Ik vertel het en ik huil niet meer. Ik staar wat rond en laat de woorden komen. Ik ben me heel bewust van wat ik zeg en me nog meer bewust van wat ik verzwijg. Ze hoeven niet alles te weten. Anders loop ik het gevaar dat mensen mijn cyclus volgen zoals ze het weerbericht volgen.
En zo lijkt het dan misschien dat ik er ok mee ben. Dat is het niet. Ik heb mijn emoties niet onder controle, alleen maar een beetje, en af en toe, mijn tranen. Als ik het vertel, stormt het, en raast het in mij. Mijn adem stokt, mijn stem kraakt, ik zweet. Mijn hart bonkt. Ik denk dat je het zelfs kan horen. Mijn hart bonkt zo vaak de laatste tijd. Mijn hart bonkt telkens als ik het vertel, ik schrik opnieuw en opnieuw van de gigantische omvang van ons geheim, de grote stilte die volgt, en het zwarte gat vol vragen.
Wanneer zal mijn hart weer meer bonken voor mijn liefje, en minder voor verdriet? Wanneer zal ons hart bonken voor een kind, van ons, van vlees en bloed en niet louter in gedachten?
Wat voel ik het meest? Het gemis of het verlangen? Het gemis doet huilen. Het verlangen doet dromen. Het leidt af, het maakt gek.
En dan doe ik het weer. Het doet me niet goed en het doet zeer. En toch. Ik wentel mij in het gemis, word boos en wil schreeuwen.
En dan doe ik het andere. Ook dat, niet goed, doet zeer, en toch. Ik verlang naar mijn droom en droom mijn verlangen. En opnieuw. En zo wordt een dagdroom in de vroege ochtend op de trein, een droomdag.
Het is zo'n dag. Ik werd wakker en heb het gevoel dat mijn hoofd niet heeft geslapen. En ik vraag me af, voor deze dag: wordt het het verlangen of het gemis? Het is middag. Het is beide.
Soms vraag ik me wel af waarom we niet meer praten over adoptie. Een kind adopteren dat er al is, is misschien verstandiger dan kosten-wat-het-wil een kind maken. Maar dan denk ik aan lange wachttermijnen (3 jaar), problematische adoptieverhalen ('bodemloze' kinderen), gesprekken met adoptieconsulenten (verantwoorden en uitleggen waarom je precies een kind wil). Ik besef dat dit onvoldoende argumenten zijn om niet te kiezen voor adoptie.
De waarheid is dat het buikgevoel niet juist zit.
Michiel en ik, we praten niet over adoptie. Omdat we er niet over nadenken. Het flitst soms weer plots door ons hoofd (oh ja, adoptie, dat zou ook kunnen), maar dan is het weer weg. Niet bewust. Het is gewoon zo.
Ik kan het beeld van twee rosse zoontjes, met sproeten, die een ijsje eten in de zomer, niet loslaten.
We willen een kind van ons.
Klinkt cliché. Weinig beargumenteerd. Op weinig gebasseerd. Maar het is de waarheid.
Wie weet, later. Als de klok minder snel tikt, of als het dan toch nog niet loopt zoals nu gepland.
Deze ochtend toch maar een test gedaan. Niet dus. Als het lichaam zwijgt, geen teken van leven of niet-leven geeft, dan maar weer een test. Een test tegen beter weten in. Tegen de onwetendheid. Voor het weten, voor het vergeten. Negatief. Eén streepje en geen twee. Een test die zegt wat ik niet kan weten. Die zegt wat ik niet wil weten. Dat het zo niet komt, dat het zo niet gaat. Dat het definitief anders moet. Een minimale boodschap (het ontbreken van één enkel rood streepje) met vele gevolgen. Voor mijn lijf, hart en hoofd.
Zo. 27 dus. Gisteren was een fijne dag. Goed gewerkt, lekker gegeten. Ik kreeg van Michiel een naaimachine en parketvloer in ons nieuwe huis.
En intussen groeien Jelle, Mirte, Lou, Lars, Willem en Kato als kool. Ik stond erbij en ik kijk ernaar.
Ik schuif mijn verwachtingen op met mijn leeftijd. Vorig jaar dacht ik een kind te hebben op mijn zevenentwintig. Dit jaar hoop ik gewoon zwanger te zijn op mijn achtentwintig.
Ik hoop het, ik hoop het, ik hoop het. Ik koester mijn hoop van deze dagen.
In België zijn er 6 pogingen terugbetaald. Een poging telt pas als poging als er effectief een punctie (en ik denk zelfs terugplaatsing) is geweest. Dus moest er iets mis lopen met de medicatie, en er kan geen punctie zijn, dan telt dit niet.
Terugplaatsing van ingevroren embryo's komt daar dus ook nog bij. Maar je weet natuurlijk niet op voorhand of er genoeg embryo's zijn en of deze het ook overleven na ontdooing.
Ik weet niet hoeveel tijd er moet zijn tussen 2 pogingen. Eén poging, dan eventueel de ingevroren embryo's en dan minimaal een cyclus rust. Maar wat ik lees op internet, doen de meeste mensen pas opnieuw een poging na enkele maanden.
Verder denk ik dat het nog langer wachten zal zijn voor we kunnen starten. Ik lees op internet dat je moet beginnen met medicatie op dag 21 van je cyclus die de ivf-cyclus vooraf gaat. Als we op 16 april terug een afspraak hebben om concrete behandelingsafspraken te maken, dan is dag 21 net voorbij, dus zullen we bijna nog een hele maand extra moeten wachten. Volgens mij kan de pick-up dan ten vroegste gebeuren in juni... dat is nog lang hé.
Laat ons hopen dat dit onbetrouwbare info is, dat we op 16 april er meteen kunnen invliegen.
Even gewoon wat uitleg over ivf. De feiten. Hoe dat in zijn werk gaat. Ik heb de info hier in een brochure van het ziekenhuis. Hier gaan we.
In vitro betekent letterlijk bevruchting in glas of in het laboratorium. De bevruchting vindt dus plaats buiten het lichaam. De natuurlijke menstruatiecyclus wordt tijdelijk vervangen door een medisch gecontroleerde cyclus. Met medicatie wordt de werking van de klier in de hersenen die één eicel laat rijpen per cyclus onderdrukt. De behandeling verloopt in verschillende fases:
1. simulatiefase Er bestaan verschillende schema's voor onderdrukking en simulatie, die is verschillend bij ieder persoon. Op dit moment weten we dus ook niet hoe dit gaat. Wellicht gaat het om dagelijkse inspuitingen en andere medicijnen. Dit zijn deels hormonen, met de nodige neveneffecten. Daar kan je dus al redelijk van af zien. Bedoeling is dat er meer dan één eitje rijpt. Er is een reeële kans op hyperstimulatie, als er een te sterke reactie is van de eierstokken. Dat is niet goed, maar laat ons daar niet teveel over nadenken en hopen dat het me niet overkomt.
Er zijn geen aanwijzigingen dat de hormonenbehandeling een verhoogd risico geeft op allerlei ziektes zoals kanker.
2. punctie
Eenmaal de eicellen gerijpt, gaan ze de eicellen oogsten (echt waar, zo zeggen ze dat). Met een holle naald. Dat gebeurt onder lokale verdoving. s avonds mag je gewoon naar huis. Je bent er wel 3 à 4 dagen echt niet goed van, te vergelijken met een andere kleine operatie. De punctie zelf is niet leuk, maar zelden echt pijnlijk. Dan krijg je ook te horen hoeveel eicellen er werden geplukt. Dus 3à4 dagen thuisblijven dus.
3. Spermastaal
Dat moet ook binnengebracht worden op de dag van de punctie. Je moet goed je naam op het staal zetten, staat er in de brochure. Dat vind ik een héél enge gedachte. Het zal er verdorie in KOEIEN VAN LETTERS op staan.
4. Samenbrengen eicellen en sperma
Dit gebeurt door embryologen. IVF is gewoon dat bij een eicel, zaadcellen worden geplaatst en ze zelf dus hun werk doen (in een broedstoof). Bij ICSI gaan ze met een superfijne naald de spermacel tot in de eicel brengen. Op dit moment weten we nog niet wat het zal zijn voor ons, maar eigenlijk maakt dat ook niet zoveel uit.
5. Embryotransfer
Drie dagen na de punctie gaat men één embryo terugplaatsen. (Eentje maar, dat is wettelijk bepaald zolang je nog jong bent, daar is veel uitleg bij, vertel ik nog eens een andere keer, best interessant). Je moet s ochtends bellen om te horen of er succesvol embryos zijn verkregen. Ze plaatsen er eentje terug en dat doet geen pijn, dat is te vergelijk met de inseminaties. 97% van de pick-ups worden gevolgd door een transfer, het gebeurt dus maar zelden dat ze geen goede embryos bekomen. Als er meerdere embryos zijn, worden die ingevroren. Deze kunnen dan ontdooid worden voor een volgende poging. Zo hoef je niet weer door de medische mallemolen, maar kan het eenvoudig worden teruggeplaatst. De slaagkansen zijn wel veel lager met cryos (zo heet dat dan, sommige vrouwen noemen dat ook eskimootjes).
6. Wachten
Dan moet je dus lang en zenuwslopend wachten. Je mag alles doen wat je normaal doet. Op dag 8 is er een bloedname, op dag 12 na de transfer is er dan eindelijk een zwangerschapstest.
De kans is reeël dat een embryo zich niet innestelt in het baarmoederslijmvlies. Dit is de fase waar men het minste over weet en waar men het minste aan kan doen. Maar het is een natuurlijk proces, en daarin verschilt deze behandeling niet echt van een natuurlijke zwangerschap.
Daarbij komt dan nog dat na succesvolle innesteling en een positieve zwangerschapstest, het toch nog kan mislopen. Kans op miskraam is dus redelijk groot, net zoals bij natuurlijke zwangerschappen. Vele embryos vertonen onzichtbare genetische defecten, waardoor de deling en de inplanting ophouden. Het is dus een soort van natuurlijke selectie.
Als je dan toch zwanger bent, blijf je nog even onder streng toezicht van het ziekenhuis. Als het na een aantal weken (8 denk ik, maar dat weet ik niet zeker) goed gaat, word je terug doorverwezen naar je eigen gyneacoloog.
Dan heeft de brochure een hoofdstuk wat zijn mijn kansen.
Die vind ik redelijk. Men spreekt van een take baby home rate. Dat wil dus zeggen, het bevallingspercentage, percentage van vrouwen die ook een effectief een kind op de wereld zetten. Bij IVF/ICSI bedraagt dit in het centrum 31 procent per cyclus. Er worden dus wel meer vrouwen zwanger (>40%), maar dat gaat dan helaas mis. Voor een cyclus met ingevroren embryo is het slaagpercentage 18%.
Wat kost dit nu? De behandeling is niet gratis. We wonen in het beste land ter wereld, waar er veel wordt terugbetaald, en er een goede omkadering is. We betalen nog wel het remgeld (op medicijnen, inspuitingen, consultaties, metingen, labo-onderzoeken, ). Dat komt ongeveer neer op 400 euro per keer. (anders zou het ons minimaal 3200 euro kosten). We worden er dus gelukkig niet arm van.
Oh ja, reizen wordt afgeraden in de prille zwangerschap en tijdens de behandeling. Wij plannen dus nog niks in de zomer. maar we zullen sowieso wel gaan kamperen want als wij niet op onze mattekes hebben gelegen na een heerlijke maaltijd op ons campingvuurke, dan is het geen goeie zomer geweest.
Nog vragen? Mail ze mij, dan antwoord ik ze. Ik vind het belangrijk dat jullie ook geïnformeerd zijn.
Vrijdag heb ik het verteld aan mijn bazen. Mijn collega's. Alledrie met kinderen. Ik heb diep ingeademend en ben beginnen vertellen. Ik heb niet alles verteld, dat is niet nodig. Ik weet niet zo goed wat hun reactie was want ik staarde naar de tafel. Zo kon ik precies met de zwaartekracht, de druk in mijn hoofd, tranen tegen houden. Maar het berichtje van Peter, 's avonds laat, stelde me gerust. Goed dat je ons in vertrouwen nam vanochtend. En alle succes in de behandeling. Als je soms momentje vrij nodig hebt, gewoon laten weten, ok? Geniet van het weekend, Peter.
luisteren naar de prachtige maar droevige muziek van anthony and the johnsons bladeren in naaiboekjes voor kinderkleertjes rondsurfen op forums over IVF nadenken over de indeling van een kinderkamer kijken naar kinderkleding en zwangerschapskleding in winkels opzoeken welke crèches er in de buurt zijn opzoeken welke scholen er in de buurt zijn nadenken over hoe lang ik borstvoeding zou geven teveel op babybezoek gaan
nu nog tien dingen vinden die ik aan mezelf verplicht en we zijn er
De rust is er terug. Vandaag zijn we bij Dr. N. gewees, fertiliteitsarts. In de wachtkamer hangen berichten over ochtenraadplegingen, regelingen voor terugbetalingen en zaadstalen van mannen. Ik besef nog eens dat het een wereld is op zich. Met een eigen taal. Maar dokter N. spreekt onze taal. Ze luistert. Ze geeft goede uitleg. Zij begrijpt wat wij zeggen en wij begrijpen wat zij zegt. Insemintaties hebben inderdaad niet veel zin. We hebben het geprobeerd, en dat is goed. Maar nu, kunnen we beter de pogingen staken en overschakelen op IVF. Ze volgt ons in onze kinderwens. Ik hoor ook een nuance. Ze zegt niet 'ik begrijp het'. Niemand begrijpt het. Ze zegt 'ik kan me daar iets bij voorstellen'. Dat kan kloppen, ze ziet elke dag mensen zoals wij. Morgen doen we een laatste inseminatie. Vandaag slikt Michiel zijn laatste pillen. Volgende maand zal er rust zijn. Geen stalen binnen brengen, geen bloed geven, geen gyneacoloogbezoeken,... Half april gaan we dan terug naar het ziekenhuis en dan starten we met onze behandeling. Als alles goed gaat, kan in mei dan een eerste IVF-cyclus van start gaan. We krijgen een brochure en een nieuwe afspraak. Veel is er niet veranderd, maar we weten waar we aan toe zijn. Het is niet goed, maar het kon allemaal erger. Er zijn zaadcellen, en er zijn er goede bij. Met onze chromosomen is waarschijnlijk niets mis, er is geen enkele reden om dat te denken. Er is geen wachttijd om met de behandeling te beginnen. De 'take baby home rate' bedraagt in dit centrum 30%. 30% kans dus dat we na één cyclus een succesvolle zwangerschap hebben. Dit geeft moed. Dit maakt dat ik misschien minder pieker, en dat Michiel beter slaapt.
Ik ben moe en doodsbang. Ik functioneer niet meer zoals het moet, en alles moet nog beginnen. Hoe ga ik dit volhouden? Iedereen die me een beetje kent, ziet dat het mis is, helemaal mis. Wat gebeurt er met de tranen die ik niet huil? Bewaar ik ze voor later? Of kroppen ze zich op in één of andere fysieke pijn?
En dan kom ik thuis en is er lekker eten en bloemen. En dan weet ik weer dat we er samen door zullen gaan. We tellen ons verdriet bij elkaar op, en toch kunnen we het zo beter dragen. Zoals bij een te zware boodschappentas. Ik rechts, hij links, allebei een lus. En wanneer we moe zijn, wisselen we van kant. En zo desnoods honderd, duizend keer, tot we thuis zijn, met onze boodschappen.
ik heb heus wel genoeg maar net zoals bij een verzameling postzegels heb je van liefde nooit teveel en ik ben nog op zoek naar dat ene zeldzame exemplaar een lege plek in het plakboek van ons leven
dus wens mij wens ons dat we het vinden en wens ons misschien ook wat geduld
Er gaat al het hele weekend een opmerking door mijn hoofd. Van Bart, mijn baas. Het is vrijdagnamiddag, en het is goed geweest. Hard gewerkt, maar de dingen die ik wou doen zijn af. Ik ben mijn mailbox rustig aan het opruimen en ben content. Het gaat allemaal in orde komen. Bart vertrekt naar huis en zegt 'kijk toch niet zo zorgelijk'.
Dat vind ik straf. Mijn binnenkant zat weer aan mijn buitenkant. Ik schrik elke keer als ik daarmee wordt geconfronteerd. Zoals de foto van rond de kerstperiode die papa me toonde. Ik zag er niet uit. Ik zie er niet uit.
Ook Michiel zijn ogen zijn donker. Het is de winter, maken we onszelf dan maar wijs. Maar het is een lange winter.
We denken na over ons huis en het geeft ons energie. Michiel plant, denkt na, tekent, mailt, schrijft, telefoneert en het klinkt allemaal goed. Ik twijfel meer, altijd. Maar dat is niet erg. Zo zijn het goede dagen.
Maar ik ben bang te vervreemden van de wereld. Ik loop weg van collega's die over baby's praten. Ik ben blij dat ik een goed excuus heb voor het naaiclubje van zondag. Ik spreek niet af met mensen die mogelijk dé vraag zouden kunnen stellen. En ik word gek van mensen die klagen over kleine dingen. Daar schaam ik me voor, ik wil geen problemen vergelijken en ik wil niet dat we onszelf overtuigen van de grootte van onze ellende. Maar wat kan ik anders? Ik maak het niet gemakkelijk, er schieten nauwelijks nog gespreksonderwerpen over. Behalve het huis dus. Vraag me alles over het huis. Ik kan je vertellen over soorten gyproc of OSB-platen. Over blower-metingen en EPC-certificaten. En vertel dan maar over jouw leven. Ik zal werkelijk mijn best doen om te luisteren, en om niet te vergelijken met het mijne. Iedereen heeft recht op zijn eigen verdriet.
In het huis dat we tekenen staat een grote tafel. Voor veel volk.
In ons huis is er veel plaats in de badkamer. We lopen elkaar daar zeker niet in de weg. We maken plannen voor gigantische kasten, waar enorme hoeveel heden kleren, handdoeken, en lakens in passen.
Onze keuken is open, zodat we alles zien wat er in de leefruimte gebeurt.
We bouwen ons huis tegenover een speeltuintje.
In ons huis zal er plaats zijn voor een grote fietskar.
Bij de inrichting van ons huis, denk ik vaak aan de inkomhal. Daar wil ik kapstokjes op kinderhoogte. Dat vind ik slim.
Ik vraag me af waar in onze leefruimte een verschoningstafel kan komen, en hoe we best speelgoed kunnen opbergen.
We vragen ons af of we veiligheidsglas willen en of we zouden kiezen voor inductie, zodat niemand nieuwsgierige vingertjes zou kunnen verbranden. We mogen ook geen trapleuning vergeten, een trap is sowieso al een gevaarlijk ding.
In het huis dat we tekenen zijn twee kinderkamers. Als de kinderen er niet komen, wordt het een naaikamer, een muziekkamer of een mega-dressing om alle kleren op te bergen die ik koop door mijn opgedane koopverslaving als gevolg van het gemis of we maken er een studio van en verhuren de kamer, die we haten omdat ze niet kan dienen waarvoor ze is gemaakt.
Dat zijn worst-case scenarios.
Het ideale scenario: Michiel speelt piano, ik lees een boek op een heerlijk zachte ruime zetel en we horen zuchtjes van 2 kinderen door een babyfoon. We gaan slapen en dekken onze schatten nog eerst even toe. We kussen elkaar slaapwel en zijn verdomd gelukkig als de wekker ons wekt om 6.30u.
Grappig en stresserend hoe we weer door een sneeuwstorm fietsen naar de gyneacoloog. Binnenkort kunnen we sneeuwstormen voorspellen aan de hand van mijn cyclus.
In afwachting van onze afspraak in maart bij de afdeling fertiliteit, gaan we door met de inseminaties. Dokter B. van het labo heeft vrij goed nieuws, het staal is redelijk ok, beter dan vorige keer. 2,6 miljoen zaadjes worden warm, dicht bij mijn lijf vervoerd naar de gyneacoloog. 2,6 miljoen, en je hebt er maar eentje nodig. Terug meer hoop.
Bij dokter C. is het rustig. Het doet geen pijn. Hij wil geen cijfers geven voor de kans op slagen. Hij houdt niet van percenten. Hij gelooft in kleine mirakels. Hij ziet ze soms gebeuren. We hopen dat die afspraak in maart niet zal moeten doorgaan. Nooit.
De hele wereld lijkt zwanger. En iedereen heeft het over kinderen, het willen van kinderen.
Ik ga naar toneel en koning op de scène vertelt dat hij en zijn koningin geen kinderen kunnen krijgen. Ik ga weer naar toneel en de tweede zin die wordt gezegd is 'ik wil een kind, nu'. Ik ga figureren in een stom vtm-programma en daar zit een man, die hondenfokker is, en die het ook al heeft over kunstmatige inseminatie.
Soms zie ik er de humor van in (vooral bij het laatste) maar vaak ook niet.
Mijn favoriete dagdroom van het moment: ik maak een kamp. Onder de tafel. Met dikke dekens en veel kussens. Ik zit daar alleen met Michiel en we vertellen verhalen. We zitten daar lang, maar dat is niet erg. En we komen eruit met een dikke buik en alles komt goed.
Een kind kopen is zoveel moeilijker dan een huis kopen
Bij deze bevestigen K. M. en M. S;, momenteel woonachtig in de Woeringenstraat 35, 2600 Berchem, dat ze het huis in de Wasstraat, nr. 10, 2600 Berchem, kopen.
Veel telefoons en een mail en het is gefikst.
Ik ben gemengd blij. Een ver, vaag plan (hm, een ecologisch huisje) steekt een heel concreet, op korte termijn plan (een kind!) zomaar voorbij. Hop.
Dit is te moeilijk voor mijn emoties. En dan nog een zware dag op het werk. Te veel. Echt wel.
Het huisje ziet er goed uit. In onze dromen. We hebben het helemaal getekend en hertekend. Nog eens een bod gedaan, offertes bekeken. We gaan ervoor. We gaan ons droomhuis bouwen.
Het boompje ziet er goed uit. In de hoek van ons mini-tuintje. De blaadjes waren prachtig in de herfst. Maar ook nu staat hij daar stevig. Sneeuw, het doet hem niks.
Het kindje dan. Afspraak bij fertiliteitscentrum pas in maart. Intussen proberen we nog maar eens een inseminatie. Het fijne is dat we de voorbije maand niet meer hebben geleefd van hoop, maar weer van de liefde. De kans was toch te klein. Dus geen tranen als ik niet zwanger bleek te zijn. Gewoon, vooruit kijken. Naar volgende week, volgende maand, en wie weet, volgend jaar.