We bouwen een huis naar onze dromen.
In het huis dat we tekenen staat een grote tafel. Voor veel volk.
In ons huis is er veel plaats in de badkamer. We lopen elkaar daar zeker niet in de weg. We maken plannen voor gigantische kasten, waar enorme hoeveel heden kleren, handdoeken, en lakens in passen.
Onze keuken is open, zodat we alles zien wat er in de leefruimte gebeurt.
We bouwen ons huis tegenover een speeltuintje.
In ons huis zal er plaats zijn voor een grote fietskar.
Bij de inrichting van ons huis, denk ik vaak aan de inkomhal. Daar wil ik kapstokjes op kinderhoogte. Dat vind ik slim.
Ik vraag me af waar in onze leefruimte een verschoningstafel kan komen, en hoe we best speelgoed kunnen opbergen.
We vragen ons af of we veiligheidsglas willen en of we zouden kiezen voor inductie, zodat niemand nieuwsgierige vingertjes zou kunnen verbranden. We mogen ook geen trapleuning vergeten, een trap is sowieso al een gevaarlijk ding.
In het huis dat we tekenen zijn twee kinderkamers. Als de kinderen er niet komen, wordt het een naaikamer, een muziekkamer of een mega-dressing om alle kleren op te bergen die ik koop door mijn opgedane koopverslaving als gevolg van het gemis of we maken er een studio van en verhuren de kamer, die we haten omdat ze niet kan dienen waarvoor ze is gemaakt.
Dat zijn worst-case scenarios.
Het ideale scenario: Michiel speelt piano, ik lees een boek op een heerlijk zachte ruime zetel en we horen zuchtjes van 2 kinderen door een babyfoon. We gaan slapen en dekken onze schatten nog eerst even toe. We kussen elkaar slaapwel en zijn verdomd gelukkig als de wekker ons wekt om 6.30u.
16-02-2010, 00:00 geschreven door katelijne
|