Het staat in elk vriendschapsboekje van op de lagere school. Bijna iedereen heeft er ooit wel eens een opstel of werkje rond moeten maken. De bekende vraag: 'Welk beroep wil je graag uitoefenen, later als je groot bent?'.
Als mensen me deze vraag stelde toen ik een jaar een vijf was, antwoorde ik meestal dat ik verpleegster of schooldirectrice wilde worden. Dat was wat mijn ouders deden, en verder rijkte mijn fantasie blijkbaar nog niet.
Vijf jaar later, zo rond mijn tiende, heb ik eens laten vallen dat kinderverzorgster of onthaalmoeder misschien wel iets voor mij zou kunnen zijn. Daarnaast wilde ik graag boeken en gedichten schrijven. Mijn fantasie was dan wel al wat meer ontwikkeld, mijn financiële inzicht nog niet echt. Want 'daar ga je nooit je kost mee kunnen verdienen, hoor' kreeg ik dan te horen.
Op mijn vijftiende had ik al een vrij realistische kijk op de wereld, dat vond ik toen toch zelf. De universiteit zou wellicht te hoog gegrepen zijn voor mij, want ik moest echt heel hard werken voor middelmatige punten (wiskunde was zelfs ver ondermaats, dit even terzijde). Ik begon te denken aan opvoedkunde of verpleegkunde. Maar toen had ik al door dat ik fysiek niet tot het sterkste ras behoor, en mijn kleine gestalte zou me hierbij niet helpen. Dit werd me later ook door mijn artsen bevestigd. Iets met talen dan? Tolk of zo? Had gekund, maar mijn interesse ging meer uit naar mensen.
En ja, toen kwam het einde van de middelbare school in zicht (eindelijk!) en moest ik een keuze gaan maken. Ik bezocht enkele hogescholen, samen met mijn ouders, en uiteindelijk schreef ik me in voor maatschappelijk werk. Van die studie op zich heb ik eigenlijk nooit spijt gehad. Het is een brede en heel algemene opleiding, die je niet alleen voorbereid op het vak van maatschappelijk assistent, maar ook op de maatschappij zelf. De stages liepen echter moeizaam, en ik kon zelf niet echt zeggen hoe dat kwam. Het kostte me enorm veel energie, het werktempo was vaak hoog, ik kreeg maar geen goed overzicht in het geheel van mijn takenpakket en kon zo moeilijk prioriteiten stellen. Dit waren slechts enkele van mijn 'werkpunten'.
De details ga ik nu in deze tekst niet uit de doeken doen (staan wel uitgebreid in mijn boek beschreven), maar het komt er op neer dat ook de eerste jaren op de werkvloer een ware strijd waren. Het geluk stond ook niet altijd aan mijn kant, vrees ik. Maar ik bleef dapper volhouden. Ondanks het feit dat ik intussen de diagnose 'syndroom van turner ' en bijhorende leerstoornis NLD (disharmonisch begaafdheidsprofiel) had gekregen. Ondanks het feit dat ik ook elke week de kinesist en regelmatig verschillende dokters bezocht.
Maar op een gegeven moment was het gewoon op. Ik kon niet meer vechten, ik kon het gewoon niet meer opbrengen. Burn out, te lang op mijn tippen gelopen.
Ik vocht terug, probeerde nog een andere job en een lerarenopleiding. Maar intussen deed ik af en toe een interim opdracht als oppas bij zieke kindjes aan huis. En uiteindelijk kon ik er ook een vast contract krijgen. Het was niet mijn bedoeling dat ik dit voor jaren zou doen, maar kijk....
We zijn nu bijna vier jaar verder en ik ben nog steeds bezig.
Of ik dit erg vind? Nee, eigenlijk niet. De meeste kindjes zijn echte schatjes, het is geen zwaar of stresserend werk, ik kan er mijn creativiteit in kwijt, op mijn eigen tempo werken.... zo kan ik nog wel enkele voordelen noemen. Dankzij regeling vanuit het Riziv kreeg ik nog wat bijgepast op mijn (helaas niet zo'n hoog) loon. Zo krijg ik de kans om dit deeltijds te doen, wat mijn mentale en fysieke gezondheid enorm ten goed komt.
Ik werk nog steeds met mensen. Meer zelfs: ik denk dat er geen enkele job is waar je een betere dwarsdoorsnede van de maatschappij te zien krijgt als deze! Ik kom in alle soorten en maten gezinnen, in mooie villa's in het groen en in schamele appartementjes in de stad. En mijn droomjob van kinderverzorgster, en eigenlijk toch ook een beetje verpleegster/opvoedster, is zo toch maar mooi werkelijkheid geworden.
Schrijven doe ik hier, en af en toe ook voor andere doeleinden. Ik verdien er inderdaad niet de kost mee, maar dat hoeft niet perse.
Al bij al ben ik dus heel content, echt waar. Maar soms kruipt me toch het gevoel van 'het is toch jammer dat ik nu niets meer met mijn diploma doe' en 'mis ik niet wat uitdaging?'. Maar ik heb inmiddels al een serieus rugzakje mee te slepen, het is gewoon allemaal niet zo zwart-wit.
Heel misschien komt er binnenkort toch nog verandering op werkvlak, maar daarover kan ik nog niets zeggen. Ook op familiaal vlak staat er iets spannends te gebeuren. Wordt hoe dan ook vervolgd.....
29-11-2018, 00:00 geschreven door Sarah 
|