De Laotiaanse weg in de nobele kunst van de zelfbeheersing
Sinds enkele weken sluit ik sommige dagen af met een bezoek aan één van de plaatselijke sportverenigingen, in deze wordt petanque en Laotiaans voetvolleybal gespeeld.
Het laatste is bijzonder spectaculair: met een hard plastieken bal met gaten wordt een soort voetvolleybal gespeeld waarbij alleen benen, voeten en hoofd gebruikt mogen worden. Waanzinnige en atletische sprongen worden gemaakt om de tegenstander te verschalken.
Maar waar ik wil over hebben is dus de nobele kunst van de zelfbeheersing.
In beide disciplines wordt elk misser echter op luid hoongelach van publiek en/of tegenstanders onthaald. 0ngeneerd wordt de falende speler lachsgewijs de grond in geboord.
Het slachtoffer demonstreert dan een ongelooflijk knap staaltje van zelfbeheersing: in een eerst fase worden de moordende blikken grondwaarts gericht, de gebalde vuisten worden ontrold, de verwensingen ingeslikt,..kortom de fase van spontane weerwraak wordt snel en efficiënt de kop ingedrukt.
De volgende fase, de overgang van de oplaaiende emotie naar rust en kalmte, waarbij het slachtoffer zich in zichzelf keert, is al even kortdurend en indrukwekkend, de overgave aan zen demonstreert zich in al zijn kracht en schoonheid.
Tenslotte verschijnt de glimlach, wordt het contact met de omgeving hersteld en is al het spreekwoordelijk vuil uit de lucht verdwenen. De hemel klaart op, het spel herneemt zijn voortgang.
Eindelijk heeft mijn queeste een gezicht gekregen.
Niet de glimlach van de beleefde vriendelijkheid, maar deze van de nobele en oosterse kunst van de zelfbeheersing.
Daar waar kwaadheid, agressie en wraakgevoelens zich manifesteren, moge de glimlach van de zelfbeheersing en de vergetelheid heersen.
Ooit krijgt ieder slachtoffer de kans om de dader of anderen te laten genieten van de nobele kunst van de zelfbeheersing. Zo blijft de balans in evenwicht.
Maar oei, uitschuiver, ook hier laat ik mij verleiden tot het gebruik van een cynisch nootje.
Op die manier zal ik nooit komen tot het noodzakelijke trap in de nobele kunst van zelfbeheersing. En Boeddha weet dat ik een lange weg te gaan heb alvorens het nirwana te bereiken.
Ondertussen ben ik 3 maanden van huis, en hoewel het alleen zijn tot nu toe geen brokken maakt, wordt het verlangen naar warm en aangenaam gezelschap met de dag groter.
Jammer genoeg valt het vrijwilligerswerk en het verblijf in FruitFriends wat tegen.
Het eerste is frustrerend omwille van de onverbiddelijkheid van de Laotiaanse cultuur die het redden van het gezicht verkiest en daarvoor het weigeren te spreken, de leugen en het bedrog niet uit de weg gaat.
Met daarnaast het lamentabel onderwijssysteem waar de studenten binnen een maand terug naar keren, back to the Lao-English, de, voor ons, onverstaanbare variant.
In FruitFriends zelf, is de onderdompeling er vooral één van culinaire aard ( en de eentonigheid doet zich voelen: ik droom alleen nog van pizzas). De rest is mij iets te oppervlakkig, iets te veel glimlach, iets te veel eigenbelang of het belang van de clan. Iets te weinig hart voor organisatie en gasten.
Maar verschoning dient zich aan: wat zich in de maatschappij voordoet vindt ook zijn weg op kleinere schaal.
En zo tellen we toch ook een beetje af naar 27 augustus: de dag dat Heidi landt
|