on·der·wijs het; o (geregelde) overdracht van kennis of vaardigheden xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Van Dale
Ik had me reeds voorgenomen om op een meer regelmatige basis te schrijven en daar probeer ik me dan ook aan te houden. In mijn vorige blog gaf ik aan dat ik niet altijd weet waarover te schrijven, maar na mijn laatste cafébezoek met bonami Hans Vercammen is dit weliswaar veranderd. Een discussie was het niet, eerder een doorsnee gesprek over opvoeding en onderwijs waarin beide partijen relatief goed overeen kwamen. Bij pot en pint komen immers vaak de meest filosofische gesprekken tot stand. En maar goed ook.
De vraag die de laatste jaren nadrukkelijk naar voor komt, is de vraag of onderwijs opvoeding is. Hierop een duidelijk antwoord geven, is volgens mij niet mogelijk, mits dat niet voor iedereen hetzelfde is. Zeker niet voor onderwijzend personeel. Ik betrap me er regelmatig op het huidige onderwijs te vergelijken met mijn eigen jeugd. Vaak kom ik tot dezelfde conclusie: in onzen tijd deden wij dat toch niet? Dit fenomeen doet zich meer en meer voor. Ik zal dit met een kort voorbeeld verduidelijken. Nog niet zo heel lang geleden, namelijk vorige week, kreeg ik een verhaal te horen over een jongeman van 12 jaar (!) die op een vrijdagavond rondhing aan het sportcentrum te Herentals. Hij en zijn vrienden hadden 4 flessen wodka gekocht en achterovergeslagen. Deze jongeman werd achtergelaten door zijn vrienden (?) en vervolgens gevonden door toevallige passanten en naar het ziekenhuis gevoerd. Enkele tests in een Leuvens hospitaal later, bleek dat niet alleen zijn maag leeggepompt moest worden, maar dat er ook restanten van marihuana waren gevonden. Aan dergelijke kinderen geef ik dus les, want, u kan het al raden, deze 12 jarige jongen zat en zit nog steeds in mijn klas. Nu kan u zelf al bedenken dat dit niet verhaal niet in al te goede aarde valt bij de directeur van mijn school, laat staan bij de leerkrachten. Het strafste van allemaal is dat deze jongen, na twee dagen afwezigheid, het verhaal vertelde alsof het allemaal om een grap van zijn vrienden ging. Ik zocht al snel nief maten, moesten ze mij dit lappen.
In ieder geval, dergelijke verhalen komen wel vaker voor, maar toch blijft het een eeuwig discussiepunt of de school al dan niet verantwoordelijk is voor zulke zaken. Echt verantwoordelijk is een school in zon gevallen nooit, want zolang dit buiten de schooluren gebeurt, kan een school hier niets aan veranderen, laat staan de jongen in kwestie straffen. Het enige dat een onderwijsinstantie kan doen, is de leerling(en), tijdens speciale lessen, wijzen op de gevaren van drugs en alcohol en hopen dat ze hieruit iets leren. En dan nog
welk effect heeft dit op kinderen die van s morgens tot s avonds op straat rondhangen. Ik weet ook dat het onderwijs ergens wel een opvoedkundige taak heeft en moet hebben, maar wij kunnen ook maar zoveel doen. Ik ben er 100% van overtuigd dat ouders nog steeds in eerste instantie de verantwoordelijkheid hebben hun kind(eren) op te voeden en ze de juiste waarden en normen aan te leren, waar ze niet alleen tijdens hun ganse schoolcarrière naar moeten streven, maar ook mee moeten werken om in het latere leven op een correcte manier geïntegreerd te kunnen worden in de maatschappij.
Ik stel vast dat kinderen meer en meer durven ingaan tegen het gezag van een volwassene, een ouder, een leerkracht. Kinderen worden mondiger. Kinderen zijn mondiger! Iets drie keer moeten herhalen is geen rariteit meer. Nochtans is mondig zijn op zich niet zo heel erg. Je kan perfect beleefd zijn en toch iets tegen een volwassene zeggen, ook al is het niet altijd een positieve of opbouwende boodschap. Ik stoor me eigenlijk meer en meer aan de mentaliteit van kinderen. Kinderen draaien hun rug wanneer je hen persoonlijk aanspreekt. Ik zie mijn lezers al denken: ligt dat dan niet aan u?. Ik kan garanderen dat dat niet het geval is. Het is een steeds vaker voorkomend probleem bij alle leerkrachten, niet alleen bij de jonge garde. Kinderen rapen enkel iets op als het van hen is. Iets voor een ander doen, is vaak teveel gevraagd. Klasafspraken die worden uitgeschreven, zijn voor veel leerlingen slechts muuropvulling. Ik meen mij toch te herinneren dat wanneer wij de rotzak uithingen, wij daar duchtig voor gestraft werden, op een niet altijd even christelijke manier. Hier overheerst voor mij wel een zeker frustratiegevoel. Leerlingen die het vertikken om van de eerste keer te luisteren of het respect niet hebben te luisteren en te onderbreken, halen het bloed onder mijn nagels vandaan. Een generatie die zo verschilt van de onze. Doch, we moeten niet alle kinderen over dezelfde kam scheren. Er is ook de betere massa dat deze waarden en normen nog wel respecteert. En het is toch vooral voor die kinderen dat je het doet. Hoe hypocriet het ook is ten opzichte van de opvatting van de maatschappij (creëren van een betere wereld ter bevordering van bepaalde belangen), toch kan je er niet buiten dat je niet iedereen kan helpen. Hoe jammer dat ook is.
Desalniettemin kan ik in alle eerlijkheid toegeven dat ik met zeer veel plezier in een zesde leerjaar sta en nog lange tijd hoop te staan. Helaas heb ik dat niet zelf in handen.
Vinum et musica laetificant cor
|