voor wie te maken heeft met (demente) bejaarden, fysiek en mentaal gehandicapten en met alle andere hulpbehoevenden die hun weg niet vinden in het doolhof van de sociale voorzieningen
29-09-2010
Verder op de rivier van het leven...
Wanneer ik nadenk over het leven, krijg ik vaak het beeld van een meanderende rivier voor ogen... waarbij je niet weet wat je na de volgende bocht te wachten staat. Zal je terecht komen in een strook van wild kolkend water waarbij je met moeite je bootje overeind houdt en alle moeite moet doen om de zwiepende takken vanop beide oevers te ontwijken? Of kan je straks misschien genieten van de zonnestralen op je gezicht terwijl je bootje zachtjes dobbert op de kalm kabbelende rivier? Je weet nooit wat je te wachten staat, precies zoals in het leven zelf...
Over de eerste twee à drie maanden van 2009 kan ik eigenlijk vrij kort zijn. Niet dat we nu meteen in kalm vaarwater terecht gekomen zijn... nee, daarvoor is de impact van mijn schoonmoeders dementie op het dagdagelijkse leven té groot. Maar er is wel een zeker gevoel van rust neergedaald. Nu zowel mijn schoonmoeder als mijn schoonbroer onder (mijn) voorlopig bewindvoering staan, heb ik het geruststellende gevoel om tenminste één aspect onder controle te hebben. De angst dat ze zich - zonder het zelf te beseffen - nog verder in de financiële problemen kunnen werken, is weg. En tegen de verwachting in hebben ze zich ook heel snel aangepast aan de wetenschap dat ik nu hun geld en goederen beheer... uiteraard met af en toe de nodige uitschieters waarbij ze allebei denken het allemaal zélf te kunnen en daarbij elkaar 'opjagen' in hun boosheid tegen mij... maar dat zal wel altijd zo blijven, denk ik. Maar al bij al gaat het leven eigenlijk zijn gangetje... En natuurlijk zijn er de dagelijkse problemen... dan kan de gezinshulp een keertje niet komen, een andere keer is mijn schoonmoeder weer gevallen of weggelopen, of er is toch weer post in hun brievenbus beland terwijl al hun post naar mij moet doorgestuurd worden... Maar eigenlijk is er niets onoverkomelijks. Er gaan zelfs heel veel dingen ook heel erg goed. Mijn schoonbroer gaat inmiddels netjes twee dagen per week werken in het arbeidszorproject, uiteraard af en toe met de nodige hick-ups van te-laat-komen of voorgewende ziektes om te kunnen thuisblijven... maar daar wordt kordaat tegen opgetreden zowel door mezelf als door één dame van de gezinshulp die inmiddels toch ook een beetje de hand gekregen heeft over mijn schoonbroer. De wekelijkse oppas voor mijn schoonmoeder op dinsdagnamiddag loopt ook heel erg vlot. Het onderlinge contact tussen die twee gaat goed en de dame van de oppasdienst neemt ook regelmatig zelf het initiatief om eens met mijn schoonmoeder te gaan wandelen in de buurt. Heel mooi om te zien vind ik dat. Al blijft het natuurlijk heel erg jammer om te zien wat die vreselijke ziekte met een mens kan doen...
Nog iets positiefs wat zeker het vermelden waard is, is het eerste verkennende gesprek dat ik had met Oikonde en het daaropvolgende gesprek met mijn schoonbroer. Nadat ik - via de coördinatrice van de oppasdienst van de mutualiteit - het bestaan van Oikonde ontdekte en na even op hun website gesurft te hebben, neem ik contact met hen op. Het eerste telefonische gesprek verloopt heel erg aangenaam en ik word uitgenodigd voor een gesprek op hun kantoor om na te gaan of de zorg die ik aan mijn schoonbroer verleen onder het systeem 'wonen met ondersteuning van particulieren' valt en of zij vervolgens de begeleiding daarvan op zich kunnen nemen. Al snel blijkt dat inderdaad zo te zijn, maar wat méér is... eigenlijk krijg ik voor het eerst een gevoel van erkenning voor alles wat ik al al die tijd doe. Het is iets waar ik niet makkelijk bij stilsta als het niét zo is, maar wat wel héél erg fijn voelt als je die erkenning dan opeens wél krijgt. Enfin.. er wordt een afspraak gemaakt voor een gesprek met mijn schoonbroer, want uiteindelijk moet hij ook akkoord gaan met deze begeleiding. Nu zijn mijn schoonmoeder en schoonbroer inmiddels wel al min of meer gewend aan het feit dat er (door mij en in mijn bijzijn) 'nieuwe' mensen over de vloer komen en ik heb ook het gevoel dat het voor hen iets makkelijker wordt om die 'hulp' ook te aanvaarden. Mijn schoonbroer gaat dan ook meteen akkoord met een eerste gesprek met de mensen van Oikonde. Een gesprek waar ik met grote béwondering en vérwondering aan deelneem. Het vaststellen dat deze mensen écht in gesprék gaan met mijn schoonbroer vervult me met zo'n warm gevoel dat het met geen pen te beschrijven is. Het verschil met de vorige dienst voor thuisbegeleiding is dan ook immens groot. Nu zie ik een échte dialoog ontstaan en je kan je mijn verwondering vast voorstellen wanneer ze erin slagen mijn schoonbroer enthousiast te laten vertellen over toekomstplannen waar ik hem nog nooit over gehoord heb. Nu ben ik me terdege bewust van de 'zelfoverschatting' die zo typisch is voor mijn schoonbroer en op mijn schouder staat een duiveltje te springen dat in mijn oor fluistert: "laat je nou niet meeslepen, je wéét hoe hij is... heel veel plannen waar nooit iets van komt"... maar ik zit echt intens te genieten van de manier waarop mijn schoonbroer vertelt over zijn schooltijd, over zijn werk nu en over zijn dromen om later weer iets te gaan doen met datgene waarvoor hij ooit studeerde. Het enige minpuntje - al laat ik me daardoor zeker niet deprimeren - is dat er voor de begeleiding in het kader van WOP toch eerst een inschrijving op de wachtlijst CRZ (waarvoor hij gelukkig al een goedkeuring van het VAPH heeft) nodig is. Met andere woorden: de begeleiding kan nog niet meteen van start gaan... maar de intentie is er alvast, en dat is wat telt. Als alles goed gaat, krijgt mijn schoonbroer straks de begeleiding die hij verdient en als toemaatje krijg ik ook nog extra ondersteuning... wat wil een mens eigenlijk nog meer?
En zo wordt het dan maart 2009... en ofschoon er geen echte negatieve uitschieters zijn, voelt iedereen wel dat de toestand zoals die nu is eigenlijk niet langer houdbaar wordt. Je merkt aan alles dat mijn schoonbroer steeds meer begint te lijden onder het dagdagelijks samenleven met zijn dementerende moeder... iets wat hij met zijn toch wel beperkte mentale capaciteiten, zijn gebrek aan zelfinzicht en zijn niet kunnen uiten van zijn gevoelens, niet eens onder woorden weet te brengen. Maar je merkt het aan alles. Het gaat niet goed zo. Mijn schoonbroer die zélf heel veel begeleiding en mentale ondersteuning nodig heeft, krijgt nu eigenlijk een verantwoordelijkheid toegeschoven die hij helemaal niet aankan en die hij ook niet zou mogen moeten dragen. De toestand van mijn schoonmoeder gaat in een sneltempo achteruit en de 'heldere' momenten worden steeds zeldzamer. Ze is heel erg verward, zowel in tijd als in ruimte. Het heden en het verleden begint door elkaar te lopen... zo erg zelfs dat ze zich soms kwaad maakt over het feit dat ik nu - en dan denkt ze echt dat het nog maar pas gebeurd is - met haar zoon getrouwd ben. Vaak herkent ze mensen ook niet meer en praat ze over overledenen alsof ze er nog steeds zijn. En dat zijn allemaal dingen waarop mijn schoonbroer absoluut niet weet hoe te reageren. Wanneer ik op een dag in maart dan ook nog vaststel dat mijn schoonmoeder - die inmiddels eigenlijk volledig incontinent is - nu ook incontinent lijkt te worden voor faeces, maak ik een nieuwe afspraak met de huisarts. Samen besluiten we om haar op de dagkliniek van de dienst geriatrie toch nog eens opnieuw te laten evalueren... en van daaruit zullen we dan moeten beslissen hoe het verder moet. Maar daarover een volgende keer weer meer...