in·zicht (het;
o; meervoud: inzichten) 1 mening 2
kijk op de zaak 3 besef, bewustzijn: tot inzicht komen. Toestand
dat je iets begrijpt.
Van Dale
Ik heb te weinig inzicht. Dat is zeker. Ik heb te weinig
inzicht in de materie rond de filosofische vragen van deze tijd. Is dit
werkelijk de realiteit waarin wij leven?, Kan ik zeker zijn dat deze omgeving
waarin ik mij begeef en verplaats echt is en lig ik niet gewoon in een oncomfortabele
zetel met een plug in mijn hoofd die
mij doet leven in een second life -wereld?
Dergelijke vragen zijn mij niet onbekend, doch ik ontbreek hierin evenzeer een
inzicht en daarmee ook een plausibel antwoord. Doch, er is één ding waarin ik
misschien wel inzicht heb. Neen, geen inzicht in vrouwen. Wel een inzicht rond
een probleem dat mij mateloos ergert, of ergerde. Vrouwen zullen mij altijd een
raadsel blijven, maar zoals elk ander probleem, heeft dit inzicht wel te maken
met een probleem rond vrouwen. Rond één bepaalde vrouw, uiteraard, want de
wereld van de man draait altijd rond één vrouw. Een voorbeeld:
Uit: Humo nr. 3738/17: Interview met Gunter Lamoot:
Er is niet zoiets als talent hebben voor de liefde: voor een geslaagde relatie
moet je vooral op je tanden kunnen bijten. Ik hoor en lees van mensen dat ze
trouwen en twee jaar later alweer scheiden. Dat vind ik van hemeltergende
luiheid: doe nu toch eens een beetje je best. Blijkbaar geloven veel mensen nog
altijd dat de passie van het prille begin voor altijd zal blijven. En zodra het
een beetje saai wordt, zetten ze het op een lopen. Terwijl een relatie net op
saaiheid berust op graag zien zonder euforische tralala. Je relatie is niet
naar de kloten omdat de spanning en de passie en de lust wat wegebben. Je hoeft
geen wilde, elkaar aflikkende paarden te zijn om van een geslaagde liefde te
spreken. Dat stopt op een bepaald moment, en dan begint een relatie pas
fundamenteel.
En ik geef hem groot gelijk. Liefde moet toch meer zijn dan
bij elke twijfel van idee te veranderen over wat de perfecte relatie is. Uit
gesprekken van de afgelopen twee jaar ben ik een inzicht gaan creëren over wat
die perfectie juist inhoudt. Mijn idee daaromtrent veranderde vaak, wat logisch
is als je met zoveel verschillende mensen, met telkens andere inzichten en
meningen, praat. De ene verwenst de relatie, de andere geeft de hoop nooit op.
De ene keer kan ze de boom in, de andere keer is ze mijn godin. Uiteindelijk is
er maar één conclusie: zij is/was mijn ware. Maar daar is niet alles mee
gezegd. Er rijzen vragen over wat het verdere verloop van mijn daden moeten
zijn en wat die dan moeten voorstellen. Moet ik ingaan op wat mijn ware
gevoelens zijn en alles doen om die liefde terug te winnen of hecht ik meer
belang aan mijn eer, mijn mannelijk ego, en laat ik haar voor de goei tijden die er geweest zijn gewoon los, voor eeuwig
dan?
Menig mensen beweren dat ze geloven in een soulmate, de ware liefde die zogezegd
voor elke mens weggelegd is. Maar is dat niet zuiver afhankelijk van wat je
hebt meegemaakt, van de situatie waarin je je op dat moment bevindt? Mensen die
in een perfecte relatie zitten, zullen zich waarschijnlijk niet kunnen
voorstellen dat ze ooit nog hun leven delen met een ander persoon. Laat staan
dat vrijgezellen zich kunnen voorstellen hoe de ideale vrouw, voor hen dan,
eruit ziet en hoe hun leven samen zou zijn. Ze kunnen zich hier misschien wel
iets van voorstellen, maar of het ook effectief nauw zal aanleunen bij de realiteit,
dat is nog de vraag. Vreemd genoeg zijn er ook mensen die zich een andere
relatie kunnen voorstellen, of alleszins zich kunnen inbeelden dat ze ook met
iemand anders gelukkig kunnen zijn, terwijl ze in een stabiele relatie zitten.
Dergelijke ideeën en meningen vind ik persoonlijk bizar, maar ook hier moet
weer respect voor opgebracht worden. Ik begrijp het niet, maar ik moet niet
alles begrijpen. Dus: slikken en doorspoelen.
Maar welke invloed heeft dit nu allemaal op wat ik denk en
hoe ik mijn verdere leven wil aanpakken. Ga ik wachten op de persoon die mij
opnieuw dat ene overweldigende gevoel gaat geven, waar ik waarschijnlijk de
rest van mijn leven ga bijblijven - indien ze mij niet verlaat - maar waar ik misschien nog wel lang op ga moeten
wachten. Of ga ik ervan uit dat er maar één persoon, één ware bestaat en doe ik alles waartoe ik in staat ben om die persoon
terug in mijn leven te krijgen? Een hekel punt, want mijn verstand en hart
zeggen twee verschillende dingen. Het zou natuurlijk makkelijk zijn, moest dit
op één lijn liggen, maar dat is het nu niet aan de orde. Wat is dan het
sterkste? Wat is doorslaggevend? Nee, wat zou doorslaggevend moeten zijn? Ik
voel aan de ene kant de nood aan het zoeken van contact, maar langs de andere
kant, gezien de omstandigheden van de afgelopen 23 maanden, is er toch wel iets
dat mij serieus tegenhoudt. Langs mijn kant dan toch. En de andere kant? Het
enige dat daar in de weg staat - volgens mij - is een begrip. Een begrip dat de
waarheid in de weg staat. Een woord. Een drempel. Een belemmering, hindernis of
weerstand, zoals je het ook wil noemen.
Een obstakel. Een impediment (dankuwel, google). Éen begrip, één woord:
koppigheid. Het is soms sterker dan de waarheid, maar waarheid is zo belangrijk
en koppigheid staat vaak in de weg.
Als ik soms overdenk wat mijn gedachtenstroom mij vertelt,
dan zou je kunnen zeggen dat ik te overmoedig ben, te gerust in een positieve
uitkomst. Vergis u niet, lezers, want ik besef maar al te goed hoe mijn leven
er nu uitziet en dat dit het waarschijnlijk is voor mij. Af en toe dwalen
gedachten af naar een utopische, ideale wereld. Dit zijn enkel gedachten en
ideeën die niet tot uitvoering zullen gebracht worden, maar gedachten
niettemin!
Wat ik echt wil, komt dus niet overeen met mijn handelingen.
Nu niet, nooit niet. Maar het neemt dus niet weg dat die dromen er wel zijn. En
volgens S. Freud zijn dromen de
koninklijke weg naar het onbewuste en een bevrediging van een verlangen. Het
is dus niet meer dan normaal dat ik die dromen heb. Ik verlang dan ook naar
gewoon een praatje doen, hoewel ik me
daar alleen maar zelf mee zou kwetsen. Ik zal hier de welgekende uitspraak van
H. Vercammen niet in de mond nemen, maar uiteindelijk is het leven wel lijden.
Hoe je het ook draait of keert. Maar je neerleggen bij hoe het leven nu is, er
vanuit gaande dat het niet hèt beste leven is, zou niemand mogen doen. Iedereen
zou moeten blijven streven naar het opperste geluk. Ofwel ernaar streven, ofwel
het trachten te behouden. Want een mens, een man in dit geval, heeft maar één
vrouw nodig om te kunnen leven.
10-06-2012, 16:45 geschreven door Fuzzer 
|