Lennert volop aan het inpakken, Sofieke zenuwachtig checkend of ze alles bij heeft. D-day is aangebroken en de laatste dingen worden in orde gebracht. Filou was zo vriendelijk geweest zich aan te bieden als chauffeur naar Zaventem. Om de 24uur-durende vlucht om 20.00u zeker niet te missen, zaten we om 16u reeds in de auto richting Brussel. Op de luchthaven hebben we ons zeker niet verveeld. Ons rantsoenpakket was uitgebreider dan dat van een leger en achteraf bleek dat we op onze vlucht ook niet zouden verhongeren. Zelfs op reis vertrekkende, heeft Lennert het moeilijk zijn werk los te laten. Pas na een klein telefoontje, een zoektocht naar een stopcontact en wat aanpassingen aan het hoofdstuk, was hij klaar om zijn aandacht op het echt belangrijke te vestigen, nl giving Sofieke some attention. Het inchecken van de bagage leek vlot te zijn verlopen, tot we op de border control werden tegengehouden en teruggestuurd voor Lennert zijn tickets.
Eind goed al goed, zijn we toch op het vliegtuig kunnen stappen. De gedachte met een zogenaamde Boeing 787-8 Dreamliner te gaan vliegen, bleek echter wel enkel een dream te blijven. Het vliegtuig had meer iets weg van een groene ruimte gevuld met rijen zetels waarin aan het geluid te horen duidelijk een OSAS-lijder vertoefde. Tot onze grote spijt was deze man klaarblijkelijk zeer moe geweest, want zijn ogen deed ie nooit open, doch werden onze oren soms enkele seconden rust gegund door een van zijn vele apnoetjes. Alsof dat nog niet genoeg was, werden we ingesloten door een man uit Parijs die, volgens Lennert althans, leek op een Chinees. Hoe vriendelijk hij was en met hoe een groot enthousiasme hij opstond wanneer we zeiden dat we naar het te toilet moesten, valt niet te beschrijven. Om deze arme man tijdens de nacht niet te veel tot last te zijn, zeiden we dat we wel ergens anders gingen zitten. Na heel het vliegtuig rondgestapt te hebben, met de befaamde dons in de hand, op zoek naar een plek naast het gangpad, keerden we dan toch maar terug naar onze vertrouwde plek. Aan de gastvrijheid waarmee Meneer Parijs-Chinees ons ontving, zal ik maar geen woorden vuilmaken. Slapen in een vliegtuig is niet alles, zeker niet wanneer je gewekt wordt voor een 4uurtje om 4.00u a.m. Is dit een rare gewoonte uit Ethiopië (for the record: we vlogen met Ethiopian Airlines) of gewoon een Ethiopische vriendelijkheid naar de vermoeide reiziger toe?
Na 100 mails naar
Valerieke werden we uiteindelijk doorverwezen naar Samantha die ons vlekkeloos wist te
begeleiden doorheen ons voorbereidingstraject naar Zuid Afrika. Haar selectiviteit
in het beantwoorden van onze mails was een eigenschap die ons niet was ontgaan.
Gelukkig hadden we nog Surita Riffel die volop ons verblijf in de Student Lodge
aan het regelen was. Dont worrie Lennert
was haar favoriete uitspraak. Echter konden we ons toch niet zo not worried
voelen toen zij 1 week voor ons vertrek mailde dat ze geen slaapplaats voor
Lennert had kunnen fixen. Zoals de gangbare Zuid-Afrikaanse vriendelijkheid
betaamt, stelde ze wel: If this arrangement does not suit you I will have to
assist in some or other way. Ditmaal kozen we voor ons eigen Belgische
arrangement en namen we een luchtmatras en natuurlijk het befaamde Siberische
donsdeken (dat Lennert al de hele wereld meesleurde: Marrakech, Chatel, Genève,
Bourçia, Turijn, Milaan, Garda, Verona, Venetië, Ljubljana, Zagreb, Balaton,
Budapest, Wenen, Cluj, ...) mee voor de zekerheid. Hoe dan ook,
hoe/wat/waar/met wie/wanneer/waarom we slapen, is nog een verrassing... To be
continued...
Het afscheid viel ons zwaar.
Het afscheid viel ons
zwaar, maar onze familie nog zwaarder. Zoals het behoort als je een lange tijd
weggaat, gingen we nog op bezoek bij de moeke en de vake, bij bomma Annie en
bij bomma Janneke. Ook sprongen we nog eens binnen bij de Meulemansen voor de
verjaardag van Toon. Zelfgemaakte jenever werd ons aangeboden. Zondagavond laatste
avondmaal bij Maria Christina en Jan, maandagavond naar de Pastis met familie
De Schrijver. Vooral Filou kon de keuken en de service wel op prijs stellen..
Packing
Sofieke pakte haar
koffers netjes 1 week lang, terwijl Lennie er dezelfde dag inschoot. Dit had
tot gevolg dat hij maar 5 onderbroeken vond in zijn kast, wat door Maria
Christina beaamd werd aangezien zij deze nog net had zitten wassen in
Brasschaat.