Het is een lange rit tot de Grand Canyon, maar absoluut de moeite waard. Het gigantische natuurwonder legt zelfs onze Lennert (eventjes) het zwijgen op. We besluiten de westkant eerst te bezoeken en nemen een van de vele shuttlebusjes (wat ik mijn klanten steeds afraad, maar ik heb besloten om deze vakantie alle initiatief aan mijn mannen over te laten, wat vast voor interssante ervaringen zal zorgen) naar Hermit's Rest. De bedoeling is dat je dan aan de verschillende 'view points' uitstapt, maar aangezien noch vader noch zoon gewoon zijn om de boel te leiden (meestal lijden ze), genieten we van een lange panoramische rit. Het eindpunt van deze route is niet met de wagen te bereiken, dus we moeten ons wel als vee in de bus laten drijven. Een ding moet wel gezegd : alles verloopt op z'n Amerikaans, dwz als een goed geoliede machine en gedisciplineerd. Doe hetzelfde in Europa en je wordt er onder de voet gelopen ... Terwijl we eindeloos foto's nemen, pakken dreigende wolken zich samen boven de immense Canyon en begint het zachtjes te druppelen. Een enorm onweer barst los en uiteraard zijn we niet voorzien op dit weer ! Dus laten we ons in de bus stampen, tussen -tig Japanners en Italianen (het barst er hier van) en hobbelen we terug richting parking. De regenboog aan het einde van de onweersbui maakt alles goed, een onvergetelijk moment.
We logeren net buiten het park en moeten dus 's avonds nog op zoek naar een hap. Tusayan is met moeite een dorp te noemen : vijf hotels, zeven restaurants, een handvol winkeltjes en een Imax-theater in the middle of nowhere. We opteren voor het Yippie-ya-ooo Steakhouse : men neme een oude schuur en een hoop tafels, een commerciële geest en een handvol obers met cowboyhoeden ... Succes gegarandeerd. No nonsense food, stevige kost (onze steak en ribben worden vergezeld van bonensoep, corn on the cob, een warm broodje, een patat in de schil en salade), lekker bier en pure Western. Yihaaaaa ....