Ik was echter meer bezig met de aprèsrun dan met de run zelf : een gezellig etentje in het vooruitzicht en 's daags nadien een dagje wellnessen. Een beetje zoals een zwangere vrouw die ernaar hunkert om haar baby in haar armen te sluiten en gemakshalve een 'klein detail' vergeet, nl. dat ze hiervoor eerst nog 'even' moet bevallen.
Zondagmorgen begon het me bij de eerste figuurlijke weeën (geen buikpijn gelukkig, enkel een beetje positieve stress) echter te dagen: er moest nog gelopen worden. Om kwart over negen togen we met een veertiental lopers (later zouden er nog volgen) richting Venlo. Een pendelbus bracht ons naar de businesscorner, waar we dankzij Stepco, onder wiens vlag we liepen, onze spulletjes veilig konden achterlaten. In de tent was het gelukkig warm, buiten daarentegen berekoud. Een postieve noot om het weer toch niet volledig af te kraken: het bleef gelukkig droog.
Drie uur na ons vertrek, waren de lopers van de tien km aan de beurt. Zij begaven zich naar de start en wij wandelden twee km verder om hen aan te moedigen. Ondanks handschoenen en de vele laagjes kledij over het extra laagje vet, dat onverwachts toch nog van pas bleek te komen, waren we binnen de kortste keren verkleumd van de koude. Zodra onze loopmaatjes gepasseerd waren liepen we onsportief op een drafje terug naar de businesscorner zonder hen te zien finishen. 't Was gewoonweg niet te doen buiten. Later zou blijken dat het supporteren en het schijnbaar eindeloos wachten op de bus zwaarder woog dan de halve marathon zelf.
Plots begon de tijd op te korten. Amper een half uurtje voor de start had ik nog een pseudobevalling. De details over de boreling wil ik jullie graag besparen. Enkel dat hij niet erg fris rook en dat ik reuzeblij was eindelijk van hem verlost te zijn...
Het wachten op het startvlak, zonder jas, maar tussen het volk viel buitengewoon goed mee. Ik deed nog een poging om mijn nieuwe horloge in te stellen, doch tevergeefs. Vijf uur later na ons vertrek thuis, mocht ik eindelijk vertrekken zonder het startknopje in te drukken. Nu was ik helemaal overgeleverd aan mijn loopmaatje en haar virtuele trainer. Daarenboven hadden we ons bewust achter de 'peezers' van twee uur opgesteld. Op deze manier moest het zeker lukken om een regelmatig tempo aan te houden. Na enkele kilometers liepen we onze hazen echter voorbij. Zolang ze ons niet konden voorbij steken, zaten we zeker goed, redeneerden we.
Lopen bleek de beste manier om de koude te verslaan. Buiten alle verwachting om (men had de meest winderige dag van de week voorspeld) bleek de wind bijna steeds in ons voordeel te spelen, al waren de weersomstandigheden niet te onderschatten. Tot km zeventien ging het goed en dan begon ik plots in lichte ademnood te verkeren. Het feit dat er vanaf dan ook tegenwind kwam, deed er geen goed aan. Mijn loopmaatje bleek er geen last van te hebben en ik moedigde haar aan om alleen verder te lopen.
Vanaf dan werd het zwaar, de figuurlijke persweeën waren begonnen. Enkel de wetenschap dat het niet lang meer zou duren, kon enige troost bieden. Ik boette aan snelheid in. Toch kon ik het nog opbrengen om niet te veel te slabakken. Het publiek, dat overigens ook onderweg talrijk én enthousiast (leve onze noorderburen) aanwezig was, droeg me over de finish.
Ik was bevallen van mijn tweede halve marathon! Een schitterend resultaat van 1u57'en enkele luttele secondjes!! Volgend jaar ga ik voor ene derde!!!
Grz
een fanatieke keep-on-runster