, twee andere bevinden zich achteraan, onder de paviljoenen langs weerszijden van de Memorialmuur.
Het kastje In het toegangsgebouw bevindt zich het kastje waarin het register met de namen en de locatie van de graven. Er is ook een Visitors book waarin men een boodschap kan schrijven. Aan de buitenzijde van de ingang hangen drie gedenkplaten in het Nederlands, Frans en Engels. Ze vermelden deze tekst: "Deze grond werd voor eeuwig door de Belgische bevolking aan de geallieerde troepen geschonken, uit dankbaarheid voor hun inzet". Deze begraafplaats is een Open Cemetery, d.w.z. dat er nog stoffelijke resten uit de omringende slagvelden bijgezet kunnen worden. Op 6 november 2018 werden nog drie ongeïdentificeerde doden begraven, twee Australiërs en een Brit. Er liggen 11.957 doden begraven, waarvan 8.369 niet meer geïdentificeerd konden worden.
Op het einde kregen we nog een mooi stukje natuur , die achter de steenbakkerij ligt.
Het was een mooie rustige wandeling,er waren meer dan 2000 wandelaars.
Een frisse maar zonnige winterdag, dus ideaal om er op uit te trekken. Ik had een knooppuntenwandeling in gedachte ergens in de regio Doomkerke- Ruiselede. Altijd natuur garant.Ik parkeerde mijn auto aan de kerk van Doomkerke.
Doomkerke is een straatdorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het is een landelijke parochie (woonkern) van ongeveer 700 inwoners, in het noorden van de gemeente Ruiselede.
Doomkerke dankt haar naam aan Carolus Doom (Hooglede 1797 - Kortrijk 1884), die pastoor was van de Onze-Lieve-Vrouwparochie (centrum Ruiselede) van 1842 tot 1868. Hij liet er de huidige kerk bouwen dicht bij de vroegere wijk 't Haantje. De oudst bewaarde (heerlijkheids)hoeve is Gallatas, die in de 17de en 18de eeuw eigendom was van de familie della Faille.
Op de grens met de gemeenten Wingene en Beernem werd in 1849 op het grondgebied van het vroegere Sint-Pietersveld (van de Sint-Pietersabdij van Gent) een École de Réforme (Hervormingsschool) opgericht voor landlopers, wezen en verwaarloosde jongeren. Dit is de huidige Gemeenschapsinstelling voor Bijzondere Jeugdbijstand De Zande met ernaast de gebouwen van het Penitentiair Landbouwcentrum, een moderne staatsinrichting als strafinstelling. Doomkerke werd officieel een parochie van Ruiselede in 1876 met als patroonheilige Carolus Borromeus.
Het Disveldpark. Doomkerke is een pittoreske woonkern in Ruiselede met een rijke geschiedenis. In het gemeentepark Disveld, in de schaduw van de kerktoren, kunnen kinderen zich uitleven in het speelbos, speelweide, speelmoeras, boomgaard, schapenweide en openluchttheater. Voor de kleintjes is er een leuke speeltuin met houten speeltoestellen. Tip: er staat ook een publieke barbecue met een picknicktafel!
De kerk van Doomkerke.De Sint-Carolus Borromeuskerk (Carolus Borromeuskerk) te Doomkerke (gemeente Ruiselede, provincie West-Vlaanderen) is een neogotische kerk, gebouwd in 1865-1866 naar de plannen van priester-architect Jan August Clarysse (1814-1873). Clarysse volgde de ideeën van architect Jean-Baptiste Bethune (1821-1894). De parochiekerk wordt ook kathedraal van te lande genoemd. Het betreft een gaaf neogotisch totaalconcept, zowel aan de buitenzijde als de binnenzijde.
In het begin van de wandeling was er al wat afwisseling qua wegels.
Hier het eerste slijkerig pad, het beloofde voor de rest.
mooie vergezichten Hier was ik in het domein de Vorte bossen. De Vorte Bossen is een natuurgebied op het grondgebied van de gemeente Ruiselede, tussen de parochies Doomkerke en Kruiskerke. Het bos van 50 ha ligt op de grens van de Vlaamse Zandrug. Het is eigendom van Natuurpunt en wordt beheerd door de regionale afdeling Natuurpunt De Torenvalk vzw. Het gebied is Europees beschermd als onderdeel van Natura 2000-gebied 'Bossen, heiden en valleigebieden van Zandig Vlaanderen: westelijk deel Het zonnetje deed deugd, gelukkig praktisch geen wind. Heel rustig, enkel de de fluitende vogels lieten zich horen. Terug wat modder, die gemakkelijk te omzeilen was via de buitenkant van het pad. Wat info.
Mooi uitzicht vanop het verhoogde bankje.
Mooie dreven
Hier was het letterlijk overal ploeteren Dit pad moest ik verder volgen.
Nog een eindje Hier terug wat normaal. Terug een mooi zicht
Enkele houten speeltuigen
Heb geen poging ondernomen om over deze kabel te wandelen. Nog enkele speeltuigen Deze hadden waarschijnkijk honger Dit is een oud kerkhof van St Pietersveld.
Hier heb ik wat gerust en iets gegeten. Lekker in het zonnetje en wat beschut. Nu verder wandelen door de Gulke Putten.Het natuurgebied De Gulke Putten is gelegen in de Belgische gemeente Wingene, op gronden van het Radiozendstation Belradio, op de grens met Ruiselede. Het natuurreservaat situeert zich in de nabijheid van de site Sint-Pietersveld en wordt beheerd door Natuurpunt vzw. Het gebied is rijk aan natte en droge heide, heischrale graslanden, hakhout met bloemrijke paden en open plekken met orchideeënrijk hooiland. Het gebied is Europees beschermd als onderdeel van Natura 2000-gebied 'Bossen, heiden en valleigebieden van Zandig Vlaanderen: westelijk deel
Het radiostation Belradio(vroeger)Het radiozendstation Belradio, in de volksmond meestal "de (radio) torens" genoemd, was een Belgisch radiozendstation, gelegen op de grens van Wildenburg in Wingene, nabij het Sint-Pietersveld in Ruiselede. Het hoofdgebouw van dit zendstation, gekend onder de code SCRE, was aanvankelijk voorzien op het grondgebied van Ruiselede, maar werd om technische redenen op Wingens grondgebied opgericht tussen 1923 en 1926. Ook dit pad was erg modderig Radiomasten.Op Wingens grondgebied werden vijf zendmasten gebouwd en op het grondgebied van Ruiselede bevonden zich drie antennes. De gebouwen en de inrichting werden officieel in gebruik genomen op 3 oktober 1927. Vanaf toen bereikten de eerste radiotelegraafverbindingen onder vermelding "via Belradio" ver gelegen gebieden over de hele wereld.
Reeds in 1921, toen na de Eerste Wereldoorlog radioverbindingen steeds belangrijker werden, was besloten een dienst voor radioberichtgeving op te richten met als doel België te verbinden met Amerika en het toenmalige Belgisch-Congo. De hiervoor te gebruiken zenders (wisselstroomgeneratoren van ca. 17 kHz) waren al succesvol getest in het zendstation van Nauen bij Berlijn, en ook bij het Nederlandse Kootwijk werd in 1923 al zo'n station opgericht voor verbindingen met het toenmalige Nederlands-Indië.
De Regie van Telefoon en Telegraaf (R.T.T.) had voor de bouw van het zendstation te Wingene een terrein van 80 hectare onteigend. Deze gronden, in de omgeving van het Sint-Pieterskasteel, waren toen eigendom van de familie Carpentier, die er sinds 1880 het kasteel bewoonden. Deze drassige gronden waren immers een goede geleider. De werken begonnen in 1923 en de eerste steen voor dit gebouw in art-decostijl werd gelegd door koning Albert I op 19 december van dat jaar. Eind 1926 was het volledige zendcentrum klaar. In 1927 werden de eerste verbindingen met Amerika tot stand gebracht. Dit was de start van honderdduizenden berichten die overzee gestuurd werden naar alle uithoeken van de wereld via de Torens van Ruiselede.
Het beruchte kasteel
Nog een enkele wandelaar tegengekomen.
Terug een heel eindje dit pad volgen. Niks aan te doen, moet verder dus erdoor.
Het begint te beteren.
Deels ondergelopen weide. Terug een zicht op de Gulke Putten.
Nog een laatste blik op het militair domein Hier door het predikherenbos voor de laatste lootjes.
Geen vuile dreven meer naar het einde.
deze kwamen eens kijken Een blik op Doomkerke Moederziel alleen.
Nog een blik op het dorp alvorens ik terug ben op de plaats van deze morgen waar de wandeling begon. Zeker een aanrader bij mooi en droog weer.
Het KMI beloofde dat het de hele dag zou droog blijven, dus ik besloot een wandeling te maken naar het Oostvlaamse Munte. Ik besloot het Asselkouter wandelroute te volgen.
Munte is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Merelbeke. De naam van het dorp, voor het eerst vermeld in 990, is een verbasterde vorm van het Romaanse woord Montem (berg) en verwijst naar de heuvelrug waarop het dorp ligt. De heren van Munte waren een invloedrijk geslacht en zijn sinds het begin van de 11e eeuw (1012) vermeld in bronnen.
Naast de traditionele landbouwactiviteiten is dit dorp een residentiële plaats met weinig nijverheid. Vlak bij het dorp liggen de Makegemse bossen. Tot 1977 was het een zelfstandige gemeente en telde 750 inwoners bij een oppervlakte van 5,1 km².
Adolf Neels (1911 - 2003), de broer van striptekenaar Marc Sleen was lange tijd pastoor te Munte.
Munte dankt zijn naam aan het Romaanse montem (berg) en verwijst naar de heuvelrug waarop dit charmante kouterdorpje in Scheldeland ligt. Samen met de kerk maken de twee huisjes links deel uit van het geklasseerde dorpsgezicht.
St-Bonifatiuskerk in de Belgische deelgemeente Munte is een kerkgebouw in neoromaanse stijl, toegewijd aan Bonifatius. De kerk werd ingewijd op 15 juni 1868 door bisschop Hendrik Frans Bracq, die de kerk aan de Torrekensstraat met haar oud kerkhof verving en in 1888 werd gesloopt. Ook de oude kerk had Bonifatius als patroonheilige. Start van de wandeling. Zicht op het Munteplein.
Kasteel ter Zinckt.Kasteel Ter Zinkt in Munte was een echt middeleeuws waterslot, dubbel omgracht en uitgerust met een kerker voor misdadigers. In de 18e
eeuw werd het grotendeels gesloopt, en in de 19e eeuw werden de resten omgevormd tot een lusthof. Dit kasteel is dus een typisch voorbeeld van een romantische kasteel-interpretatie. Het valt helaas enkel van buitenaf te bewonderen.
Veel afwisseling tijdens de wandeling. De hemel veranderde constant van wolkenformatie, het ene moment mooi het andere dreigend.
Hier heb ik efkes afgeweken van het parcours om deze te bewonderen.
Mooi paardje, jammer van de modder waar het dier stond. Kwam vele hofsteden tegen tijdens de wandeling. Hier en daar veel water op de landerijen en weiden.
Ook af en toe een leuke spreuk of gezegde.
Zicht op de kerk van Bottelare
mooie zichten
Nier meer van toepassing. Hier liep ik een tijdje op de kerststallen route.
Hier heb ik even halt gehouden om mijn boterhammeke op te eten. Er stond hier een bank en kon genieten van het zicht.
Zicht op een bunker. Bunkers vormen de rode draad doorheen deze route. Alleen al in Munte staan er nog 25 van deze betonnen constructies uit de jaren 30. Ze werden gebouwd ter verdediging van Gent in oorlogstijd en waren oorspronkelijk gecamoufleerd als arbeidershuisje, boerderij of schuur.
De paden waren goed bewandelbaar
Dit was een ander paar mouwen om verder te gaan. Het land langs de zijkant was heel drassig. Dit was het ergste punt van de hele wandeling.
Zicht op de kerk van Baaigem.Op weg naar Baaigem, ook al een dorpje dat dateert uit de 10de eeuw, moet je enkele korte maar steile hellingen op. In Baaigem beland je in een andere toeristische regio van Oost-Vlaanderen: de Vlaamse Ardennen. Zicht op de bergmolen. De kerk van Baaigem. De Sint-Bavokerk in de Belgische deelgemeente Baaigem is een kerkgebouw toegewijd aan Bavo. Deze Sint-Bavokerk is een van de oudste van de streek, omgeven door een kerkhof. Het is een uniek voorbeeld van een kerk met twee beuken met authentieke oude delen en een uitbreiding in neogotiek uit het begin van de 20e eeuw. Dorpsplein van Baaigem.Baaigem is een van de zes dorpen die behoren tot de gemeente Gavere. Het is gelegen aan de rand van de Vlaamse Ardennen,het heuvelachtige zuidelijke deel van de provincie Oost-Vlaanderen, België,en was tot eind 1976 een zelfstandige gemeente. Baaigem is 3,79 vierkante kilometer groot en telde op 31 december 2005 565 inwoners. De bevolking is de kleinste van de zes dorpen van Gavere.
Eigentijdse kerstboom.
Ik verliet de gemeente Baaigem en wandelde terug richting Munte via enkele mooi weggetjes en paden. Hier een mooi hemels schouwspel, ene kant donker ,ander kant zon. Jong paardje
mooie vergezichten.
Het was heel kalm onderweg
Hier de bergmolen.
De bergmolen. Deze ronde, stenen bergmolen vinden we op de plek waar de familie van Lamoraal van Egmont in 1551 een houten staakmolen liet plaatsen. Lamoraal was prins van Gavere, vandaar de naam Prinsenmolen. De molen onderging enkele aanpassingen in 1806 om later, in 1890, zijn huidige vorm te krijgen. In 2017 werd de molen omgebouwd tot woonhuis.
Nog een laatste blik op de molen. Hier nog een bunker.
Ben stilaan aan het einde van deze wandeling.
Het beeldje van de Muntenaar. Nog een 100tal meter en ik ben terug aan de kerk waar deze mooie wandeling begon.
Vandaag ging ik een wandeling maken in de Vlaamse Ardennen. Het beloofde een mooie frisse winterdag te zijn. Ik reed richting Vlaamse Ardennen, met name richting Schorisse.
Schorisse is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van de gemeente Maarkedal. Het landbouwdorp is een langgerekt straatdorp in de Vlaamse Ardennen, nabij Henegouwen. Het reliëf golft tussen de 32 en 122 meter, en de Maarkebeek stroomt door de dorpskern. Vroeger was ruim 300 ha bebost, nu zijn slechts het 26 ha grote staatsbos (Bos Ter Rijst) en enkele verspreide bospartijen overgebleven (onder andere in het Burreken). In Schorisse liggen de Kasteelmolen en de Hazeveldmolen.
Schorisse, afkomstig van het Latijnse Scornacum (schorre), was reeds bekend in de 12de eeuw, meer bepaald met de Heeren van Schoorisse. Arnaut V, een van de Heeren, was zelfs raadsheer van Lodewijk van Male die in 1378 de onafhankelijkheid van het huidige Schorisse verwierf. In 1416 werd het Sint-Margriethospitaal gesticht, een onderdak voor bedevaarders en noodlijdenden. Verder, in de 16de eeuw werd de Sint-Pieterskerk gebouwd, waarvan tot op heden enkel de gotische toren overbleef door de Beeldenstormers, die deze in 1566 ernstig beschadigden. Ook was dit dorp in bezit van een waterslot (rond 1640). Dit kasteel raakte echter in verval nadat dit in handen was gevallen van het Huis te Lalaing uit Oudenaarde en werd in 1890 afgebroken. Het dorp kreeg in de loop der geschiedenis veel te verduren, want in 1788 brak de Boerenopstand te Cocambre (Koekamer) (zie een van de verhalen van Herman Teirlinck) uit. Op de begraafplaats van Schorisse liggen tien Britse soldaten die in de buurt sneuvelden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het was omstreeks 11u toen ik begon aan mijn wandeltocht,
Wat info over dit domein. Het Burreken is een erkend natuurreservaat in de Vlaamse Ardennen in Oost-Vlaanderen (België). Het reservaat ligt op het grondgebied van de gemeenten Brakel (deelgemeente Zegelsem), Maarkedal (deelgemeente Schorisse) en Horebeke (deelgemeente Sint-Kornelis-Horebeke). Het erg reliëfrijke gebied ligt op de grens van het Zwalmbekken en het Maarkebeekbekken. Het behoort tot de uitlopers van de west-oost gerichte heuvelrug die zich in de Vlaamse Ardennen uitstrekt. In 1981 kocht de toenmalige vzw Natuurreservaten er het eerste perceel aan. Nu beslaat het natuurreservaat het Burreken 35 ha en wordt het gebied beheerd door Natuurpunt. In 2021 kreeg het gebied een subsidie van de provincie Oost-Vlaanderen om uit te breiden [1][2]. Het natuurreservaat is erkend als Europees Natura 2000-gebied (Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen) en maakt deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk. Het Burreken is een van de meest schilderachtige plekjes in de Vlaamse Ardennen. Het is een erg heuvelachtig gebied met scherp ingesneden beekjes, die voor smalle dalen en steile (20% en meer) valleiwanden hebben gezorgd. Het hoogste punt van de centrale heuvelrug ligt op ongeveer 116 meter hoogte. De laagste delen van het Burreken liggen op zowat 50 meter hoogte. Het typische Vlaamse Ardennen-landschap in het Burreken bestaat uit een kleinschalig patroon van akkers, bossen en graslanden met veel bomenrijen en houtkanten op de perceelsgrenzen. Het uitgesproken reliëf wordt geaccentueerd door holle wegen en rootputten. Op die manier ontstond een panoramisch mozaïek van lichtrijke loofbossen, kleine bronbosjes, vochtige en bloemrijke weiden en een opvallend zandig talud. Dit lappendeken van bosjes en graslanden wordt doorsneden door de kronkelende Krombeek met haar diepe bedding.
Hier ben ik dan aan het volgend domein: Het Brakelbos is een natuurgebied in de Vlaamse Ardennen in Zuid-Oost-Vlaanderen (België). Het bosgebied van 52 ha ligt op het grondgebied van de gemeente Brakel (deelgemeente Opbrakel). Het natuurgebied ligt pal op de taalgrens op een flank van de Rhodesberg (Modderode) en sluit naadloos aan op het Pottelbergbos (Bois du Pottelberg) op de Pottelberg in D'Hoppe, een gehucht van Vloesberg, in het Waalse Pays des Collines. Het domeinbos wordt beheerd door de Vlaamse overheidsdienst Agentschap voor Natuur en Bos. Het bos is erkend als Europees Natura 2000-gebied (Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen) en maakt deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk. Het Brakelbos behoorde toe aan de heren van Opbrakel. Van de zestiende tot de achttiende eeuw was het in handen van verschillende Gentse adellijke families, waaronder D'Hane de Steenhuyse, Vander Meersche, Walckiers en Faligan. Na erfenissen en verkopen werd de Commissie voor Openbare Onderstand (later het OCMW) van Oudenaarde eigenaar in 1951. Sinds 1976 is het bos opengesteld voor het publiek. Het Brakelbos ligt op de flank van de getuigenheuvel Rhodesberg (Mont de Rhode (Modderode)). Dit beukenbos ligt in het erg reliëfrijke landschap van de Vlaamse Ardennen, met steile valleiwanden, glooiende heuvels en diep ingesneden dalen.
Eens uit het Brakelbos ging ik richting bos ter Rijst.
Op grondgebied Flobecq, ook hier is het aangenaam wandelen.
Het laatste domein op deze wandeling: Het Bos Ter Rijst is een natuurgebied in de Vlaamse Ardennen in Zuid-Oost-Vlaanderen (België). Het 25 ha grote domeinbos wordt beheerd door de Vlaamse overheidsdienst Agentschap voor Natuur en Bos. Het natuurgebied ligt op het grondgebied van de gemeente Maarkedal (deelgemeente Schorisse). Het natuurgebied is erkend als Europees Natura 2000-gebied (Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen) en maakt deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk.
Het Bos Ter Rijst dankt zijn naam aan het vroegere hakhoutbeheer. Tot in de 18de eeuw werden om de vijf à tien jaar de jonge bomen en struiken van het bos tot aan de grond afgezet. Het gekapte hout werd samengebonden tot bussels rijshout genoemd voor bakovens. Het Bos Ter Rijst ligt langgerekt op de steile oostflank langs de bovenloop van de Molenbeek. Het bos ligt midden in het reliëfrijke landschap van de Vlaamse Ardennen. De hoogte neemt een steile duik van 95 à 105 m in het zuidoosten tot 50 à 65 m in het noordwesten. De Molenbeek wordt gevoed door vele bronnetjes in het bos en ten zuiden ervan. Aan de ingang van het bos werd een gedenksteen onthuld ter ere van Marcel Nachtergaele, een van de pioniers op vlak van de Vlaamse natuurbescherming.
De Kasteelmolen: De Kasteelmolen is een watermolen in de Oost-Vlaamse gemeente Schorisse (Maarkedal). De oudste vermelding van de watermolen dateert van 1456. Hij behoorde bij het waterkasteel, dat ondertussen niet meer bestaat. Tijdens het ancien régime was het kasteel in bezit van de "heren van Schorisse". De watermolen bevindt zich aan de Maarkebeek, die echter op het grondgebied van Schorisse Molenbeek of Meulebeek wordt genoemd. Na de Franse Revolutie kwam de molen in het bezit van de molenaar. Sinds 1906 is de molen in bezit van de familie Vanderdonckt, de vijfde generatie nu die de molen uitbaat. Het bijhorende boerderijbedrijf werd stopgezet in 1968 maar de molen is nog steeds maalvaardig. Het ijzeren bovenslagrad werd in 1981 vernieuwd en in de periode 1993-1997 werden herstellingswerken uitgevoerd aan het gebouw en aan de strekdam. Sinds 10 augustus 1976 is deze molen beschermd erfgoed.
Van hieraf nog een kleine km alvorens ik terug ben aan de kerk waar ik deze wandeling begon.
Ik ben Vanden Broucke Jean Pierre, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jipie.
Ik ben een man en woon in Lauwe (België) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 21/12/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wandelen, fotografie en genieten van de natuur.