We hadden het cowboy-gevoel al helemaal, maar na ons diner in het Cowboy Smokehouse in Panguitch, wanen we ons echt in een spaghettiwestern. Het kleine restaurant straalt gezelligheid uit, net als het hele dorpje. Het 'ons kent ons' gevoel en behalve de dorpsbewoners in jeans en versleten boots, stikt het hier van de toeristen op doorreis. We worden hartelijk ontvangen en krijgen een beperkte maar 'stevige' menukaart voorgelegd. De pinten komen in grote gekoelde 'mugs', de steaks zijn enorm, de kip ook en alles smaakt naar de houtskool ! Lennert smult van zijn baked potatoe en zijn lap ribbetjes. Aan de muur hangen zadels, schilderijen van ruige cowboys en een pancarte met de afbeelding van John Wayne, naast schedels van longhorn-koeien en opgezette hertenkoppen. Er hangt zelfs een elandkop. Alles waar het puriteinse Amerika (en Gaia) door geshockeerd wordt, is hier niet meer dan normaal. Ik verwacht enkel nog dat Clint Eastwood om de hoek komt ...
Het uitchecken 's morgens verloopt verrassend vlot, de knorrige Indiër wenst ons vier keer goeiemorgen, en houdt zelfs de deur naar de ontbijtzaal open (ik kon een zelfvoldane blik echt niet vermijden). Aangezien de koffie niet van de beste kwaliteit is, stoppen we nog even voor een tankbeurt (zowel voor de auto als voor onszelf). In het groezelige tankstation liggen de donuts op de rekken, de French Vanilla Cappucino is overheerlijk en de locals doen hun ochtendbabbeltje met op de achtergrond gezapige country music : stoere beren van venten, twee keer zo lang en breed als wijzelf die met hun kolenschoppen hun megamok omvatten, waarschijnlijk vorige week de laatste keer gewassen (de mok of de mannen, kies maar) in verschoten overalls en met gigantische pick-ups. Zulke momenten zijn even onvergetelijk als het natuurschoon van de voorbije dagen !
We maken ons klaar voor een totaal andere wereld : viva Las Vegas !