Het begin van het wedstrijdseizoen was een voltreffer voor mij. De eerste triatlon stond geprogrammeerd op Lanzarote. Niet de gevreesde Ironman, maar een 1/4, de Volcano triatlon. In goed gezelschap van Johan Pauwels, Pascal Trouve, Filip Van Craenenbroeck en Bert Jammaer wisten we heel wat podia Belgisch te kleuren. Filip en Bert kwamen bij de top 10 op het podium, Pascal werd winnaar in zijn age group, iets in de 50 en Johan en ik werden beiden 3de in onze respectievelijke age groups. Nadien nog een dikke week op Lanzarote blijven trainen met Johan en met een sterk gevoel terug naar huis gekomen. Een week later deelgenomen aan de 1/4 triatlon in Geel en ook daar een mooi resultaat neergezet met een looptijd die me duidelijk maakt dat we goed gewerkt hebben op het lopen dit seizoen. Tot zover de hemel. Twee weken later stond de 1/2 triatlon in Leuven op het programma. Een wedstrijd die een loopparcours heeft met trapjes, steile stukken en deels verhard en onverhard. Ergens vind ik dit een van de meest charmante wedstrijden die ik ken in Belgie en ik zie ze als een ideale voorbereiding op de Ironman van Klagenfurt, die op 30 juni op mijn programma staat. Door de koude weersomstandigheden van de voorbije weken werd de triatlon een duatlon. Eerst 8,5km lopen, waarbij ploegmaat Rudy Ceuppens er onmiddellijk zin in bleek te hebben en Serge en mezelf een strak tempo oplegde, gevolgd door 78km fietsen in 5 rondes. Dat fietsen dacht ik nog slim aangepakt te hebben. De eerste ronde wat behouden rijden en het parcours inschatten, om daarna stelselmatig te versnellen. Een 42ste fietstijd was mijn deel en een 50-tal plaatsen goedgemaakt tov het eerste looponderdeel. Maar dan... Ik voelde onmiddellijk dat het tweede looponderdeel er teveel aan zou zijn. De gewrichten draaiden helemaal niet soepel, op zich geen rariteit na het fietsen, maar het voelde echt alsof ze niet gesmeerd waren. Ik had ook het gevoel niet vooruit te komen, maar werd niet direct ingehaald en haalde zelf wel in. Na een paar kilometer kwam dan het mentale klopje waar ik altijd voor vrees... stappen. Eens ik begin te stappen lijkt er een veer gebroken en is het daarna moeilijk om niet weer te beginnen stappen. Op het einde van ronde 1 dacht ik even aan stoppen, in het begin van ronde 2 dacht ik echt aan stoppen en iets verder dacht ik niet meer. Mijn enige betrachting was om naar het verste punt op het parcours te geraken en dan moest ik wel terug. Zo is het ook gegaan. Wat ik me vooral herinner is dat ik wilde overgeven, maar niet kon, dat ik wilde opgeven, maar niet kon. Phillipe Wijns heeft me dan mee op sleeptouw genomen en met schaamte moet ik zeggen dat ik hem dan, zonder het te beseffen weliswaar, achtergelaten heb op een goede kilometer voor de finish. Bedankt Phillipe, ik ben je wat verschuldigd! Ik heb de finish gehaald binnen de 4u, maar toen ging het licht even uit. Nu blijf ik vooral achter met een slecht gevoel naar Klagenfurt toe. Deze week zal er vooral geanaliseerd worden waar het mis is gegaan. Het is volgens mij te gemakkelijk om te zeggen dat de ziekte van de voorbije week nog in mijn lijf zat. Ben ik niet eerder te snel gestart met het eerste looponderdeel (15km/u is misschien net iets teveel van het goede voor mij), heb ik wel genoeg gegeten (slechts 3 powerbar gels en 650ml sportdrank), ben ik misschien toch te diep gegaan bij het fietsen? Of moet ik me gewoon realiseren dat een kwartafstand geen halve is, laat staan een volledige.
Tijd om na te denken dus, gelukkig heb ik daar 'mijn mensen' voor. It's your turn now Jeroen Dingemans!