Vandaag dag 4,
Toul Remiremont goed voor een 121vlotte km. Alvorens de rit aan te vatten
namen de GR-trappers afscheid van linspirateur, jawel, onze Kazze, Fré, lAfricain.
De man die aan de basis ligt van dit evenement dat door sommigen op hoongelach
werd onthaald, gaat even de batterijen opladen in ons Vlaanderenland om vanaf
volgende week woensdag opnieuw onze compagnon de route te worden. Zoals we
reeds elke dag deden en zullen blijven volhouden tot we Rome binnenbollen en
dan nog, stonden we even bij zijn wijze achtergelaten opdracht stil nie pleuen
mannen, jullie zijn gewoon nie gewoon, speciaal.
Te Toul werd
ook reeds eens gepauzeerd bij een krantenkiosk zodat Fransicus nu reeds via
onze blog kan zien wie hij te verwachten heeft.
Met zon en
ook wat regen op het aangezicht maar vooral veel wind werd op een door onze
kapitein gecontroleerd trapritme de dag etappe afgewerkt. We reden het
département des Vosges binnen en alweer merkten we een aaneenschakeling van
wisselende decors waarbij het ons opviel dat inderdaad het gras altijd groener
is aan de andere kant van de heuvel, als beloning van de beklimming.
Voor 2013
hebben wij tevens een nieuw werkwoord voor den dikken Van Dale : iemand of een
groep mensen, al dan niet met de fiets; vooruitfluiten. Korte verklaring van
de verslaggever van dienst en tevens trappend lid van de groep: vooruitfluiten
is na een calorie- en koolhydraten rijke maaltijd mensen terug in beweging
brengen met een zeer schril fluitsignaal. Staan blijven is dan immers quasi
onmogelijk.
Elke stop is
niet alleen een uitnodiging om even op adem te komen maar tevens de sociale
contacten met het thuisfront (of andere fronten) te onderhouden. Sommigen
stonden erop om dit illustratief bevestigd te zien op onze blog.
Zeer tevreden en met de gedachte dat reeds meer dan 500 km
onder de wielen zijn door- geschoven werd Remiremont binnen gereden. Claudine
en Peter van de assistentie wagen wachtten ons zoals altijd met het fototoestel
in de aanslag op. Zoeken naar een douche, bed, recovery (elk met zijn
specifieke smaak !?!) hoeven we niet te doen.
Gezien morgen le Ballon dAlsace wacht, smeden sommigen plannen
om morgenvroeg het ventiel op te sporen en hem te laten leeg lopen en werden de
stalen rossen liefdevol onder handen genomen en klaar gestoomd voor de nieuwe
uitdaging die ons morgen wacht. De coach stopte zijn bikelief zelfs onder voor
de nacht met een zacht dekentje. Wie gaat hier morgen voordeel uit halen?
Quote van de dag: Als je klimt en
je merkt dat je naar beneden rijdt ben je niet goed bezig.
Vandaag dag
3, volgens de kenners de eerste moeilijke dag van het komende 3-luik: de
krampen zouden in onze gespannen ledematen vrij spel kunnen krijgen, het was
dus bang afwachten wat de dag zou brengen. Op het terras van Monsieur Arnaud
van het Hôtel du Saumon werden de stalen rossen in eerste instantie minutieus
geïnspecteerd door "El Capitano" Jeroen, de kettingen werden met
precisie ontvet en opnieuw voorzien van een blinkend laagje vers olie zodat ze opnieuw
glimlachten in de ochtendzon. Nadat onze coach zijn dagelijks praatje gedaan
had tegen zijn bikelief, werd de rit door Pietro op gang gefloten.
Op de
voorgrond kleurde de hemel een palet van lichtblauwe tot donkerblauwe kleuren,
in de volgwagen maakten we ons reeds zorgen over de komende wolkbreuken. En
gelijk hadden we, de coach zijn woorden indachtig, "het is hier toch
opvallend groen"?
Maar goed, de
weergoden hielden zich gelukkig nog in en produceerden enkel een aangenaam maar
strak windje, dat toch onze aangestoken kaarsen voor Jesse niet uitgeblazen
kreeg. In zijn zo bekende en onnavolgbare stijl, gaf onzen Chief het beste van
zichzelf toen hij een tekstje improviseerde voor Jesse, aan wie we deze dag
opgedragen hebben, het overleden zoontje van Noortje en Tom, 2 zeer goede
vrienden van onze Kapitein Jeroen. Maar wees er maar zeker van, Jesse gaat mee
met ons tot over de streep in Rome!.
Halfweg de
rit werden onze helden getrakteerd op een wolkbreuk als nooit tevoren. Gelukkig
was de stop voorzien aan een boerderij, waar we van de gastvrije landbouwers de
vrijheid kregen om gebruik te maken van hun erf en onze lunch konden nuttigen
onder het afdak van een vervallen stal. We voelden ons als padvinders op de
fiets. Er was dan ook geen ontkomen aan, allen de regenvestjes aan, en hup de
fiets op, de regen in. Zulke weersomstandigheden zorgen steeds voor een extra
mythisch karakter van onze tocht.
Bij het
opklaren van de hemel werden onze renners de laatste hoogtemeters van de dag
voorgeschoteld. De volgwagen werd uitgerust met het oranje zwaailicht en boven
op de top van de laatste heuvel werden onze cyclisten opgewacht voor een extra
aanmoediging van de 3-koppige logistieke equipe. Boven op deze laatste col was
er een eerste klein akkefietje tussen de tank Ivan en de coach Stefaan, over de
millimeters op de finishfoto, waarop volgens ingewijden wel te zien was dat
onze tank net een vierde van een wielomtrek sneller was! Sorry coach, het zal op
de ballon moeten gebeuren vrezen we:).
Dries, onze
poulain van de bende, had op het terras in Toul, onder het waakzame oog van
serveerster Emeline, de quote van de dag: "Ik heb spieren ontdekt waarvan
ik niet wist dat ze bestonden".
Deze ochtend
zijn we onder een loden ochtendzon vertrokken vanop de Grand Place in Walcourt
richting de graanschuur van Frankrijk. De rit van vandaag werd door onze
kapitein opgedragen aan Ria, Emma en Bernadette, de 3 tantekes van Jeroen die
hij reeds lange tijd emotioneel ondersteund omwille van hun slepende ziekte.
De spieren in
de onderste lagen van onze kuiten werden onmiddellijk op de proef gesteld door een
pittig klimmetje bij de eerste slagen van onze pedalen. De longen vulden zich
stelselmatig met de steeds warmer wordende lucht, de klokken van de nabije
kerktorens sloegen pas 10 uur, en de renners voelden de zweetdruppels reeds
vanop hun voorhoofd vallen op hun opengesperde oogleden, zo warm kondigde de dag
zich aan.
Bij een
eerste stop werd het dagprogramma dan ook onmiddellijk aangepast met het
inlassen van een extra drinkpauze en de tijd om de snel opgedronken bidons
vocht opnieuw bij te vullen.
Bij een
gemiddelde temperatuur van 32°, in een meer dan heuvelachtig landschap was het
op bepaalde momenten meer stampen op de pedalen dan rijden op souplesse. Met
geluk telkenmale een schitterend verzicht op de als het ware van hoger hand
uitgestrooide "baleaus" (de 2 meter opgerolde strobalen). De
rometrappers genoten met volle teugen van wat zij "de natuurlijke
kunst" noemen.
Na de
zoveelste helling volgde al snel de quote van de dag van Nimme:"Ik heb nog
teveel tanden om op mijn tandvlees te zitten", met andere woorden, onze
helden zijn niet zomaar klein te krijgen. De Ballon d'Alsace is bij deze reeds
gewaarschuwd, het moet gezegd worden, de eerste mythische col waar onze
fietsers echt naar uitkijken.
Na de soms
zeer persoonlijke recoryshakes te hebben genuttigd aan het hotel in Buzancy,
hebben we met pijn in het hart maar tegelijk ongelooflijk voldaan en met grote
trots Frank uitgewuifd richting het vlakke Vlaanderen.
De gastheer
van het hotel du Saumon, Arnaud, heeft
ons tijdens het avondeten meer dan in de watten gelegd. na het nuttigen van een
perfecte salade gourmand, kregen we ook nog een serieuze lap
"koevlees" voorgeschoteld, met pasta of frietjes, de diehards onder
ons kozen natuurlijk voor de pati, dixit de hotelbaas:).
Morgen dag 3
en zoals Claudine opmerkte, tijd voor misschien wat extra magnesium in het
gekoelde water? We kijken er alvast naar uit welke avonturen onze bende morgen
tegemoet gaan, maar dat lezen jullie dan tussen nu en 24h.
Bonne Nuit
(ps: Nimme heeft 2 "verres du vin rouge" geprobeerd om toch eens te
kunnen sluiben. (= Zaffelaars voor slapen).
Ganda-Roma MMXIII of EDUGO Glorieux
fietst naar Rome
Het hel(l)end vlak
De kop is
eraf!!! Deze ochtend werden we verwelkomd door een wervelwind aan
aanmoedigingen bij het oprijden van een zonovergoten Sint-Pietersplein. We
voelden ons de helden van de jubeleumeditie van de Tour De France. Het was meer
dan een riem onder onze zenuwachtig hartjes, het was kippenvelmoment van het
eerste moment!! Kort na negenen zijn we dan na het startsignaal van onze aller
ADIR vertrokken voor onze 16daagse expeditie.
7
Rometrappers, geëscorteerd door een peloton aan gelegenheidsfietsers, gingen gezwind
op gang, op weg naar de stad van de 7 heuvels. Eén van onze special guests,
Frank, een meer dan getrainde leerling uit onze houtafdeling, heeft gedurende
de 7h durende trip mee de kop gedaan van onze olijke bende, tot aan het eindpunt
van de eerste rit, Walcourt, heuvel op heuvel af.
Na 33
kilometer, bij het binnenrijden van de Vlaamse Ardennen, was onze eerste stop bij
het graf van onze overleden collega Katrien: een eerste emotioneel en
onvergetelijk moment.
Chief Dirk
droeg er een memorabel tekstje voor, aan de collega die ons project zeer
genegen geweest zou zijn en de memorabele herinneringen aan haar vandaag zorgde
voor de extra noodzakelijke adrenaline om haar hellingen aldaar te kunnen
bedwingen. Merci Katrien.
De weg
kronkelde dus gestaag verder onder onze oververhitte wielen, de hellingen en
kuitenbijters volgden elkaar nu snel op! Maar het enthousiasme kon vandaag
alvast niet meer stuk, wat een dag. We reden immers nog op de gekregen energie
van het ontvangstcomité deze ochtend, meermaals vertelden we aan elkaar hoe
fantastisch we dit vonden.
Na een
vluchtige hel(l)ende passage in Ronquières reden onze helden op het einde van de
namiddag het charmante Walcourt binnen. Op de centrumplaats werden ze ontvangen
als de koningen van "Grand' Place". De vermoeide benen van de eerste
dag vonden rust op een gezellige terrasje, de recovery-shakes werden gulzig
naar binnengespeeld, direct gevolgd door een verdiend streekbiertje.
Na een
welverdiende en deugddoende douche en na het aanvullen van de verreden koolhydraten,
werd de rit van morgen voorbereid, het profiel even geanalyseerd en de avond
afgesloten met een laatste drink op de Stefaan zijn 48ste verjaardag.
Zoals alle
zichzelf respecterende kampgangers werd de avond afgesloten door de quote van
de dag: "in ne andere zijne pot
moede nie prutsen"!
Ganda-Roma MMXIII of EDUGO Glorieux fietst naar Rome
Bestaan er ook
wielergoden?
Ik moet er dikwijls aan denken dat Rik De Saedeleer,
begenadigd reporter als hij was, toch geluk had in zijn carrière: als onze
nationale ploeg teveel kansen verkwanselde of slecht verdedigde was zijn moment
gekomen om zijn voetbalgoden te aanroepen.
En dikwijls, ja zelfs heel dikwijls luisterden die goden
naar hem en kon hij zijn langgerekte, intussen dikwijls nagebootste maar niet
geëvenaarde 'goaoaoaoaoaoaoal' de wereld insturen, en daarmee die voetballers
stuwen naar nog meer van dat moois.
Geluk had hij, die Rik. Zijn collega's van de wielersport
daarentegen moeten het de laatste jaren stellen met een aantal veel minder
ijzingwekkende sportieve hoogtepunten: een zeldzame spectaculaire demarrage,
een paar meer of minder erge valpartijen, een millimetersprint met veel getrek
en geduw, de koers was en is gecontroleerder. En toch.
Als je de renners als valken van een alpen col buiten
categorie naar beneden ziet stuiken, ben ik altijd weer overtuigd dat er toch
ook wel "wielergoden" bestaan. Michel Wuyts aanroept ze in elk geval
niet luidkeels maar beperkt zich tot een tommeke doen.
Maar misschien doet hij het wel in stilte, wat zijn goed
recht is. En ook het onze.
Ik vraag me af wat zich in de hoofden van die 7 EDUGO-mannen
zondag bij hun vertrek op het St. Pietersplein afspeelde. Een zware
contradictie is het, niet? Door het jaar heen jonge snaken naar de wereld van
de wetenschap en de techniek loodsen, overgoten met een sausje algemene kennis
en menselijkheid, en nu dan? Op 16 dagen naar Rome fietsen?
De door beroepsrenners gevreesde passages zoals de Ballon
d'Alsace hebben ze zich zelf voor de wielen geschoven. Wat drijft hen om hun
veilige klas of werkplaats te ruilen voor het zwetende bestaan van een fietser
in de zomer. Hoe sterk zijn die zeldzame fietsers die kromgebogen over hun
stuur geen wedstrijd kunnen winnen want er is geen wedstrijd, om even Tim
Krabbé te parafraseren?
Onderweg zullen ze op mekaar wachten. De één zal roepen
"Allez, kom", de ander zal
antwoorden: "J'arrive".
Maar ze zullen samen over de meet komen op St. Pietersplein in Rome. Wie zal
dan hun ongetwijfeld grote vreugde kunnen beschrijven als ze oog in oog staan
met Franciscus' huis? Welke goden zullen zij dan aanroepen?
Of hadden ze genoeg met een kaars aan de Mariagrot vlak bij
de school? Wie zal het zeggen?
Waar ik wel zeker van ben is dat hun overtuiging hen zover
zal brengen. De overtuiging te weten dat de opgehaalde centen volgend
schooljaar hun noodzakelijke weg zullen vinden naar zij die met minder geluk
door het leven moeten, maar toch de eerlijke kansen krijgen om te genieten van
de wereld van techniek.