Na deze heerlijke relaxatie keerden we, naar mijn gevoel te vroeg, terug naar onze kinderen en deden we na het eten wat we iedere maandag doen: gaan lopen. Deze keer uiteraard helemaal op 't gemakske, een herstelloop zoals dat heet.
Er bleek echters iets vreemds aan de hand (gelukkig niet aan de voet) te zijn met mij. Op lichamelijk vlak had ik nergens last van, maar de loopgoesting was weg, verdwenen als sneeuw voor de zon. Ik had geen loopkater, 'k was niet te diep gegaan, 'k was gewoonweg verzadigd. Ik had er de buik van vol. Voor mij hoefde het opeens niet meer zo nodig.
Omdat ik nogal een snoepkous ben, zou ik deze ervaring, vanaf de voorbereiding tot na de wedstrijd, willen vergelijken met het eten van taartjes. Om het de lezer wat gemakkelijker te maken: trainen of lopen staat dan gelijk aan het eten van taartjes, met als laatste gebakje een taartje met een kers erop. De kers op de taart : Dwars door Hasselt.
Here we go!
Vier keer per week ging ik taartjes eten. Ik keek er telkens weer naar uit. Alhoewel ik min of meer wist waaraan ik me kon verwachten, zorgde de variëtie (verschillende smaken, groottes,...) in de taartjes ervoor dat het iedere keer toch net ietsjes anders was. Sommige gebakjes bevielen me meer dan andere, maar door de afwisseling leerde ik ze allemaal waarderen. Aangezien ik niet dagelijks taartjes at en ook andere dingen consumeerde, nam mijn trek erin niet af, integendeel. Het deed mijn honger naar deze figuurlijke zoetigheden klaarblijkelijk nog meer toenemen. Er kon wel eens een dag zijn dat ik minder zin had om te smikkelen. Maar ik verplichtte mezelf om geen enkele smulpartij over te slaan. Bovendien had ik vanaf de eerste beet de smaak weer te pakken en was ik blij toch doorgebeten te hebben.
Naarmate de weken vorderden werden de taartjes groter en groter en kreeg ik steeds meer honger. Ik hoefde eigenlijk zelden echt moeite te doen om ze te nuttigen. In het begin moest ik misschien af en toe wat proppen, maar nooit zodanig dat ik er ongemakkelijk van werd of dat het mijn goesting deed afnemen. Tijdens de laatste week werden de hoeveelheden verminderd om mijn maag te sparen voor de taart met de kers erop.
Ik verorberde dit finale taartje misschien een tikkeltje te snel, waardoor ik minder tijd had om er ten volle van te kunnen genieten. Het was bovendien een royale portie. Als deze nog groter was geweest, was het me vast en zeker slecht bekomen of had ik het zelfs niet opgekregen. In het begin was het gebakje beduidend lekkerder dan op het einde, waarschijnlijk omdat het zo gigantisch was. Vooral bij de laatste hapjes leek het meer op 'eten om te eten' waardoor de smaak bijzaak werd. Echter, toen het taartje op was, had ik een ongelooflijk voldaan gevoel. Ik voelde me niet overeten of misselijk. Integendeel, ik genoot meer van de zoete nasmaak dan van de smaak tijdens de proeverij zelf. De nasmaak was zó hemels dat dit, qua smaaksensatie , alles overtrof. Dit was het lekkerste taartje aller taartjes, de spreekwoordelijke kers op de taart.
Desondanks gebeurde er de daaropvolgende dagen en weken iets vreemds en onverklaarbaars. Mijn smaakfunctie bleek plotsklaps verstoord. Het leek alsof mijn smaakpapillen aangetast waren, niet meer in staat om nieuwe gebakjes te proeven. Ik at nog wel taartjes, omdat het een gewoonte was. Meer nog, omdat ik niet anders kon door mijn verslaving aan zoetigheid. Ik maakte me echter ongerust dat ik mijn smaakvermogen voorgoed kwijt was. Er was geen lichamelijke oorzaak voor deze smaakstoornis. Geen ontsteking of wat dan ook lag er aan de basis. Volgens mij kwam dit louter en alleen door overconsumptie. Daarom besloot ik om nu en dan eens een taartje over te slaan, in de hoop hierdoor mijn appetijt terug te krijgen. Ik at ze ook langzamer, zodat ik ze wederom beter zou proeven.
Gelukkig hebben smaakorganen een groot herstellend vermogen. Op deze wetenschap moest ik vertrouwen. En inderdaad. Na enkele weken begon ik er, gaandew... euh lopendeweg opnieuw meer en meer goesting in te krijgen. Ik begon zelfs weer halsreikend uit te kijken naar het volgende taartje.
Mijn loopdipje was eindelijk voorbij!
Grz
een fanatieke keep-on-runster
|