Ik bewandel uw paden,
stap voor stap.
De bomen verliezen hun bladeren.
De regen heeft het groen weggespoeld.
En U, herfst, heeft er met uw penseel
nieuwe kleuren voor in de plaats geschilderd.
Rood, bruin en geel.
En paddenstoelen waar er tot voor kort bloemen stonden.
Het bos ruikt naar nat.
Kleine diertjes zoeken naar een veilige plek.
Vogels verzamelen,
vergaderen druk over hun nakend vertrek.
De zomer is nu echt vertrokken,
en laat een diepe leegte na.
Het bos valt in zijn winterslaap.
Een klein beetje sterven, elk jaar opnieuw.
|