De onmacht borrelt weer ongelooflijk op. Geen witte yoghurt te vinden of bananenyoghurt. En dat is het enige dat hij wil. En dan zeggen dat hij iets moet proberen te eten... In godsnaam geef dan iets anders dan boterhammen met choco... Gisteren hebben we ons gehaast om van ons ziekenhuis naar hier te komen. En dan moesten we twee uur wachten op een kamer. Meer dan een uur op een bed. Uiteindelijk mocht Wout op het bed in de onderzoekskamer liggen. En weer alles opnieuw voor de bloedtransfusie kon gebeuren. Die zou bij ons gebeuren, maar toen kreeg hij koorts... Ons geduld wordt zwaar op de proef gesteld, terwijl onze veerkracht als zo gehavend is. Waar halen we nog de kracht? Voor Wout doen we het. Hij is er weer zo zielig aan toe. Waarom moet hij toch zo afzien? Ik heb vorige nacht amper geslapen. Wachten en waken, bidden en waken... het lijkt de hof van olijven wel... En ik smeek de Heer om dit tot een goed einde te laten komen. Ik ben soms zo bang op die dieptemomenten.