Zoals beloofd, kort deze keer. Maar krachtig. Een column dus. De dualiteit man-vrouw zal altijd een gewaagd onderwerp zijn. Ik hoop alvast geen hartjes te breken (noch langs vrouwelijke, noch langs mannelijke kant), maar een column wordt altijd met een knipoog geschreven (én gelezen), dus ik vertrouw erop dat jullie ook deze hap zullen lusten ;-) Veel leesplezier!
PS: Voor wie zin heeft één van mijn schrijfsels (binnenkort ook te lezen op deze blog) eens in de krant te lezen in plaats van op het computerscherm, kijk dan maandag zeker in Metro (p.21) ;-)
Vrouwen en humor, een grap?
The Joker. Reeds meer dan een maand wandel ik er elke dag voorbij. Maar vanavond is het zover. Het Antwerpse comedy-café onthult me zijn diepste geheimen, nu ik eindelijk de voorgevel inruil voor een stukje binnenhuisarchitectuur. Tien kandidaten: vijf Vlamingen, twee Nederlanders, een Engelsman, een kwart Marokkaan en een halve neger. Ik hoor het de presentator vol trots zeggen : Wat een variëteit!. Variëteit? De sofisten hadden blijkbaar gelijk, toen ze met hun relativistische ideeën op de proppen kwamen. Mijn vrouwelijke oog spot namelijk tien keer hetzelfde geslacht. Niet zo variërend, als je t mij vraagt.
Durft dan geen enkele vrouw er zich aan te wagen om humor op de planken te brengen? Of hebben vrouwen gewoon echt minder humor? Ik besluit de proef op de som te nemen en ondervraag een aantal van mijn mannelijke vrienden. Met een bedenkelijk ingehouden lachje klinkt telkens opnieuw bevestigend antwoord: Tja, vrouwen zijn nu eenmaal niet zo grappig als mannen. Maar is dat wel zo? Het probleem ligt volgens mij niet zozeer bij het grappigheidsgehalte van vrouwen, maar er is gewoon iets fundamenteel mis met de definitie van gevoel voor humor. Zo staat geformuleerd in het ongeschreven woordenboek (juist ja, dat waar ook de ongeschreven regels in staan): Een man heeft gevoel voor humor wanneer hij snedig en gevat uit de hoek komt en daarbij seks en aanverwante onderwerpen niet schuwt. Een vrouw heeft gevoel voor humor wanneer zij kan lachen om het hierboven gedefinieerde gevoel voor humor van de man. Wanneer een vrouw echter probeert om even grappig uit de hoek te komen als haar mannelijke collegas, wordt zij onmiddellijk van de G van gevoel voor humor verbannen naar de B van boertig, de G van grof en gemeen of zelfs naar de S van slet, sloerie en schande voor het vrouwelijke geslacht. De taak van de vrouw is immers heel eenvoudig: sois belle et tais-toi, zoals het Franse spreekwoord liefdevol luidt. Wie durft dus te beweren dat vrouwenemancipatie al lang op punt staat?
Laten we echter niet te hard van stapel lopen. We moeten immers toegeven dat de man hard zijn best doet om deze ongelijkheid van de weg te ruimen. Zo wordt de ondervertegenwoordiging van de vrouw als producent van humor ruimschoots gecompenseerd door een oververtegenwoordiging van de vrouw als onderwerp van humor. Van de tien stand-up comedians die elkaar in ijltempo opvolgen, is er niet één die het woord vrouw (niet zelden in verband gebracht met seks) niet in de mond neemt. En ja hoor, gelachen wordt er wanneer dat onderwerp op het toneel verschijnt. Geef toe: vrouwen zijn dus wel degelijk grappig, al is het eerder op hun eigen manier. Want al blijven mannen het bevoordeelde geslacht bij het tappen van moppen, zonder vrouwen waren er simpelweg geen moppen. En zo blijft de wereld zijn evenwicht behouden.