Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist. Hierbij ontvang je iedere week een citaat in je mailbox!
Zoeken in blog
Het zesde zintuig
Alles over het mystieke
29-08-2018
De levensveranderende bijna-doodervaring bij verschillende personen die getuigen over hun verandering
Aat-Lambert de Kwant, te gast hier op de gastcolumn.
Een bijna-doodervaring (BDE) kan de levens van mensen ingrijpend transformeren, door nieuwe en verrassende inzichten die zij verkregen. Doorgaans worden ze milder, minder materialistisch maar meer geïnteresseerd in kennis, milieu en religie en in de zin van het leven. Als het om het thema leven gaat, staan mensen met een dergelijke ervaring ook bewuster in het leven. In dit artikel van journalist Aat de Kwant, komen twee. in het BDE- circuit bekende mensen aan het woord, die vertellen over de levensveranderende gevolgen van de BDE.
Ons bewustzijn bepaalt hoe wij tegen de wereld aankijken, zegt de cardioloog Pim van Lommel in zijn spraakmakende boek Eindeloos bewustzijn. Wij moeten ons bewustzijn veranderen om onze wereld te veranderen, om onze manier van leven te veranderen. Dit is samen gevat het inzicht dat wij kunnen verkrijgen door open te staan voor de betekenis van de bijna doodervaring, door te luisteren naar mensen die hun BDE met ons willen delen.
Het kan inderdaad niet genoeg gezegd worden: wanneer we onze kijk op het leven kunnen veranderen, door onze visie op de dood te wijzigen, maken we een grote stap in ons bewustzijn.BDEers vliegen niet met vleugeltjes rond maar zijn net als anderen met vallen en opstaan bezig met heelwording en wellicht iets meer bewust
De filosoof Tobias Hurter, die tijdens een wandeling door de bergen in een afgrond van 500 meter tuimelde, had geen buitenlichamelijke ervaring, geen opwekkingsbeleving, geen godsverschijning, zag geen licht aan het eind van de tunnel en zag helemaal geen tunnel, beleefde de nabijheid van de dood bij zijn volle bewustzijn en geheel en al aards, maar de kracht van die seconden haalde een simpel besef in hem naar boven, een besef dat hij tot op dat moment stevig had opgeborgen, zo ver mogelijk in zijn brein, namelijk: hij was dus sterfelijk..!
Bang was hij niet, daarvoor was de tijd te kort en was hij te zeer in beslag genomen door wat hem overkwam. Zag hij zichzelf een nieuwe vorm van Zijn binnengaan? Nee, integendeel, hij zag alleen het einde. Deze ervaring maakte korte metten met al zijn vroegere gedachten over wat er in de nabijheid van de dood met een mens kan gebeuren. Zijn ongeluk zet Tobias Hürter hoe dan ook aan tot nadenken over het leven en de dood.
Het boek De dood is een filosoof werd vervolgens een persoonlijk verslag van Tobias Hürter van het denkproces dat na zijn redding op gang kwam, maar vooral hoe deze bijna-dood-ervaring hem en zijn leven totaal veranderde. Het ongeluk zet Tobias Hürter aan tot nadenken over het leven en de dood (1) en dat proces overkomt velen die een dergelijke ervaring hadden. Aan het woord komen Tienke Klein en Guy Vander Linde.
x
Het verhaal van Tienke Klein
Universele levenskracht
Tienke Klein
Een van hen is Tienke Klein en haar verhaal bevestigt de ervaringen van vele andere BDEers die eveneens hun leven ingrijpend zagen veranderen. Ze bracht haar kleuter-jaren door in een Jappenkamp in Indonesië. Zij ziet haar bijna-doodevaring als een vergrootglas dat zichtbaar maakt wat verborgen was; het geeft haar leven veel betekenis en zin. Nauwelijks ontsnapt aan de woede van de Indonesiërs, keerden veel geïnterneerden, waaronder ook Tienke terug naar een Nederland dat geen raad wist met die vergeten bevolkingsgroep die mede daardoor, slechts kil werd ontvangen en bejegend.
Wat opvalt, in haar aangrijpende verhaal is de ongelofelijke kracht die kennelijk in een mens kan schuilen om ondanks de kilte van zon jeugd in een kamp en de constante afwijzing van dit oorlogstrauma het beste in zichzelf naar boven te halen. En dat een tweemaal beleefde bijna-dood-ervaring zoveel zicht kan bieden op het grotere geheel van de ziel en onze verbondenheid met alles dat is.
Haar boek De Kiem (2) waaruit ik citeerde, bevat méér dan een van die verzwegen verledens van een bepaalde groep landgenoten, het is een universele vertelling over de levens kracht van de kiem die in ons allemaal schuilt, en tot wasdom wil komen. Tienke Klein heeft ook, zowel in als na het Jappenkamp, de man met de hamer vele malen zien langskomen. Zij had nooit het gevoel dat heb ik weer al was er natuurlijk wel sprake van wel woede en opstandige gevoelens.
(klik voor directe link naar BOL.com)
Maar, zo zegt ze, zien vanuit een hogere bewustwording, levert dit een ruimer perspectief op. Vanuit ons normale perspectief hielden vijanden mij als kind gevangen in een kamp, vanuit een anders perspectief werd het begrip ´vijand´in een oogwenk ontmanteld. Tienke kreeg haar eerste BDE in 1994, haar tweede in 1994. Beide ervaringen hebben haar leven radicaal veranderd. Door haar BDE in het kamp werd zij in één keer uit dat gesloten circuit daar opgetild naar een ongelooflijk ruim en vredig bewustzijn. Ze wil vleugels uitslaan en na wat zij meemaakte, zich niet meer laten inkapselen.
Deze ervaringen hebben mij gevormd en zon jappenkamp was natuurlijk een ultiem gesloten circuit. De vleugels die ik kreeg en de ruimte die ik in mijn ziel gekregen heb, neem ik als in een vogelvlucht mee overal waar ik ben. Zo wist ik als kind al dat ik een boek zou gaan schrijven, zoals dat ook gebeurde toen ik 64 was. Mijn BDE had ook tot gevolg dat ik een verhoogd waarnemingsvermogen kreeg, waardoor ik tot op de dag van vandaag een helder registratievermogen kreeg.
Zo weet ik van voren dat bepaalde dingen gaan gebeuren en kan als het ware voor en achteruit kijken; tijd is dus betrekkelijk. Dat geeft mij een groot gevoel van vrijheid, soms ook wel belastend maar ik ga daar goed mee om. Ik registreer dus zonder dat er woorden aan te pas komen. Ik neem in een flits waar wat er bij iemand echt speelt.
De BDE trigert wat al in ons aanwezig is Na haar tweede BDE heeft Tienke Klein heel duidelijk ervaren dat niemand haar de vrijheid kan afnemen en dat zij vrijheid is. Wat zij van beide ervaringen het belangrijkste vindt, is dat zij in haar ziel een enorme schat kreeg, waardoor zij door het leven zelf gedragen wordt en niet door haar ikje of persoonlijkheid. Ook heeft ze het gevoel dat de vaart van het leven steeds meer toeneemt. De creatieve situaties die zij aan de lopende band op haar pad krijgt, hebben tot gevolg dat zij steeds meer in de pas loopt met de vaart die het leven neemt. Het leven regelt de dingen.
Zij wil de BDE in het algemeen niet zo heel bijzonder maken, al is die door de intensiteit die toch weer wel, vooral omdat de herinnering eraan zo levendig is. In feite, aldus Tienke, hebben wij allemaal een bijna-doodervaring; we komen van de andere kant en komen hier terecht. Ergens is in iedereen onbewust nog (en bij kinderen vaak nog bewust) de herinnering nog aan de andere kant nog aanwezig. In die zin is de BDE dus niet zo bijzonder; er is geen scheiding tussen mij en anderen, want zij hebben ook de schat aan herinnering in zich, al kunnen mensen die zonder BDE daar niet zo goed bij kunnen komen.
Artistieke impressie van de tunnel-met-aan-het-einde-licht, waarover veel wordt gesproken in de bijna-dood-ervaringen.
De BDE trigert wat al in je aanwezig is. De BDE zelf is in die zin bijzonder omdat zij iets download wat zich het hele verdere leven ontwikkelt. Er is dus geen scheiding tussen mensen met en zonder een bijna doodervaring. Er zijn mensen en ik heb ze ook wel meegemaakt die zeggen dat ze zo graag een BDE willen, waarmee ze eigenlijk zeggen dat ze willen groeien naar een ruimer bewustzijn; het is dus een prachtig verlangen, maar het is ook goed te beseffen dat die schat al in je aanwezig is.
En voor mensen met een BDE is het van belang om niet steeds weer naar die ervaring terug te verlangen. Het gaat er meer om dat die ervaring zich manifesteert in elke stap van je leven. En iedereen die bewust leeft en geniet van de bloemen, de wolken, de tintelingen op de zee, is bezig zijn bewustzijn te verruimen naar de essentie van het leven.
Voor Tienke Klein is het leven na haar BDE ook een duidelijk proces van heelwording. Tegelijk zegt ze dat het ook weer niet zo is dat een BDEer constant met vleugeltjes rondvliegt, wat nogal wat niet- BDEers schijnen te denken. Dat is het nou juist niet. Je krijgt zon toerusting dat je het licht en het donker kunt ervaren maar je bent ook in staat de keuze maken om de bloei die in jou plaatsvindt, niet te laten kleineren of kortwieken door oude patronen. Ik merk steeds meer dat mijn vleugelslag krachtiger wordt. Het leven is zo kostbaar, dat ik negatieve patronen, of ze nu van binnen of van buiten komen, niet meer toesta mijn energie naar beneden te halen.
In haar boek beschrijft zij die hele specifieke energie van Boven; het weggetrokken worden uit alles wat haar bezighoud naar iets dat vervult met een ander weten, een ander voelen, een andere prioriteit. Ze beseft dat dit vertrouwen is, zich mag overgeven en mag weten dat ze gedragen wordt. Dat is dus de betekenis van zin; dat we in leven en sterven geborgen zijn bij God. Dit besef kan soms dagen of zelfs weken duren, waarna de eigen gedachten en problemen toch weer de overhand hadden. Waarmee duidelijk wordt dat ook mensen met een BDE het leven op aarde niet voortdurend als hemels ervaren, maar dat gevoel van gedragen worden steeds weer mogen ervaren.
Nu, zeven jaar nadat zij haar boek schreef, ervaart Tienke Klein dit eigenlijk voortdurend. Mooie metafoor: aan de oppervlakte woedt de storm maar in de onderste stromen laten vissen zich in die kalme stroom meevoeren. Het leven van Tienke is rustig en stevig geworden, harmonisch. Het innerlijk horen en de connectie met de hogere energieën zijn onlosmakelijk met haar verbonden
Als het gaat om leven na een BDE heeft het leven van Tienke, veel meer gebracht dan ze ooit had verwacht. De ruimte in haar ziel om het leven te ontvangen wordt steeds groter. Haar leven is nu al zo rijk en vol dat zij niet per se een partner nodig heeft om het leven meer zin te geven. De verschrikkelijke ervaringen die zij in het kamp had, en honderden mensen voor haar ogen vermoord heeft zien worden, stopte ze aanvankelijk weg. Ze had daar weliswaar een BDE met een heel diep gevoel van vrede, maar als klein kind had ze nog niet het psychische en emotioneel vermogen om daar mee om te gaan, maar naderhand heeft die ervaringen wel weten te verwerken.
Pijnlijke terugkeer Het onderscheid tussen goed en kwaad is volgens haar het beeld van de duale wereld waaraan we verslingerd zijn. Tienke Klein: Als je je meer focust in jezelf, in je essentie, overstijgt je begrippen als goed en kwaad. Dat wil niet zeggen dat alles één zouteloze pap is. Als ik kijk naar die kampperiode, kan en wil ik de Japanners niet zien als de personificatie van het kwaad. Ze hebben hun eigen geschiedenis, cultuur en op een gegeven moment is het een kant opgegaan waardoor hun agressie in de Tweede Wereldoorlog tot stand kon komen.
En diezelfde natuur maakt nu nog dat die agressie door hen niet als zodanig gezien wordt. Er is dus in alle culturen een doorgaande lijn, een vertekening., ook in onze Westerse wereld dat ook verwoesting heeft teweeggebracht. Door mijn BDE heb ik mogen zien en leren dat er een godsvonk is en daarmee vervalt dat kwaad dat we zo graag op de ander, op een ander volk willen plakken. En tegelijkertijd merk ik hoe het mij ter harte gaat hoe wij in het Westen, zo vast zitten in onze overtuigingen en structuren en daarmee een heel veld creëren van toekomend kwaad.
Dat zien we ook met de huidige conflicten in de wereld, waarbij wij ook betrokken zijn. We worden in ons nekvel gepakt om het anders te zien maar we hebben een ongelooflijke hardleersheid en onvermogen om tot onze kern door te dringen. Als je echt tot de kern van jezelf doordringt vervallen die structuren verdeling van goed en kwaad, want die scheidslijnen lopen dwars door onszelf heen.
Na haar tweede BDE wilde Tienke Klein absoluut niet terug naar de aarde. Maar ze moest. De afdaling naar haar lichaam heeft ze als heel pijnlijk ervaren, want hoe lager ik kwam hoe meer structuren er kwamen. En hoe meer structuren er kwamen, hoe meer de energie, adem en liefde er uit verdwenen. Tenslotte kwam ze met een schok in haar lichaam. Toen ik mijn dochter probeerde te vertellen wat ik ervaren had, zei ze: Mam, doe niet zo euforisch. De dokter zei: Daar moet je bij mij niet mee aankomen. De bestaande structuren van denken en voelen stonden domweg niet toe wat ik als een ontzaglijke rijkdom en levensrichtlijn had mogen ervaren. En structuren die zich nog verder verdichten kunnen uiteindelijk leiden tot rechtvaardiging van moord en doodslag: de zogenaamde heilige oorlogen. Vroeger en nu.
Een open hand maken, dat is echt leven.. Wie haar boek De kiem leest, ziet dat het loslaten als een rode draad door haar leven loopt. Iedere keer weer loslaten. Keer op keer. Het is een doorgaand proces. Een spijsvertering zegt ze. Op de vraag wat voor haar het eerste moment van loslaten was, antwoordt ze: gaat het om het moment van bewustwording van loslaten of om het bewust worden van verlies?. Wat is het verschil. Mijn eerste ervaring van los moeten laten was toen mijn vader toen ik tweeënhalf was door de Jappen gevangen werd genomen. Ik heb hem daarna niet meer gezien; na jaren kreeg ik van het Rode Kruis bericht dat hij was overleden. Hij was voor mij volledig uit mijn ervaring verdwenen.
Dat proces van loslaten is heel pijnlijk geweest, want ik wilde hem innerlijk vasthouden. Toen hij er niet meer was, had ik nog een beeld van hem maar op een gegeven moment is dat beeld ook verdwenen. Moet je dat loslaten of moet je dat verlies noemen? En dan komt er een moment dat je ook je verlies mag gaan loslaten en dat kan op heel ontroerende manieren gebeuren. Ik heb nooit meer contact met vader gehad, ook niet toen hij, na acht kampen terugkwam.
Zon vijfenvijftig jaar later hoorde Tienke Klein in haar hart een stemmetje dat ze orchideeën moest gaan kweken. Ze wist niet zo goed wat de daarmee aan moest. Ze had geen kastje en geen ruimte, alleen twee vensterbanken..
Zes weken later zag ik een orchidee in de etalage, precies die orchidee die ik innerlijk had gezien toen ik die stem in mijn hart hoorde. Ik heb de orchidee toen gekocht en heeft een half jaar gebloeid. Elke dag ben ik even bij die orchidee gaan staan en iedere keer was ik weer verwonderd over die zuivere, witte bloem. Ik ben toen heel langzaamaan mijn vader naderbij gekomen omdat hij voor mijn moeder, ook in de armste tijd, een orchideetje meenam, zon sprietig blaadje in zon klein flesje. Loslaten van het verdriet van mijn vader betekende voor mij mogen verankeren in het besef dat hij echt mijn vader is geweest. Loslaten heeft ook te maken met ontvangen.
Ook later heeft zij steeds weer moeten loslaten en ervaren dat dit eigenlijk een vorm is van leniger worden is in je hart en in je geest waardoor je meer kunt zien wat er is. Ook haar partner heeft ze tijdens zijn leven moeten loslaten. Hij was onbereikbaar voor haar, maar na zijn plotselinge dood heeft ze hem in de ziel mogen ontmoeten. Loslaten betekent voor haar ook van een gesloten hand een open hand maken en dat is leven. Echt leven..!
* * *
Het verhaal van Guy Vander Linde
Een poort naar een nieuw bewustzijn, Ook het verhaal van Guy Vander Linde is er een van levensverandering en heel anders in het leven staan. Op 1 mei 1990 rijdt hij met zijn fiets een helling af en botst op een paaltje en valt halsoverkop op grof grint. Hij blijft voor dood liggen. In de reanimatie kamer van het ziekenhuis komt hij weer bij. Wat er fysisch is gebeurd is één zaak, maar wat hij echt heeft beleefd is eigenlijk niet in woorden uit te drukken. Hij kwam terug uit een wereld van Licht, uit een dimensieloze eeuwigheid. Woorden om die realiteit te beschrijven ontbreken in onze dimensie, zegt hij.
De authentieke en eerlijke aanvaarding van de dood is de enige wijze om het leven zoals het is te aanvaarden en ervan te genieten. Guy van der Linden.
In zijn boek Mijn dood, mijn mooiste belevenis (3) beschrijft hij hoe zijn leef- en denkwereld is veranderd. Hij beschrijft zijn gemoedstoestand, zijn kijk op het leven en zijn relaties met anderen, maar botst op scepsis en onbegrip. Het raakt hem niet want het is wonderbaarlijk van elk moment van het leven te genieten met het volle besef van deze dimensie. Het is een poort naar een nieuw bewustzijn.
(klik voor directe lead naar BOL.com)
Toch heeft zijn BDE ook gevolgen voor zijn privé leven. Evenals anderen met een bijna- doodervaring, werd ook zijn ervaring door zijn omgeving niet serieus genomen, ook niet door zijn vrouw van wie hij in 1994 scheidde. Later leerde hij zijn huidige partner leren kennen. Doordat zijn ervaring zoveel impact had en zijn kijk op het leven ingrijpend had veranderd, zocht hij dan ook naar een podium om de BDE meer voor het voetlicht te brengen; dat podium werd Limen/IANDS (4) waarvan hij tien jaar voorzitter was.
Zijn eerste BDE had Vander Linden evenals Tienke Klein, al op jeugdige leeftijd, waarna ook zijn verbinding met het licht is ontstaan, maar waarover hij tot zijn twaalfde nooit sprak. Toen hij daarover vertelde kreeg hij, zoals dat zo vaak gebeurt bij anderen met een BDE, te horen dat hij raaskalde en onzin vertelde, wat tot gevolg had dat hij dichtklapte en er nooit meer over sprak. Totdat hij zijn tweede BDE kreeg, waardoor zijn visie op het leven ingrijpend veranderde.
Zijn visie op het leven beschrijft hij vooral in zijn boek Het liefdeslicht (5) dat hij schreef na zijn tweede BDE in 2010. Zo is hij veel milder geworden.Wanneer je, zoals ik in het goddelijke geweest ben, is dat zon immense ervaring dat je gaat inzien hoe beperkend het woord God eigenlijk is. Ik heb ook niet zoveel meer met religies, wel met spiritualiteit.
Het gaat mij om wat is, en niet om een godsbegrip. Met anderen BDEers heb ik gemeen dat het beeld dat we van God hadden, ingrijpend veranderde. De voorstelling van God zoals de religies gekleurd hebben, klopt niet met mijn authentieke Godservaring. God is geen menselijk schepsel.Hij is Alles en Niets en dat tegelijkertijd en interactief.
Hoewel ik deze uitdrukkingen moet gebruiken om het menselijk verstaanbaar te maken moet ik zeggen dat God tijdloos, ruimteloos, dimensieloos is. En toch is Het, het is Zijn in zijn puurste vorm. Het is geen vrouw en geen man noch een hybride wezen. Het is alles in een en een in alles. Zo heb ik het ervaren.
Tijdens mijn bijna-doodervaring was ik alles en niets en toch was ik er duidelijk mezelf. Hoe kan dit? Het is een loutere ervaring die ik heb vastgesteld, meer kan ik er niet over zeggen. De woordenschat ontbreekt om het logisch en onlogisch uit te leggen. Soms hoor ik mensen zeggen: ik kan het niet onder woorden brengen zo mooi, zo fantastisch was het. Dat moet ik ook zeggen.
Misschien zal dit in de toekomst uitgediept worden waardoor het begrijpelijker kan overkomen. Nu werkt dat frustrerend omdat ik dat zo sublieme niet kan weergeven, niet in woord, niet in beeld en niet in geluiden. Het is zo helder dat het geen bestaan lijkt te hebben. Het referentiekader van ons vierdimensioneel systeem is veel te beperkt om de volheid van de Eenheid te beschrijven. Ik moet werken met wat beschikbaar en vatbaar is in deze leefwereld.
Het is de Amerikaanse neurochirurg Eben Alexander, die -door zijn wetenschappelijk achtergrond- baanbrekend werk heeft verricht op het gebied van BDE. Zijn boek is een mijlpaal in de reeks van BDE-ervaringen. (klik voor artikel)
Verblijven in het dimensieloze.. Ons beperkt voorstellingsvermogen wij leven in vier dimensies- laat ons niet toe anders te denken in termen van oorzaak en gevolg, in tijd en ruimte begrippen. Ik verbleef in het dimensieloze waar onder andere, geen tijd noch ruimte is. Dat kan ik niet beschrijven noch omschrijven of wat dan ook om die precieze zijnstoestand ervan weer te geven. Het is een zuiver ervaringsgegeven dat ik al tweemaal heb mogen beleven. Wij, als mensheid, moeten het doen met wat we hebben. Hoe geniaal we ook zijn, toch moeten we vaststellen dat we begrensd zijn, zelfs in ons denken.
Dat we streven naar volmaaktheid is normaal omdat we ontstaan zijn uit wat is, een absolute toestand. Het is dus normaal dat we naar dit absolute terugwillen. Dit streven naar het absolute kom je in elke godsdienstbeleving tegen en het verwerkelijkt de band die er is tussen het Ene en zijn onderdelen, zijn fragmenten. Dat is essentieel als we het het godsgeloof willen verklaren vanuit ons mens-zijn. Ik herhaal het nogmaals: mijn BDE heeft mij geleerd dat ik uit het Absolute kom, een fragmentje ben geworden en als ik eenmaal de ervaring van fragmentje ben doorgegaan, ik terugkeer naar het Absolute.
Ik weet het, het is geen geloof meer voor mij. Of ik daar mensen van wil overtuigen? Zeker niet. Ik geef hier mijn getuigenis van mijn individuele ervaring en de gevolgen ervan voor mij. Iedereen moet voor het zichzelf uitmaken wat dat betekent in functie van zijn evolutie. Misschien helpt het je om je te verdiepen in je eigen spiritualiteit.
Intens leven en ervan genieten, ook van een pintje Van der Linden kwam tot het inzicht dat leven zonder rekening te houden met de dood een verarming betekent van het leven, want er is geen leven zonder dood. Voor hem kwam de dood na zijn BDEs terug in het leven en gaf zijn leven zin en hij heeft de dood volledig in zijn leven geïntegreerd. Doodgaan betekent voor mij een loskomen van het beperkende lichaam waarin ik nu zit, hoewel ik daarmee met veel respect en liefde en vanuit mijn ziel wil omgaan. In dit verband citeert hij Dag Hammerskjold, de Zweedse secretaris generaal van de Verenigde Naties in de jaren 60, maar ook mysticus was.Uiteindelijk bepaalt wat we ons over de dood voorstellen de antwoorden op alle vragen waarmede het leven ons confronteert.
Leven na zijn BDE betekent voor Vander Linden ook intens leven en ervan genieten. Mensen zijn wel eens verwonderd als hij zegt dat hij zijn lichaam laat genieten, geniet van een stevige pint en mn twee sigaren op een dag. Ze denken dat het leven van iemand met zulke mooie ervaringen haast ascetisch is, maar dat is onzin! Ik doe dit alles met mate, ook met hetzelfde respect voor mijn lichaam. Door met mate te leven overleef ik ook langer. Als mensen vragen of ik geen eind wil maken aan mijn leven om weer bij dat licht te komen, zeg ik nee, het leven moet uitgeleefd en genoten worden!
dr. Pim van Lommel. Uit zijn gedegen wetenschappelijk onderzoek naar de BDE blijkt dat mensen die een BDE hebben gehad, een volledig andere kijk op het leven kregen. Veel meer met de ogen van Liefde naar de Aarde kijken..! (klik voor artikel over BDE)
Een ander gevolg van zijn BDE is zijn bewogenheid en compassie met mensen die te maken hadden met bijvoorbeeld een suïcide geval in de familie. Door zijn BDE weet hij nu hoe belangrijk het begrip perimortale ervaring. (6 ) is in de rouwverwerking en hij is daar ook actief mee bezig.. Vanuit mijn BDE weet ik hoe belangrijk dit is in de verwerking van verlies en rouw. Als ik met verdrietige nabestaanden praat, kan ik ze zeggen dat ik in het Licht was en weet dat de overledene daar ook is. Soms krijg ik een boodschap door maar soms ook niet. Ik kan ze vertellen dat er geen dood is, maar leven in het Licht en dat hun leven ook na dit verlies meer betekenis kan krijgen.
Wie geen bijna-doodervaring heeft ondergaan, maar de ervaringen van Guy Vander Linden beluistert, kan besmed worden door het Licht als een goedaardig virus, waardoor de levens van mensen kunnen veranderen, zoals dat ook al gebeurt. Mensen worden geraakt door wat mensen over hun BDE vertellen, zoals dat mij in 1997 overkwam en ertoe heeft geleid dat ik sinds 1997 redacteur ben van het tijdschrift Terugkeer. (7)
Guy Vander Linden is er van overtuigd dat dit ook het doel is van de toenemende belangstelling voor de BDE. Des te meer ik met mensen in contact kom en daarover vertel, des te meer ze gaan nadenken en vaak veranderen en anders in het leven gaan staan. En wat mensen de laatste tien jaar ook tegen me zeggen is: met jou kan ik tenminste praten, echt praten over dingen die erin het leven toe doen.
Mensen komen hierdoor los van hun overtuigingen en worden ook zachter en kwetsbaarder. Ook als ik ze vertel over die levensfilm tijdens een BDE, maakt dat veel bij hen los. Je ervaart even de pijn van de ander en als je dat vertelt, heeft die veel impact. We komen uit het Ene, wordt fragmentje, en beseft dat iedereen zon fragmentje is en weer terugkeert naar dat Ene.
Zon levensoverzicht is ook als het ware een zuivering, een zuivering van het negatieve dat zich op den duur oplost. Alles is ervaring, ook het negatieve. Maar als je in het leven terugkeert, besef je ook dat je nog steeds dat ego hebt en het heeft geen zin daar tegen te vechten, maar vraag je af, wat je ermee doet. De beheersing van het ego, dat is niet altijd even makkelijk. Ook niet voor een BDEer
Puur in liefde zijn en leven Zijn BDE heeft hem de Liefde laten ervaren; een Liefde die niets vraagt, absoluut niets. Het is Liefde die is, liefde zonder voorwaarden, in niets persoongebonden. Het is pure Liefde. Het was in Liefde zijn waar ik alles en niets was tegelijkertijd en dat ging gepaard met dat opperste zaligheidgevoel. Die Liefde heb ik bij geen mens gevonden. Het maakt mij soms melancholisch en eenzaam. Hoe kan ik die liefde overbrengen? Ik slaag er maar niet in. Ten slotte realiseerde ik me. Ik dat wij vanuit onze onvolmaaktheid slechts kunnen streven naar die volmaakte Liefde. Ik realiseerde mij ook waarom ik in dit leven, in deze dimensie werd teruggezet. Ik moest verder de ervaring van het onvolmaakte uitleven, zowel de positieve als de negatieve kanten ervan. Uit beide ervaringen valt nog heel veel te leren.
Noten:
(1) De dood is een filosoof, Hoe een val van een berg mij de zin van het leven liet inzien Ambo-Anthos 2014
(2) Tienke Klein De Kiem Petiet 2006
(3) Mijn dood, mijn mooiste belevenis Herziene druk Mens & Cultuur 2014 (In dit artikel is ook gebruik gemaakt van twee artikelen van Guy Vander Linden in het tijdschrift Terugkeer.)
(4) Guy Vander Linden sloot zich aan bij IANDS-BELGIUMIn november 1997 richtte hij samen met een paar belangstellenden IANDS-FLANDERS onder de benaming LIMEN vzw. waarvan hij Gedurende tien was hij voorzitter en is nog altijd actief. LIMEN vzw organiseert tweejaarlijkse samenkomsten voor BDEers en belangstellenden. Daarnaast verschijnt het tijdschrift de Lichtbode.
Astrologie heeft zich in verschillende regios ontwikkelt
Regio's
Astrologie heeft zich in verschillende regio's op de wereld ontwikkeld en tot verschillende stelsels van ideeën geleid, maar het gemeenschappelijke kenmerk was de gedachte dat er een voorspellende invloed uitgaat van de stand van de hemellichamen op het lot van mensen.
China
De ontwikkeling van de Chinese astrologie is nauw verbonden met die van de astronomie, die tot bloei kwam gedurende de Han-dynastie in de 2e eeuw van onze jaartelling. We weten nu dat de Chinezen van ca. 2000 jaar geleden gedetailleerde kronieken van astronomische waarnemingen hebben bijgehouden, zoals zons- en maansverduisteringen en de bewegingen van planeten en kometen. Hoewel deze astrologie onafhankelijk van het westen begon, zouden door contacten met de hellenistische astrologie mengvormen ontstaan en nu is het zelfs zo dat de meeste Chinese astrologen een westerse vorm van astrologie bedrijven. Vroeger was het ambt van Groot-Astroloog aan het hof van de keizer een van de hoogste bereikbare posities.
De Chinese dierenriem bestaat uit 12 tekens, die een jaar gelden. Het jaar wordt enerzijds verdeeld in maanmaanden, overeenkomend met de fasen van de maan, en anderzijds in 24 gelijke perioden die "zonneweken" worden genoemd, afgeleid van de omloopbaan van de zon. De kalender vervult hierbij een functie van vitaal belang, vermits er bij de Chinese astrologie een rechtstreeks verband bestaat tussen de kalender en de astronomische gebeurtenissen.[6] Een ander verschil met de westerse astrologie, is dat de traditionele Chinese astrologie in feite eerder werd gebruikt om te voorspellen dan om iemands karakter te analyseren.
De Vedische astrologie, Indiase astrologie of Jyotisha wordt gezien als de oudste bekende astrologische stroming. In SanskrietgeschriftenRig Veda worden beschrijvingen ervan aangetroffen. De Vedische astrologie is gebaseerd op de Maan en de daaraan gekoppelde siderische (sterren-)dierenriem met 27 tekens, waar de westerse dierenriem is gebaseerd op de Zon met 12 tekens.India[bewerken]
Midden-Oosten
De grondslag van de Westerse planeet-astrologie is gelegd in Mesopotamië, Babylon, wat tegenwoordig Irak heet. In oud-Babylonië werd astrologie beoefend door de bewegingen van de hemellichamen - vooral zon en planeten, maar bijvoorbeeld ook de ster Sirius - te bestuderen. Vooral de Chaldeeën werden er beroemd door. Deze werken zijn bij de ontwikkeling van de wetenschap van de hemellichamen, de astronomie, van nut geweest. De Enuma Anu Enlil is een reeks van 68 of 70 kleitabletten die betrekking hebben op de Babylonische astrologie, daterend uit het 7e millennium v.Chr. Het grootste deel van het werk is een verzameling van omens, die hemel- en atmosferische verschijnselen interpreteren als verbonden met het lot van de koning en de staat. Daaruit blijkt dat astronomische waarnemingen zoals maans- en zonsverduisteringen en planeetbewegingen gebruikt werden om voorspellingen te doen, bijvoorbeeld over welke stad of streek door een zonsverduistering getroffen zou worden.
De adviseurs van de koningen en farao's in Egypte waren tegelijkertijd priester, astroloog en wijsgeer. Een horoscoop werd ook alleen maar van de heerser van een land getrokken, teneinde adviezen te kunnen geven aangaande het sluiten van vrede, of het beginnen van een oorlog, instructies ten behoeve van zaaitijden en oogsten enzovoort. In die cultuur speelde de astrologie een dusdanig belangrijke rol dat men om astrologisch voorspeld onheil voor de koning te vermijden, soms een schijnkoning aanstelde. Met de hellenistische astrologie wordt de uit de 2e eeuw v.Chr. stammende astrologische traditie bedoeld die ontwikkeld werd in het hellenistische Egypte.
Geheel onafhankelijk van China, India en de andere beschavingen van Europa en Azië, creëerden de Maya's van Midden-Amerika, voortbouwend op oudere culturen, een complexe samenleving waarin de astronomie en de astrologie een belangrijke rol speelden. Duiding van de kalender had zowel praktische als religieuze betekenis. Zonne-en maansverduisteringen waren belangrijk, net als de positie van de heldere planeet Venus. Van de Maya's is geen ontwikkelde wiskunde bekend die in verband kan worden gebracht met hun astronomie, maar de Maya-kalender is wel het resultaat van zorgvuldige observatie.[7]Midden- en Zuid-Amerika
Europa
Astrologie was een belangrijk onderdeel van Hellenistischemysteriegodsdiensten, die voor de komst van het christendom in Europa een belangrijke aanhang hadden. Arabische geleerden waren vanaf de 8e eeuw begonnen met het vertalen van Griekse teksten uit deze periode, waaronder de Almagest van Ptolemaeus. Dankzij hun werk bleef een groot deel van de hellenistische astrologie bewaard voor het nageslacht (zie ook Arabische en islamitische astrologie). In 1085 viel de stad Toledo, met een van de mooiste bibliotheken van de islamwereld, in handen van de christenen. Onder de bezetters waren christelijke monniken die al snel begonnen met het vertalen van de oude werken in het Latijn. Tegen het einde van de 12e eeuw was een groot deel van het oude erfgoed weer ter beschikking van het Westen.
18e-eeuws IJslands manuscript met de 12 astrologische "huizen", de planeten en de tekens in de horoscoop
In de Renaissance werd astrologie nog door astronomen als Johannes Kepler beoefend onder meer als bron van inkomsten.
Tijdens de Verlichting verminderde de belangstelling voor de astrologie, mede als gevolg van de opgang van de wetenschappen. Toch werd er nog geen echt onderscheid gemaakt tussen wat we nu pseudowetenschap noemen en 'echte' wetenschap. Zo is van Isaac Newton bekend dat hij zich zeer intensief met alchemie en astrologie bleef bezighouden.[8]
In de twintigste eeuw groeide de belangstelling voor de astrologie opnieuw. Astrologen van nu blijven zich als argument voor de astrologie beroepen op het rijke verleden van hun kunst en de persoonlijkheden die zich ermee hebben beziggehouden.
Edelstenen en mineralen en hun geneeskrachtige werking zijn al eeuwenlang bij mensen bekend, zo is uit opgravingen gebleken. Bergkristal, jaspis, nefriet, granaat en serpentijn zijn enkele van de oudste bekende soorten stenen. Ze werden bijvoorbeeld als amulet of zegel gedragen, al dan niet voorzien van inscripties of afbeeldingen. Andere soorten edelstenen zijn nog relatief jong, dat wil zeggen dat ze nog niet zo lang geleden ontdekt zijn, zoals apofylliet, sugiliet, larimar en kunziet. Edelsteentherapie staat weer volop in de belangstelling. Steeds meer mensen ontdekken opnieuw dat edelstenen en mineralen een heel goed hulpmiddel kunnen zijn om klachten of problemen te verminderen of te verzachten.
Edelstenen kun je gemakkelijk bij je dragen en zo hun werking laten doen. Maar ook in huis geplaatst, bijvoorbeeld een edelsteen in ruwe vorm als sfeerlicht, of in vorm geslepen als bol of piramide zal de steen werkzaam zijn. Daarnaast kunnen edelstenen gebruikt worden bij een healing of ritueel en als elixer.
De keuze van een edelsteen
Edelstenen en mineralen moeten aansluiten bij persoonlijke wensen of klachten. Deze keuze van een edelsteen kan op verschillende manieren tot stand komen. Op basis van kleur en bijbehorend chakra, omschrijving van klacht of werking of bijvoorbeeld op basis van sterrenbeeld of geboortemaand. Maar belangrijker is eigenlijk nog om af te gaan op eigen intuïtie of gevoel. Welke edelsteen "voelt" goed? Welke edelsteen vind ik het mooiste of spreekt mij het meeste aan? Goed naar onze eigen zintuigen en ons gevoel luisteren is de beste methode om edelstenen te vinden die op dat moment bij ons passen. Voor een optimale werking is het verstandig om edelstenen vóór gebruik te reinigen en één keer in de zoveel tijd opnieuw op te laden. Breekt de edelsteen of verliest hij zijn kleur? Dan is misschien het moment daar, om een nieuwe edelsteen uit te zoeken. Bovenin de rechter balk kunt u edelstenen en mineralen zoeken op klacht of werking, chakra, sterrenbeeld en naam.
Alle oude culturen ( o.a. China, Indië, Egypte en dichter bij ons de Romeinen) gebruikten de astrologie om het lot van de mens plus de gebeurtenissen op aarde uit te leggen. Zelfs in de bijbel treffen we astrologen aan in de personen van de Wijzen uit het Oosten.
Astrologie als wetenschap
De astrologie is de wetenschap die zich baseert op de onderlinge, regelmatige bewegingen tussen de zon, de maan en de planeten en op de verschillende standen die daaruit voortvloeien. Aan al die standen of aspecten worden welbepaalde gevolgen toegekend. Deskundigen ter zake kunnen op basis van die bewegingen en aspecten de toekomst of evolutie van een mens, zaak, land of gebeurtenis voorspellen.
Astrologie vandaag
Vandaag beschouwt men de astrologie eerder als een psychologisch of metafysisch systeem dat de mens inzicht verschaft in zichzelf. Het meest gebruikte instrument daartoe is de geboortehoroscoop die zich baseert op de positie van de zon en de planeten in de dierenriem op het moment van de geboorte. Deze zeer persoonlijke geboortehoroscoop biedt je een andere, vaak confronterende kijk op jezelf die je helpt om meer zelfkennis te verwerven. Want enkel als je inzicht krijgt in jezelf kan je anderen begrijpen. En, kan jij je leven bewuster sturen, waardoor het wint aan kwaliteit.
is een oude natuurlijke geneeswijze die er van uitgaat dat er op de voeten, handen, benen en het hoofd reflexzones liggen die corresponderen met alle organen, weefsels, klieren en andere delen van het lichaam. Door de reflexzones op de voeten met speciale technieken te masseren wordt het hele lichaam behandeld, het zelfgenezend vermogen van het lichaam geactiveerd en gestimuleerd en het lichaam terug in evenwicht gebracht. Klachten kunnen sterk verminderen of zelfs verdwijnen. helpt of geeft verlichting bij acute en/of chronische klachten zoals o.a.: slaapproblemen, ademhalingsproblemen, stress gerelateerde klachten innerlijke onrust/niet lekker in je vel zitten, burnout/ depressie spier- en gewrichtsklachten, RSI-klachten, (over)vermoeidheid hoofdpijn/migraine, spijsverteringsproblemen hormonale klachten: overgang, pms, fertiliteit, puberteit vochtophoping, oedeemvorming ADHD, dyslexie, autisme trauma/ verdriet/ rouwverwerking dieperliggende, chronische ziekteprocessen zoals o.a. Parkinson, CVS, MS, Reuma.
Voeten zijn heel belangrijk voor ons. Ze dragen ons een groot deel van de dag en we gebruiken verschillende soorten schoenen om onze voeten te beschermen. Wat veel mensen niet weten, is dat er verschillende reflexzones zijn op de voeten. De voetreflextherapie is gebaseerd op de gedachte dat de voet een spiegel van het lichaam is. Verschillende drukpunten (reflexpunten) op de voeten zijn verbonden met energiekanalen en zones in het lichaam. Alle organen, zenuwen en andere delen van het lichaam zijn verbonden met reflexzones op de voeten! Voetreflexmassage is in de eerste plaats heerlijk ontspannend. Het zorgt ervoor dat je je beter in balans voelt en kan ook heel goed preventief worden toegepast. Het is geschikt voor jong en oud.
Bij voetreflexmassage probeer ik niet om een diagnose te stellen, het is geen medische behandeling. Wel is het zo dat de massage van de voet een zeer positieve invloed heeft op het zenuwstelsel en de bloedsomloop. De bloedcirculatie wordt verbeterd waardoor afvalstoffen verwijderd kunnen worden. Energieblokkades kunnen worden opgeheven waardoor het zelfgenezend vermogen van het lichaam wordt gestimuleerd.
De voetreflexmassages zijn dan ook zeer geschikt voor allerlei verschillende soorten klachten, zoals bijvoorbeeld: * Rugklachten * Schouderklachten * Hoofdpijnklachten * Obstipatie of andere spijsverteringsklachten * Neuropathie bij diabetes
Soms ontstaat na één behandeling al een duidelijke vermindering van de klachten.
Het onderwerp psychiatrie is nog steeds taboe. Er wordt zelden over gepraat en er wordt zelfs mee gelachen. Om dit taboe te doorbreken heb ik een heel korte enquête gemaakt.
Gelieve deze in te vullen, het duurt nog geen 2 minuten om dat te doen.
Ga naar deze link en beantwoord enkele vraagjes: https://www.surveylegend.com/s/wze
De maretak behoort tot de vogellijmfamilie (Viscaceae/Loranthaceae) en is een op loof- of naaldbomen parasiterende struik met een ronde groei, die 30 tot 80 cm groot kan worden. De groenblijvende bladeren zijn leerachtig en langwerpig, de bloemen nietig en geelgroen. Ze staan in bosjes.
De maretak speelde een grote rol in de mythen van de Germaanse volkeren. Aan huizen en stallen werden maretak-takken om mensen en dieren te beschermen tegen blikseminslag, hekserij en nachtmerries.
In de Middeleeuwen werd de maretak gebruikt voor de behandeling van epilepsie (vallende ziekte) in de veronderstelling dat de plant, die zelf niet op aarde valt, de mens daar ook tegen zou kunnen beschermen. In het begin van de jaren 1920 adviseerde Rudolf Steiner, de antroposoof, maretak voor het behandelen van kwaadaardige tumoren.
Maretak wordt geadviseerd bij degeneratieve ontstekingen van de gewrichten en als ondersteunende therapie bij kanker.
De maretak tumoren zou tegengaan en de afweer zou versterken, is door vele onderzoeken gestaafd. In veel gevallen kon het gebruik van maretakpreparaten bij traditionele kankertherapie het welzijn van de patiënt vergroten.
Bij diverse tumorsoorten remmen de maretaklectinen de proteïnsynthese en werken de celdood in de hand. Zo vertraagt de groei van de tumor. Bovendien vergroot maretak de concentratie van belangrijke afweerstoffen en versterkt zo het hele immuunsysteem.
De verse of gedroogde twijgen met bladeren, bloemen en vruchten worden medicinaal gebruikt. Belangrijke farmacologische inhoudsstoffen zijn lectinen, polypeptiden, slijmstoffen, suikeralcoholen, flavonoïden, fenylallylalcoholen, lignanen en triterpenen.
Gebruik in de volksgeneeskunde. Maretak wordt gebruikt voor de langdurige behandeling van lichte hoge bloeddruk, preventie tegen arteriosclerose, bij epilepsie, kinkhoest, astma, duizeligheid, diarree, cholera, hartjagen en nervositeit. Kneipp adviseerd maretak voor het stelpen van bloedingen en het behandelen van stoornissen van de bloedsomloop.
Als ondersteunende therapie bij kanker mag maretak niet op eigen houtje gebruikt worden. De preparaten moeten onder de huid worden ingespoten en de dosis moet individueel worden aangepast. Bespreek de mogelijkheid van een maretaktherapie met uw arts.
Ook toepassing bij gewrichtsaandoeningen gebeurt door een injectie. Maretak thee wordt van oudscher gebruikt ter behandeling van hoge bloeddruk en het voorkomen van arteriosclerose.
Thee: roer 1 tl maretakkruid door 150 ml koud water, laat hem 10 tot 12 uur trekken en zeef het vervolgens. Drink dagelijks 1 tot 2 koppen.
Onderzoek. 46 vrouwelijke patiënten met borstkanker in een vergevorderd stadium werden behandeld met de gebruikelijke chemotherapie. Daarnast kregen ze injecties met maretakextract of een placebo. Vanaf de tweede serie van de chemotherapie waren de immuunwaarden in beide groepen duidelijk verschillend. Bij vrouwen die de maretaktherapie kregen, bleven de waarden vanaf dat moment stabiel. Deze vrouwen beoordeelden de kwaliteit van hun leven over het algemeen duidelijk hoger dan die van de placebogroep.
Een omvangrijk prospectief epidemiologisch onderzoek onder 10.226 patiënten met maag- darm- of borstkanker gaf een klinisch relevante verlenging van de levensduur aan door behandeling met maretakextract. Bij de 1668 patiënten die het maretakextract kregen, was de levensduur 40% verhoogd ten opzichte van de 8475 patiënten die deze behandeling niet kregen.
Beperkingen in het gebruik: Voor inwendige toepassing als thee zijn geen beperkingen bekend.
Injecties zijn uit den boze bij bekende overgevoeligheid voor eiwit, chronische infecties als tuberculose of bij koorts.
Bijwerkingen: Bij injecties kunnen locale ontstekingen optreden als koude rillingen, koorts, hoofdpijn en stoornissen in de bloedsomloop. Heel zelden worden sterke allergische reacties gezien.
Het theïstisch satanisme, ook wel traditioneel satanisme genoemd, is de religieuze verering van Satan (Hebr: tegenstander, aanklager). Satan, die vaak aangeroepen wordt onder de naam Azazel, wordt door aanhangers niet gezien als een personificatie van het pure kwaad.
De naam Azazel treffen we aan in Leviticus 16:10. Daarin staat beschreven: Maar de bok die door het lot aan Azazel is toegewezen zal levend voor den Heer geplaatst worden, om verzoening voor hem te bewerken, teneinde hem zo naar Azazel in de woestijn te zenden.
Dit Bijbelvers refereert aan de Joodse feestdag Jom Kipoer (Grote Verzoendag). Het was op deze plechtige dag dat er twee geitenbokken werden gekozen. Een werd er geofferd aan Jahwe; de andere werd symbolisch belast met de zonden van het volk Israël om vervolgens als een zondebok in de woestijn te worden gezonden waar Azazel zou huizen. Het is in dit ritueel waarin wij voor het eerst de associatie aantreffen van de duivelmet de geitenbok. Zo wordt Azazel beschouwd als de oudst bekende naam die wordt toegeschreven aan wat tegenwoordig Satan of de duivel wordt genoemd.
Satan-Azazel tegen ha-satan
Er wordt in het traditioneel/theïstisch satanisme een onderscheid gemaakt tussen Satan-Azazel, de Tegenstrever van Jahwe, en ha-satan, een engel of leugengeest in de hofhouding van Jahwe, of een gedaante die Jahwe aanneemt wanneer Hij het mensdom onwelgevallig is. Zo verleidt ha-satan koning David tot het houden van een volkstelling, en roept hiermee de toorn van Jahwe over hem en zijn volk, wat Jahwe een excuus geeft om talloze onschuldige omstanders van het volk Israël te straffen. Het is ook ha-satan die met de goedkeuring van Jahwe de gelovige Job kwelt met verschrikkelijke rampen en kwalen teneinde zijn geloof in God op de proef te stellen. Satan-Azazel en ha-satan worden dan ook gezien als twee totaal verschillende entiteiten.
Satan-Azazel heeft twee voornamelijke emanaties. Een mannelijke emanatie, gesymboliseerd door de demon Samael, en een vrouwelijke, Lilith. Lilith was volgens een traditie de eerste vrouw van Adam. Zij was, net als haar man, geschapen uit het stof der aarde en eiste om deze reden dezelfde rechten als haar man. Adam deed bij God zijn beklag hierover, en God schiep Eva uit de rib van Adam zodat zij wel onderdanig was aan haar man. Lilith werd uit het paradijs verbannen en baarde in een grot kinderen die waren verwekt door de demon Samael. Samael en Lilith worden meestal opgevat als uitvloeiselen van een en dezelfde bron, Satan.
Lilith wordt vereerd als een krachtig feministischsymbool. Niet alleen door traditioneel/theïstische satanisten, maar ook door sommige stromingen in het eclectische paganisme, wicca, en een aantal etnisch joodse feministes. Bij laatstgenoemde groepen wordt echter geheel de connectie met het satanisme ontkend, terwijl traditioneel Lilith wordt gezien als de gemalin van Satan.
Volgens de Bijbel kunnen mensen door de duivel gebonden of bezeten raken. Het tweede geval is erger, omdat in dat geval de duivel, of één of meer van zijn demonen, daadwerkelijk in iemand wonen. Om hiervan af te komen is bevrijding noodzakelijk. Deze is slechts te verkrijgen wanneer deze plaatsvindt in de kracht van de Heilige Geest en in de Naam van Jezus Christus. De Rooms-Katholieke Kerk kent het exorcisme of duiveluitdrijving als een van de sacramentalia, om bij een bezetene de duivel uit te drijven. In andere Kerken, bijvoorbeeld Pinkstergemeenten komt duiveluitdrijving ook voor.
Hebreeuwse Bijbel
In de Hebreeuwse Bijbel komt de duivel niet voor. JHWH was de schepper van zowel goed als kwaad, zoals geformuleerd in Jesaja 45:6,7: "Ik ben de HEER, er is geen ander die het licht vormt en het donker schept."
Als de aanduiding שָׂטָן śāṭān, Satan in de Hebreeuwse Bijbel op mensen betrekking heeft, betekent het tegenstander, valse raadgever of in enkele gevallen potentiële deserteur. Als gepersonifieerd hemels wezen komt de aanduiding Satan in de Hebreeuwse Bijbel op vier plaatsen voor. In geen enkel geval wordt hij als personificatie van het kwaad afgebeeld, integendeel, in de meest uitgebreide beschrijving in Job is het een engel die als aanklager in het goddelijk gerechtshof fungeert en werkt in opdracht van God.[1] In de Septuagint wordt Satan bijna altijd vertaald met (deels voorafgegaan door een lidwoord) διάβολος diabolos,[2] maar ook met διαβολή diabolē[3] en met het werkwoord ε̉νδιαβάλλειν endiaballein,[4] termen die later werden toegepast op het concept van de duivel.
Christendom
In het christendom is de duivel de belichaming van het kwaad. Hij wordt (afwijkend van het gebruik van deze namen in de Hebreeuwse Bijbel) Satan of Lucifer genoemd. De duivel wordt beschouwd als een gevallen engel, die tegen God rebelleerde, een interpretatie van Genesis 6:2-4.
In de christelijke traditie wordt de slang in de paradijsvertelling ook vaak geïdentificeerd als de duivel. Deze gelijkstelling wordt al aangetroffen in de Openbaring van Johannes: "De grote draak ... is de slang van weleer, die duivel of Satan wordt genoemd en die de hele wereld misleidt. Samen met zijn engelen werd hij op de aarde gegooid."[5]
In het Nieuwe Testament is de duivel de heerser van het rijk van de duisternis, dat de hele wereld omvat[6] en de lucht en hemelsferen.[7] Wie gelooft in Jezus Christus gaat over van de duisternis naar het licht, maar Satan verleidt mensen. Wie in zijn listen trapt, valt weer terug naar het rijk van de duisternis.[8]
In het Nieuwe Testament wordt de duivel ook wel Belial genoemd[9] of Beëlzebub.
Het kwaad in andere religies
Het kwaad keert ook in verschillende oude religies telkens terug.
In veel polytheïstische godsdiensten, zoals de Griekse, Chinese, Romeinse en Noordse pantheons, ontbreekt echter een duidelijk opperwezen van het kwaad. Reden is dat de goden vaak typisch menselijke trekjes vertonen en daardoor allemaal in zekere mate zowel goed als slecht zijn. Voorbeelden zijn de telkens vreemdgaande Zeus, Hera wier jaloezie soms letterlijk dodelijk kan zijn, of Poseidon die Odysseus tien jaar lang tegenwerkte. Zowel het kwade als het goede zijn 'verspreid' over meerdere godheden.
Uiteraard bestaan in deze godsdiensten monsters, demonen en goden van twijfelachtig allooi zoals Cerberus, Kali, Eris, de Erinyen, Seth, Mara, Hel, de Yema's, Loki, Hades en anderen, maar deze goden en demonen vervullen stuk voor stuk een (onmisbare) functie in het pantheon of vertegenwoordigen een typisch menselijke eigenschap, en kunnen als zodanig dus absoluut niet als (puur) kwaadaardig worden gezien.
Zoroastrisme
In de Iraanse mythologie en het daarop geïnspireerde Zoroastrisme werd de eerste vrouw Jeh verondersteld samen met de duivel Ahriman te zijn geschapen. Door seksuele gemeenschap met deze demon was zij bezoedeld, en de vrouw bezoedelde daardoor ook de mannen.
Al tijdens het leven van de profeet Mohammed (d. 632)[1] werd duidelijk dat niet alle metgezellen overal hetzelfde over dachten. Zolang Mohammed leefde kon hij vragen over de juiste interpretatie van Koranverzen en de juiste manier van handelen direct beantwoorden. Vaak liet hij echter de waarheid in het midden en stelde beide partijen in het gelijk. Er wordt gezegd dat hij verschil van mening als een zegen voor de gemeenschap beschouwde.[bron?]
Na de dood van Mohammed in 632 n. Chr.[1] moest men het doen met de Koran, de overlevering en het eigen oordeelsvermogen. Dat leidde meteen al tot ontevredenheid over zijn opvolging. Door de op dat moment aanwezigen werd zijn trouwe vriend en moslim van het eerste uur Aboe Bakr tot opvolger (kalief) gekozen, maar enkele afwezigen gaven de voorkeur aan Ali, die de eerste mannelijke volger van de islam was na Mohammed, zijn meest naaste metgezel en student (Ali werd opgevoed door Mohammed) en tevens zijn neefje en schoonzoon. De verkiezing van de metgezel Aboe Bakr zou gebeurd zijn in de afwezigheid van Ali, die op dat moment met zijn familieleden bezig was met de begrafenis van Mohammed. Dat leidde dertig jaar later (661) tot het eerste schisma binnen de moslimgemeenschap, er ontstonden twee hoofdstromingen binnen de islam het soennisme en het sjiisme.
De soennitische islam (Ahl as-Soenna) is de grootste van de twee genoemde hoofdstromingen in de islam (soennisme en sjiisme). Het soennisme wordt gevolgd door 90% van de moslims in de wereld.[2] Binnen het soennisme ontstonden enkele leerscholen of wetscholen (madhahib, enk. madhab): de school van Abu Hanifa, (700-767), de school van Sufjan al-Thawri (715-778), de school van Malik ibn Anas, (710-795), de school van Mohammed Al-Shafi'i, (767-820), de school van Ahmad ibn Hanbal, (780-855) en de school van Dawud al-Zahiri (815-883). De scholen van al-Thawri en al-Zahiri zijn in de loop van de tijd verdwenen.[2]
De overige vier soennitische 'wetscholen van jurisprudentie' (madhahib al-fiqhiyya) focussen zich op het extrapoleren van de islamitische wet- en regelgeving uit de verschillende bronnen (waaronder de Koran, Hadith, Consensus (Idjma) en deductieve analogie (Qiyas). Het verspreidingsgebied van deze vier leerscholen is als volgt:
Hanafi - Turkije, Afghanistan, Pakistan, India, deel Midden-Oosten
Binnen de soennitische islam ontstonden naast de verschillende wetscholen ook (kleine) theologische verschillen, tussen enkele groeperingen. Deze 'theologische scholen' binnen het soennisme zijn:
Het Sjiisme (Arabisch: الشيعة, Perzisch: شیعه) -letterlijk: volgeling van Ali, is een van de twee grote stromingen binnen de islam waarvan de andere het soennisme is. Het Sjiisme wordt gevolgd door ongeveer 10% van de moslims in de wereld.[2]
Sjiisme komt vooral voor in Iran, waar de geschriften van het sjiisme grotendeels de wetten vormen, maar ook in Azerbeidzjan, Bahrein en Irak. Tevens vormen sjiieten een substantiële minderheid in Pakistan, India, Libanon, Jemen, Syrië, Afghanistan (Hazara) en diverse Golfstaten (zie Lijst van landen naar aantal moslims). In Turkije staan ze vooral bekend als de alevieten, al verschillen die beduidend qua uitoefening, en richten zij zich vooral op de mystieke aspecten van het geloof.
In geheel Turkije komt daarnaast het alevitisme voor. Deze stroming bevat zowel elementen van het sjiisme als van het soefisme. In het verleden werd het alevitisme vaak als een sjiitische stroming (kizilbasj) neergezet. Dit had verschillende redenen, bijvoorbeeld om de verwarring met de Syrische alawieten te voorkomen. Tegenwoordig wordt het alevitisme in Turkije steeds vaker als een derde islamitische schisma neergezet (naast het soennisme en sjiisme). In de andere islamitische landen is dit echter discutabel.
Bovenstaande groepen beschouwen zich als volgers van de leerschool van de Ahl al-Bayt, afstammelingen van Mohammed. Hiertoe behoren ook Ja'far al-Sadiq en de overige Twaalf Imams.
Kharidjisme
De khawarij is een verzameling van groepen moslims die in opstand kwamen tegen de leiders. De opstandelingen bestreden zowel de soennieten als de sjiieten in het verleden. Deze groeperingen zijn uitgestorven op één na, de ibadieten uit Oman die een gematigd standpunt hebben.
Het moetazilisme (ook mutazilisme, mu`tazilisme of mutazila) (Ar.المعتزلة) is een theologische school in de islam die rond het midden van de 8e eeuw in Basra werd ontwikkeld door Wassil Ibn 'Ata. Kenmerkend voor het moetazilisme is het combineren van islamitische standpunten met aan de Griekse filosofie ontleende ideeën. Het floreerde gedurende de 8e-10e eeuw in de steden Basra en Bagdad, in het huidige Irak, gedurende de periode van de Abbasiden. De aanhangers van het moetazilisme zijn het bekendst van hun stellingname dat vanwege de perfecte eenheid en eeuwige natuur van Allah, de Koran geschapen van aard is, aangezien deze niet samen met God van dezelfde eeuwigdurende aard kan zijn.
Het qadarisme (of qadariyya) is een uitgestorven sekte binnen de islam. De leer van de qadarieten houdt in dat iedere mens zijn eigen daden schept zonder goddelijke voorbeschikking. Iedere mens heeft een vrije wilen een vermogen om hiermee zelf zijn of haar lot te bepalen. Het kwaad is afkomstig van het donker en het goede is afkomstig van het licht. Hiermee komen ze overeen met het zoroastrisme maar verschillen ze wel met de moslims over de zesde zuil van het geloof namelijk qadar.
Koranisme
Het Koranisme is de overtuiging dat de Koran de enige gezaghebbende tekst is in de islam. Deze groepering verwerpen de hadith van de profeet Mohammed geheel of gedeeltelijk.
Soefisme
Door alle stromingen heen vinden we diverse soefischolen of tariqas die zichzelf al of niet tot een van de hierboven genoemde stromingen of leerscholen rekenen. De soefi's vormen een minderheid en zijn wijdverspreid over alle islamitische landen.
De ahmadiyya werd gesticht door Mirza Ghulam Ahmad in Brits-Indië. Hij beweerde een hervormer te zijn die de komst van de profeet Isa (Jezus) heeft vervuld. Verder beweerde hij de mujaddid en de mahdi te zijn. De meeste moslims beschouwen de ahmadiyya's als ongelovigen.
De ahmadiyya's zijn verdeeld in twee groepen.
leden van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, in de volksmond qadiani's geheten, beschouwen Mirza Ghulam Ahmad als een profeet die de profetie van de beloofde messias en mahdi heeft vervuld
leden van de Lahore Ahmadiyya Beweging, in de volksmond lahori's geheten, beschouwen Mirza Ghulam Ahmad als een hervormer die de profetie van de beloofde messias en mahdi heeft vervuld
Volksislam
Ten slotte bestaat er in alle landen van de islamitische wereld iets dat wel met de term volksislam wordt aangeduid: islam vermengd met plaatselijke gebruiken die niet zelden in strijd zijn met de islamitische leer, maar voor de meestal laag opgeleide bevolking vaak meer tellen dan de officiële islam. Daarbij horen het gebruik van amuletten, het vereren van plaatselijke heiligen en het houden van allerlei ceremoniën die hun oorsprong in andere religies hebben, maar een islamitisch tintje hebben gekregen. Volgers van de volksislam heten volksmoslims alhoewel deze benaming zelden wordt gebruikt.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Categorie:religies en religieuze stromingen Tags:islam, islamitische namen,islamitische staat, islam gebed, islam artikel, islam betekenis, islam belgie, islam cultuur, islam communie, islamic
De Beeldenstorm In Nederland viel de opkomst van de Reformatie samen met een opstand tegen het gezag van koning Filips II van Spanje, hoewel de religieuze motivaties van de opstand door veel historici worden betwist. Ze wijzen erop dat ook veel katholieken zich tegen het gezag verzet hebben en dat, evenals in Duitsland, politieke en sociale oorzaken mede het karakter van de opstand bepaald hebben. Ook de opkomst van een middenklasse wordt in verband gebracht met de Beeldenstorm. Die zou een symbolische daad zijn geweest van een opkomende groep die in het protestantisme een grond vonden om zich tegen het heersende gezag te verzetten. In elk geval richtte een deel van het geweld zich tegen de katholieke kerken en kloosters. Op 10 augustus 1566 leidde een hagenpreek bij Steenvoorde, ten zuiden van de huidige Belgisch-Franse grens, tot de plundering van een nabijgelegen klooster. Daarna volgden vernielingen van andere kloosters.
De Beeldenstorm verspreidde zich vervolgens over de Nederlanden. Altaren, beelden, doopvonten, reliekhouders, koorgestoelten, kansels, orgels, miskelken, schilderijen, missalenen gewaden moesten het ontgelden. Hosties werden vertrapt of aan de vogels gevoerd, miswijn werd opgedronken. Priesters werden onder geweld gedwongen hun geloof af te zweren. Zij die trouw wilden blijven aan Rome werden in sommige gevallen verjaagd en vervolgd. Zo werden in Den Briel 19 katholieke geestelijken die later bekend zouden worden als de heilige martelaren van Gorcum met vleeshaken gemarteld en opgehangen door de watergeuzen onder Willem van Lumey en Diederik Sonoy, nadat zij geweigerd hadden hun geloof in de transsubstantiatie en de paus op te geven. Ook de Nederlandse priester, mecenas en humanist Cornelis Musius (1500-1572), de laatste rector van het Agathaklooster in Delft, werd in opdracht van Lumey vermoord. Ook in Alkmaar werd een groep katholieke geestelijken die, na de verovering van Alkmaar door Diederik Sonoy in 1572, naar Enkhuizen waren overgebracht, door de geuzen gemarteld en opgehangen. Ook op andere plaatsen zou de opstand slachtoffers maken onder de geestelijkheid en gewone katholieken. De Beeldenstorm was in zekere zin een Noord-Europees verschijnsel. Ook in Duitsland, Denemarken en Zwitserland werden vele kerken geplunderd.
De uitgebroken Nederlandse opstand zou grote gevolgen hebben voor het katholicisme in de noordelijke Nederlanden (moderne historici vermijden de term oorlog, omdat de Nederlanders in opstand kwamen tegen een juridisch legitiem gezag). In de nieuwe Republiek was bisschoppelijk bestuur op den duur niet meer mogelijk. Frederik Schenck van Toutenburg (1503-1580) werd de voorlopig laatste aartsbisschop van Utrecht. In 1592 verklaarde Rome de Utrechtse kerkprovincie tot missiegebied, de zogenaamde Hollandse Zending, die onder leiding kwam te staan van een apostolisch vicaris. Sasbout Vosmeer (1548-1614) bekleedde als eerste die functie. Katholieken werden, na aanvankelijke vervolgingen, uiteindelijk wel getolereerd, vooral in de grotere steden, zolang men maar niet openlijk met katholicisme te koop liep. In veel steden kwamen katholieken samen voor de mis in zogenaamde schuilkerken die aan de buitenkant niet herkenbaar mochten zijn als kerk. Ook processies werden verboden. Pas in 1853 kon, dankzij Grondwetsherziening van 1848 van Thorbecke, worden besloten tot het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland met de pauselijke bul Ex Qua Die van paus Pius IX (4 maart 1853 )
Rooms-Katholieke Kerk: Geschiedenis en Hiërarchie
Rooms-Katholieke Kerk
Inleiding
De Rooms-Katholieke Kerk is met meer dan 1,2 miljard volgelingen het grootste kerkgenootschap ter wereld en wordt ook wel kortweg de Kerk genoemd. Het hoofd van de Rooms-Katholieke Kerk is de paus.
Tegen het einde van de 1e eeuw kenden vrijwel alle christelijke gemeenschappen een duidelijk eenhoofdige leiding onder een bisschop (soms ook een groep bisschoppen), die in zijn herderlijke taken werd bijgestaan door een college van priesters en diakens, later ook door subdiakens, lectoren (= lezers) en acolieten(= dienaren). Zijn voornaamste verantwoordelijkheden waren: de wijdingen van lagere ambten, het voorgaan in de goddelijke eredienst, het dagelijks bestuur van de gemeente, de zorg voor de armen en zieken (= diaconie) en het geloofsonderricht (= catechese). De bisschoppen of het episcopaat droeg(en) het gezag door gebed en handoplegging (= wijding) over aan hun opvolgers zodat er een ononderbroken keten van opvolging ontstond die tot op de dag van vandaag voortduurt: de apostolische successie. De verbondenheid van de bisschoppen en de gemeenten was zo innig en vanzelfsprekend dat bisschop Ignatius van Antiochië in 107 reeds schreef: 'Waar de bisschop is, daar is de Katholieke Kerk.'[bron?]In de Handelingen van de Apostelen beschrijft de evangelist Lucas hoe Jezus na zijn terechtstelling op Golgotha zou zijn opgestaan uit de dood en zou zijn verschenen aan zijn leerlingen. Hij zou hen hebben bemoedigd en zou enige tijd onderricht hebben gegeven over de doeleinden van zijn aardse missie en over wat de leerlingen verder te doen zou staan. Bij zijn hemelvaart zou Jezus hen de laatste aanwijzingen hebben gegeven en hen hebben geboden te wachten in Jeruzalem op de 'Heilige Geest' die hun kracht zou geven om zijn boodschap van het "goede nieuws" (evangelie) te verspreiden over de wereld. Op Pinksterenzou dit zijn gebeurd, en na een toespraak van Petrus onder de mensen in Jeruzalem werd de eerste christelijke gemeente gesticht. Op initiatief van Petrus en de andere apostelen wordt de vacante plaats in hun college, die door het verraad van Judas was ontstaan, opgevuld door Matthias aan te wijzen als zijn vervanger. Daarnaast ontstonden de eerste christelijke gemeenschappen rond het breken van het brood dat het cultisch centrum vormde van de samenkomst (= ekklèsia). Deze eredienst of liturgie (van "leitourgia": dienst van het volk) werd vaak op de "dag van de verrijzenis" gevierd, die ook wel de "dag des Heren" (= "dies dominica") werd genoemd, en bestond doorgaans uit een lezing, een vermaning of preek (= homilie), de voorbedes van de gelovigen, een plechtig dankgebed dat uitmondde in het breken en delen van het brood. Meestal vonden deze vieringen 's ochtends of 's avonds plaats omdat de zondag nog geen heilige rustdag was.
Tegelijkertijd werden met de opkomst van deze gemeenschappen de eerste contouren van de kerkelijke hiërarchie (letterlijk: "heilige ordening") zichtbaar: er werden bisschoppen (van "episkopos": opzichter), presbyters en diakens aangesteld die een voorname taak kregen aangewezen binnen de gemeenschappen. Zo waren het de bisschoppen of bij hun afwezigheid de presbyters die doorgaans het grote dankgebed uitspraken over de gaven van brood en wijn en de diakens die deze gaven vervolgens uitdeelden aan de gelovigen. De belangrijkste bisschoppen en theologen uit de eerste eeuwen staan bekend als kerkvadersomdat ze bepalend waren bij het vastleggen van de christelijke leer in, ook nu nog door de meeste christenen onderschreven, dogma's.
Een centrale rol in de vroege Kerk werd ingenomen door de apostel Petrus, die de eerste der apostelen werd genoemd en de woordvoerder was van de groep van twaalf, een positie die volgens de katholieke leer teruggaat op Jezus' toezegging bij Caesarea dat op hem, de steenrots, de Kerk gegrondvest zou worden en dat de poorten van het dodenrijk haar niet zullen overweldigen. Uiteindelijk zou Petrus, volgens de katholieke leer de sleutelbewaarder, naar Rome trekken, waar hij volgens de vroegste apostolische overleveringen onder keizer Nero met het hoofd naar beneden gekruisigd werd. De gemeente van Rome groeide uit tot voornaamste der gemeenten, de 'voorzittende van de liefde' (Ignatius van Antiochië) en de 'Hoofdkerk' (Cyprianus) die een bijzonder aanzien genoot bij de andere gemeenschappen.
Verhouding met de overheid
Toen het rijk in verval raakte en er hongersnoden en natuurrampen over het rijk kwamen, werden de christelijke gemeenschappen omgeven met vreemde verdachtmakingen (christenen zouden aan kannibalisme doen, omdat ze het lichaam van hun eigen God opaten en diens bloed dronken, hetgeen de Romeinen met weerzin vervulde). De christenen werden aangewezen als zondebok en er ontstonden vervolgingen. De gelovigen die daarbij hun leven verloren en zo hun gelijkvormigheid met de Gekruisigde toonden, werden al spoedig gezien als martelaren. Ze werden met gepaste verering omgeven: de dag van hun sterven werd jaarlijks herdacht als de dag dat zij gelouterd en geheiligd de hemel binnen waren gegaan en verenigd waren met de verrezen Heer.In het Romeinse Rijk heerste in die tijd religieuze tolerantie. De onderdanen genoten de vrijheid hun eigen godsdienstige tradities in ere te houden, zolang er maar eer aan de Romeinse goden werd bewezen en de goddelijke status van de keizer werd erkend. Vreemde religies en mysteriegodsdiensten werden vaak ingepast in de heersende polytheïstische cultus zodat er een vorm van religieuze vermenging ontstond, die aangeduid wordt met de term syncretisme. In de praktijk gold het gebod om de keizer te vereren voor de meeste inwoners van het rijk als een zuivere formaliteit zonder veel betekenis voor hun innerlijk geloofsleven: bij enkele gelegenheden per jaar werd er wat geofferd aan de Romeinse goden en de keizer. De monotheïstische christenen vormden echter een zichtbare uitzondering omdat zij geen andere god wilden aanbidden dan Jezus de Zoon en God de Vader. Ze aanvaardden de keizer wel als staatshoofd, als wereldlijke macht, maar weigerden hem als een godheid te erkennen. Verder onderscheidden ze zich door hun eenvoudige levenswandel van de Romeinen die verzot waren op wereldlijk vertoon en vermaak.
Deze situatie veranderde in het begin van de 4e eeuw, toen de bekeerde Romeinse keizer Constantijn de Grote het tot dan nog steeds sektarische christendom tot een katholieke(algemeen heersende) en literalistische (niet op mystieke geheimen, maar op bekende teksten gebaseerde) godsdienst uitriep. Tegen het einde van dezelfde eeuw, onder keizer Theodosius I, werd in 380 het door Constantijn de Grote hervormde christendom de staatsgodsdienst van het gehele Romeinse Rijk. In 395 splitste het Romeinse Rijk zich echter in een westelijk Latijnssprekend deel en een oostelijk deel waar Grieks de voertaal was. Deze delen groeiden uit elkaar en tegelijk groeiden ook de christelijke kerken in oost en west langzaam uit elkaar.
Het orthodox jodendom is een hoofdrichting binnen het jodendom die gekenmerkt wordt door de aanhankelijkheid aan het joodse heilige boek Thora (Groene Boekje; in het jodendom 'Tora' of 'Torah') zoals deze in de Talmoed wordt geïnterpreteerd. Er zijn er die de titel "Traditioneel" aangenamer vinden.
Er wordt in deze stroming aangedrongen op strikte naleving van de joodse wet (halacha) in al zijn facetten. Een paar generaties geleden was het orthodox jodendom de dominante vorm van het jodendom, maar tegenwoordig behoort minder dan één vijfde van de joden tot orthodoxe joodse congregaties. Het aandeel orthodoxen onder de joden neemt toe doordat het percentage interhuwelijken, waarbij joden met niet-joden trouwen en hun kinderen niet joods zijn of opgroeien, onder orthodoxe joden vele malen lager is dan onder niet-orthodoxen.
Karakteristieken
Het orthodox jodendom wordt gekenmerkt door de absolute acceptatie van de Thora als ultieme waarheid. Een kenmerk dat het orthodox jodendom van andere geloven en tevens van de liberale stromingen van het jodendom onderscheidt is het feit dat het orthodoxe jodendom een grote geschreven traditie heeft. Er zijn duizenden boeken die het geloof bepalen.
De orthodox-joodse wereld is geen eenheid maar bestaat uit vele tientallen bewegingen, die ieder een eigen wereld kennen en soms in fel conflict met elkaar raken. Er wordt vaak gesproken over 'rechtervleugel' om de charedische ofwel ultraorthodoxe wereld aan te duiden, en over 'linkervleugel' om het modern-orthodox jodendom aan te duiden. Ook binnen het charedisch en modern-orthodox jodendom kan deze terminologie gebruikt worden: zo zijn 'linkervleugel charedim' heel anders dan 'rechtervleugel modern-orthodoxen' .
Terminologie
De term orthodox is afgeleid van het Griekse orthos ("rechtstreeks", "correct") en doxa ("mening", "leer"). Omdat hieruit zou kunnen worden afgeleid dat het orthodoxe jodendom de correcte leer van het jodendom is, prefereren sommigen liberale joden het gebruik van de term "Torah-jodendom" ter benoeming van de richting. Sommige orthodoxe joden vermijden het gebruik van de naam orthodox jodendom juist, omdat zij van mening zijn dat dit de correcte leer is en er daarom maar één jodendom kan of mag bestaan.
3 makkelijke mindfulness oefeningen die je ook kan doen als je het druk hebt.
1. Wees mindful in dat wat je doet
Kies voor vandaag een eenvoudige, overzichtelijke bezigheid uit:
naar je werk fietsen of lopen
een boterham eten
groenten snijden
een overhemd strijken
Besteed nu al je aandacht aan deze eenvoudige taak. Blijf met je aandacht bij de taak totdat deze voltooid is, dus zonder je te verliezen in opdringerige gedachten en oordelen. Dwaalt je mind af, merk het dan op en breng je aandacht terug naar je klusje. Geef jezelf een groot compliment dat je deze taak in volledige mindfulness hebt volbracht!
2. Voel je lichaam
Als je straks even naar de supermarkt loopt, of als je op de bank ploft: voel dan eens je lichaam van binnenuit. Voel je ademhaling. Voel je hartslag. Voel je voeten op de grond. Voel je benen. Voel je rug. Voel je buik. Voel je armen. Voel hoe je lichaam loopt. Voel hoe je lichaam zit. Besef eens wat je lichaam allemaal voor je doet, zonder je ooit om een wederdienst te vragen. Wees dankbaar voor alles wat je doet met behulp van je complexe en kostbare lichaam.
3. Werk eens met geduld
Je bent gewend om alles maar haastig af te raffelen zodat je nog meer taken haastig kunt afraffelen. Snel is goed, langzaam is slecht. Maar snelheid ontneemt je de kans om dat wat je doet, echt te ervaren. Juist in dat echte ervaren schuilt ontspanning en (geloof t of niet) pure happiness! Neem je dus voor om vandaag iets te doen met geduld. Doe het gewoon een tandje langzamer. Of het nu tandenpoetsen is of koffie halen: beweeg bewust wat langzamer en blijf er met je aandacht bij.
Volgens de Griekse mythologie was de Minotaurus een legendarisch monster, half man en half stier. De zoon van Pasiphae en de stier die Poseidon aan Minos had geschonken. Na zijn geboorte sloot Minos de Minotaurus op in zijn labyrint, waar hij later werd gedood door Theseus. Androgeus (één van de zonen van koning Minos) was vermoord in Athene. Als wraak besloot Koning Minos dat de stad Athene elk jaar zeven jongens en zeven meisjes naar Kreta zou moeten sturen, waar zij in het labyrinth bij de Minotaurus werden opgesloten en zo als voedsel voor de Minotaurus zouden dienen. Aegaeus, de koning van Athene, had een zoon, Theseus, die sterk was en vooral erg moedig.Theseus liet zich vrijwillig naar Kreta brengen, met als doel de Minotaurus te doden. Vlak voordat Theseus vertrok vroeg koning Aegaeus zijn zoon om op de terugweg de zwarte zeilen op het schip te vervangen door witte. Dan zou hij van grote afstand kunnen zien dat zijn zoon het overleefd had en dat hij de Minotaurus had verslagen. Theseus beloofde dit te doen. Theseus kreeg bij zijn avontuur in het labyrinth hulp van Ariadne, de dochter van Koning Minos, die verliefd op hem was geworden. Ariadne gaf Theseus een bol wol om de weg in het labyrint terug te vinden. Toen Theseus het labyrint binnenging, rolde hij Ariadnes draad af, zodat hij later de weg terug zou kunnen vinden. Theseus doodde de Minotauros met het zwaard dat hij van zijn vader Aegeus had gekregen, en kon het labyrinth verlaten met behulp van de draad van Ariadne. Op de terugweg zou Theseus met zijn schip met witte zeilen terugvaren, maar Theseus vergat de zeilen te verwisselen. Toen zijn vader het schip met zwarte zeilen zag aankomen, dacht hij dat zijn enige en zeer geliefde zoon dood was. Overmand door verdriet en wanhoop sprong de koning in zee en verdronk. Theseus die koning van Athene werd, besloot de zee, waarin koning Aegaeus verdronken was, de Egeïsche zee te noemen.
Het verhaal van Lucifer (vanuit katholiek perspectief)
Het verhaal van
Lucifer Zijn oorsprong
Om de oorsprong van Lucifer te kunnen vinden, richten we ons tot het Oude
Testament. De naam Lucifer is vertaald uit het Hebreeuwse woord "helel",
wat "helderheid" betekent. Deze aanduiding, die dus op Lucifer
betrekking heeft, is de uitlegging van de "morgenster" of "zoon
des dageraads" die in Jesaja wordt voorgesteld. "O morgenster, zoon
van de dageraad, hoe diep ben je uit de hemel gevallen. Overwinnaar van alle
volken, hoe smadelijk lig je daar geveld. Je zei bij jezelf: Ik stijg op naar
de hemel, boven Gods sterren plaats ik mijn troon. Ik zetel op de toppen van de
Safon, de berg waar de goden bijeenkomen. Ik stijg op tot boven de wolken, ik
evenaar de Allerhoogste" (Jesaja 14:12-14).
De context van deze passage slaat op de koning van Babylon zoals hij in zijn
trots, zijn pracht en zijn val wordt voorgesteld. Maar de tekst is feitelijk
gericht aan de macht die achter de boosaardige Babylonische koning steekt. Geen
enkele sterfelijke koning zou beweren dat zijn troon zich boven die van God
bevindt of dat hij de Allerhoogste evenaart. De boze macht achter de
Babylonische koning is Lucifer, de "zoon des dageraads".
Het verhaal van
Lucifer Zijn geschiedenis
Lucifer is gewoon een andere naam voor Satan, die als hoofd van het boosaardige
wereldbestel de werkelijke, maar onzichtbare macht is achter de opeenvolgende
heersers van Tyrus, Babylon, Perzië, Griekenland, Rome en alle andere
kwaadaardige heersers die we in de geschiedenis van de wereld hebben zien komen
en gaan. Deze passage gaat verder dan de menselijke geschiedenis en markeert
het begin van de zonde in het universum en de val van Satan in het reine,
zondeloze firmament vóór de schepping van de mens.
We zien ditzelfde thema in Ezechiël: "De HEER richtte zich tot mij:
'Mensenkind, hef over de koning van Tyrus een dodenklacht aan: "Dit zegt
God, de HEER: Eens was jij een toonbeeld van perfectie, vervuld van wijsheid en
volmaakt van schoonheid. Je leefde in Eden, in de tuin van God, en je was
bekleed met een keur van edelstenen: met robijn, topaas en aquamarijn, met
turkoois, onyx en jaspis, met saffier, granaat en smaragd, gevat in gouden
zettingen. Op de dag dat je geschapen werd lagen ze klaar. Je was een cherub,
je vleugels beschermend uitgespreid, je was door mij neergezet op de heilige
berg van God, waar je wandelde tussen vurige stenen. Je was onberispelijk in
alles wat je deed, vanaf de dag dat je was geschapen tot het moment dat het
kwaad vat op je kreeg. Door al het handeldrijven raakte je verstrikt in onrecht
en geweld, en je zondigde; daarom, beschermende cherub, verbande ik je van de
berg van God en verdreef ik je van je plaats tussen de vurige stenen. Je
schoonheid had je hoogmoedig gemaakt, je had je wijsheid en luister verkwanseld.
Daarom heb ik je op de aarde neergeworpen, als een schouwspel voor andere
koningen. Door je grote schuld, door je oneerlijke handel, waren je
heiligdommen ontwijd. Daarom liet ik een vuur in je oplaaien dat je heeft
verteerd, ik maakte van jou een hoop as op de grond, voor ieder die het wil
zien. Alle volken die je kenden staan verbijsterd; je bent een schrikbeeld
geworden, tot in eeuwigheid zul je er niet meer zijn."'" (Ezechiël 28:11-19).
Deze passage lijkt gericht tot de "koning van Tyrus". In werkelijk is
het echter gericht aan degene die achter de boosaardige koning van Tyrus
schuilgaat. Deze passage bevat tevens profetieën - op zowel de korte als de
lange termijn - over Lucifer/Satan, omdat zijn laatste einde nog niet heeft
plaatsgevonden en pas na het laatste oordeel zal plaatsvinden (Openbaring 20:7-10), ook al
is het zeker dat dit einde op deze manier zal plaatsvinden. Deze passages in
Jesaja en Ezechiël hebben beide niet zozeer betrekking op Lucifer/Satan zelf,
maar op zijn werk en zijn planning via aardse koningen en heersers die zichzelf
een goddelijke eer toekennen. Zij heersen, bewust of onbewust, feitelijk in de
geest van Satan en voor de doelen van Satan. "Onze strijd is niet gericht
tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de
duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen" (Efeziërs 6:12). Satan is de
vorst achter de machten van dit bedorven wereldbestel.
Let vooral eens op de volgende uitspraak in de passage uit Ezechiël: "de
gezalfde cherub" (Statenvertaling). Een dergelijke uitspraak zou nooit van
toepassing kunnen zijn op een menselijke koning. Nee, deze heeft betrekking op
Lucifer/Satan die achter de menselijke koning zit. Deze engel is het hoogste
wezen dat de HEER ooit heeft geschapen. De HEER zegt over hem: "Eens was
jij een toonbeeld van perfectie, vervuld van wijsheid en volmaakt van
schoonheid". Satan was het meest wijze schepsel dat God ooit had
geschapen. Geen enkele andere engel en geen enkel ander wezen werd geschapen
met de intelligentie die God aan dit schepsel had gegeven. God zegt dat dit
schepsel "volmaakt van schoonheid" is. Na de Heilige Drie-eenheid -
de Vader, de Zoon en de Heilige Geest - is dit wezen tegenwoordig het hoogste
wezen.
In Ezechiël 28:14 lezen
we: "Gij waart een gezalfde, overdekkende cherub". Dit vertelt ons
dat we het niet over een menselijke koning hebben. Het woord cherub is
enkelvoud voor cherubim. De cherubim zijn een symboliek voor Gods Heilige
aanwezigheid en Zijn onbereikbare grootheid. Deze cherubim nemen een unieke
positie in. De "gezalfde, overdekkende cherub" is het beeld dat in de
Hof van Eden voor ons geschetst wordt, nadat Adam en Eva waren weggestuurd en
God de cherubim had opgesteld om de weg naar de levensboom te bewaken. Ook toen
Mozes de verzoeningsplaat maakte en deze in het Allerheiligste van de
tabernakel plaatste, kwam Gods heerlijkheid er naartoe en ontmoette Hij Mozes
tussen de cherubim. Zij "overdekten" de verzoeningsplaat met hun
vleugels. We zien dus dat Satan een cherub was en dat zijn taak bestond uit het
bewaken van de troon van God Zelf. Zijn taak was de bescherming van Gods
heiligheid. Satan nam de hoogste van alle posities in, een positie die hij
verachtte en verloor. We zien hier in Ezechiël een beschrijving van de hoogste
van Gods schepsels, een musicus met perfecte wijsheid en onbeschrijflijke
schoonheid, en bovendien met een verheven functie. Maar, dit schepsel met al
zijn prachtige eigenschappen had ook een vrije wil. Op een dag zei God tegen
dit schepsel: "Er is ongerechtigheid in jou gevonden".
Het verhaal van
Lucifer Zijn status
Wat voor ongerechtigheid werd er in hem gevonden? In het boek Ezechiël laat God
ons in het prille begin als het ware over Zijn schouder meekijken, zodat we de
oorsprong en de schepping van Satan kunnen zien. Maar waarom zegt God dit? Wat
is deze ongerechtigheid? We moeten naar Jesaja 14:13-14 teruggaan,
de verzen die ons over de keuze van Lucifer/Satan vertellen. "Ik stijg op
naar de hemel, boven Gods sterren plaats ik mijn troon. Ik zetel op de toppen
van de Safon, de berg waar de goden bijeenkomen. Ik stijg op tot boven de
wolken, ik evenaar de Allerhoogste." Heb je gemerkt hoe vaak Satan in deze
passage eigenlijk "ik zal" zegt? Hij zegt dat hij
zijn troon boven Gods sterren zal plaatsen. Het woord "sterren"
verwijst hier niet naar de sterren die we 's nachts kunnen waarnemen. Hiermee
worden de engelen van God bedoeld. Met andere woorden: "Ik zal de hemel
overnemen, ik zal God zijn". Dat is de zonde van Lucifer/Satan en dat is
de ongerechtigheid die er in hem werd gevonden. Hij wil geen dienaar van God
zijn. Hij wil de dingen niet doen waar hij voor geschapen werd. Hij wil zelf
gediend worden en er zijn miljoenen mensen die ervoor gekozen hebben om juist
dat te doen: hem dienen. Zij hebben naar zijn leugens geluisterd en ervoor
gekozen om hem te volgen. Eva geloofde de leugen dat zij net als God zou zijn.
De reden dat Lucifer/Satan haar met die leugen verleidde was dat dit precies
datgene is wat hij zelf wil: God zijn.
Deze demon kan de lust
beheersen. Vaak komt deze demon in de vorm van een vrouw die er nooit
genoeg van krijgt mannen in de verleiding te brengen.
Volgens de mythe ging een jong meisje het bos in, overgehaald door een meneer
die in het rood was gekleed, er elegant uitzag en goedgemanierd was. Het was
eigenlijk een vleesgeworden Satan die haar in dat bos de
ergste duivelskunsten heeft bijgebracht.
Naar verluid was Dahut verantwoordelijk voor een goed deel van de dood
van mannen aan het hof van de koning Gradlon van Cornwall. Ze zou hen
hebben vermoord door hen seksueel uit te putten.
2. Muroi
Aangenomen wordt dat hij de
eerste demon is met het uiterlijk van een vampier die ooit
zijn opwachting heeft gemaakt. Volgens de legende begonnen maagden die leefden
in de Middeleeuwen spontaan tranen van bloed te huilen als het wezen in de
buurt kwam.
3. Abezethibou
Het verhaal gaat dat deze demon
voorkwam in de dromen van corrupte Egyptische farao's die Joden
vervolgden. Abezethibou had voordat hij naar aarde kwam de passie
en begeertes van de mens bestudeerd zodat hij deze volledig kon beheersen.
4. Abrahel
Deze demon verscheen voor
meestal dommige boeren, in de vorm van een welgevallige vrouw. Met haar
vleierij kon ze hen allerlei dingen laten doen, waaronder het plegen van
moorden.
Het geloof in het bestaan van deze demon was vooral
wijdverspreid gedurende de Middeleeuwen toen men van vrouwen dacht
dat zij een band met Satan zouden hebben.
5. Belial
Deze
demon stond ook wel bekend als "de wilde." Volgens de overlevering
zou hij aanbeden worden door homoseksuelen van Sodom omdat hij in het bijzonder
was toegelegd op het verbodene en zondigen.
Interessant is ook het verhaal over zijn vangst: zijn geest werd gevangen in
een fles die werd verzegeld en in een put werd gegooid. Het waren de
Babiloniërs die de fles opnieuw openden, ze dachten dat het een schat was, en
lieten zo de demon weer vrij.
6. Alouqua
Het is een van de eerste
vampieren die voorkwam in de Joodse verhaaltraditie. Deze demon had als doel om
mannen naar het plein te brengen en zelfmoord te laten plegen.
7. Baël
Deze kwaadaardige geest zou
volgens de vertellingen de betere exorcisten (geestverdrijvers) in
moeilijkheden brengen. Kundig en sluw zou hij ervoor zorgen dat de mensen die
hem gehoorzaamden onzichtbaar zouden worden, zodat zij de
ergste misdaden konden begaan zonder gepakt te worden.
8. Behemoth
Behemoth werd vaak afgeschilderd
als een diabolische olifant of grote stier. Dit dier werd verantwoordelijk
geacht voor de plotselinge sterfte van veedieren en verorbering van
akkervelden, allemaal opgegeten door dit onverzadigbare wezen.
9. Barbatos
In vergelijking met anderen had
deze demon het op vrouwen voorzien. Hij benaderde hen in de vorm van een
welgeklede (jonge)man en verleidde haar.
Men dacht dat de interessantste mannen hun ziel hadden verkocht aan Barbatos.
10. Andras
De specialiteit van deze demon was dat hij mensen
de hand aan zichzelf kon laten slaan. Dit deed hij door in dromen te
verschijnen met een androgyn lichaam (vrouwelijk/mannelijk uiterlijk)
zittend op een gezadelde wolf en een zwaard in zijn hand. Wie over
hem droomde 's nachts had geen hoop meer om de zon de volgende dag zien op te
komen.
Vijf mantraâs voor meditatie om zeker eens uit te proberen
Er bestaan vijf mantras die mensen al duizenden jaren gebruiken. Dit zijn ze:
1) OM. Dit is de meest universele mantra. Eigenlijk zegt men dat deze mantra het geluid van het universum vertegenwoordigt. Het is het geluid van het begin, het fundamentele geluid, het geluid dat alle andere geluiden bevat.
2) OM AH HUM. Wanneer we deze mantra uitspreken, reinigen we de ruimte waar we onze meditatie zullen doen. Bovendien helpt het geluid van deze mantra om onze concentratie te verbeteren.
3)OM TARE TUTTARE. Deze mantra helpt om onze innerlijke kracht te focussen. We gebruiken het om innerlijke obstakels te verwijderen. Het moedigt ook moed en vertrouwen aan.
4)OM NAMAH SHIVAYA. Deze mantra is afkomstig van de hindoes. We spreken het uit voor welzijn en gelukkig zijn.
5)OM MANI PADME HUM. Dit is één van de krachtigste mantras. Het roept essentiële wijsheid en verbinding met het universum aan.
Het belangrijkste aspect van deze mantras is hun geluid. Boeddhisten dringen erop aan dat we niet te veel nadenken over wat ze betekenen. De essentie van dit alles zit hem in de klanken en de effecten die ze op ons bewustzijn hebben.
het tegenover gestelde van 'Leegte' zijn de conditioneringen. Normaal' gesproken leven wij op basis van gewoontepatronen, structuren, regels, aangeleerd gedrag en de-regels-van-de-samenleving. Dit wordt binnen de tantra als geconditioneerd gedrag gezien: sillã. Deze sillã hanteren wij omdat we het idee hebben zodoende binnen de lijntjes te tekenen, het zo goed te doen, ofwel op de manier in balans te zijn. Dit is onjuist. Balans is een individueel gegeven en dat is niet te omschrijven met een collectieve regel. Een bepaalde situatie kan mij in balans brengen en jou uit balans, toch heeft geen van ons beide gelijk als we zeggen: "deze situatie is goed c.q. slecht voor je". Als iets goed voor je is dan kan je dat opmerken omdat de prana veelvuldig aanwezig is én goed stroomt. Als iets niet goed voor je is zal een andere energie (boosheid, verdriet, angst) veelvuldig aanwezig zijn én goed stromen. Als we boos zijn dan merken we dat op, ons gehele lichaam reageert op deze boosheid (ademhaling, hartslag, adrenaline, gedachten, attitude, etc...). Boosheid is een gemakkelijk herkenbare energiestroming in ons lichaam net als verdriet of angst. Prana is ook een energiestroming in ons lichaam en ook deze kunnen we opmerken; we voelen geluk, gelijkmoedig, compassie en mededogen, we zitten dus "lekker in ons vel". Het is niet zo heel moeilijk onszelf boos te maken, maar hoe zorg je ervoor dat je in prana komt, tantra is een methode die hier helemaal op gericht is. Tantra begint als de prana veelvuldig aanwezig is én goed stroomt.