Toscane of Tarn-et-Garonne, een blogje uit de goeie ouwe
doos.
Gisterenavond waren we toch wel een beetje dood. Vooral het
slechte weer, de verraderlijke aanduidingen van de hoogtemeters en het
gravillon-seizoen waren de boosdoeners. Hier in La Douce hebben ze een eigen
manier om het wegdek van de vele secundaire wegen te onderhouden: ze smeren een
laagje hete pek op het bestaande wegdek en gooien er naderhand heel fijne grind
op. Ze noemen dat hier des gravillons
Nog goed dat we niet in de Camargue rijden want daar zijn de
gravillons nog een stukje fijner én scherper. Iedereen rijdt er zijn
fietsbanden kapot. Hier moeten we onze wielen allen maar even spoelen, leert
Franky ons.
Franky heeft zijn rit opgedragen. Tussen de zonnebloemen door
heeft hij zijn 138km opgedragen aan Rita, die vandaag begraven werd. En aan
haar familie. Van hieruit dus een lieve groet aan de beproefde familie.
En er was nog een opdracht vandaag. Voor en door iedereen
dan. Onze thuisblijver Kazze lAfricano onderging vandaag een belangrijke
hartingreep. Frederik liet ons nu al weten dat alles prima verlopen is en dat
hij aan zijn revalidatie kan beginnen. Geen Lourdes Lourdes dus op de fiets
voor hem, enkel in gedachten erbij. Fré, we wensen je spoedig herstel en veel
sterkte.
We zijn aan de derde kettingbreuk toe. Alweer 3s. Maar het
is zijn fout niet. De fiets in kwestie is een erfstuk van Bompie en Dries heeft
teveel macht. De Bompieketting is niet opgewassen tegen de power van Dries herstelde
knie. Logisch, Dries is ook zoveel jonger en onstuimiger. En hierdoor is Dries
vanaf nu overgegaan naar de status van ketting-roker. Tot driemaal toe kon hij
het niet laten een sigaret op te steken terwijl Capitano Jeroen zijn ketting
herstelt. Drie schakels mankeren er nu al in de ketting van Dries. Maar na een
bad in Lourdes komen die er als bij mirakel beslist weer bij. Kijken hé, zou
Tourdirecteur zeggen.
Maar goed. Gisteren leek de rit van vandaag net de druppel
te veel maar we zijn peten hebben we gezegd en dus, deze morgen om 8u klonk
het bekende fluitje. Deze keer niet door Peter, wel door onze bijzonder
charmante gastvrouw van Campanile Cahors. Capitano Jeroen had ondertussen
verzusterd met de lieve dame want ook zij is actief bezig met Huntington. Hoe
klein is de wereld!
We hebben onze stop op de middag verlegd. Op aanraden van
een lokale restauranthouder zoeken we de luwte op van een groene plek vlakbij
alweer een kerkje. La Mama toverde een kaasfestijntje op ons welbekende
klaptafeltje en een lieve buurman van het kerkje offreerde ons de beste
zelfgekweekte tomaten aangevuld met een oignon doux. Frank zou pas later
beseffen dat hij minstens één boterham te weinig at. Na 80 van de 138km heeft
hij alle rugzakjes van de cyclistes leeggeroofd om zijn energieniveau weer op
peil te krijgen. Maar t is gelukt en ook Frank bereikte zonder kleerscheuren
de eindstreep. Kan ook moeilijk anders want hij klaagt al een paar dagen dat
zijn broek te groot geworden is.
En er was alweer iets bijzonder aan de rit van vandaag. We
kregen een heel erg sterk Toscanegevoel: de glooiende heuvels, de vergezichten,
de azuurblauwe hemel, het soort warmte dat je niet verstikt of overmatig doet
zweten. Zo echt dat je achter de volgende bocht de poort van Siena zou kunnen
zien opdoemen. En dus hebben we vleugels gekregen. Om 17u40 hadden we de 138km
in de benen. En we voelen ons goed.
Campanile Auch verwelkomt ons alweer bijzonder châleureux.
Niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk. Zo dadelijk gaan we aan tafel en we
weten het: leRestaurant is goed, goed, goed.
Morgen lijkt de rit iets cycliste-vriendelijker. Alhoewel.
We hebben hier geleerd tot onze eigen scha en schande dat ook in de
amateurwielersport schijn heel dikwijls bedriegt. Ach, we zien wel. Want
overmorgen komen we aan. En daar gaan we voor natuurlijk. Champs Elysées aan de
Pont Saint-Pierre te Lourdes. We zijn bijna aan het eind, maar nog niet
helemaal.
Het wordt beslist nog spannend maar we zijn vol vertrouwen.
Mensen leven van tegenstellingen. De titel van deze
aflevering verraadt een korte, krachtige rit. Niks is minder waar. Alle
computervoorspellingen over hoogte- en lengte- en breedtemeters en alle
weervoorspellingen ten spijt is de dag van vandaag een lange, natte, steile,
maar toch verteerbare rit. We komen helaas maar toe om 19u na een pak
plensbuien die onze roads spekglad en beregevaarlijk maken. Het voorspelde
quality-time moment in Saint-Cirq La Popie is in rook opgegaan want het
krioelde er van luie toeristen die ons in de weg liepen.
Morgen hebben we alweer 138km voor de boeg richting Auch.
Een rit die we graag opdragen aan één van onze thuisblijvers: lAfricano ofte
Kazze ofte Frederik. We wensen onze collega van hieruit courage en vooruit.
Lieve lezer, u zult het mij niet kwalijk nemen dat ik voor
één keer kort afsluit. Na 11 dagen teisterende hitte hebben we nu enkel nog zin
in eten, drinken en chillen. Niet alleen ons lijf maar ookspieren en zenuwen snakken naar een uur of
twee kletsen met de cyclistes, plannen smeden, uitkijken naar de laatste drie
ritten. We moeten ook nog fotos uitzoeken en posten op deze blog en ook
ICT-kerels willen wel eens gewoon bij de anderen rustig chillen.
Zij het dus kort wil niet betekenen dat wij niet optimist
zouden zijn. Alles is helemaal OK en we love you.
Robertie en Marie of
hoe een ouwe Bompie de cyclisten beproeft
We zijn alweer vroeg uit de veren. Chef Bekaert van Central Hôtel heeft gisterenavond een
bijzonder lekkere kip klaargemaakt maar de sauce diable heeft niks duivels.
Goed voor de één, de ander heeft gecorrigeerd met het pepervat. Op weg dus naar
Aurillac.
Slechts 87km scheiden ons van onze volgende etappeplaats. En
Bompie zou Bompie niet zijn als hij het venijn elders dan in de staart zou stoppen, maar bij de start en
in het midden. Het niet haarfijn uitgetekende hoogteprofiel van deze rit verraadt allerminst de ongeveer
10 muren van Gerardsbergen die verscholen zitten in de eerste 25km. Alleen
Franky Buumratte Nimmegeers slaagde erin geen enkele voet aan de grond te
moeten zetten op deze supersteile, onverwachte, nu gehate La Robertie. We
waren alweer blij als kinderen die een onverwachte snoep krijgen als we de
Bostoen-camionette op de plaats van afspraak vinden. En we kunnen ons hart
luchten tegen Peter en Claudine in een pak lelijke maar goed bedoelde negatieve
superlatieven over deze strook.
Als deze helling al zo tegen ons is, wie zal dan voor ons
zijn? Bompie niet, dat zijn we nu al zeker. Maar weet je, Bompie zalft graag
eens tussendoor. De Col dAulac was een lopertje. Allemaal gezwind naar boven
en de tijdsverschillen blijven klein. Driesje Pantani, die volgens de cyclistes
back is en in het eerste gedeelte bolletjestruipunten gesprokkeld had, werd
nu geconfronteerd met een onverwachte sanitaire stop en moest de duimen leggen
tegen zijn maten-makkers zonder maes. Er was een andere reden voor zijn
vertraging: een selfie-filmpje voor Ellie en Bas op het thuisfront.
Hartveroverend. We zullen het straks opsturen naar Frauke. Bij de aankomst op
de top ontmoeten we ook nog twee Duitse wielerfanaten en Jacques, die onze
groepsfoto kiekte bij het bord van top van de col.
Op naar de Pas de Payrol en de Puy Marie. Marie verdorie.
Mooie naam op een bedevaart naar Lourdes. Heeft ook niets te maken met onze
directeur, gelukkig maar. Want deze Marie is leep, verrassend, stijl, vals
plat, kortom alle lelijke dingen die je over een col kan zeggen. Als Frank ten
prooi valt aan een hongerdip , moet het toch al heel erg zijn. Maar de
collegas zijn er en helpen hem naar boven en op zijn positieven. Onze foeriers
hadden eveneens een dipje en moesten een Marietje rond om terug boven te
geraken om de finishfoto te nemen. Wie kwam eerst boven, zonder foto? Franky
Buumratte Nimmegeers. Voor het eerst in zijn EDUGO-fietscarrière komt hij eerst
boven . En dan zonder foto. Veel gelukwensen op de grote plateau.
Jeroen zou De Schepper niet zijn als hij er geen extraatje
zou aan toevoegen. Samen met Dries te voet naar boven, naar de echte top. 200
extra meter stijgen op de blote voeten. Samen met Dries. Het kan niet straf
genoeg. Maar bewonderende dames (Ingrid
en Marina, nvdr) luisterden naar hun verhalen over Bednet en Huntington en
tastten zelfs in hun portemonnee voor beide goede doelen.
Natuurlijk kwam hun middagmaal een beetje later maar dat gaf
de tijd aan de anderen om te recupereren. Boterhammen met zalm, salami en hesp
en de nodige hoeveelheid cola deden wonderen. Ze waren zelfs bereid de laatste
stop over te slaan en dus in één ruk naar Campanile Aurillac te rijden.
We worden er goed ontvangen. De brave mensen hun restaurant
is in renovatieperiode en wat krijgen we dus deze avond voorgeschoteld? Geen
nood. Om 19u15 komen de pizzas aan. En de brave hoteldienders zetten alles
klaar: borden, bestekken, glazen, ijsemmers enz Als je bij het aperitief het ijs uit die
emmers haalt om je benen af te koelen, dan pas ,ben je diep gegaan, heel diep. Het
Campanile-terras is voor de rest eigendom van EDUGO Lourdes-Lourdes en we maken
er een recovery-avond van en bespreken de ritten van morgen en overmorgen.
We zitten goed, beste lezer. Op ons zadel, in ons hoofd, in
ons hart én in onze geest. We trekken naar Cahors. Hopen maar dat de weergoden
ons goed gezind zijn en we niet geteisterd worden door onweer of andere onkans.
Duim dus maar voor ons want we zijn er bijna, we zijn er
bijna maar nog niet helemaal.
Clermont-Ferrand, 8u15. Iedereen is er klaar voor. 3 cols
van 2de categorie wachten ons vandaag. En alweer hebben we geluk met
de weergoden. Een leuke 22° bij het vertrek, maximaal 29° onderweg. Daar
draaien we onze voeten niet meer voor om.
Het verlaten van Clermont-Ferrand was op zich al een col
buiten categorie waard. En bovendien hadden we zonder dien ouwen Bompie gerekend
want de eerste 60km waren echt geen cadeau. We hadden het gevoel meer gestapt
dan gereden te hebben na de eerste 25km. Met meer dan een uur vertraging hebben
we ons aangemeld bij de eerste ravitaillement. Jeroen verwoorddehet zo: Ik zag een steen en hij verdween tussen alle ander keien
Daarna ging het stilaan beter. Frank vroeg ons in de stilte
van onze velo even te denken aan zijn schoonvader die langdurig ziek en
zorgbehoevend is en aan dus meteen ook aan zijn schoonmoeder die al lange tijd
zelf instaat voor de nodige zorgen. Het behoeft geen betoog dat we dat graag doen en wensen beiden van hieruit
het allerbeste toe.
En Dries kroop vandaag de cols op. Hij kreeg zopas het
bericht dat zijn petekind begint te kruipen. En dus kruipt hij mee, niet de
hele weg, maar toch voor even, uit solidariteit. Proficiat aan Babette en de
ouders met de grote vooruitgang. Met Dries gaat het hier iets minder snel maar
het gaat.
Op het middaguur hebben we dan de tweede top bereikt, de Col
zonder naam. Alweer een wedstrijd gewonnen.
En merkwaardig genoeg krijgen we onze hartslag niet meer boven .de 150. Wij
geloven dat dat een goed teken is, dat onze conditie (eindelijk) op peil is.
Als we nu nog een paar dagen verder trainen zullen we beslist klaar zijn voor
de Tourmalets en andere Aubisquen volgende zondag.
Niet getreuzeld bij het middagmaal, want we willen vandaag
eens echt vroeg binnen zijn. En intussen onze hoogtegrens verleggen van de
1082m van gisteren naar 1365m. Een nieuwe grandioze klim waar we allemaal van
genoten hebben. 300m meer boven de zeespiegel, das al niet niks. Maarten vroeg
of we nog langer moesten klimmen en Frank antwoordde: Als we nu nog langer
klimmen, zijn we meteen in de hemel Als we binnenkort terug in Vlaanderen zijn
rijden we iedereen deraf op Berendriesen en andere Liberts.
Het was goed daar boven. Met de Super Besse in de
achtergrond zijn we toch nu al fier op onszelf en op de tochtgenoten. Hoe
langer we fietsen, des t e meer groeit de saamhorigheid om ons heilige doel te
bereiken: behouden aankomen te Lourdes en weten dat Bednet er beter van zal
worden.
Al dat geklim van de eerste 60km zullen we dan maar
wegfietsen in een grandioze afdaling naar onze volgende etappestad:
Bort-les-Orgues. Daar is geen Campanile noch Kyriad te vinden, welCentral Hotel, met een chef met een Vlaamse
naam: Bekaert. Of hij iets met afsluitingen te maken heeft weet hij zelf niet
maar maakt er ook geen punt van. We zullen hier ook eten. Leuk want dan hoeven
we ons niet meer te verplaatsen. In de camionette kruipen kan niet en mag niet
want de gendarmerie lacht er hier niet mee. Een boete van 90 Euro is zo
geschreven. Vraag maar aan onze Tourdirecteur. En dat je moeten stoppen aan een
stopbord is genoegzaam geweten bij de autobestuurders, lang niet alle fietsers,
Lourdes-Lourdes of niet schijnen zich daar bewust van te zijn. Al best dat ze
fietsers (tot nog toe) niet kunnen flitsen want een zone 30 is voor onze
kornuiten zo overtreden.
We zijn al blij dat we tot hier geraakt zijn zonder
noemenswaardige schade. Op enkele platte tubes, twee gebroken kettingen, een
klapband en wat kleine prutserijen na loopt alles meer en meer gesmeerd.
Morgen staat d ekortste rit op het programma. Een tweetal
cols zullen onze maximale hoogte opdrijven tot bijna 1600m. We houden dus al
onze windstoppertjes klaar voor de afdalingen en hopen morgen aan te komen in
Aurillac. Campanile verwacht ons, alleen zullen we moeten zoeken naar een
restaurant want dat is tijdelijk gesloten wegens renovatie. We zien wel. We
hebben zin en een spaghetti. Eens kijken of onze Tourdirecteur ook daar een
oplossing voor vindt.
Houd jullie taai ginder, vermijd jaagpaden met paaltjes als
het even kan en draag zorg voor mekaar.
We zijn echt op tijd vertrokken deze morgen. Iedereen paraat
om 8u. Een record tot nog toe. En gelukkig maar. Want de (relatieve)
ochtendkoelte is zo een welkome zegen. We willen voor de middag al 70km
gefietst hebben want het venijn zit vandaag in de staart.
Het was alleen een beetje jammer dat we onze oude spullen
niet hebben kunnen meebrengen. Want op zondag vind je in deze streek wel hier
en daar een vide grenier. Onze beproefde camionette zit al propvol. Laat
staan dat we nog de speelgoed fietsjes uit onze echt jonge tijd hadden kunnen
meebrengen. De vide grenier had meer dan veel belangstelling, waarschijnlijk
mede veroorzaakt door een harmonie jachthoornblazers. Acht man sterk hebben ze met
hun geblaas onze doortochtdoorheen Quartier
begeleid. Leuk stel muzikanten die verbroederen met een (leuk) stel gekke
cyclistes.
De streek van de Auvergne is meer dan de moeite waard. Het
is meer dan glooien, meer dan plasjes, alleen maar echte meren, ferme
hoogteverschillen, magistrale uitzichten. Het is ook de streek van een aantal
gelukkig dode vulkanen. Ergens in de buurt hebben ze een echt vulkaanpark
ingericht mét bijhorende dinosauriërs (of van die kleine beestjes die zoveel
miljoen jaar geleden ook in deze contreien leefden, kortom toen de vulkanen van
de Auvergne nog uitbarstten).
Van vulkanen gesproken. Gisteren waren we met zijn allen een
beetje bedrukt door de confrontatie met de eerste col die ons te wachten stond.
Vandaag barstte de vulkaan in onze benen uit. Een lang voorspel is leuk,
vandaag duurde het toch wel zeer lang. Die gevreesde eerste col begon pas 17km
voor de etappeplaats. Ondertussen werden we geplaagd door verdomd lastige
Luik-Bastenaken-Luik-colletjes, valsplatjes, afdalingeningeningskes waar je
ternauwernood je groot mes eens voor kan bezigen.
Bij de middagstop was het een beetje uitverkoop in de
keuken. Onze foeriers wilden absoluut eens schoon schip maken in de keuken.
Maar we zijn flink geweest, hebben alle restjes opgegeten en zonder morren
terug vertrokken, richting eerste col dan maar.
De Col de Ceysat. Een beetje bezijden de Puy de Dôme, oude
bekende uit de echte Tour. Als je boven komt op de Ceysat kan je de top van de
Puy zien en er zelfs naar toe stappen langs een trappenpad. Als je dat doet ben
je beslist een beetje dood. Misschien doe je de Puy dan toch liever met de
fiets. Maar dat was te vroeg voor ons. Wij moeten nog groeien. En zij gerust,
we zullen nog groeien. We hebben de Aubisque en de Tourmalet op het programma
durven zetten en dus moet we op onze leeftijd toch minstens een weekje in
de stemming komen.
Maar je voelde het in de groep: Eindelijk beginnen we aan
het echte werk. Ik zei het al dat we er geen wedstrijd van maken maar iedereen
gunt iedereen wat punten voor de bolletjestrui. Mooi om zien, de één na de
ander die alweer eens zijn grens verlegt. 1078m boven de zeespiegel. De lucht
wordt toch stilaan een beetje ijler en de komende dagen ijler en ijler.
We zijn dus bezig ons Ventoux-gehalte aan het bijspijkeren
en nogmaals, dat heeft tijd nodig. Cyclometalo of niet, grafist of niet,
godsdienst leraar of niet,nieuweling of
oude rot, we hebben allemaal onze tijd nodig. Niet alleen fysiek maar ook
mentaal. Banden smeden toch een hechte club die gaat voor dat goede doel.
Ik ben, zoals mijn fietsvrienden van Lourdes-Lourdes, meer
dan behoorlijk enthousiast over de rit van vandaag. De start van de tweede
week. De start van het betere grenzen verleggen. We hebben de 1000km
overschreden. Nog 800 te gaan. Ik denk dat géén col ons nog tegenhoudt om ons
einddoel te bereiken.
Morgen dus op naar nieuwe uitdagingen, nieuwe landschappen,
nieuwe ontmoetingen, alweer een ander hotel, een nieuwe streekspecialiteit bij
het middagmaal, een dag zonder platte tubes, zonder kettingbreuk, kortom een
nieuwe, nieuwe dag met niets dan zegen voor iedereen hier en iedereen thuis.
Zeker voor Stefaans zoon die vandaag jarig is. Straks zullen we voor hem
zingen (althans met degenen die kunnen zingen) in het centrum van
Clermont-Ferrand
We konden het niet nalaten om even bij Bernadette Soubirous
langs te gaan natuurlijk. De jong overleden kloosterzuster ligt er opgebaard in
de Espace Bernadette. Het is een bijzonder schouwspel. Alsof ze slaapt. Is dit
een echt mirakel of zitten hier mensenhanden achter. Hoe dan ook, stof om over
na te denken, believer of non-believer. En onze Jeroen draagt zijn rit op aan
zijn recent overleden Tante Bernadette, één van de Huntington-patiënten in zijn
familie.
Een 15tal km verder ontmoeten we eerst Jorre. Schrijnwerker,
net afgestudeerd. Op weg naar Compostela. Helemaal alleen. En even later Kris
en Bart uit Diepenbeek, op weg naar de Pyreneeën. Alleen kraakt er toch iets
aan de fiets van Bart. Jeroen had het al van ver gehoord en bij het binnenkomen
van La Grenouille worden we fietsvrienden. Binnen de kortste keren wordt het achterwiel
van Bart vakkundig geopereerd door Jeroen. Alleen is er iets met de
kogelllager. Een en ander kogeltje heeft toch wel een tikje gehad en zorgt voor
een kraakje. Een beetje vers vet aan beide kanten van het wiel moet de lagers
nieuw leven inblazen maar dat lukt maar gedeeltelijk. Toch is er enige
verbetering te speuren en gaat het trappen dan toch iets gezwinder voor Bart.
En zo trekken Kris en Bart dan maar een aantal kilometer samen met ons verder.
De mobiele fietsherstelplaats van Jeroen hebben we dan maar
omgedoopt tot eerste stop. En dus was het tweede deel van deze rit dan toch wel
iets langer dan voorzien. Hoe dan ook, perfect binnen de timing landen we op
een overdekt terras van een café-restaurant recht tegenover de kerk. Peter had
intussen de eigenaar-chef-garçon overtuigd om het terras te mogen bemiddagmalen
met zeven cyclistes. Het klassiek broodmenu werd deze keer aangevuld met echt
frisse colas Kyriad Nevers had niks willen koelen en vers (nou ja,
ontdooid diepvries) -fruit) met chantilly.
Een korte powernap later klimmen we alweer op onze
strijdrossen voor de volgende 60 km, richting Montluçon Saint-Victor. En de
middagrit verloopt eigenlijk merkwaardig stil. Iedereen bezint zich over van
alles en nog wat dat hem persoonlijk aanbelangt maar de voorspiegeling van de
rit van morgen doet nadenken. Een hele dag klimmen met diverse percentages. Hoe
zullen we dit verteren. Lokale weervoorspellers beloven ons een beetje milder
temperaturen en we weten ook hoe hoger we klimmen, hoe milder de temperatuur
wordt. Maar de zon blijft wel branden.
Morgen duiken we dus het Centraal Massief binnen en wie de
streek een beetje kent, weet dat de cols aldaar en heel speciaal grillig
karakter kunnen hebben. We zien wel en fietsen voort.
Aangekomen in Montluçon beseffen we dat we nu echt
halverwege zijn. He geeft moed dat we al zover geraakt zijn. Zonder
noemenswaardige accidenten. De geplaagden zijn ongeveer weer op hun positieven:
Dries zijn knie doet het behoorlijk maar een kuitspiermassage deze avond zal
hopelijk wonderen verrichten; De geteisterde kuit van Maarten heeft zich
omgevormd tot een echte sportkuit en Frank beleeft zijn eerste dag zonder
platte banden of wespensteken. Franky heeft opnieuw de kracht van de Vlaamse
recoveryshake ontdekt en Ivan kreeg vandaag een gezel aan de kop van de groep.
Stefaan coachte op zijn Picassos: gezwind, met in Frankrijk verboden oortjes
en alert de volgende fietsers met het oog op zijn rug in het oog aan het
houden.
We gaan een beetje vroeger eten en zullen de rit van morgen
nog eens bespreken. Misschien vragen we wel aan onze Tourdirecteur om eens voor
echt te doen: in de zwaarste beklimming van de dag zou het misschien wel eens
handig kunnen zijn dat we al rijdend een verse drinkbus aangereikt krijgen.
Want op ander publiek dan Peter en La Mama moeten we niet rekenen.
We zullen eenzame fietsers zijn morgen in de
beklimmeningeningeningen, en hoe sterk zullen we zijn als we kromgebogen over
ons stuur niet de wedstrijd, want er is geen wedstrijd, maar onzelf overwinnen
en het Centraal Massief overwinnen.