Na het bezoek van Heidi terug alleen in Laos, een beetje verweesd maar klaar voor een laatste etappe: het noorden van oost naar west.
De vakantie is goed en meer dan deugddoend geweest. De warmte en het vervoer speelden Heidi soms parten maar ze heeft moedig volgehouden.
Na anderhalve dag acclimatiseren in Vientiane zijn we erin gevlogen
Eerste pleisterplaats: Luang Prabang (een stadje midden in het noordelijk deel van Laos).
Of hoe My Dream Resort zijn naam wist waar te maken, een klein brokje reclame om de toeristische sector een hart onder de riem te steken:
- Een prachtige kamer met alle nodige comfort.
- Een meer dan copieus ontbijt.
- Vriendelijk, behulpzaam personeel met de eeuwige glimlach.
- Een heerlijk zwembad ter broodnodige verkoeling.
Een aanrader moest u ooit in Laos vertoeven.
Het enige (t.t.z. naast al het andere dat Laos soms ook onaantrekkelijk maakt: verkeer, geur, luchtverontreiniging, sluikstorten, armoede,
) waar we in den beginne met enige huiver naar keken, maar alles went, was de voetgangersbrug die naar het centrum leidde. Een wat wankel ding met zelfs een gat, waar voetgangers duidelijk moeten rekenen op een gezonde dosis karma. De Brug der twijfels, doe ik het of
Maar zie, we hebben de constructieve kwaliteiten van de Laotiaan onderschat.
De overtocht loont zeker de moeite. Resten van oud-Franse architectuur, handicraft-winkeltjes, Mount Phousi met zijn uitzichten, het koninklijk paleis (waar door de communistische functionarissen streng gewaakt werd over de respectvolle houding van de bezoeker, misschien dat deze royalistische reflex verklaart waarom de communistische machthebbers zich zo royaal bedienen), lekker eten,
Wat voor mij, na een zekere schroom overwonnen te hebben, een openbaring was was de massage. Voor 15 een heerlijke full body-massage, we waren een beetje beschaamd maar vooral compleet ontstressed. Schaamteloos begon het plan om dit te herhalen zich al in onze perverse geesten te ontwikkelen.
Natuurlijk hebben we ook hier de nodige watervallen en regenwoud bezocht, alles weer van een heerlijke pracht. En niet te vergeten onze kayaktocht naar de Buddha-cave en een whisky- en handicraftdorp. Handgemaakte (?) zijde en katoenentstoffen voor geen geld. De whisky was straf en en duidelijk handgemaakt.
Met een meer dan lichte tegenzin hebben we afscheid moeten nemen.
Pakse
Een tussenstop, op weg naar het Bolavenplateau in het Champasak Palace of Grand Hotel, vergane glorie onder het waakzaam oog van ons manneke pis.
Om het wat tegenvallend logement te compenseren en na het opzijzetten van ethische bezwaren, hebben we, onder het mom van ondersteuning van de lokale economie, ons opnieuw overgeleverd aan de vaardige handen van de masseuse en masseur.
Tijd om door te reizen, na een meer dan bangelijk tochtje in een tuktuk-brommersidekar waarvan het stuur bij hogere snelheden, die alleen bergaf gehaald werden, gevaarlijk begon te schudden. Weer een flinke portie karma opgebruikt vrees ik.
Tadlo en het Bolavenplateau
Na de drukte van de stad was het even wennen. Tadlo Lodge ons volgend verblijf ligt tussen 2 brullende watervallen en leek op het eerste zicht wat afstands. Maar tijd en wat gefoefel lieten ons opnieuw de ruimte om te genieten.
We waren meestal de enige gasten, zowel in het hotel als het restaurant. Maar het kader en het bezoek van enkele ongenode, maar speciale gasten (onder de vorm van mega-insecten, -spinnen en-gekkos, de laatste stonden elkaar territoriaal maar spectaculair naar het leven, en lieten het beide jammerlijk genoeg), brachten de nodige verstrooiing in ons intiem samenzijn. Natuurlijk waren er de, iets minder fortuinlijke olifanten, die nu en dan een bad kwamen nemen in de rivier. We hebben echter principieel geweigerd om een ritje op hun rug te maken. Voilà dit kan tellen als statement, zou ik zeggen
De nog erg jonge staf deed meer dan zijn best om aan onze, bescheiden natuurlijk, wensen tegemoet te komen.
Wat mij betreft toch ook een aanrader.
Hier hebben we via het lokale toerismebureau een lokale gids geëngageerd. Een ware verrijking.
De eerste dag deden we de drie watervallentocht, waarbij we, naast de watervallen, ook enkele dorpen bezochten, meestal bewoond door mensen van de Katu, één van de vele etnische groepen.
Dit zijn meestal animisten: elk dorp heeft zijn House of Spirits, waar 2 maal per jaar rituele slachtingen van een varken en een koe plaatsvinden. In één dorp droeg het House of Spirits, omwille van geen geld om zelf de nodige herstellingen te doen, reclame van een plaatselijk bank.
In een ander dorp leefden de animisten aan de linkerkant en een kleine minderheid van katholieken aan de rechterkant van de hoofdweg. Samen feesten deden ze wel.
De armoede in deze dorpen is dikwijls schrijnend, al bouwt een éénling dan toch een stenen huis naast de houten krotten, en logischerwijs wordt elk toerist die passeert gezien als bron van inkomen, moeilijk te verdragen maar deel van het 'zware' leven dat de homo-turisticus hier leidt.
Onze gids liet ons even in de steek toen hij met veel bravoure onze spullen overnam om een rivier over te steken en zelf bijna verdronk. De verontschuldigingen waren navenant, maar de schade vooral beperkt.
De tweede dag werden we rondgereden om het dorp van capitan Hook, de plaatselijk guesthouse-uitbater, koffiezetter, gids en nog zo veel meer, te bezoeken. Hijzelf was afwezig maar zijn broer, die jammer genoeg maar in beperkte mate Engels sprak, heeft ons ingewijd in enkele geheimen van het Katu-volk en het dorp. Toch opvallend hoe rijk aan groenten, fruit, vee (vooral varkens) en andere grondstoffen o.a. deze streek is maar hoe ook hier de armoede opvalt. Maar 30% van de inwoners bezit de grond en boert goed. 70% moet een andere, meestal slecht betaalde, bron van inkomen zoeken.
Enkele weetjes, een paar uit het ruime aanbod dat de dorpsgids en onze vaste gids ons aangereikt hebben:
- versgeplukte rode mier is goed voor de maag maar vergeet de kop niet te verwijderen,
- er bestaat een plant waarvan het sap kan gebruikt worden om zeepbellen te blazen,
- een ander plant: het raak-me-niet-aantje', waarschijnlijk familie van het vergeet-mij-nietje, kruipt onmiddellijk inéén als het aangeraakt wordt (door soldaten gebruikt om spionnen te detecteren),
- net bevallen vrouwen moeten 5 dagen onder een heilige boom doorbrengen om de geesten gunstig te stemmen,
- bamboe is ook te gebruiken om waterpijpen en drinkbekers te maken, ook vrouwen smoren er lustig op los (gewone tabak van eigen kweek wordt beweerd),
De derde dag deden we een dagtocht door jungle en regenwoud: een schitterende maar erg vermoeiende wandeling (soms kruiptocht) met als hoogtepunt de Buddha-cave (alweer): een overhangende rots met waterval, waar we onze sandwich genuttigd hebben. Zonder onze gids waren we, zoals ons anders regelmatig overkomt, hopeloos verloren gelopen en hadden we nooit kennis gemaakt met de jungle-krab. De jungle-schildpad heeft zich niet laten zien.
Ook afscheid nemen van deze plek deed pijn aan ons hartje.
Pakse bis
Nog een korte passage in het Champassak Palace Hotel.
Een bezoek aan de Khonephapheng Falls, "probably the largest in the world" (sponsored by Carlsberg): de machtige Mekong stort zich met een indrukwekkende massa water over een lengte van 9,7 km een 10-tal meter naar beneden.
En afrondend, voor mij een 2de keer, een bezoek aan Wat Phou, de resten van een Khmer-heiligdom, waar onze lokale gidsen voor de eerste maal in hun leven kwamen.
Nog de opmerkelijk maar schabouwelijk: de aanwezigheid van een gouden auto in een land waar het gemiddeld maandloon 100 USD is.
Afrondend gegeten in de Secret Garden van La Trattoria Italiani. Geen Italiaan te bespeuren maar kader en pizzas waren formidabille.
De door Heidi gevreesde rit in de sleeping-bus van Pakse naar Vientiane, was een piece of cake, het afscheid daarentegen hartverscheurend. Maar dra zien welkander weer
|