Na Bocholt had ik de schrik toch een beetje te pakken. Vreemd. Op zich had ik een puike prestatie geleverd, maar het zelfvertrouwen, op loopvlak, had een serieuze deuk gekregen. Zou ik een Hasselt toch niet beter kiezen voor de 10 km. Als ik al zo kon afzien op amper 6 km, vertoonde ik dan geen masochistische trekjes als ik me aan de 15 zou wagen?
Uiteindelijk kriebelde het toch te veel en besloot ik om de nieuwe uitdaging aan te gaan. Tenslotte hoefde ik in Hasselt ook niet zó hard te lopen. Als ik het tempo van vorig jaar (op de 10 km) kon aanhouden, was dit toch ook al mooi, of ietsjes harder misschien, aan 5 min. 20.
Mijn intervaltrainingen bleef ik aan het tempo van 5 minuten lopen. Tijdens de trainingen lukte dit goed. Het was vooral een geruststelling te weten dat het in Hassel langzamer zou mogen. De duurlopen werden langer en langer, van 75 minuten tot 90 minuten. Wel jammer dat ik als enige van mijn groep koos voor de 15 en dus genoodzaakt was om nu en dan een stukje alleen te lopen. Leve de MP3 op die momenten!
Van de trainer wist ik dat het niet zo belangrijk is dat je de volledige afstand al eens op voorhand loopt, maar dat het voornamer is zolang te lopen als de tijd die je denkt nodig te hebben om het traject af te leggen. Natuurlijk had ik al lang uitgeteld dat dit in mijn geval 1u en 20 minuten zou zijn. Op een gewone duurlooptraining betekent dit voor mij een afstand van 12 à 13 km, hooguit 14 als ik 90 minuten zou lopen. De idee dat ik geen enkele keer aan 15 zou geraken, kon ik niet goed verdragen. Dus paste ik stiekem mijn trainingsschema aan.
De eerste keer dat ik 15 km liep, ongeveer een maand voor de wedstrijd, deed ik er 1u 37min en 30 sec. over. Op zich ging dit vrij moeiteloos. Ik hoefde mij dus zeker geen zorgen te maken of ik het überhaupt (oei, klinkt nogal Hollands op z'n Duits) wel zou kunnen halen. Alleen begonnen mijn kuiten na de vertrouwde 10 à 12 km lichtjes te protesteren. Ik schrijf wel 'lichtjes', dus verre van alarmerend. Een normaal verschijnsel, nam ik aan. En inderdaad. De tweede keer, liep ik samen met Johan, in een - voor mij althans - pittig tempo (5'44 per km) en was het kuitprotest al ferm afgezwakt. En na een derde keer was er zelfs helemaal geen verzet meer. Jawel, de 15 zaten in mijn benen. Het vertrouwen was hersteld!
Grz
een fanatieke keep-on-runster
|