Inhoud blog
  • audiovisuele reportage: de mythe van het maagdenvlies
  • wetenschappelijk artikel:
  • column: de smaak van keuze
  • sfeerverslag - de telepostzegelmachine
  • "Jean-Marie Pfaff achterna" (column over taal)
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Journalistieke schrijfsels et alia, door Marilien

    17-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.human interest reportage:

    Zoals aangekondigd, geen BV meer deze keer, maar misschien wel een BG (Bekende Gentenaar). Foto's moet ik jullie nog steeds verschuldigd blijven. Maar ik hoop dat het artikel jullie fantasie zodanig prikkelt dat foto’s in feite geheel overbodig zijn.

    Voor de huismussen onder jullie: geniet nog even van deze ‘dicht bij huis’- locatie waar het interview plaatsvond. Volgende keer immers neem ik jullie mee over de Belgische grens, op bezoek bij onze Noorderburen. Vergeet dan zeker jullie wandelschoenen niet, want we gaan op pad ;-) Alvast tot dan en veel leesplezier met het artikel hieronder. 




    Al fluitend door het leven

     

    Met Indische fluit en tekenpotlood kleurt Kasper het Gentse straatbeeld

     

     

    Het is een winderige herfstdag in het centrum van Gent. Geen optimale weersomstandigheden voor het spelen van fluit. “Koud aan de vingers en niet goed voor de klank”, bevestigt Kasper. Zijn halflange haren spelen in de wind, zijn korte baardje verschuilt zich onder een wollen rolkraag en uit zijn rugzak piept het neusje van één van zijn trouwste metgezellen: zijn Indische fluit. 

     

    Geen TV

     

    Kasper is een jonge kunstenaar. Althans, zo zou je het kunnen noemen, want zelf neemt hij die titel niet in de mond.  Hij heeft vier jaar grafisch ontwerpen gestudeerd aan de kunstacademie, houdt van tekenen en creatief bezig zijn en geeft zo nu en dan tentoonstellingen. “Het gaat mij vooral om het plezier van het creëren”, legt Kasper uit. Creativiteit is voor hem een sleutelbegrip, “een fundamentele kracht”, zoals hij zelf zegt. “Het is belangrijk voor de mens om creatief bezig te zijn. In dat opzicht hou ik niet van de westerse obsessie voor het digitaliseren”, vertelt hij. “TV bijvoorbeeld maakt mensen passief en zet hen niet aan tot creativiteit. De momenten waarop anderen naar TV kijken, hou ik me bezig met tekenen of muziek spelen. Het is een methode om jezelf op een creatieve manier uit te drukken, een beetje vergelijkbaar met dans”. Terwijl hij vertelt, houdt zijn hand een zwart potlood vast, dat schijnbaar nonchalant over een bierviltje beweegt. Voor ik het goed en wel besef ligt een minikunstwerkje voor me op tafel. Ik bekijk het en aanschouw hoe zijn aanvankelijk ruwe hand erin geslaagd is een zachte en verfijnde tekening te maken. “Zo werk ik meestal”, zegt hij. “Van ruwheid naar minutieuze verfijningen”.

     

    Indonesië

     

    “Die zin voor verfijning heb ik waarschijnlijk geërfd uit het verre Indonesië”, gaat Kasper verder. “Mijn mama is half-Indonesisch, dus ook door mijn aderen stroomt nog Indonesisch bloed. De houtkervers daar werken allemaal heel verfijnd en gedetailleerd en dat heeft me een stuk beïnvloed bij de manier waarop ik tewerk ga in mijn tekeningen”. Indonesië heeft echter niet alleen een invloed nagelaten op de grafische producties van Kasper, het heeft tevens een impact gehad op zijn muzikale leven. Het is namelijk in dat land dat hij, zo’n zes jaar geleden, voor het eerst met fluitspelen in contact kwam. “Ik was met mijn familie op vakantie in Bali en zag er op een marktje een Indonesische bamboefluit liggen. Ik kan moeilijk verklaren waarom, maar ik voelde me er enorm toe aangetrokken en heb er onmiddellijk eentje gekocht. Ik heb nooit muzieklessen gevolgd of andere instrumenten bespeeld, dus ik probeerde zelf maar wat uit. Ik luisterde naar cd’s en oefende veel in de gangen op school. Daar werd ik door een professor aangesproken, die mij vroeg of ik de “shakuhachi” kende, een Japanse fluit. Ik had geen idee en bestelde er eentje via ebay. Wat later sprak iemand me aan en stelde me voor de ‘Bansuri’, een Indische bamboefluit, te proberen. Dat heb ik gedaan en zo ben ik terecht gekomen bij deze fluit.” Hij wijst naar een smalle, langwerpige hoes waarin een lange houten fluit verscholen zit. In tegenstelling tot zijn eerste fluit, wordt deze niet als een blokfluit maar eerder als een dwarsfluit bespeeld. “Ze heeft een moeilijke vingerzetting, maar het gaat intussen vrij vlot”, vertelt Kasper. “Ik neem ze overal mee naartoe en speel ook zowat overal: op straat, in het station, thuis. De drang om te spelen is gewoon zo sterk”.

     

    Vooroordelen

     

    Een muziekinstrument bespelen wanneer en waar je er zin in hebt, al is dat in het bijzijn van andere mensen. Dat vergt best moed, meen ik. Maar Kasper ziet het anders. “Mensen vinden het vaak leuk om mij muziek te horen spelen. Af en toe krijg ik zelfs geld voor mijn gefluit, al is dat helemaal niet de bedoeling. Anderen vinden mij soms raar, dat weet ik. Maar ach, wat maakt het uit wat andere mensen denken? In onze huidige maatschappij zijn de meesten vooral bezig met zichzelf en hun relatie tot de buitenwereld. Facebook bijvoorbeeld is daarbij een grote boosdoener. Mensen worden er heel oppervlakkig en onzeker door en verliezen daardoor binding met een essentieel iets in zichzelf, omdat ze eigenlijk constant zoeken naar bevestiging van anderen. Natuurlijk ben ook ik, voor mijn eigen werken, soms onderhevig aan die bevestiging. Het is nu eenmaal fijn om te horen dat mensen je werk goed vinden. Maar ik heb een voldoende gevoel van zelfinschatting, zodat ik zelf aanvoel of iets goed is of niet en de oordelen van anderen doen daarbij niet ter zake. Het is ook zo lastig om te denken wat ánderen misschien zouden denken.”

    Na een kort gepeins voert Kasper me enkele decennia terug in de tijd. “Albert Einstein zei ooit: ‘Gezond verstand is de verzameling vooroordelen die we rond ons achttiende verworven hebben’. Wat een wijs en creatief man was hij. We worden inderdaad geconditioneerd door oordelen en vooroordelen. Maar weet je, het is gewoon belangrijk om altijd te zijn wie je bent. Ik heb een lichte vorm van Gilles de la Tourette en ADHD, maar ik zie dat als een soort uitdaging. Misschien is net dát de drijfveer van mijn creativiteit, dat wat me die drive geeft bij het maken van mijn muziek en tekeningen”.

     

    Filosoferen

     

    Na een slurp van zijn koffie bevestigt Kasper al snel wat hij me eerder reeds toevertrouwde: hij houdt van filosoferen. Gepassioneerd onthult hij mij de geheimen van het boeddhisme. Zijn vijfentwintig jonge levensjaren lijken amper te rijmen met de wijze woorden die hij uitspreekt. Balans, vrije wil, acceptatie en streven naar een hoger geluk. Het zijn waarden die Kasper hoog in het vaandel draagt. “Je hoeft geen boeddhist te zijn natuurlijk om er een boeddhistische levensvisie op na te houden”, lacht Kasper. “In de bibliotheek van mijn vader ontdekte ik boeken over het boeddhisme. Toen ik er in las, had ik meteen een gevoel van ‘herkenning’. Die boeddhistische kijk op het leven is sindsdien gewoon versterkt.”

    Wanneer ik hem vraag of hij soms het idee heeft liever in een ander deel van de wereld te wonen, waar de manier van denken dichter aanleunt bij die van hem, lacht hij even. “Nee hoor, ik ben perfect gelukkig hier in België. Het is net de kunst van de boeddhistische levenswijze om in iedere leefomgeving gelukkig te zijn. Ik probeer dan ook om op een positieve manier door het leven te gaan, waar ik ook ben.” Na een kleine aarzeling nuanceert hij zijn antwoord. “Het is wel zo dat ik meer aangetrokken ben tot de culturen die gericht zijn op het meditatieve aspect en op sacrale waarden, iets wat de massadrive hier in het Westen moeilijk toelaat. De Mayatempels, oude Egyptische beschavingen, de aanbidding van de zon en andere rituelen spreken me enorm aan. Maar als ik zelf ’s morgens naar de zon kijk, voel ik evenzeer die energie en daarvoor hoef ik dus niet naar een ander land of zelfs een ander tijdperk.”


    Onder de brug

     

    Wanneer de wind even rustig ademhaalt, neemt Kasper me mee naar zijn favoriete plekje: onder de brug, aan de Graslei. “De akoestiek is hier heel goed en zo komen de klanken het best tot hun recht”, meent hij. Al rechtstaand tovert hij enkele eerste klanken uit zijn fluit alvorens een plekje op de grond in te nemen. “Het hout moet nog eventjes warm geblazen worden”, legt hij uit. “Dan worden de klanken voller en mooier”. Maar mijn muzikale amateuroor merkt weinig verschil. “De melodieën bedenk ik zelf”, had hij me onderweg verteld. Dat bespaart me alvast de kemel om te vragen welke bekende componist dit fantastische stuk heeft bedacht. Prachtige, zachte klanken dwarrelen door de tunnel. Terwijl ik helemaal tot rust kom, ontdekt de wind opnieuw zijn eigen kracht. Vol zelfvertrouwen treedt hij in blaascompetitie met mijn fluitende tunnelgenoot en haalt, tot mijn grote spijt, de overwinning binnen. Maar ik kom terug, beloof ik mezelf. Van zodra de wind is gaan liggen. Tot die tijd gaat Kasper immer fluitend door het leven.

    17-12-2011 om 00:00 geschreven door Marilien  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    09-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Belgodyssee: blogtekst en radioreportage

    Tijd voor wat buitenschoolse journalistieke activiteiten! Meer bepaald gelinkt aan mijn Belgodyssee-avontuur, waar de meesten onder u wel van op de hoogte zijn. Voor wie alles op de voet heeft gevolgd is het dus herhaling. Voor de anderen zet ik nog even op een rijtje wat er van ons verwacht werd.

    Belgodyssee is een journalistieke wedstrijd voor laatstejaarsstudenten (of pas afgestudeerden) journalistiek (met slechts 1 week ervaring behoorde ik dus ook tot die cathegorie). Een beetje onverwacht ben ik in die wedstrijd terecht gekomen. Met andere woorden: één van de 8 Vlaamse laureaten geworden. Concreet wil dat zeggen dat er aan Vlaamse zijde 8 studenten zijn die het tegen elkaar opnemen (en hetzelfde voor onze 8 Waalse collega's, waarmee we telkens een duo vormden). Dat door elk een radioreportage voor radio 2 te maken. Daarbij staat de ontmoeting tussen een bekende Vlaming en een Francophonne connu centraal. Het project wordt tevens gesteund door OESO, wat wil zeggen dat ook kwaliteit van leven, geluk en dat soort zaken verwerkt moest worden in de opdracht (inderdaad, een hele boterham dus). Daarnaast worden ook onze journalistieke schrijfskills op de proef gesteld: meer bepaald dmv een artikel voor Metro en een blogtekst voor de site van radio 2.

    Ik was de zesde die me in het avontuur mocht storten. De laatste twee studenten komen de volgende weken nog aan de beurt en de week daarop, op woensdag 21 december, worden we op het koninklijk paleis verwacht voor de officiële prijsuitreiking. De beste radioreportage zal er bekroond worden met een zes maand werkcontract bij radio 2. Ook voor de beste schrijvende hand is er een prijs, maar van iets kleinere omvang.
    Voor wie mijn hele belgodyssee-avontuur een beetje heeft gemist of mijn 'creaties' graag eens opnieuw willen lezen/beluisteren/bekijken, hieronder de belangrijkste links:

    - voor de radioreportage (+ blogtekst, foto's en het befaamde 'oeh, ik moet in't Nederlands'-filmpje):
     http://www.radio2.be/belgodyssee/de-magie-van-het-radiomonteren
    - voor het artikel van metro: http://issuu.com/metrotime/docs/metro_nl_20111205/21?mode=a_p (p.21 (titel 'topsporters gespot'))


    Hieronder alvast de blogtekst die ook op de website van radio 2 staat:

     

      



    De magie van het radiomonteren

     

     

    Het leven heeft soms aangename verrassingen in petto. Dit Belgodyssee-avontuur was er ongetwijfeld één van.

     

    Een beetje ‘last minute’ en zonder veel nadenken stuurde ik mijn cv en motivatiebrief door. Een onverwachte uitnodiging voor de castingdag en een nog meer onverwachte ‘proficiat je bent geselecteerd’-sms later, was ik even in de war. Hoe was ik er in godsnaam in geslaagd om zonder radio-ervaring als één van de laureaten verkozen te worden? Maar geen tijd voor verder gepeins. Ik werd onmiddellijk terug verwacht in de gebouwen van de Koning Boudewijnstichting voor de bekendmaking van mijn thema en Waalse medereporter. De jury had mij tijdens het gesprek duidelijk goed ingeschat en zorgde met thema ‘sport’ en collega ‘Sébastien’ voor dubbel goed nieuws.

     

    Nadat vijf van mijn Kuifje- en Tintincollega’s zich reeds in het avontuur hadden gestort, was het eindelijk onze beurt. “Atletes Olivia Borlée en Elodie Ouedraogo”, zo had ik een paar weken tevoren te horen gekregen. Maar toen de research naar de twee interviewees meer vorm gekregen had, bleek dat Olivia de Nederlandse taal blijkbaar toch onvoldoende machtig was en dat ons een andere ‘Francophone connu’ toegewezen zou worden. Meteen  werd van mij een eigenschap verwacht die ook bij echte journalisten een onmisbare troef is: flexibiliteit.

     

    Amper twee dagen vóór het interview kreeg ik te horen dat onze nieuw uitverkoren bekende Waal ene Olivier Kaisen was. Noch Sébastien noch ikzelf kenden deze achtentwintigjarige wielrenner. Eén ding wist ik wel: “Il est très sympathique”. Dat had Adrien Joveneau (boegbeeld van de Franstalige radiozender Vivacité) me verzekerd. Enkele dagen voordien had ik reeds gemerkt - bij de opname van sfeergeluid tijdens haar atletiektraining - dat ook Elodie heel sympathiek is. Het beloofde dus een mooie ontmoeting te worden.

     

    Inderdaad, Adrien had niet gelogen. Olivier is een aardig persoon. Zo ook Ludivine Henrion (zijn vriendin, tevens profwielrenner) en Olivia Borlée, die eveneens naar Leuven waren afgezakt. Niet twee maar vier bekende persoonlijkheden dus (Kathy Lindekens en Adrien Joveneau niet meegerekend). Waar hadden we dat aan verdiend?

     

    Er werd gretig gepraat over sport, een leven als sporter en leven in het algemeen. Maar zoals het hoort bij echte sporters, bleef het niet bij praten alleen. Olivier en Ludivine op de fiets, Elodie op de piste, de anderen aan de zijlijn. Ook Sébastien en ikzelf waagden ons aan een staaltje atletiek. Ik op hakken weliswaar. Maar op een dag als deze werden dergelijke ‘onverzoenbare tegenstrijdigheden’ vriendelijk opgenomen in de rest van het rijtje: Franstaligen en Nederlandstaligen, sportamateurs en sportieve hoogvliegers, interviewers en interviewees, atletiek en wielrennen. Geen schroom, alles bijeen.

     

    Met de herinnering aan een mooie dag en een opnamebandje op zak, trokken we huiswaarts. Het onderdeel waar ik aanvankelijk de grootste schrik voor had, bleek één van de zaligste uitdagingen. Als een kind met een nieuw speeltje, knipte, plakte en monteerde ik erop los. Naast een fantastische ervaring, een paar nieuwe vrienden en een vergrote kennis over sport, hield ik aan dit Belgodyssee-avontuur dus ook een nieuwe passie over: de magie van het radiomonteren.

    09-12-2011 om 14:20 geschreven door Marilien  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Belgodyssee - "topsporters gespot"


    Om het Belgodysseepakket geheel te maken: hieronder het artikel dat maandag in metro is verschenen. Hoofddoel was om drie stellingen voor te leggen aan de bekende persoonlijkheden, zodat zij daarop konden reageren.  Ook hier, zoals bij het radiointerview, werd levenskwaliteit als invalshoek gegeven. Tot slot werd verwacht dat in een stukje 'face to face' de beide personen over elkaar wat vertelden. Voor de bijhorende (zelfgemaakte) foto - jaja, een journalist moet polyvalent zijn - en oorspronkelijke lay-out verwijs ik (opnieuw) naar http://issuu.com/metrotime/docs/metro_nl_20111205/21?mode=a_p 

    Na Elodie Ouedraogo en Olivier Kaisen gaan we volgende keer weer de 'niet bekende' toer op, al is daar voor de mensen uit het Gentse enige twijfel over mogelijk... ;-) 

                                            

    Topsporters gespot

     

    Bekend, Belg, beroepssporter. Vlaamse vuurpijl Elodie Ouedraogo en Waals wielrenner Olivier Kaisen hebben meer met elkaar gemeen dan ze zelf vermoedden. Op de Leuvense atletiekpiste van het Sportkot, thuisbasis van Elodie, ontmoeten ze elkaar voor het eerst. Samen trainen ze er hun praatspieren, bij een babbel over sport, leven, en een leven als sporter.

     

    Sportresultaten en geluk gaan hand in hand

    Elodie: “Hoe belangrijk sport voor mij ook is, het is niet dé reden om gelukkig te zijn. Er is nu eenmaal zoveel meer in het leven. Vooral de mensen die ik graag zie zijn daarbij heel belangrijk. Anderzijds mag sport ook je verdriet niet bepalen. Verliezen hoort er simpelweg bij en er moet altijd iemand de laatste zijn. Wel, ik probeer dat gewoon zo weinig mogelijk te zijn.” (lacht)

    Olivier: “Een positieve ingesteldheid is bij sporten heel belangrijk. Al gaat het eens minder goed, dat is geen reden om ontgoocheld te zijn. Geluk zit immers niet in grote successen, maar eerder in kleine dingen: wanneer ik mensen rondom mij gelukkig zie, voel ik me zelf ook gelukkig.”

     

    Trainen is een eenzame bezigheid

    Elodie: “Vooral de aanloop naar de wedstrijd en de wedstrijd zelf vind ik een eenzaam gebeuren. Zeker wanneer je bij een belangrijke wedstrijd de piste opstapt, voel je dat je er helemaal alleen voorstaat. De trainingen daarentegen doen we in groep. Er wordt gelachen en plezier gemaakt en daar hou ik van.”

    Olivier: “Ik train soms samen met mijn vriendin (Ludivine Henrion, nvdr). Zij is ook profwielrenner. Maar meestal doe ik het alleen. Zo kan ik mijn eigen ritme aanhouden, me focussen op mijn trainingen en intussen mijn gedachten verzetten. Niet zozeer een moment van eenzaamheid dus, maar eerder een soort ‘quality-time’ voor mezelf.”

     

    Snel naar de eindmeet, snel door het leven

    Elodie: “Ik merk dat mijn leven soms gejaagd is. Er zijn dagen waarop ik een beetje van hot naar her moet hollen: voor afspraken, interviews,… Ik probeer echter om dat soort dagen tot een minimum te beperken. Het is voor een atleet namelijk cruciaal om voldoende rust in te lassen.”

    Olivier: “Tijdrijden mag dan wel mijn favoriete discipline zijn, in het dagelijkse leven voel ik die drang tot snelheid helemaal niet. Ik ben geen zenuwpiet en ik hou er van om alles rustig aan te doen, zelfs al is dat niet altijd mogelijk. Als sporter hebben we een vrij druk programma en we moeten ook vaak naar het buitenland bijvoorbeeld. Maar ik probeer vooral zoveel mogelijk te genieten van het leven.”

     

     

    FACE 2 FACE

     

    Elodie over Olivier:

    “Vóór deze ontmoeting had ik nog nooit van Olivier gehoord, al ligt dat waarschijnlijk aan mezelf. (lacht) Aangezien Vlaanderen een beetje wielergek is, denk ik dat zijn naam bij vele Vlamingen wel een belletje doet rinkelen. Ik weet inmiddels dat hij profwielrenner is bij Omega Pharma Lotto en dat zijn verloofde ook voor die ploeg rijdt. Niet alleen wielrennen maar ook sport in het algemeen is zijn grote passie. Verder is hij een fervent stripverzamelaar. Ik bewonder vooral hoe hij heel gedreven met zijn sport bezig is, maar er toch steeds een gezonde, nuchtere kijk op heeft. Olivier is een levensgenieter, houdt van de kleine dingen des levens en is positief ingesteld. Hij is bovendien heel sympathiek. Een aangename gesprekspartner dus.”

     

    Olivier over Elodie:

    “Elodie is in Wallonië waarschijnlijk niet zo bekend als in Vlaanderen, maar sportliefhebbers zoals ik kennen haar ongetwijfeld. Vooral dankzij haar topprestaties bij de 4x100 meter op het WK 2007 en de zilveren medaille op de Olympische Spelen in Peking heeft ze volgens mij in heel België bekendheid verworven. Elodie is dus zonder twijfel een echte topatlete en dat verdient heel wat respect. Ook voor de Olympische Spelen in London heeft ze zich al weten te plaatsen voor de 400 meter horden. Ze heeft journalistiek gestudeerd en houdt zich daar naast haar sport regelmatig mee bezig. Elodie is een heel sympathieke en sociale vrouw met een goede dosis optimisme. Ze is een zoetbekje, houdt van plezier maken en gaat lachend door het leven.”

     

    Bijlagen:
    http://www.radio2.be/belgodyssee/de-magie-van-het-radiomonteren   

    09-12-2011 om 00:00 geschreven door Marilien  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    03-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.column: vrouwen en humor, een grap?

    Zoals beloofd, kort deze keer. Maar krachtig. Een column dus. De dualiteit man-vrouw zal altijd een gewaagd onderwerp zijn. Ik hoop alvast geen hartjes te breken (noch langs vrouwelijke, noch langs mannelijke kant), maar een column wordt altijd met een knipoog geschreven (én gelezen), dus ik vertrouw erop dat jullie ook deze hap zullen lusten ;-) Veel leesplezier!

    PS: Voor wie zin heeft één van mijn schrijfsels (binnenkort ook te lezen op deze blog) eens in de krant te lezen in plaats van op het computerscherm, kijk dan maandag zeker in Metro (p.21) ;-)



    Vrouwen en humor, een grap?

    ‘The Joker’. Reeds meer dan een maand wandel ik er elke dag voorbij. Maar vanavond is het zover. Het Antwerpse comedy-café onthult me zijn diepste geheimen, nu ik eindelijk de voorgevel inruil voor een stukje binnenhuisarchitectuur. Tien kandidaten: “vijf Vlamingen, twee Nederlanders, een Engelsman, een kwart Marokkaan en een halve neger”. Ik hoor het de presentator vol trots zeggen : “Wat een variëteit!”. Variëteit? De sofisten hadden blijkbaar gelijk, toen ze met hun relativistische ideeën op de proppen kwamen. Mijn vrouwelijke oog spot namelijk tien keer hetzelfde geslacht. Niet zo variërend, als je ’t mij vraagt.

    Durft dan geen enkele vrouw er zich aan te wagen om humor op de planken te brengen? Of hebben vrouwen gewoon echt minder humor? Ik besluit de proef op de som te nemen en ondervraag een aantal van mijn mannelijke vrienden. Met een bedenkelijk ingehouden lachje klinkt telkens opnieuw bevestigend antwoord: “Tja, vrouwen zijn nu eenmaal niet zo grappig als mannen”. Maar is dat wel zo? Het probleem ligt volgens mij niet zozeer bij het ‘grappigheidsgehalte’ van vrouwen, maar er is gewoon iets fundamenteel mis met de definitie van ‘gevoel voor humor’. Zo staat geformuleerd in het ongeschreven woordenboek (juist ja, dat waar ook de ‘ongeschreven regels’ in staan): “Een man heeft gevoel voor humor wanneer hij snedig en gevat uit de hoek komt en daarbij seks en aanverwante onderwerpen niet schuwt. Een vrouw heeft gevoel voor humor wanneer zij kan lachen om het hierboven gedefinieerde gevoel voor humor van de man.” Wanneer een vrouw echter probeert om even grappig uit de hoek te komen als haar mannelijke collega’s, wordt zij onmiddellijk van de G van ‘gevoel voor humor’ verbannen naar de B van ‘boertig’, de G van ‘grof en gemeen’ of zelfs naar de S van ‘slet’, ‘sloerie’ en ‘schande voor het vrouwelijke geslacht’. De taak van de vrouw is immers heel eenvoudig: “sois belle et tais-toi”, zoals het Franse spreekwoord liefdevol luidt. Wie durft dus te beweren dat vrouwenemancipatie al lang op punt staat?

    Laten we echter niet te hard van stapel lopen. We moeten immers toegeven dat de man hard zijn best doet om deze ongelijkheid van de weg te ruimen. Zo wordt de ondervertegenwoordiging van de vrouw als producent van humor ruimschoots gecompenseerd door een oververtegenwoordiging van de vrouw als onderwerp van humor. Van de tien stand-up comedians die elkaar in ijltempo opvolgen, is er niet één die het woord ‘vrouw’ (niet zelden in verband gebracht met ‘seks’) niet in de mond neemt. En ja hoor, gelachen wordt er wanneer dat onderwerp op het toneel verschijnt. Geef toe: vrouwen zijn dus wel degelijk grappig, al is het eerder op hun eigen manier. Want al blijven mannen het bevoordeelde geslacht bij het tappen van moppen, zonder vrouwen waren er simpelweg geen moppen. En zo blijft de wereld zijn evenwicht behouden.

    03-12-2011 om 00:00 geschreven door Marilien  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    27-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.(verhalend) interview: van sigarendoos tot circusact

    Zoals ik bij mijn vorige artikel reeds schreef: ‘interviews afnemen, naar mensen hun verhalen luisteren en deze proberen op een goeie manier op papier te zetten, het heeft wel zijn charmes’. Ook bij het maken van onderstaand artikel ben ik tot die constatatie gekomen. Een inleiding is nauwelijks nodig, alles staat namelijk in het artikel zelf. Maar voor wie de term ‘cigar box juggling’ – ondanks de fantastische (poging tot) uitleg in mijn artikel – nog steeds even vreemd aandoet als een roze olifant op struisvogelpoten, raad ik aan de term even te ‘youtuben’.  Sinds mijn vorige artikels is er helaas nog niks veranderd in de vriendschapsrelatie tussen mezelf en mijn computer. De communicatie loopt nog steeds stroef en we begrijpen elkaar niet zo goed. (Hoera, er zijn nog zekerheden in het leven!) Bijgevolg moet ik jullie dus opnieuw  – tot mijn allergrootste spijt – de foto’s verschuldigd blijven. (Zonde! zonde! Maar wie graag een foto wil zien vraagt het maar, dan mail ik die wel door)

    Eventjes nog voor de niet zo fanatieke lezers onder jullie: verontschuldig mij de lengte van het artikel. Volgende keer echter heb ik speciaal voor jullie iets lekker kort in petto ;-)




                                                                    


                                     Van sigarendoos tot circusact



    Levi en Vincent doen aan ‘cigar box juggling’

     

    Man met gitaar, meisje met microfoon, man met accordeon,… Een gebruikelijk stukje straatentertainment op de Antwerpse Meir. Even verderop: jongens met blokken. Ik hou halt en volg met mijn ogen vier behendige tienerhanden die gedwee de teugels der zwaartekracht in bedwang houden. Gefascineerd sla ik het schouwspel gade en zie hoe rechthoekige blokken van links naar rechts, van boven naar onder, van voor naar achter worden geslingerd en telkens weer met stijl worden opgevangen. Terwijl Vincent (15) geconcentreerd verder tovert met vliegende blokken en zwaartekrachtregels, neemt Levi (15) even een adempauze en staat mij enthousiast te woord over één van zijn grote passies, waar ik zonet een mooi staaltje van zag: cigar box juggling.

     
    “Cigar box juggling is een circusdiscipline die in Amerika is uitgevonden en vervolgens is overgewaaid naar Europa”, legt Levi uit. “Dat zie je nog aan het feit dat ook hier in België de originele Amerikaanse benaming gebruikt wordt. ‘Cigar box juggling’ betekent letterlijk ‘goochelen met sigarendoosjes’. Oorspronkelijk werden echte sigarendoosjes gebruikt, maar deze zijn nu vervangen door rechthoekige houtblokken die langs de zijkant met een zwart laagje vilt bekleed zijn. Het basisprincipe is dat je drie blokken horizontaal tegen elkaar aangedrukt houdt en vervolgens één of twee blokken van plaats verwisselt of omdraait. De bedoeling is dat je dat doet zonder dat de blokken op de grond vallen, zodat je daarna opnieuw drie blokken op een rij hebt.”

     

    Circusschool

    Het wordt echter snel duidelijk dat Levi en Vincent meer dan alleen het basisprincipe van cigar box juggling onder de knie hebben. Er is namelijk heel wat variatie mogelijk, en dat proberen de twee behendige jongens met graagte uit. “Zo werken wij bijvoorbeeld vaak met vier of zelfs met vijf blokken. Of we gebruiken slechts één hand in plaats van twee. Verder doen we ook wel eens evenwichtstrucjes met de blokken. Drie blokken verticaal op elkaar plaatsen en laten balanceren op één vinger is daarbij een van mijn favorieten”, vertelt Levi.
    “Het lijkt moeilijker dan het is hoor”, stelt hij me gerust bij het zien van mijn stomverbaasde blik. “Om het makkelijkste trucje te leren hebben de meeste mensen slechts een uurtje oefenen nodig. Het vergt natuurlijk wel veel meer tijd als je het echt goed wil kunnen. Zo heb ik eerst lang geoefend om alle mogelijke trucs met drie blokken te kunnen om dan daarna weer ‘vanaf nul’ te beginnen bij het inoefenen van de trucs met vier blokken. Ikzelf ben intussen ruim twee jaar bezig met cigar box juggling. Dat heb ik geleerd tijdens de lessen die ik op circusschool  ‘Estropov’ volg.”
    Zijn behendigheid en vlugge vingers verraden evenwel een langere voorgeschiedenis binnen het circusmilieu. “Aanvankelijk volgde ik circuslessen op een andere school. Daar deed ik hoofdzakelijk aan acrobatie en handenstand was mijn specialiteit. Aangezien later ook bij ons op de middelbare Steinerschool circuslessen werden georganiseerd, ben ik met de lessen van ‘Estropov’ begonnen: iedere dinsdag vlak na schooltijd. Daar ben ik voor de eerste keer met cigar box juggling in contact gekomen. Op een bepaald moment haalde onze circusleraar  drie oude houten blokken uit de kast en toonde ons enkele trucjes. Zo ben ik zelf wat aan het oefenen geslagen en algauw probeerde ik eigen trucjes uit, samen met mijn vriend Vincent. Ondertussen zitten we bij de ‘gevorderden’ op de circusschool. Vanaf die categorie moet iedereen een specialisatie kiezen. Bij Vincent en bij mij is dat dus ‘cigar box juggling’ geworden.”

     

    Eenvoudig en toch zo fascinerend

    Van die keuze hebben de twee jongens duidelijk geen spijt. “Cigar box juggling is een discipline die vrij weinig wordt uitgeoefend, binnen de circuswereld in het algemeen en in België in het bijzonder. Het is dus niet alleen vrij onbekend maar er zijn ook weinig mensen die het doen. Net dát maakt het voor mij extra aantrekkelijk”, zegt Levi. “Ook binnen onze circusschool, met zo’n tachtig leerlingen, zijn Vincent en ik de enige twee die het kunnen. Zelfs onze  leraar hebben we qua techniek inmiddels overtroffen, dus op dat vlak kan hij ons niet meer helpen. We zijn bijgevolg vaak op onszelf aangewezen om nieuwe trucs te bedenken. Dat prikkelt mijn creativiteit en daar hou ik van. Al is onze leerkracht zelf niet gespecialiseerd in cigar box juggling, hij brengt ons regelmatig op nieuwe ideeën en daagt ons uit deze uit te voeren of verder ideeën te zoeken. Ook van dat uitdagende kantje hou ik wel. Bovendien is het tof om te kijken naar andere disciplines en ons daardoor te laten inspireren. Zo proberen we soms bestaande trucs van andere circusacts uit binnen onze eigen specialisatie. Cigar box juggling is voor mij dus echt een discipline die blijft boeien. Eenvoudig en toch zo fascinerend.” 
    Maar wat maakt het cigar box juggling dan zoveel fascinerender dan andere soorten jongleren? “In tegenstelling tot bijvoorbeeld jongleren met ballen kan je bij cigar box juggling meer variatie bedenken. Je kan de twee soorten jongleren in feite ook moeilijk met elkaar vergelijken. Waar je bij jongleren met ballen een opwaartse beweging maakt – je gooit dingen in de lucht – gaat het bij cigar box juggling net om de omgekeerde beweging. De blokken vallen, en daar probeer je iets mee te doen. Je gaat mee in hun val en probeert die val een beetje te ‘manipuleren’. Bovendien werk je bij jongleren met ballen met vloeiende bewegingen, bij cigar box juggling gebeurt dat niet. Je hebt als het ware telkens één beweging van waaruit je weer helemaal opnieuw kan starten. De opeenvolging van de verschillende bewegingen maakt het resultaat vaak spectaculair. Daarom gebruiken we naast de witte blokken soms één of twee gekleurde blokken; dan kunnen de toeschouwers beter zien wat er met welke blok gebeurt, want anders verdwijnt de magie van de truc een beetje in het niets, omdat het publiek niet weet welke blok er nu naar welke plaats is gegaan.”

     

    Zwarte Piet

    Het gerinkel van een vallende euro in het hoedje dat voor de voeten van jonglerende Vincent ligt leidt even de aandacht van mijn vijftienjarige gesprekspartner af. Levi bedankt de schenkster met een mooie glimlach en Vincent met een puik stukje jongleerwerk. Voorbijgangers zien het jonglerende blokkenduo blijkbaar graag aan het werk. “Oh, dat hangt er een beetje van af”, antwoordt Levi. “Van zodra er een vijftal voorbijgangers stopt om even te kijken, vormt zich al snel een grote groep rond ons. De reacties zijn dubbel. Enerzijds zijn er mensen die vol ongeloof toekijken en heel enthousiast zijn. Zo was er onlangs een man die mij aansprak en vroeg of ik volgend weekend als circus zwarte piet wil werken. Als Vincent en ik het er daarbij goed vanaf brengen, krijgen we in de toekomst waarschijnlijk nog andere opdrachten. Anderzijds zijn er mensen die in het begin wat sceptisch reageren, omdat ze denken dat er magneten zijn ingebouwd in de blokken. Dat kan misschien zo lijken, maar het is helemaal niet zo. Dat merk je als onze blokken vallen. Vooral als we met vier blokken werken kan het soms wel eens mislopen. Als de blokken te vaak op de grond vallen, lopen voorbijgangers gewoon door. Maar meestal gaat het best goed. Dan verdienen we toch minstens tien euro per uur. In de zomer, als er veel voorbijgangers zijn, kan het zelfs tot dertig euro per uur gaan.” “Vandaag is het veertien geworden” informeert Vincent. Bijna genoeg om een nieuwe blok te kopen. 

    Quatre mains

    Enkele dagen later ga ik de twee jonglerende blokkenmaatjes opzoeken tijdens hun wekelijkse circusles. Ik ontdek er de wereld op zijn kop. Tussen de lopende handen, zwierende lichamen, grondloze voeten en vriendelijk vragende blikken van jonge circusstudenten herken ik al snel de glimlach van juggling-duo Vincent en Levi. “We zijn nog eventjes bezig met de algemene opwarming, maar dadelijk beginnen we elk aan onze discipline.” Intussen nemen de twee jongens alvast hun blokken. Tussen de witte en oranje blokken spot ik een vreemde eend in de bijt. “Ik heb één van de blokken ingepakt met cadeaupapier” zegt Levi. “Zo lijkt de blok op een pakje van de Sint. Voor onze zwarte pietenact zondag hé. Het zal wel lukken normaalgezien. Nu enkel hopen dat we geen gladde handschoenen aan hoeven want anders kan het wel eens moeilijk worden.” Vijf minuten later ben ik toeschouwer van een privé-optreden van hun laatste nieuwe trucs. “Dit is er één die we met ons twee doen” leggen ze uit. “Dat wil zeggen dat we samen als het ware één persoon vormen. Daardoor kunnen we met gemak vijf blokken gebruiken. Het idee komt van Bert, onze leraar. Voor zover ik weet zijn we de enige die dit doen. We hebben het althans nog nergens gezien.” De jongens tonen me een stukje van wat zou kunnen beschouwd worden als de cigar box juggling-variant van één van de betere muzikale quatre mains. Een goudmijn aan visuele impulsen laat me verstomd staan. “Daar zit een mooie toekomst in”, bedenk ik.

     

    Jong talent met ambitie

    Wanneer ik hen naar hun toekomstplannen of ambities binnen de circuswereld vraag, blijken beide jongens heel ‘down to earth’.  “We zijn nog jong nu, dus we moeten sowieso eerst onze middelbare school afwerken. Daarna zou ik graag naar een circusuniversiteit gaan. Vooral die in Zweden schijnt erg goed te zijn, maar daar geraak je natuurlijk niet zomaar binnen. Bij de ingangsexamens is er telkens maar een viertal ingeschrevenen die door gaat. Slagen is dus vast veel te moeilijk voor ons” zegt Vincent bescheiden. Ook Levi denkt er zo over, maar een opleiding aan een circusuniversiteit is geen must, vindt hij. “Mijn ultieme droom is eigenlijk om later gewoon rond te trekken en ondertussen geld te kunnen verdienen met het cigar box juggling, op welke manier dan ook. Een beetje zoals Eric Bates, één van onze grote juggling-idolen. Die man tovert echt met zijn blokken. Ongelooflijk wat hij allemaal kan! En als dat niet lukt, word ik wel leerkracht”, lacht  Vincent.“Maar dat zijn zorgen voor later. Op dit moment is onze grootste ambitie een finaleplaatsje bij ‘Kunstbende’. Dat is een wedstrijd waarbij  jongeren van 13 tot 19 jaar hun ‘kunstige’ talenten kunnen laten zien. Wij hebben ons ingeschreven voor het onderdeel ‘performance’. Dat wil zeggen dat we gedurende vijf minuten een podium ter beschikking hebben en ermee kunnen doen wat we willen. De keuze voor een originele cigar box juggling-act lag voor Vincent en mij alvast voor de hand. We willen die act heel goed voorbereiden en zijn er nu al wat mee bezig, al zijn de voorrondes in Antwerpen pas in maart. Onze droom is natuurlijk om de grote finale te halen of zelfs te winnen. Maar ach, dat zien we nog wel.”

     

    Ik bedank de jongens, neem vriendelijk afscheid en wens hen alle succes. “Je stuurt het artikel toch naar me door he?”, roept Levi me nog na met een knipoog. Dat zal ik zeker doen.

    27-11-2011 om 00:00 geschreven door Marilien  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    22-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.human interest interview rond 'boekwezen' : droom zkt vervulling


    Het zal sommigen misschien verbazen maar, ondanks mijn taal-en letterkundige opleiding, is literatuur niet mijn grootste interesseveld. Naar aanleiding van de Antwerpse boekenbeurs werd ons gevraagd een human interest interview te doen rond iets wat met ‘het boekwezen’ te maken had. “Zo’n opdracht is toch wel in de handjes wrijven?!”, meende de prof likkebaardend. Daar dacht ik dus anders over. Maar eenmaal aan de opdracht begonnen, merkte ik dat ik het stiekem best prettig vond. Interviews afnemen, naar mensen hun verhalen luisteren en deze proberen op een goeie manier op papier te zetten, het heeft wel zijn charmes ;-)


    Droom zkt vervulling       


     

    Thabo woont zo’n 12 jaar in België en koestert één grote droom: auteur worden

     

    Antwerpen, 31 oktober 2011. De boekenbeurs schiet voor de vijfenzeventigste keer uit zijn literaire startblokken. Honderden auteurs uit binnen- en buitenland zakken af naar het noorden van ons land om er triomfantelijk een plekje in te nemen tussen een massa boeken en een menigte boekenliefhebbers. Honderd kilometer verderop, in het Oost-Vlaamse Gent, neemt Thabo zijn gebruikelijke plekje in aan de livingtafel, tussen de twee muren van zijn appartement, dromend van de dag waarop ook hij een eigen tafeltje in de Antwerpse expo kan veroveren. 

      

    “Zo’n drie jaar geleden begon ik na te denken over het leven: het raast maar voort en je bent steeds in de weer, met je job, met je vrienden en familie, met dans,…” zegt Thabo. “Ik besloot eventjes halt te houden en bewust na te denken over waar ik mee bezig was, en vooral, over waar ik in de toekomst graag mee bezig zou willen zijn. Al snel brachten mijn gedachten me weer naar mijn schooltijd. Ik studeerde Latijn-Wetenschappen. Vaak moesten we opstellen, essays en besprekingen schrijven. Ik herinner me hoe iedere leerkracht telkens opnieuw positieve feedback gaf op mijn schrijfwerkjes. Een keer zelfs in het laatste jaar haalde ik als enige 20 op 20. Absurd, dacht ik. Maar de leerkracht vond het meer dan terecht. Vooral de inhoud van mijn verhaal had haar hart veroverd, vertelde ze me. Datzelfde jaar kregen we voor een ander vak een opdracht rond woordverklaring. Ik besloot de opdracht met een beetje creativiteit aan te pakken en verwerkte hem in een verhaal. De leerkracht was dolenthousiast over mijn originele aanpak en mijn goeie verhaal en las het aan iedereen voor. Terugdenkend aan al die goeie commentaren en aan het fijne gevoel dat ik bij het schrijven had, wist ik het: schrijven, dát is wat ik graag doe, dát is wat ik wil doen.” Na deze overpeinzing duurde het nog anderhalf jaar alvorens Thabo echt de daad bij het woord voegde.

     

    “16-01-’10”, lees ik op de eerste bladzijde van het A4-schrift dat voor hem op de tafel ligt. Op dezelfde hoogte, een beetje meer naar rechts: “Sipho’s reis”. “Een kortverhaal voor kinderen”, legt Thabo uit, “al kan het ook voor volwassen. Want voor beide leeftijdsgroepen zit er een boodschap in het verhaal. Het gaat over een achtjarige Afrikaanse jongen die voor de eerste keer beslist om helemaal alleen een treinrit te maken. Uit angst de volwassenen om raad te vragen  stapt hij zomaar de trein op, zonder kaartje en zonder zekerheid over de bestemming. Al gauw raakt de jongen in moeilijkheden, maar recht tegenover hem zit een man die de kleine Sipho helpt, zodat de jongen toch met succes op zijn bestemming terecht komt.” Of het een autobiografisch verhaal is? “Nee, dat niet. Al is het wel geïnspireerd op mijn eigen kindertijd in Zuid-Afrika, toen mijn mama me iedere morgen afzette aan het station en ik alleen met de trein naar school pendelde. Ook de episode op het einde van het verhaal, waarbij Sipho’s vrienden op sprinkhanenjacht gaan om deze vervolgens smakelijk op te peuzelen, is een greep uit mijn eigen kindertijd. Personen die ik ken of situaties die ik zelf heb meegemaakt vormen als het ware de basis waarop ik mijn fantasie kan laten rusten.”

     

    Zuid-Afrika is de plaats waar het verhaal zich afspeelt. Voor de inhoud en de boodschap van het verhaal is het een detail, maar voor Thabo blijkt die keuze niet zo willekeurig. “Ik ben opgegroeid in Zuid-Afrika en heb er tot mijn twintigste gewoond. Inmiddels woon ik al geruime tijd in België, maar ik mis mijn land van oorsprong nog steeds. Als ik over Zuid-Afrika schrijf, voel ik me goed. Door het in mijn verhalen te betrekken waan ik me als het ware weer eventjes daar en dat geeft me een warm en fijn gevoel. Maar het is zeker geen noodzakelijk ingrediënt om een verhaal te schrijven.”

     

    “Have fun is mijn levensfilosofie. Probeer van alles iets leuks of iets moois te maken, op welke manier dan ook of met welke middelen dan ook. In mijn dans bijvoorbeeld komt deze filosofie perfect tot uiting. Als ik ooit het geluk heb mijn auteursdroom waar te kunnen maken en mij fulltime te richten op het schrijven van boeken, zou ik deze visie in mijn verhalen integreren. Mijn doel is om mensen leesplezier te bezorgen, zodat ze een beetje ‘fun’ kunnen hebben bij het lezen van mijn verhalen. Daarom ook schrijf ik liefst verhalen met een happy end of verhalen die niet te ‘zwaar’ zijn en die gaan over de dingen des levens die mensen gelukkig maken: over mooie liefdesrelaties en over vriendschap bijvoorbeeld.”

     

    “Gedichten, toneelteksten, verhalen,… ik probeer het allemaal uit. Het zijn compleet verschillende genres, maar het ene is niet minder boeiend dan het andere. Door verschillende genres uit te proberen merk ik niet alleen wat ik het liefste doe, maar ook welke stijl me het beste ligt. De aanpak is helemaal anders. Bij gedichten komt de inspiratie uit dingen die ik zie, die ik voel en laat ik als het ware mijn hart gewoon vertellen. Soms kan ik zomaar ’s nachts wakker worden en een gedicht neerpennen. Bij het schrijven van verhalen gaat het helemaal anders. Daarbij zet ik me heel bewust aan mijn tafel, neem pen en schrift bij de hand en dan pas borrelen de ideeën op.  Alle genres hebben echter wel een gemeenschappelijke eigenschap. Ze geven me voldoening en zorgen voor psychische rust. Ik zou wel uren kunnen doorgaan en zou het dan ook fantastisch vinden om mijn dagen te kunnen vullen met het schrijven van verhalen, boeken of poëziebundels.

    Daarnaast hou ik van schilderen. Ook mijn vriendin Nakoulou houdt daarvan. Ze heeft ‘plastische opvoeding en project kunstvakken’ gestudeerd en maakt niet alleen prachtige schilderijen op doek, maar ook met potlood en papier kan ze heel aardig overweg. Het zou geweldig zijn als we onze twee passies samen zouden kunnen voegen. Vooral bij kinderverhalen gaat dit goed, dan schrijf ik het verhaal en maakt zij de illustraties, zoals we bij Sipho gedaan hebben.

     

    “De weg is nog lang, dat besef ik wel. Het is uiteraard niet evident om zomaar auteur te worden, of beter, om er je werk van te maken. Ik ga vaak naar de bib en lees behoorlijk veel, maar waarschijnlijk moet ik nog veel meer lezen om een goed schrijver te kunnen worden. Het is namelijk heel leerrijk om andermans boeken te lezen. Verder had ik me een aantal weken geleden ingeschreven voor een cursus ‘kinderboeken schrijven’, maar er waren te weinig inschrijvingen en dus ging die helaas niet door. Ik heb inmiddels een nieuwe cursus gevonden voor het schrijven van verhalen. Volgende maand gaan we van start. Ik kijk er alvast hard naar uit en hoop op die manier meer bij te leren over verhaaltechnieken en over ‘goed schrijven’ en zo een stapje dichter te komen bij de verwezenlijking van mijn ultieme droom.”

     

    Met een mooie glimlach en blinkende oogjes kijkt Thabo naar zijn schrift, dat nog steeds voor hem op de tafel ligt. Ik doorblader het en lees de eerste alinea’s van het verhaal over Sipho. Mijn ogen blijven even hangen wanneer ik zie hoe de blauwe inkt in zijn schrift de volgende zin heeft gevormd: “there was nothing that could stop Sipho from finally living his dream”. Er was niks dat Sipho kon weerhouden om eindelijk zijn droom te leven. Ik bedenk hoe auteur en personage meer met elkaar gemeen hebben dan ze zelf vermoeden.

    22-11-2011 om 11:38 geschreven door Marilien  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    16-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.sfeerverslag Relays Lotto Crosscup

    Goed nieuws alweer voor wie geïnteresseerd is in sport, en in het bijzonder atletiek deze keer. (Maar geen nood voor wie daar niet zo van houdt, met mijn volgende artikel gaan we de literaire toer op, misschien is dat dan wel iets voor jou ;-) ).

    Voor de atletiekliefhebbers onder u heb ik zelfs nog meer goed nieuws, maar daarvoor nog heel eventjes geduld (mijn Belgodyssee-avontuur begint volgende week). Voor wie niet weet waar ik het over heb, ik hou jullie nog eventjes in spanning: bekijk over een tweetal weekjes nog eens mijn blog en alles zal dan wel duidelijk worden. ;-)

    Goed, niet de piste op dus momenteel, maar de velden in, voor een sfeerverslag over de Crosscup Relays. Voor wie niet zo thuis is in de veldloopwereld, even een beetje extra info. (De anderen scrollen gerust onmiddellijk naar beneden!) Net als bij andere sporten bestaat er ook bij veldlopen een soort ‘competitie’. Deze heet ‘de Lotto crosscup’. Sinds een aantal jaar gaat deze crosscup van start met de ‘Relays’. Dit houdt in dat niet individueel –zoals bij de competitie zelf- maar in groep (telkens drie atleten per team) gestreden wordt voor de overwinning. Dit tijdens een soort aflossingsloop (zoals bij pistelopen moet er dus een aflossingsstok worden doorgegeven). Enkel teams kunnen bijgevolg een podiumplaats veroveren en punten sprokkelen. Deze Relays worden telkens uitgezonden op Sporza (dat was zo’n tweetal weken geleden), vandaar dus de aanwezigheid van cameramannen, sporzapresentatoren en quads die de aflossingsloop filmen en die een plaatsje krijgen in mijn verslag. Veel leesplezier!  

     

    PS: mijn foto’s zijn blijkbaar ‘te groot’. Als iemand mij kan zeggen hoe ik dat probleem kan oplossen dan krijgen jullie ook beeldmateriaal bij de tekst ;-)    



    Lotto crosst erop los

     


    De Blaarmeersen. Een mystiek stukje natuur in het Oost-Vlaamse Gent, waar de regels van het traditionele associatieve denken lijken te verdwijnen: een vleugje bosgevoel zonder bos, een sprankje zeegevoel zonder zee en bovenal, afgelopen zondag, een straaltje zomerzon zonder zomer en een aflossingsloop zonder piste.  

     
    Als de Almachtige er anders over beslist had en de ‘kunst der woordelijke communicatie’ niet enkel aan het menselijke ras geschonken had, dan zouden strand en ligweiden ongetwijfeld een mooi verhaal kunnen vertellen. Over halfnaakte zonnende lichamen, natte blote voeten, verliefd wandelende schoenen of zelfs koddige konijnenpootjes. Afgelopen zondag echter niks van dat. De zachte zomervoeten hebben plaats geruimd voor niet minder dan 5400 sportieve lopersvoeten, die - al dan niet met puntige spikes – zich klaarmaken om genadeloos het zand te doorboren en het gras te verpletteren. Om dan nog maar te zwijgen van het vierwielige gevaarte dat klaarstaat om ook deze keer weer onverbiddelijk de eerste te zijn tijdens de wedstrijd.
    Onder de sportieve voeten treffen we heel wat variëteit: van schoenmaat 32 tot maat 45, van nieuwkomers tot oude bekenden (zoals de voeten van Veerle de Jaeghere en Tom Van Hooste). Maar ook naast het eigenlijke parcours heel wat bekend voetenvolk. Denken we bijvoorbeeld aan de voeten van atletiekvedette Gaston Roelants, wiens topprestaties ongeveer een halve eeuw geleden de hele wereld verbluft achter lieten, of die van Sporza-journalist Marc Willems, aan wiens microfoon menig topatleet zijn eerste reactie toevertrouwt. De voeten van Jeroen D’Hoedt, de 21-jarige Europese kampioen veldlopen, zijn wegens blessure helaas nergens te bespeuren.


    Vrouwen en kinderen eerst

     

    Al lijkt het crosscupleven vaak ‘een wereldje apart’, sommige regels verschillen amper van de onze. Hoffelijkheid bijvoorbeeld wordt er hoog in het vaandel gedragen: ‘vrouwen en kinderen eerst’. En zo geschiedt het. De jongste groepen volgen elkaar snel op. Honderden jongens en meisjes tonen zich van hun sportiefste kant. Zomaar. Voor het plezier. Of omdat ze ervan dromen later even goeie prestaties neer te zetten als hun idolen die vlak na hen aan de beurt zijn.
    Na de kinderen, de vrouwen dus. 
    Zenuwachtig staat de eerste groep vrouwen klaar aan de startlijn. Een klein sprongetje, even door de knieën, ter plaatse trippelen... Samson en Gert zouden best fier zijn te zien hoe hun bekende ‘ochtendgymnastiek’ ook ’s middags wordt uitgevoerd. Het lijkt wel uren te duren. Niet in het minst voor de atleten, maar evenzeer voor de supporters, die vol spanning alles vanaf de zijlijn observeren. Wanneer de cameraman de atletes één voor één in close-up neemt, is de aanvang nabij.
    Het schot wordt gelost. De eerste reeks vrouwelijke senioren schiet als een pijl naar voor. Ze zijn vertrokken voor een sprint van een goeie 1000 meter en dragen daarbij een aflossingsstok in de hand. De tweede groep vrouwen begeeft zich inmiddels naar de startlijn. Met gespannen hart wachten ze er de komst van hun zopas vertrokken collega’s af. Al snel is de eerste vrouw in zicht. De supporters die aan de startstreep post hebben gevat staan duidelijk strategisch geplaatst. Zo zien ze niet alleen hoe Elke Van Hoeymissen als eerste haar chip door de elektronische mat laat registreren en de aflossingsstok doorgeeft aan clubgenote Vanden Bempt, maar zijn ze tevens getuige van hoe de DCLA-atlete – een schamele vijf seconden na haar aankomst – naast de vele ademhalingen ook een eerste woordelijke reactie naar buiten wurmt en via de microfoon van Marc Willems ‘en direct’ de woonkamer van thuisblijvende Sporza-kijkers inblaast.


    Dames strijden voor ereplaats


    Één voor één vertrekken nu ook de andere loopsters. Allen in de voetsporen van Vanden Bempt. Er heerst een gezond gespannen sfeer. Het is pas ronde nummer twee, er kan dus nog van alles gebeuren. Lady Gaga en David Guetta, die door de speakers weerklinken, zorgen echter voor de nodige portie ontspanning en entertainment. Op de ritmes van de beat snellen de dames door het parcours. Maar ook voor wie niet actief mee rent kan een beetje snelheid en fysieke conditie geen kwaad. Zo wordt bijvoorbeeld de conditie van Marc Willems op de proef gesteld wanneer hij de niets vermoedende Vanden Bempt, inmiddels gearriveerd en al op weg naar de eindmeet om er clubgenote Sandra Schenkel te zien finishen, met hoofdtelefoon en microfoon achterna holt voor alweer een ‘eerste reactie’ voor de kijkers thuis. DCLA zet alle hoop op Schenkels, maar dat is buiten tienvoudig crosscupwinnares Veerle Dejaeghere gerekend. Terwijl Dejaeghere haar achtervolgster Selien De Schryder steeds verder achter zich laat, roept het publiek haar toe dat ze dichter bij Schenkels komt. De Izegemse krijgt vleugels, gaat vlotjes voorbij haar Leuvense concurrente en slaat een gat. Van de grote stress waar ze bij aanvang last van had is niets meer te bespeuren. De eindstreep is reeds in zicht en dus maken de ritmische beats van Lady Gaga plaats voor de vertrouwde presentatorstem van Willy Vanhove. Niet veel later komt ze met ruime voorsprong over de eindstreep en vliegt tevreden haar clubgenootjes in de armen.
    Maar er is geen tijd voor lange omhelzingen. De vele fans hebben zich inmiddels van de eindmeet naar het podium verplaatst en wachten er op de traditionele prijsceremonie. Na een vluchtig praatje met de pers, neemt het team van DCLA plaats op de pijnlijke tweede tree, ééntje hoger dan Racing Gent en ééntje lager dan de Roeselaarse dames Galleyn, Maveau en Dejaeghere. Niet DCLA dus maar Roeselare krijgt de gouden medaille, 600 euro en de ‘leuke rode trui’, waar Galleyn altijd al van droomde, overhandigd van bloemenmeisjes Jana en Felia.


    Mannen vechten tot het bittere eind

     
    Terwijl de drukte om en bij het podium nog eventjes aanhoudt, weerklinkt reeds het startschot voor de senioren mannen. De afdwalende gedachten van een onoplettende supporter worden onmiddellijk weer richting loopparcours geloodst wanneer een horde mannelijke atleten als een wervelwind langs de supporters stuift, achter Mister Quad aan. Het lijkt wel een soort oneerlijke versie van tikkertje, waarbij het aantal tikkers honderd maal groter is dan de prooi, en deze laatste toch onvermijdelijk de snelste is. Desondanks zijn er een aantal tikkers die aardig in de buurt komen, in het bijzonder de DCLA-atleet Kim Ruell. Na anderhalve kilometer overhandigt de sympathieke Leuvenaar met trots zijn stok aan clubgenoot Maarten Van Steen. Met succes neemt deze het werk van collega Ruell over en een snelle drie kilometer later zet Krijn Van Koolwijk als eerste derde loper de overige 4,5 kilometer in.
    Alleen op kop, een zalige herfstzon en een energiek deuntje dat uit de speakers klinkt. Waar de sportieve Leuvenaars zich op de Relays van vorig jaar met een zilveren medaille moesten tevreden stellen, lijkt een plekje op de hoogste tree dit jaar wel mogelijk. Lichtjes glinsteren reeds in de ogen van de Leuvense supporters. Maar wanneer Van Koolwijk op de laatste rechte strook richting finish tevoorschijn komt, wordt al snel duidelijk dat ook een aantal andere regels des levens tevens voor het veldloop van toepassing zijn. ‘De wet van de sterkste’ en ‘vechten tot het bittere eind’. Van Koolwijk zal het geweten hebben. Hoe hard de DCLA-atleet ook rent, de snelle voeten van Vilvoords talent Dame Tasame zijn niet te houden en rennen als eerste de eindstreep over. Het kalf is verdronken, de hoogste podiumtree toegekend. Alle hoofden, microfoons en journalistieke pennen zijn gericht op Van Koolwijk, terwijl Tasame zich met gemak een weg baant naar zijn clubgenootjes Lucas Van Assche en Kristof Van Malderen, met wie hij trots de ereplaats op de piramide inneemt. Net als bij de dames worden ook de drie winnende mannen beloond met een tv-interview, het gewenste rode Lotto-shirt, een cheque van zeshonderd euro en – bovenal – een nummer één onder de voeten en tien punten op zak.


    Na de strijd…

     
    Een weinig later beginnen de camera- en griptechnici aan hun tweede fitnessbeurt van de dag. Kranen en camera’s worden afgebroken. Materiaal wordt van her naar der gesjouwd. Minstens anderhalf uur werk om al wat ze enkele uren geleden netjes hebben opgezet nu even netjes weer af te breken. Een ritueel dat voor vele toeschouwers het einde van de cross symboliseert, net als een doek dat valt nog voor het einde van een toneelstuk, omdat de apotheose toch al is verklapt. Het startschot voor de junioren verdwijnt in het niets. Dat van de masters evenzeer. Supporters trekken huiswaarts, sporters richting omkleedtent. Slechts een honderdtal sympathisanten blijft nog even rondhangen om de gewonnen junioren van vabco Mol en OEH en masters van Leuven en Molenland te feliciteren en vervolgens hun uitgedroogde kelen te spoelen in de geïmproviseerde kantine, gezellig napratend over de afgelopen dag. 

     
    Binnen een paar uurtjes zit het er helemaal op: konijnenpootjes zullen weer huppelen, verliefde wandelschoenen weer ronddwalen. Maar voor de lopende sportievelingen moet alles nog beginnen. De Crosscup Relays zijn slechts een voorsmaakje van de veelbelovende en spannende veldloopmaanden die in het verschiet liggen.

     

    Marilien Bultinck

    16-11-2011 om 00:00 geschreven door Marilien  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    13-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Opiniestuk Belgisch voetbal: Pro en contra

    Een opiniestuk. Gewaagd genre. Je moet een goeie stelling hebben, er volledig achter staan, en die met de juiste argumenten kunnen verdedigen. Een goedgekozen onderwerp is dus vrij cruciaal, lijkt mij. Toen ik de drie mogelijke onderwerpen las maakte ik een vreugdesprongetje. Optie 1: over de bankencrisis! [Joepie, dacht ik...] Optie 2: over de politiek! [Jummie, watertandde ik...] Optie 3: over het Belgisch voetbal. [Waar is optie 4?! dacht ik tevergeefs...] Met één van deze 3 onderwerpen moest ik het dus doen: een artikel pro én contra schrijven. Uiteindelijk werd het de derde optie. Het heeft me behoorlijk wat research gekost, want ok, in een ver verleden wist ik wel wat van voetbal af, maar dan eerder van de praktische kant, zeg maar. Veel leesplezier dus voor de voetbalfreaks. Voor de niet sportievelingen onder u, geen nood: er komen later nog níet sportieve onderwerpen, maar nu zal je het even hiermee moeten doen ;-)




    Stelling: “het Belgisch voetbal heeft dringend een groot tornooi nodig om zich te profileren”

    [PRO] Duivels verdienen duwtje in de rug

     

    11 oktober 2011. Walen en Vlamingen zijn het, voor een zeldzame keer, unaniem met elkaar eens. Eén land, één doel: zich kwalificeren voor het EK voetbal 2012. In de Miltifunktionsarena te Düsseldorf geven hoopvolle Belgische supporters het beste van zichzelf. De thuisblijvers zitten met gekruiste vingers aan radio of tv gekluisterd of volgen via iPhone alles op de voet. Zelfs wie niet geïnteresseerd is in sport hoopt stiekem op positief nieuws uit de voetbalwereld. Tevergeefs. Met teleurgestelde harten verbannen de ‘dappersten der Galliërs’ hun laatste beetjes hoop naar een verre toekomst. Teleurgesteld, maar niet verrast. Het heeft alwéér niet mogen zijn. 

    Het laatste EK-kwalificatieticket dat het Belgisch elftal zelf wist te bemachtigen is inmiddels een kleine 30 jaar oud. Een leeftijd die - behalve voor mensen en goede wijn – nauwelijks wordt geapprecieerd. Het Belgisch voetbal heeft een beetje hulp nodig. Een vrijstelling. Een gratis ticket naar de tweede ronde. Kortom, een eigen georganiseerd tornooi. Dit zou niet alleen de ultieme manier zijn om als ‘voetballand’ nog eens in de spotlights te komen, maar vooral omdat op die manier de kans om een mooie eindplaats te behalen verdubbelt.

    De organisatie van een eigen tornooi brengt een mooie compensatie met zich mee: het automatisch bemachtigen van een felbegeerd kwalificatieticket. Onze nationale spelers kunnen met andere woorden de kwalificatierondes en aldus de vervloekte ‘net niet’ omzeilen. Het is namelijk niet zozeer onkunde maar eerder een soort ‘vloek van het gelijkspel’ dat onze spelers in het merendeel van de gevallen de das omdoet. Want, laten we bescheiden doch eerlijk zijn: het ontbreekt ons Belgisch elftal niet aan talent. Manchester City, FC Porto en Bayern München likken smakelijk hun voetbalvingertjes met onze landgenoten Kompany, Defour en Van Buyten in hun team. Om dan nog maar te zwijgen over Lukaku, voor wie Chelsea FC met plezier een bedrag van 12 miljoen euro op tafel legde. Ongelukkig genoeg slagen onze Duivels er niet in om voldoende te winnen en gaan ze op cruciale wedstrijden met een gelijkspel naar huis, waardoor ze zich met twee punten minder dan winst en slechts één meer dan verlies tevreden moeten stellen. Pijnlijk als dit gebeurt tijdens de kwalificatiewedstrijden, want daar is het hard knokken, en iedere gemiste kans wordt afgestraft.

    Naast een gouden ticket naar de tweede ronde biedt een tornooi in eigen land ook meer kansen om door te stoten naar de halve finale of zelfs rechtstreeks naar het grote eindduel. Het volstaat een blik te werpen op de uitslagen van de voorbije EK-wedstrijden om hier een duidelijk bewijs van te zien. Sinds 1980 eindigde het gastland (of één van de gastlanden, in het geval van België en Nederland in 2000) 7 op de 8 keer in de top 4. Vreemd toeval? Natuurlijk niet! Zou u ook niet beter presteren op vertrouwde bodem, met een horde uitbundige supporters die bestaat uit ongeveer de gehele Belgische bevolking en die u toejuicht als was u een 11-koppige god, in plaats van ergens in één of ander ver land, waar u zich dan maar moet redden met de louter mentale steun van uw landgenootjes, uzelf oppeppend dat ze ergens veraf vast wel voor u supporteren? Dat maakt toch niet uit, meent u? De cijfers bevestigen echter van wel. Zo werden van de voorbije 15 overwinningen die onze rode voetbalvrienden mee naar huis brachten maar liefst 12 wedstrijden op eigen Belgische bodem gespeeld.  

    U heeft het goed begrepen: al leggen we tijdens de match zelf het lot volledig in de handen van onze voetballende duivels, zelf kunnen we ook wat doen om hen een extra boost te geven. Door een groot tornooi op eigen bodem te organiseren zijn we de kwalificatievloek te vlug af en kunnen we onze sportieve landverdedigers een duwtje in de goede richting geven. De duivels zullen u dankbaar zijn.




    Stelling: “het Belgisch voetbal heeft dringend een groot tornooi nodig om zich te profileren”

    [CONTRA] Duivels gebruiken hun horens wel

     

    Tot grote spijt van menig voetballiefhebber of trotse Belg heeft onze nationale ploeg  zich niet gekwalificeerd voor het EK 2012. Een jammere zaak, dat is zeker. En volgens velen te verwachten. ‘Niet goed genoeg’, zo klinkt het. Al jaren. ‘Het Belgisch voetbal heeft dringend nood aan een groot tornooi om zich te profileren’. Onzin!

    Het Belgisch elftal krijgt het vaak zwaar te verduren; de kritieken worden steeds heftiger en de supporters steeds negatiever. Er zijn echter twee belangrijke misvattingen die in voetballand ronddwalen. Een eerste misvatting betreft de kwaliteit van het voetbal van onze Rode Duivels, dat op een te laag pitje zou staan. Vandaar dat ze alweer niet door de kwalificaties voor het EK zijn geraakt. ‘En het dateert van 1984 dat dit wel is gelukt’ blijven de media benadrukken. De tweede misvatting bouwt voort op de eerste. Deze gelooft namelijk een oplossing te hebben bedacht om dat zogezegde slechte imago van onze Duivels wat op te krikken en het kwalificatieprobleem van de baan te ruimen. De oplossing zou dan bestaan uit de organisatie van een eigen tornooi. Zo zouden we namelijk onmiddellijk geplaatst zijn, zonder falende kwalificatierondes. Hoezee…

    Zijn we dan blijkbaar vergeten tot wat datzelfde geniale idee op het EK 2000 (georganiseerd door ons eigen land en buurland Nederland)  heeft geleid? Waar iedereen op hoopte is gebeurd. We hebben een record gehaald! Helaas niet het gewenste. De verhoopte eerste  Europese beker voor België moest plaats ruimen voor een titel als ‘eerste gastland ooit dat niet voorbij de groepsfase geraakte’. Niet zozeer iets om trots op zijn, me dunkt. Een tweede maal kunnen we ons dit niet permitteren. Als we een ticket voor de tweede ronde krijgen zal dat zijn omdat we het hebben verdiend, omdat we bewezen hebben de plaats in het kampioenschap waardig te zijn, en niet omdat we via achterpoortjes een illegaal ticketje hebben weten te bemachtigen.

    Geen nood, beste sportvrienden, die achterpoortjes heeft ons nationale elftal niet nodig om zich te kwalificeren. Al wordt er met graagte verwezen naar de vele recente ‘mislukte’ prestaties of ‘verspeelde kansen’ van de Rode Duivels, laten we toch even verder kijken dan onze neus lang is. Met name door te vertrekken van de datum die, zoals gezegd, al te vaak wordt aangegeven alsof het de laatste keer was dat de Belgische ploeg zich kwalificeerde voor een belangrijk tornooi: 1984. Wat er daarna gebeurde lijkt gewist uit het collectieve geheugen. Ik zet het even terug op een rijtje voor u. 1986: België is gekwalificeerd voor het WK en plaatst zich voor de halve finale. 1990: België plaatst zich op het WK en haalt de achtste finale. 1994: Idem. 1998: België kwalificeert zich voor het WK. 2002: na kwalificatie voor het WK gaat België door tot de achtste finale. 2008: de Belgische ploeg (onder 23) wordt vierde op de Olympische spelen. Heel wat spelers die vandaag in de nationale selectie zitten hebben mee gestreden voor deze vierde plaats. Laten we bovendien niet vergeten hoe vele rode duivels gretig door grote buitenlandse ploegen worden opgekocht voor bedragen waar mijn rekenmachine amper genoeg cijfertjes voor heeft.

    Dat het Belgisch nationaal voetbal in het slop zit is dus een te snelle conclusie, gebaseerd op vluchtig bijeengesprokkelde, ondoordachte argumenten. Een ploeg die bruist van talent heeft geen eigen tornooi nodig om zich op onsportieve wijze te kwalificeren. Vechten zullen ze doen, onze Duivels. Hun horens laten zien. En met het lot en ons vertrouwen aan hun zijde zal het hen de volgende keer vast wel lukken om een eerlijk verdiende plaats in de kwalificaties te bemachtigen.


    13-11-2011 om 12:35 geschreven door Marilien  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (9 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn allereerste (fictie) artikel : 'dinosauriër in amazonewoud'
    Zoals een aantal onder u wel weet, ben ik door de selecties van Belgodyssee geraakt. Toen ik de mail van Fien Reekmans opende en zag dat ik geselecteerd was voor de casting in Brussel, was het eventjes slikken. Vooral toen ik las dat ze me er reeds de dag nadien verwachtten, mét -jaja- een eigen geschreven artikel. PROBLEEMPJE, dacht ik zo. Ik had namelijk, behalve Franse en Italiaanse teksten, geen zelfgeschreven artikelen die niet dateerden uit de prehistorie (lees middelbare schooltijd). Ik had amper een paar uur om daar snel een oplossing voor te bedenken. Geen tijd dus voor research. Snel handelen was de boodschap. Ik heb me dan maar de vrijheid genomen om een compleet verzonnen 'krantenartikel' te schrijven. Hoe dwaas ook, het heeft het strenge oordeel van de redacteur van 'Metro' doorstaan... ;-)  




    Dinosauriërs in Amazonewoud

    De wetenschap is stomverbaasd nu blijkt dat een aantal dinosauriërs,die geacht werden zo’n 100 miljoen jaar geleden te zijn uitgestorven, toch nog een plekje op onze aardbol bezet.

    Afgelopen woensdag kreeg de Braziliaanse bioloog Pedro Casillas de schrik van zijn leven toen hij, tijdens een avondwandeling door het Amazonewoud, oog in oog kwam te staan met een dinosauriër. Volgens dinoloog Carl Winston zou het gaan om een jonge dinofixius. Deze dinosauriërsoort houdt van warme, bosrijke gebieden en voedt zich hoofdzakelijk met planten en bladeren. “De dinofixius is een herbivoor en dus geen bedreiging voor de mens”, aldus Winston.
    Naast een beangstigende ervaring bezorgde het zicht van deze ongewone tweevoeter tevens een biologisch orgasme aan de jonge Braziliaan. “Ik was niet alleen doodsbang, maar was ook enorm verwonderd. Zo’n prachtig dier heb ik nog nooit gezien” getuigt de jongeman.
    Aangezien dinosauriërs steeds in groep rondtrekken, wordt verwacht dat nog andere dinofixiussen in het gebied vertoeven. Daarrond is echter nog geen duidelijkheid. Wetenschappers kunnen evenmin een verklaring geven voor het voorkomen van deze dinosauriër, ettelijke jaren nadat zijn uitsterving een feit leek.
    Een ploeg dino-experts heeft inmiddels een kamp opgezet in de buurt waar de dinofixius voor het eerst werd gespot. Van daaruit zal de jonge tweevoeter geobserveerd worden, in de hoop meer te weten te komen over deze ongewone aardbewoner en zijn eventuele collega’s. 

    13-11-2011 om 11:53 geschreven door Marilien  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Welkom!
    Beste allen,

    Eindelijk is het zover: "Marilien heeft een blog"! Helaas, inmiddels heb ik geen spannende verhalen meer over mijn erasmuservaring in Italië, noch over mijn animatie-ervaringen in het buitenland. Inderdaad, een aantal mooie kansen voor een blog heb ik indertijd niet genomen, waarvoor mijn excuses voor de mensen die dat stiekem wel fijn zouden gevonden hebben. Maar geen nood, hier ben ik - na verschillende aanmoedigingen - dan toch met een blog ;-)
    Geen spannende en sappige buitenlandse avonturen dus. Maar wat dan wel? Een hapje voor de nieuwsgierige neusjes onder jullie, die zich afvragen waar ik me mee bezig hou binnen mijn 'journalistieke leventje' (ahum, om het kind een naam te geven he) of voor zij die wél weten waar ik me mee bezighou maar graag - naast mijn gezwoeg of geklaag - ook wel eens het eindresultaat daarvan willen bekijken.
    Ik hoop alvast jullie niet teleur te stellen en toch een klein beetje voor leesplezier te zorgen. Wees echter gewaarschuwd: de onderwerpen en genres zijn heel gevarieerd. De teksten zijn allemaal van dezelfde hand - de mijne uiteraard - maar tot zover dus de rode draad doorheen deze blog.

    Veel leesplezier alvast! En vergeet niet: ik ben nog geen pro, dus als de criticus in jezelf zin heeft om opmerkingen te geven, laat die dan vooral zijn werk doen!

    Uw gastvrouw,
    Marilien

    13-11-2011 om 11:52 geschreven door Marilien  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)

    Archief per week
  • 28/05-03/06 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs