We hebben de Bourgogne definitief achter ons gelaten. De rit
van gisteren heeft ons een beetje dood gedaan. De hele bende zat om 23u in zijn
bed. Geloven of niet. En na zo een helse rit duurt het even eer je de slaap kan
vatten. Sommigen doen een Rik Van Looyke en blijven met nog een tijdje met de
benen bewegen als de fiets niet meer tussen de benen hangt. Het bed is dan des
te meer omgewoeld.
Campanile-kamers zijn wel goed geconditioneerd en qua
temperatuur was het gelukkig goed te doen. Alle ongemakken ten spijt ging de
gemeenschappelijke wekker om 6u45 . Het ontbijt was alweer zonder eitje en wij
cyclistes hebben die eierdooier nodig. Fausto Coppi ook, ook al deed hij die in
een trappist.
Vertrekken dan maar. Niet echt helemaal gerust want de
eerste echte col stond vandaag als starter op het programma. Maar Buumratte
Nimmegeers had de juistegeruststellende
woorden om iedereen in zijn eigen comfortzone deze eerste echte beklimming aan
te vatten.
De col zonder naam. Start in het Département de lYonne,
eindigen in het Département du Nièvre. Tot vandaag nooit over deze
departementen gehoord. Veel te moeilijk voor de tour. Want hier komen (alleen)
de meeste vervelend eigenschappen van dit onding. Een beetje plat, een beetje
vals plat, een beetje stijgen, even heel hard stijgen, dan weer een beetje
vlak, meer pek dan asfalt, meer grind dan asfalt. Daarom zal de Tour hier niet
passeren want hier froemkes doen is wishfull thinking. En waar is de top?
Minstens 15 keer denk je aan de top te zijn maar telkens fluit die grillige
natuur je terug. En als je dan finaal die top bereikt en hoopt op een
Bahamontes-afdaling ben je lelijk mis. Een zeupje regen had het wegdek hier en
daar spekglad gemaakt.
Net beneden stoten we alweer op een verrassing. Een lokaal
terras, een meer dan bejaarde mopshond met defecte achterpoten die voor deurmat
speelde, een bazin die luistert naar de naam Cathy én La Mama en Peter op het
terras. Vervroegde middagstop. Tourdirecteur had al lang gezien dat de benen en
de kop niet 100% waren en zocht en vond een afspanning waar ook even een
powernap (vermogenslaapje) kon meegepikt worden. Het broodje met kaas werd
vooraf gegaan door een lokaal , ongedefinieerd, maar bijzonder lekker
aperitiefhapje, behalve voor Frank.
Driesje is even Pantani af. Zij gsm doet het weer, gelukkig.
Want hoe had hij zijn mama kunnen bellen op de top van onze col. Mama Dries
wordt vandaag 60. En de LL-trappers zongen zo van langzalze enz. En Dries zong
zelfs eventjes mee. Dat beetje adem had hij nog over omdat Frankhem meegesleurd had naar de top. Aan mama
draagt Dries deze rit op. En Ivan is 19 jaar getrouwd en dus een zoen richting
Tania in Oostakker. En zo dragen we allemaal elke rit op aan iemand of iets.
Maar we vertellen het niet altijd.
Rond 13u gaat het onverbiddelijke fluitsignaal van Peter en
wijleweerweg. Op naar Bernadette in Nevers. Een ander hotel. Kyriad. De
receptioniste deed bij de reservaties bijzonder moeilijk en vond dat Peter
niets kentvan on-line boekingen. Maar
bij de aankomst was alles OK en ons aperitief-en-blogmoment houden op een
gezellige palier op de eerste verdieping.
Maarten plooit niet, Stefaan vindt het geheel zwaarder dan
Ganda Roma 2 jaar geleden, Frank wordt nog steeds geplaagd, niet alleen door de
fietsvrienden maar alweer door de wespen . Jeroen is helemaal gerecupereerd en
kan aldus zonder zuigmachientje van La Mama de angel en ingespoten gif
verwijderen. Gelukkig komen we toch vrij vroeg aan in Nevers. En morgen zullen
we nog vroeger aankomen. Een beetje minder tijd verliezen bij het
opstaan-ontbijten-verhuizen. Een beetje meer helpende handen bij het laden van
de camionette, bijvoorbeeld. Ach, alle kilometers in de ochtendluwte zijn
gewonnen en wie weet kunnen we moren nog een frisse duik nemen in een zwembad.
Wie zal morgen een Gregje doen? Niet dat we wedstrijdjes
houden maar toch. Eerst boven komen op een col of colletje is leuk. Niet omdat
je eerst aankomt, wel omdat je de natuur bedwingt.
Bernadette is blij. Ze zet ons op goede weg naar Lourdes en
ze glimlacht. Goed gek zijn ze die EDUGO-trappers, denkt ze misschien. Maar in
mijn tijd was ik ook goed gek, zegden ze.
OK,het goede
Bednet-doel doet mirakels. Ze bestaan dusnog denken we dan maar.
Na de belevenissen van de voorbije dagen heb ik iets met dat
woord. Op quatorze juillet wordt er geklapt voor onze renners, voor we
vertrokken werd er over ons geklapt en sinds deze blog nog meer. Frankje Grafi
zit al twee dagen in de hoek waar de klappen vallen met bancontact en ander
platte tubes maar Ivan spant de kroon want hij slaagt er in zijn voorband te
laten klappen.
Het was gisteravond al heet bij het afscheid van Sofie en
Nathalie, vandaag werd het zo nodig nog heter, letterlijk dan. Stefaan noteerde
een maximumtemperatuur van 44,1°. Als je dan vanuit een schaduwrijk bos komt,
valt die hitte als een omgekeerde mistral op je hoofd. Het snijdt letterlijk je
adem af. En dixit Franky: Als geu beirgaf vaste reijt in den asfalt zalt
redelijk woarme zijn. Stefaan noemde het slalommen tussen de pekvlekken. En
zelfs Capitano Jeroen moest heel even happen. En dat moet het erg zijn. Geen
bergprijspunten vandaag voor Jeroen. Het was deze keer voor Stefaan en Ivan.
Gisteren had ik het nog over wegen die niet meer durven
kronkelen, vandaag smolt de asfalt bij het zien van de zon. Gestart in de
relatieve koelte van Troyes rond 8u30 keken we aan tegen een Bompie-rit van
liefst 147km. En normaal draaien we daar onze hand niet voor om maar vandaag
was het er echt over. We kwamen pas aan in Avallon om 19u, gestoofd, tevreden
en voldaan.
Maar dat neemt niet weg dat het een fantastische koninginnenrit
was. We konden eindelijk de eentonige korenvelden van tijd tot tijd achter ons
laten en werden vergast op niet onbelangrijke boomsecties. De verkoelende
schaduw van die bospartijtjes waren echt nodig.
Maar hier en daar speelde het noodlot ons toch parten. Frank
kreeg alweer rake klappen met twee platte tubes en een wespensteek. Het
uitzuigmachientje van Claudine deed, na herhaalde lezing van de handleiding
toch zijn werk zoals het hoort en een toegevoegd zalfje deed de rest van het
werk.
En er was noghet
geteisterde been van Maarten. Zijn val van gisteren heeft een pijnlijke
kuitspier opgeleverd en bij het vertrek zag hij het even niet zitten. Een
donderpreekje van onze Tourdirecteur deed wonderen en Maarten klom toch op de
fiets. Hij zou zo nodig afstappen na 80km. Maar gaandeweg werd hij beter al
gelooft hij dat zelf nog niet. Hij reed de rit helemaal uit en stond bij de
aankomst fier en zelfvoldaan te blinken. Terecht. Proficiat.
Wat is Lourdes-Lourdes zonder vrouwen? Tenslotte gaat het in
beide plaatsen over een vrouw. Over Maria. En wij, wij hebben onze vrouwen
overboord gegooid. Nou ja. Ze hebben hun missie volbracht, tot de laatste snik.
Met vrouwelijke verve. Jeroen, Ivan en Dries deden dus voor de gelegenheid dan
maar een geleend kleedje over hun koerspak.
En hoe vergaat het Franky Buumratte? Hij groeit. Best, want
echt groot is hij niet. Zijn conditie groeit, zijn vertrouwen groeit, kortom
hij geniet. Maar hij plast niet meer. Is langs de ene kant gemakkelijk maar het
stemt tot nadenken. Waar gaat al dat vocht dan naartoe? Zweten dus. Best dat
Franky een buumratte is en geen hond of hij zou de hele rit met zijn tong uit zijn
mond gehangen hebben.
Toscane heeft niets aan de verzengende hitte van deze
bourgondische streek. Gelukkig mochten we hier een aantal lieve mensen
ontmoeten die ons fris water gaven. Want het water in de volgwagen stond tegen
de kook aan. Eén bijzonder vriendelijke dame gaf ons een bakje lokale abrikozen
cadeau. Zo maar, ook gepakt door de hitte en waarschijnlijk door medelijden met
die geteisterde maar o zo schone mannenlijven. Een local in de Vallée de
Cousin, een prachtige binnenkomer in Avallon verklaarde ons terecht vermoedelijk
voor gek. Hij geniet dus duidelijk niet meer van deze vallei, wij des te
meer.
Na de nodige liters recoveryshake, door iedereen op zijn
eigen manier ingevuld zullen we de inwendige mens versterken. Niet dat we geen
eten kregen want de broodmaaltijd onderweg was alweer af. We eten graag kaas en
salami en worst en rundscarpaccio maar van het toetje van vandaag kunnen onze
bakkers nog iets leren: eclairs met een chocoladelaagje met chocoladevulling en
die met een caramellaagje met caramelvulling. De lokale bakker had zijn hele
toog leeg verkocht.
Ach Claudine en Peter zullen het me niet kwalijk nemen maar
wij renners hebben een stevige warme maaltijd nodig om helemaal te recupereren.
En daar gaan we nu van genieten.
Tot schrijfs, tot blogs, geniet van de zomer die er nu bij
jullie ook aankomt en denk aan onze geteisterde maar des te sexier lijven. Want
zweten is lijnen!
Als je de champagnestreek verlaat, val je in een tranendal
van alweer gouden korenvelden, verlaten dorpen, verlaten straten, ja zelfs in
de hemel speur je geen vogel. Enkel boosaardige beesten zoemen onophoudelijk
rond je hoofd en haken zich ogenblikkelijk vast in vel en vlees. Dazen dus.
Duizenden.
Meer nog, zelfs de wegen vergeten te kronkelen in de
verzengende hitte zelfs zo dat onze cyclistes vergeten waar het stuur van hun
fiets is laat staan dat ze nog zouden weten hoe ze er moeten aan draaien.
Frank begon zijn dag met een pirouette rond een paaltje dat,
na een horizontale blik van Frank bleek niet deftig in de grond geplant te
zijn. Het was de voorbode van nog meer miserie later op de dag.
Het banaanmoment verliep dus zoals altijd: banaan,
wickiekoek, water, aquarius.
Peter beloofde dat het deze middag alweer verrassend zou
worden maar we hebben daar niet veel van kunnen speuren. Behalve dan dat La
Mama een perfect abri gevonden had in een gerestaureerd pomphuis in Dampierre.
Dampierre waar die graaf van Vlaanderen zijn naam aan ontleende ergens in de
dertiende eeuw.
De inwendige mens was versterkt, de banden waren verslapt.
Wiens banden? Franks banden natuurlijk. Niet één maar allebei tegelijk. We
hebben onze gedachten aan sabotage direct de kop ingedrukt, gelukkig maar. Want
even later liep Frank alweer bandbreuk op. Capitano Jeroen heeft dan
uiteindelijk de dader ontdekt: een doorn doorheen de buitenband.
Deze rit zou gecatalogeerd worden als quantité négligable
ware het niet dat we vanavond nog tegen een zeer droevig moment zullen moeten
aankijken: de dames zullen ons morgenvroeg verlaten en vanavond is het dus
laatste avondmaal.
Maar dat was dus zonder Bompie gerekend. De éminence grise
van de fietsrouteplannings had nog een spetterend moment in petto: De
namiddagstop aan het strand (jawel) van het Lac de LOrient. De koele duik
heeft onze verhitte lijven bijzonder snel opgefrist en de laatste kilometers
kunnen we er weer tegenaan.
Maarten heeft nog even geprobeerd de paus na te doen door de
grond te willen kussen maar het was jammer genoeg zijn rechterkuit die
geteisterd werd met zeven kettinghaperingen. t Zag er erger uit dan dat het
was en voor dokter Penning was het een kleintje om de kuitspier weer toonbaar
te maken.
Allez, dan maar heel goed nieuws bovenop de prutsen en
miserie van vandaag. Dries Pantani is back. Anderhalve dag rust, 2
Voltarenpatches, een ingenieuze herplaatsing van de klikkers op de pedalen
hebben wonderen verricht.
s Morgens nog een beetje twijfelend maar gaandeweg met meer
vertrouwen én zonder kniepijn. De laatste twintig kilometer reed hij op de
fiets van Sofie, niet omdat zijn benen het niet meer deden, wel omdat hij het
elektrocutiegevoel van Sofie wilde leren kennen. En Sofie? Zij reed die
kilometers op de fiets van Dries.
Geflankeerd door Nathalie kwamen de twee dames gelijk over
de Campanile-meet.
Deze volledig vernieuwde vestiging verwelkomt ons bijzonder
hartelijk en terwijl we op ons avondmaal wachten krijg ik de boodschap van
Bompie dat ik de dames moet trakteren op champagne voor zijn rekening. Zal ik
doen, Bompie. De bubbels zijn nu aan het afkoelen en rond 10u sluiten we af.
Morgen vertrekken de dames. Ze worden opgepikt door papa
Erik en Magda, zijn vrouw. Ze hebben nog een deel van onze frisdrankjes
meegebracht en nemen Sofie, Nathalie met pak en zak terug mee naar Vlaanderen.
We zullen jullie missen. Hoe erg en hoeveel? Dat laten we
morgen wel weten want nu zijn jullie er nog voor even.
Santé, bedankt voor de compagnie, blijf aan ons denken
terwijl wij de hitte trotseren op onze verdere Bednetvaart.
Het ontbijt in Campanile deze morgen was een stuk
vriendelijker dan gisteren. Het gekookte eitje lachte ons al van ver toe. En
kaas en hesp waren toch net iets verser. Chocolademelk van de allerbeste
kwaliteit was een mooie atout.
Franky had een lichte bezinning in petto en verraste ons met
een schakelverhaal: als de gebroken schakel hersteld is kan de ketting weer
alle last aan. Zo hebben we het aan Bompie beloofd. En dus gezwind op weg naar
de champagnestreek. Want we wilden absoluut de dames eer aandoen én het hart
van de streek bereiken.
De zon liet het nog even afweten maar dat zou als snel gaan
veranderen. Glooiende goudgele tarwevelden afgewisseld met echt steile pieken
tot ja zelfs 12% zijn voor de komende 100km ons deel. Maar Buumratte had ons
verwittigd: Oas de wind doar tegen zit est veur 30 kilometers. Boerke Naas
was ons deze keer wel goed gezind. De wind blies met moeite 25km/h.
Het monument-moment van de dag was beklijvend. De
begraafplaats te Cerny en Laonnnois van honderden Fransen die sneuvelden bij
een mislukt Duits offensief in 1917
De andere zijde van de medaille was iets leuker: De Chemin
des Dames. Of de vaste route van de Parijse dames richting Reims en vice versa.
Wat die dames dan in Reims te zoeken hadden laat ik aan de lezer over. De route
is genoegzaam bekend. Stilaan gaan de tarwevelden over naar velden wijnranken,
kilometer na kilometer. We geraakten al stilaan in de champagneroes maar werden
al snel geconfronteerd met martel- en onthoofdingspraktijken uit de
middeleeuwen. Franky en Frank waren de gedoodverfde slachtoffers van de beul
(neen, niet Dries, die herstelt nog even van een knieblessure)
Onze volgende stop zou ons de klassieke boterham met kaas
opleveren, aldus hadden we gedacht. Claudine en Peter hadden hun inkopen één
dag vroeger moeten doen wegens quatorze juillet. Nationale feestdag in
Frankrijk en dus winkels gesloten. Jeroen had gelukkig voor een mobiel
koelkastje gezorgd en de kans op bederf van de toespijs was dus gering.
Bompie had een prachtig plekje uitgezocht in het centrum van
Jouy, hartje champagnestreek. Alweer een desolaat dorp, zo leek het ons. Voor
het vervolg moet ik uit respect overschakelen naar de taal van onze
zuiderburen. Maar met twee leerkrachten Frans in de buurt en met dergelijk
pseudoniem mag dat geen probleem zijn.
Il était une fois
un petit village en Champagne qui est vraiment le coeur de la Champagne. Au
plein milieu dune bonne centaine de maisons on y retrouve une mairie, une église,
une salle de fête et une espace de loisirs. Ajoutez-y un bon repas, un
bourgmestre, des tentes abris et quelques dizaines de citoyens qui fêtent 14
juillet.
Une petite
explication de notre directeur de tour convint le bourgmestre dinviter les
coureurs venir fêter avec.
Imaginez-vous la
surprise totale des coureurs entrant la place communale sous un applaudissement
incroyable des habitants. Le bourgmestre est prêt avec le champagne offert par
la commune aux cyclistes Bednet.
Après la
présentation au public des participants flamands, la fête pouvait commencer. Le
pistolet classique, du pain français dun mètre et demi, le salami flamand, le
fromage français, le champagne et le vin rouge. Nous les flamands, nous aimons
la France. Sûr et certain.
Toch maar weer naar de moedertaal. De champagne en de wijn
eisen hun tol. De zon is er fulltime en het zweet stroomt in beken van de
renners hun sportieve lijf. Tot de volgende stop. Snelle stop. Beetje drinken
en weer vooruit voor de laatste kilometers. Op naar Campanile Châlons en Champagne.
En hopen maar dat het er nog beter is dan vorige avond.
Kent u nog de muis van Thomas Pips? Wij doen het beter. Als
je zo dadelijk de fotos hier op de blog bekijkt, moet je beslist op zoek gaan
naar het fietsje van de dag. Stuur
ons via de blog een reactie en vertel ons op welke foto je dat fietsje van de dag ontdekt. Laat het
ons weten via een jouw grappige, leuke, onverwachte of allerliefste reactie.
Als het regent. Want andere kanten van heuvels hebben we al
gezien en er wachten er nog veel. Een hele dag heeft Boerke Naas zijn
hemelsluisjes open gezet. Niet keihard maar toch, tussen de druppels konden we
niet fietsen. Iedere stop gingen de sluizen nog net iets harder open. Bij het
middagmaal konden we gelukkig in een afgedankte wasruimte van een verlaten
camping genieten van de klassieke broodmaaltijd. Nu klassiek. Ze hebben hier
namelijk de préparé uitgevonden. En ja zelfs glutenvrij lekker brood.
Maar waar is Bompie? Deze morgen is hij terug naar
Destelbergen gefietst. Familiale omstandigheden waar niet omheen kon gekeken
worden. Bompie Dirk, we hebben deze morgen een beetje verweesd en stil
gefietst. En de regen zorgde voor een extra trieste dimensie. Maar, we laten
ons niet gaan en zoals beloofd nemen we de spirit mee. We doorkruisten een stil
glooiend landschap en passerden dorpjes. Stil en verlaten. Boeren en boerinnen
op hun landerijen, denken we. Nathalie telde 24 kerktorens. Meer kerktorens dan
mensen. Kerktorens van ook verlaten kerken?
En als klap op de vuurpijl moest onze gele trui even afhaken
na 72 km. Nee, geen cyclometalo of shampoovalies die roet in het eten gooide
maar een knieletsel. Een bezoek van de vliegende verpleegpost leverde een
Voltarenpatch met steunverband op. De specialist zou later komen.
Capitano Jeroen kon het niet laten eventjes de draak te steken met de tijdelijke
opgave van Dries. Hij demonteerde in een oogwenk het voorwiel van Dries en
deponeerde de fiets al even snel in de bezemwagen. En in de bezemwagen
verklaarde La Mama zich akkoord dat, wegens de enge ruimte, Dries aan haar
billen mochten prutsen als hij zijn gordel moest vastmaken. Je moet mij wel op
voorhand verwittigen stemde Claudine toe. En Peter, de brave man, hij zweeg.
Voor één keer.
Franky buumratte zweert bij een slecht gepositioneerd
klikplaatje. Straks zoekt hij verder en zal het bewuste plaatje correct
monteren. Dries krijgt nog een halve dag rust voorgeschreven van dokter Penning
en daarna wordt opnieuw getest. We hebben er allemaal goeie hoop op en Dries
wil en zal doorbijten. Wordt vervolgd.
Bij onze aankomst is de regen rond ons hoofd verdwenen en
kunnen we deze blog zelfs op het terras van Campanile Laon schrijven. Want op
het terras komen de verhalen los.
Zo kunnen Nathalie en Sofie best prat gaan op hun prestatie.
De zitvlakken worden wel een beetje geteisterd maar dat is het dan. Niet dat
wij mannen in de groep sexisten zijn maar ze zijn nieuw in de groep en jong en
ze willen wel wat. Fantastisch dus en proficiat van jullie mannelijke maten.
Coach Stefaan heeft de bewegende beelden ontdekt. Zijn
Kodakje schiet ook bewegende beelden. En hij regisseert ze zelf, ja, al rijdend.
En toont ons naderhand het resultaat. Vooral de klank die er bij opgenomen is.
En het einde van het filmpje. Top!
Gisteren is het onze Ivan niet echt goed gelukt de blogfotos
allemaal door te sturen. Internet in Campanile Valenciennes moeten ze nog de
octets vervangen door kilooctets, denk ik. We hopen dat dat deze avond beter
gaat.
Franks tenen zitten geklemd en spelen hem parten. Ziende
dat Dries zijn knie het even begeeft krijgt hij zelfs ghostpijnen. Maar vermoedelijk
is dat te wijten aan het feit dat hij meer dan bezorgd uitkijkt naar een
Bancontact. Geen cash meer. Maar vind eens hier in de streek van de Oise een
bankautomaat als Bompie de ritten geprogrammeerd heeft van verlaten dorp naar
verlaten dorp doorheen de al dan niet gemaaide korenvelden. Hoe dan ook, hij
past zich aan, hoe lastig dat dat ook is. Hier in Frankrijk noemen ze dat apprivoiser.
Zoals een pup in een nieuw gezin terecht komt.
Als u het nog niet wist: het regende hier de hele dag. En op
de middag zeiden we: we zullen hier eens terug komen als het zomer is. Maar nu,
hier op het Campanile-terras stellen we vast dat we, trots het regenweer
behoorlijk gebruind zijn. Aldus coach Stefaan. Quote van de dag: ge bruint ook
als het regent.
We gaan zo dadelijk de inwendige mens versterken. Geen
broodjes met kaas maar biefstuk friet. Zijn we Vlamingen of niet?!
De feestklokken van onze Basiliek aan de grot schreeuwden
het uit: Hier staan ze dan, de Bednetfilantropen. De stressgloed op de wangen
van zowel de vrouwelijke als de mannelijke deelnemers werd algauw geblust met
echt, genuine, authentiek wijwater uit de goeie ouwe koperen ketel. Rector Gino
Grenson op zijn best dus. Al had hij deze keer wel een helper nodig in de
persoon van pater Raymond, ereburger van Wachtebeke en Port-au-Prince die voor
de gelegenheid vroeg was komen opdagen.
Onze voorzitter, br. Staf Tistaert, had nog enkele kompanen uit zijn klooster
meegebracht. Tuurlijk, want onze broeders zijn er wel nog steeds.
Een verboden fiets-ommetje langs de gerestaureerde grot was
een verplicht nummer want de politie was er nog niet of beter, wij waren
vroeger klaar dan afgesproken. De pers was er namelijk niet en dat maakt de
zaken iets minder tijdrovend. Die halen hun wetenschap straks wel uit deze blog
en doen dan alsof ze er zelf bij waren. Sympathisanten waren er des te meer. Maar
goed, voor de pers doen we het niet. Wel voor Bednet.
Daar gaan we dan. De slagboom aan het Hotel de Lourdes gaat
open en onze tien fietsers vertrekken geflankeerd dus door de lokale politie,
enkele sympathisanten en de onvermijdelijke bezemwagen met Peter en la Mama. De
mooi gestouwde Bostoencamionette was dan al helemaal weer overhoop gehaald door
het toevoegen van allerlei tassen, zakjes, minitasjes, omslagen en andere
fietspompen van eigenaars die alleen met hùn pomp lucht in hùn banden willen toveren.
Op naar de eerste stop: het banaanmoment had een plek
gevonden langs het jaagpad van de Schelde in Zingem. Berichtjes allerhande
worden de wereld ingestuurd maar na een kwartiertje klinkt het onverbiddelijke
fluitsignaal: Time to ride.
Fré LAfricano wacht ons op op de Edelareberg. Neen, hij kan
deze keer niet mee. Hij wil tijdens de vakantie aan zijn eigen motor werken en
wil daarin echt alles investeren. Met zijn zegen en wensen en trompetgeschal
van Ignaas weer op weg, naar de middagstop.
Wat zullen onze foeriers getoverd hebben? Pistolets met kaas
natuurlijk of wat dacht je. Maar er was ook worst, hesp, kruidenkaas,
tomaatjes, sla, eitjes en een dessert. Mayonnaise was er niet. Beter voor de
bloedvaten. En waar eten we: vlakbij Vader. Stefaan Modest Vader Glorieux. Die
brave man heeft een bronzen standbeeld in het center van Ronsie. Broeder
Gustaaf Verhoeven heeft daarom aan Bompie een tekst meegegeven. Een
dankbetuiging aan de collegas die het Glorieux-werk verder zetten.
Je MOET Dries noemen om alweer als eerste roet in de ketting
te gooien. Maar Capitano haalt er een schakel van tussenuit en zet de gebroken
ketting gezwind weer aaneen. Verder maar weer, op naar onze eerste
eindbestemming: Valenciennes-Rouvignies.
U bent beslist benieuwd hoe het onze dames vergaat? Sofie is
absoluut uit het goede hout gesneden en belooft straks, na de vierde dag in
tranen uit te barsten als ze ons zal moeten verlaten. En Nathalie zit iedere
kilometer verder meer en meer gestrekt op haar strijdros. Ik vermoed dat ze
binnenkort met verve een sprintje zal trekken tegen cyclometalo. Tegen wie?
Het is u eveneens niet ontgaan dat Dries Pantani de voorbije
twee maand sukkelde met een gestelondermijnend virus, cytomegalo genaamd. Bij
Ganda-Roma was het een spierscheur en gegeven dat hij Rome bereikte mag de
lezer gerust laten veronderstellen dat zijn spieren wel degelijk van metaal
moeten zijn. Vandaar zo dat dat virus tot cyclometalo herdoopt is.
Tussen onze laatste tussenstop en de etappeplaats wacht ons
nog een bijzonder fietsmoment. We duiken helemaal in Paris-Roubaixsfeer en
trotseren Het Bos van Wallers in Arenberg net geblust stof door de
onvermijdelijk regenbui. Bewondering alom voor deze site.
Het eerste Campanile hotel verwelkomt ons hartelijk. Onze
fietsen krijgen zelfs hun eigen kamer toegewezen. En Stefaan beklaagt zich dat
hij het dekentje voor zijn troetelkind niet meegebracht heeft. Een flinke gesproken
nachtzoen aan het adres van de fiets moet dan maar goedmaken voor vannacht.
Kamers, douchen en zo dadelijk eten. Het belooft. En straks
kaarten en chapeau spelen of lezen of wandelen?
Zo beste lezer, de kop is er af. Morgen trekken we naar Laon.
Vermoedelijk bij hetzelfde echt Vlaamse weer. Licht bewolkt, op tijd een lichte
regenval en 20°.
Voor nu de boeken toe en genieten van een eerste geslaagde
etappe.